Betoniek13|20 Betoniek november 2005 1Water-managementWatermanagement staat volop in de belangstelling. Televisie, radio enkranten besteden regelmatig aandacht aan dit thema. Het gaat daarbij ombelangrijke zaken zoals drinkwatervoorziening, de stijging van de zeewater-spiegel, maatregelen tegen overstromingen, de gevolgen van ontbossing,enzovoort. Kortom, bij watermanagement denken we aan veel verschillendeinvalshoeken, behalve aan beton.Toch is óók in beton `watermanagement' een uiterst belangrijke zaak. Het isniet te verwachten dat de `grote' media hier aandacht aan gaan besteden.Daarom trekken wij er nu een hele aflevering Betoniek voor uit. Aspecten dieaan de orde komen: waterbehoefte, waterabsorptie en effectief watergehalte,keuring en kwaliteit van aanmaakwater, gebruik van recyclingwater enrekenen met de watercement- en waterbindmiddelfactor.B A N D U I T G AV Enovember 2 0 0 5 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O N13 20De norm voor aanmaakwater, NEN-EN 1008: 2002hanteert de indeling volgens tabel 1.Drinkwater wordt het meest toegepast. Dat is, zeker inons land, altijd onverdacht en prima bruikbaar alsaanmaakwater voor beton. Toch is het niet altijdnodig om duur en schaars drinkwater voor beton tegebruiken. In veel gevallen zijn er ook prima bruik-bare alternatieven.Water dat in de betonindustrie wordt teruggewonnen kanmeestal weer worden hergebruikt als aanmaakwater.Teruggewonnen water met een volumieke massa> 1010 kg/m3 wordt beschouwd als cementslibwater.Het spoelwater, afkomstig van spoelinstallaties vanmengers en truckmixers, kan onder voorwaardenuitstekend hergebruikt worden. De spoelinstallatiezorgt meestal voor een grove scheiding van decomponenten in grof zand en grind en het zoge-noemde cementslibwater. Dit cementslibwaterbevat cement, vulstoffen, fijne delen zand en somsnog sporen van hulpstoffen.Bron- en grondwater, alsook oppervlaktewater enindustrieel afvalwater is in veel gevallen bruikbaarals aanmaakwater voor beton. De eigenschappenkunnen per locatie verschillen. Daarom moet voorafaan dit water een vooronderzoek worden uitgevoerdnaar de geschiktheid. Daarna dient periodiek degeschiktheid te worden gecontroleerd.Op enkele plaatsen is zogenoemd industriewaterbeschikbaar. Industriewater is ruw gezuiverd water,geleverd door de waterleidingmaatschappij.Water in betonWater is onmisbaar in beton. Zonder water zoubeton simpelweg nooit verharden. Toch lijkt water,bezien als `grondstof' voor beton, heel eenvoudig.Water is gewoon water. Toch zijn er verschillendeherkomsten voor water in beton, zoals leidingwater,bronwater, oppervlaktewater en recyclingwater uitspoelinstallaties. Afhankelijk van de herkomst kanwater verschillende eigenschappen hebben en zijner verschillende zaken waarop we moeten letten.Bovendien bestaat niet alle water in betonspecieuit het aanmaakwater dat we bewust selecteren ennauwkeurig doseren. Een vrij groot deel van hetwater in beton komt als vocht met het toeslag-materiaal mee. Dit vocht zit voor een deel in de toe-slagkorrel (absorptiewater) en voor een deel om detoeslagkorrel heen (aanhangend of adsorptiewater).Het beheersen van de hoeveelheid water in beton isdaardoor niet eenvoudig. Relatief kleine verschillenin de hoeveelheid water kunnen grote invloed heb-ben op de verwerkingseigenschappen van de beton-specie en de sterkte- en duurzaamheidseigenschap-pen van het verharde beton.Er is dus alle reden om het `watermanagement' inbeton serieus te nemen.Herkomst van aanmaakwaterIn de praktijk wordt aanmaakwater van verschillen-de herkomsten gebruikt. Niet alle water is echtereven betrouwbaar en zonder meer geschikt voorbeton. Daarom is de herkomst van het water bepa-lend voor het keuringsregime.13|20 Betoniek november 20052Herkomst Geschikt Nader onderzoek OpmerkingenDrinkwater Ja NeeTeruggewonnen water uit processen Ja Ja Regelmatige controle op de dichtheidin de betonindustrie van het water is noodzakelijk inverband met het gehalte aan vastebestanddelen.Bron-/grondwater Ja Ja Initieel grondig onderzoek.Periodiek herhalen als daarreden toe is.Oppervlaktewater en Ja Jaindustrieel afvalwaterZeewater en brak water Beperkt Nee Alleen geschikt voor ongewapendbetonHuishoudelijk afvalwater (rioolwater) NeeTabel 1: Indeling van aanmaakwater naar herkomst· kleur en geur· schuimvorming. Dit kan wijzen op aanwezigheidvan oppervlakteactieve stoffen, bijvoorbeeldafkomstig van wasmiddelen· olierestenDe procedure voor deze eerste beoordeling van wateris in het kader uitgewerkt. Indien het water hieraanniet voldoet mag het alleen worden gebruikt, indiende geschiktheid voor gebruik in beton kan wordenaangetoond volgens de in de norm vastgelegdeprocedure.Geschiktheidsonderzoek aan betonHet onderzoek naar de geschiktheid van aanmaak-water voor gebruik in beton omvat een beoordelingvan de invloed van het water op de bindtijd en op desterkteontwikkeling. Het gedrag van betonspeciemet het te onderzoeken water wordt dan vergelekenmet betonspecie, aangemaakt met gedestilleerd ofgedemineraliseerd water.Het tijdstip van begin binding mag niet minderdan 1 uur zijn en ten hoogste 25% afwijken van debindtijd van de referentiebeton. Het tijdstip vaneinde binding mag de 12 uur niet overschrijden eneveneens ten hoogste 25% afwijken van de bindtijdvan de referentiebeton. De gemiddelde druksterktevan het beton met het te onderzoeken water na7 dagen verharden moet tenminste 90% zijn van hetreferentiebeton.Industriewater staat niet in de tabel, maar is welgeschikt als aanmaakwater voor beton. De beoorde-ling op geschiktheid is gelijk aan bron-/grondwater.Zeewater en brak water is zelden geschikt.Het chloride-gehalte is meestal de maatgevende enkritische component. Hierdoor is dit water bijnaaltijd alléén bruikbaar voor ongewapend beton.Huishoudelijk afvalwater (rioolwater) is ongeschikt voorgebruik in beton en mag niet worden toegepast.Samenvattend zien we dat indien we kiezen voor ietsanders als drinkwater er altijd nader onderzoek naarde geschiktheid van dat water nodig is.Beoordelen van de geschiktheid vanaanmaakwaterDe betrouwbaarheid van water als aanmaak watervoor beton is in eerste instantie afhankelijk van deherkomst. Tabel 1 geeft al duidelijk aan welke soor-ten water wel of niet geschikt kunnen zijn. Voor eenaantal soorten water is een naderonderzoek nodigom geschiktheid vast te stellen.Voor het `teruggewonnen water uit processen in debetonindustrie' gelden bij nader onderzoek de eisenin de Annex A van NEN-EN 1008. Hierop gaan weverder in bij het kopje `hergebruik van cementslib-en spoelwater'.De eerste beoordeling van aanmaakwaterBij de eerste visuele beoordeling wordt gekeken naarde volgende aspecten:· zwevende bestanddelen13|20 Betoniek november 2005 3Pomp in oppervlaktewaterWatermonstersOnderzoek naar chemische eigenschappenChloridegehalteAan de chemische eigenschappen van aanmaak-water worden verschillende eisen gesteld.Belangrijk is het chloridegehalte. Chloriden kunnenimmers aanleiding geven tot ernstige corrosie vanhet wapenings-, en of voorspanstaal in beton.Voor voorgespannen beton is het maximale chloride-gehalte in het aanmaakwater 500 mg/l, voor gewa-pend beton 1000 mg/l en voor ongewapend beton4500 mg/l.Aanmaakwater met een chloridegehalte boven dezegrenswaarden mag uitsluitend worden toegepastindien wordt aangetoond dat het totale chloride-gehalte van het beton niet de grenswaarden over-schrijdt voor het betreffende toepassingsgebied.Daarvoor zijn in NEN-EN 206-1 en NEN 8005 eisenopgenomen. Voor beton met voorgerekt staal is het13|20 Betoniek november 20054Het toestel van Vicat voor de bepaling van de beginbindingEisen bij een eerste beoordeling van aanmaakwatervoor betonVerontreiniging EisenOliën en vetten Niet meer dan zichtbare sporenOppervlakteactieve Alle schuim moet binnenstoffen / Wasmiddelen 2 minuten zijn verdwenenKleur De kleur mag maximaal flets geelzijn.Zwevende Maximaal 4 ml sediment. Voorbestanddelen spoelwater geldt deze eis niet:daar dient het gehalte aan vastebestanddelen te worden bepaald.Geur Voor spoelwater: geen geur,anders dan de voor drinkwatertoegestane geur en een lichtereuk van cement en bij gebruikvan hoogovencement een lichtereuk van waterstofsulfide.Voor water van andere bronnen:geen geur, anders dan de voordrinkwater toegestane geur.Geen geur van zwavelstofsulfidena toevoegen van het zoutzuurZuren pH 4Organische De kleur mag, een uur na toe-bestanddelen voegen van de NaOH, maximaallichtbruin zijn.Procedure eerste beoordeling van aanmaak-water: beproevingsmethode.Bij de eerste beoordeling moet een klein (deel-)monstervan het water worden onderzocht op de aanwezigheidvan oliën en vetten, oppervlakteactieve delen, kleur,zwevende bestanddelen, geur en organische bestand-delen.Werkwijze: Breng van een representatief monster vanhet aanmaakwater 80 ml in een 100 ml maatcilinder.Sluit de maatcilinder met een stop en schud hem krachtig.Beoordeel of het monster anders ruikt dan normaal(drink-)water. Beoordeel of er schuimvorming is opge-treden en plaats de cilinder gedurende 30 minuten op eentrillingvrije plaats.Beoordeel na twee minuten of er nog schuim of sporenvan olie of vetten zichtbaar zijn. Beoordeel na 30 minutende kleur van het water en kijk of er vaste stof is bezonken.Meet de pH met indicator papier of een pH-meter.Voeg tenslotte 0,5 ml zoutzuur toe, meng dit door enbeoordeel (middels reuk) de aanwezigheid van water-stofsulfide (rotte eieren-lucht)Breng voor de beoordeling van organische bestanddelen5 ml van het te beoordelen aanmaakwater in een reageer-buisje. Voeg 5 ml 3% NaOH-oplossing toe, schud het geheelen laat het daarna 1 uur staan. Beoordeel dan de kleur.fosfaten, nitraten, lood en/of zink. Middels eenchemische analyse kan het gehalte aan schadelijkebestanddelen worden bepaald. Hierbij moet wordenvoldaan aan de eisen van tabel 2. Er kan ook gekozenworden om middels het geschiktheidsonderzoekaan beton aan te tonen dat er geen invloed is op debinding en de druksterkte.maximaal toelaatbaar chloridegehalte 0,20 % (m/m)t.o.v. de het totaal bindmiddelgehalte en voor betonmet wapening, ingestorte metalen en voorgerektstaal 0,40%(m/m). Voor ongewapend beton ligt degrens op 1,0%(m/m).SulfatenOok aan het toelaatbaar sulfaatgehalte in aanmaak-water zijn eisen gesteld. Dit is belangrijk om het risicovan (inwendige) sulfaataantasting te vermijden.Het sulfaatgehalte, uitgedrukt als SO42-, mag niethoger zijn dan 2000 mg/l.AlkaliënBij toepassing van mogelijk reactief toeslagmateriaalmoet het Na2O-equivalent van het water wordenbepaald. Wanneer het Na2O-equivalent hoger is dan1500 mg/l moet worden aangetoond dat er maat-regelen zijn genomen om schadelijke alkali-silicare-actie te voorkomen. Meer informatie over hetvoorkomen van schadelijke ASR is te vinden in CUR-Aanbeveling 89 en Betoniek 12/19.Overige (schadelijke) bestanddelenIn water kunnen nog andere schadelijke bestand-delen voorkomen. Hierdoor kan bijvoorbeeld debinding en/of de verharding van het beton wordenverstoord. Het gaat hierbij om stoffen als suikers,13|20 Betoniek november 2005 5Chemische analyse beproevingsapparatuurSpoelwater kan in de meeste gevallen prima als aanmaakwater worden gebruiktTabel 2: Maximaal gehalte aan schadelijke bestanddelen inaanmaakwaterElement Maximum gehalte in mg/lSuiker 100Fosfaat (als P2O5) 100Nitraat ( als NO3) 500Lood ( als Pb2+) 100Zink ( als Zn2+) 100Hergebruik van cementslib- en spoelwaterCementslibwater en spoelwater kunnen in de meestegevallen prima als (deel van het) aanmaakwaterworden gebruikt. Dan dient wel aan een aantalvoorwaarden te worden voldaan. Die eisen zijnuitgebreid beschreven in een (normatieve) bijlage(Annex A) van de norm `Aanmaakwater' (NEN-EN1008). Van cementslibwater moet tenminste éénmaalper dag de volumieke massa worden bepaald omvast te stellen hoeveel vaste stof het water bevat.Bij water met een volumieke massa < 1010 kg/m3mag er van worden uitgegaan dat het een te verwaar-lozen hoeveelheid vaste stof bevat. Het slibwaterbevat dan minder dan 20 gram vaste stof per literwater. Voor het gebruik van slib- of spoelwater meteen hogere volumieke massa zijn in de bijlage vande norm een aantal eisen en nuttige aanwijzingenopgenomen. Zo wordt opgemerkt dat indien aanbeton speciale eisen worden gesteld (schoon beton,voorgespannen beton, beton met luchtbelvormer,beton in agressieve milieus enzovoort) rekeningmoet worden gehouden met de mogelijke invloedvan het slibwater. Ook in zelfverdichtend beton kande toepassing van slibwater problemen met debeheersing van de verwerkbaarheid veroorzaken.Met het cementslibwater mag niet meer dan 1%(m/m) vaste stof ten opzichte van de totale hoeveel-heid toeslagmateriaal in het beton worden gedo-seerd. Gemiddeld bevat een m3 beton circa 1800 kgtoeslagmateriaal. Indien de gedoseerde hoeveelheidaanmaakwater bijvoorbeeld 100 l/m3 bedraagt, magdeze dus maximaal circa 18 kg vaste stof bevatten.13|20 Betoniek november 20056Tabel 3: Relatie volumieke massa van het water versusde massa vaste stofUit tabel 3 kan direct de hoeveelheid vaste stof inkilogram per liter worden afgelezen bij een bepaaldevolumieke massa van het cementslibwater.Indien we bijvoorbeeld een volumieke massa van1,12 kg/l vinden voor het slibwater, bevat dit0,229 kg vaste stof per liter. Van dit water zouden wedus maximaal 18/0,229 = 78, 6 liter mogen toevoegenals aanmaakwater. Het eventueel resterende deel vanhet aanmaakwater is dan bijvoorbeeld leidingwater.Waterbehoefte van betonNu we weten aan welke eisen aanmaakwater moetvoldoen en hoe we kunnen omgaan met cementslib-water als aanmaakwater kunnen we gaan `rekenenmet water in beton'.Om te beginnen moeten we weten hoeveel waterwe totaal nodig hebben om met een bepaalde beton-samenstelling de gewenste verwerkbaarheid tebereiken. Die benodigde hoeveelheid water wordtvooral bepaald door de eigenschappen van hettoeslagmateriaal (korrelopbouw en korrelvorm).Verder spelen de cementeigenschappen, de cement-hoeveelheid en eventuele vulstoffen natuurlijk eenrol. De totaal benodigde hoeveelheid water voor eenbepaalde verwerkbaarheid noemen we ook wel dewaterbehoefte van beton.Monster cementslibwaterVolumieke massa Massa vaste stofv/h water (kg/l) (kg/l)1,02 0,0381,03 0,0571,04 0,0761,05 0,0951,06 0,1151,07 0,1341,08 0,1531,09 0,1721,10 0,1911,11 0,2101,12 0,2291,13 0,2481,14 0,2671,15 0,286Die hoeveelheid water is vaak al bekend op basis vanervaringscijfers uit eerdere producties. Als eersteindicatie kan ook tabel 4 met richtwaarden voor dewaterbehoefte worden gebruikt.De ontwerpgebieden in de tabel zijn een alternatiefvoor de in de oude betonvoorschriften gehanteerdegraderingsgebieden (A-B; A-C). Op deze manierkan informatie over de gradering van het toeslag-materiaal toch worden herleid naar de invloed opde waterbehoefte (zie ook figuur 1).De waterbehoefte kan desgewenst met (super)plasti-ficerende hulpstoffen worden verlaagd. Daarvoor iseen scala aan hulpstoffen beschikbaar. Ieder metzijn eigen karakteristieken en toepassingsgebieden.Grootste zeefmaat (mm.) 8 11,2 16 22,4 31,5Ontwerpgebied I I + II I I + II I I + II I I + II I I + IIConsistentieAardvochtig(zetmaat 10 - 40 mm, 170 190 165 185 160 180 155 175 150 170verdichtingsmaat 1,45 - 1,26)Half plastisch 185 205 180 200 175 195 170 190 165 185(zetmaat 50 - 90 mm)Plastich 200 220 195 215 190 210 185 205 180 200Zetmaat 100 - 150 mm)Voor hogere consistenties zijn geen richtwaarden gegeven. Een hogere consistentie wordt doorgaans met behulp vaneen (super-)plastificeerder verkregen, dus niet door meer water toe te voegen.13|20 Betoniek november 2005 7Tabel 4: Richtwaarden voor de effectieve waterbehoefte van betonspecie (l/m3)0204060801000,125 0,5 2 8 31,51 4 160,25zeefmaat in mm88776554421931895603722137426249372819114100806040200zeefdoorvalin%cumulatievezeefrestin%Figuur 1: Ontwerpgebied I en I + IIWe volstaan er hier mee te melden dat de water-behoefte met geschikte hulpstoffen met waardentussen enkele en tientallen liters per kubieke meterbeton kan worden verminderd.Effectief watergehalteIn de tabel voor de waterbehoefte en in de normenvoor beton wordt uitgegaan van het `effectiefwatergehalte'. Het `effectief watergehalte' omvatalle water dat beschikbaar is voor de reactie metcement. Dit is de hoeveelheid water, die in rekeningwordt gebracht bij het berekenen van de water-cement- of waterbindmiddelfactor. Het absorptie-water dat zich in het toeslagmateriaal bevindthoort hier niet bij.Als we kijken naar al het water in beton dan onder-scheiden we:· Aanmaakwater· Water in hulpstof· Adsorptiewater (we noemen dit ook wel"aanhangend water")· Absorptiewater (dit is het water in de korrels)De optelsom van de eerste drie (aanmaakwater,water in hulpstof en aanhangend water) is heteffectief watergehalte. Dit betekent dat als we meteen droogproef het totaal watergehalte van beton-specie bepalen, dit moet worden verminderd methet door het toeslagmateriaal geabsorbeerde waterom te komen tot het `effectief watergehalte.'Methoden voor de bepaling van de wcf/wbfDe methoden voor de bepaling van de wcf / wbf vanbetonspecie zijn vastgelegd in een beproevingsnorm:NEN 5960: 2005. In deze norm zijn vier methodenbeschreven:Methode 1: bepaling van de wcf / wbf uit deregistratie van de afgewogen hoeveelheden.Deze methode is toe te passen indiena) De grondstoffen worden gewogenb) Controle op de weging mogelijk isc) Controle op het watergehalte van alle grondstoffendie water bevatten mogelijk is.d) De waterabsorptie van toeslagmaterialen bekend isMethode 2 Bepaling van de wcf / wbf met dedroogmethode.Hierbij wordt betonspecie in een droogoven, bij eentemperatuur van 400 +_ 20 oC tot constante massagedroogd.Deze methode is toe te passen indiena) De dosering van de grondstoffen bekend isb) Het watergehalte van de gedoseerde grondstoffenniet bekend isc) Binnen 30 minuten na het aanmaken van de beton-specie met de droging kan worden begonnen,d) De waterabsorptie van de toeslagmaterialenbekend isDe norm geeft verder nog een chemisch/fysischemethode (3) en de bepaling van de watercementfactorvolgens de methode Thaulow (methode 4).Deze beide methoden worden in Nederland nauwelijksmeer gebruikt.Bij de keuze van de beproevingsmethode speelt ookde onnauwkeurigheid van de beproeving een rol.Een grotere onnauwkeurigheid zal het afkeurrisicoimmers vergroten. Methode 1, waarbij de wcf/wbf wordberekend uit de registratie van de afgewogen hoeveel-heden wordt meestal als referentie gehanteerd.13|20 Betoniek november 200581. Adsorptie water (Aanhangend water)Telt wel mee voor de bepaling van de wcf/Wbf2. Absorptie water (Water in het toeslagmateriaal)Telt niet mee voor de bepaling van de wcf/Wbf21DroogovenIndien meer dan 3 liter vloeibare hulpstof per m3betonspecie wordt gebruikt dient het watergehaltevan de hulpstof te worden meegeteld bij het vaststel-len van het `effectief watergehalte'.De watercement- en waterbindmiddelfactorMet het `effectief watergehalte' en het bindmiddel-gehalte kunnen we de watercement - of waterbind-middelfactor berekenen. De maximaal toegestanewaarde voor de wcf/wbf volgt in het mengselontwerpuit de eisen voor de sterkte en/of de duurzaamheid.NEN 8005 (tabel E) geeft grenswaarden voor dewcf/wbf, gekoppeld aan de van toepassing zijndemilieuklasse(n).Figuur 2 Adsorptie en Absorptie water in een toeslagkorrelControle van de watercementfactorTijdens het productieproces moet de wcf / wbfworden bepaald om vast te stellen of we voldoen aande gestelde grenswaarden ten aanzien van sterkteen/of duurzaamheid. Die bepaling moet tenminsteéén keer per dag per milieuklasse worden uit-gevoerd. Dat lijkt wellicht niet overdadig veel(al zal de betontechnoloog daar anders over denken!).We moeten ons hierbij realiseren dat, gegeven eenbepaald grondstofpakket met bepaalde eigenschap-pen, de waterbehoefte voor een bepaalde verwerk-baarheid nauwelijks meer zal variëren. Met anderewoorden: door de verwerkbaarheid te beheersenzal het watergehalte en daarmee wcf / wbf van eenbepaalde betonsamenstelling binnen een nauwebandbreedte blijven.Tot slotWater in beton vraagt wel degelijk om een stukje`management'.In de eerste plaats is het zinvol na te denken over dekeuze van het te gebruiken water. Een speciale ensteeds belangrijker rol zien we voor spoelwaterafkomstig uit de recyclinginstallaties die gebruiktworden bij de betonproductie. Ook andere bronnenvoor aanmaakwater winnen aan betekenis. Het islang niet altijd nodig ons schaarse en dure! drink-water te gebruiken. Zelfs de opvang van hemelwaterkan een waardevolle aanvulling leveren. Tenslottevraagt het rekenen met water in relatie tot de inrekening te brengen hoeveelheid `effectief water'onze aandacht. Water in beton, het lijkt het simpel-ste stukje betontechnologie, maar is het absoluutniet!13|20 Betoniek november 2005 9Beste Abonnee van Betoniek,Als trouwe lezer van Betoniek willen wij u de geheelherziene betonpocket 2006 aanbieden.De laatste 2 jaar zijn er, met de komst van de Europesenormen voor betontechnologie, veel wijzigingen opge-treden die in dit handzame boekje zijn samengevat.De nieuwe betonpocket 2006 is dan ook een onmisbaarnaslagwerk die wij u niet willen onthouden. Wij hopendat u hier veel plezier aan zult beleven.De redactie van Betoniek13|20 Betoniek november 200510ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied van debetontechnologie en verschijnt 10 keerper jaar. In de redactie zijn vertegen-woordigd: ENCI, MEBIN, CUR, BAM Civielen de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave: ENCI MediaPostbus 3532,5203 DM 's-HertogenboschRedactie: 073 - 640 12 31E-mail: encimedia@enci.nlWebsite: www.enci.nlAbonnementen/adreswijzigingen:Abonnementen en adreswijzigingenvoor betoniek worden verzorgd door:Betapress Abonnementen ServicesPostbus 97, 5126 ZH Gilzetel: 0161 - 45 95 86fax: 0161 - 45 29 13email: betoniek@Betapress.Audax.nlAbonnementsprijzen 2005:Nederland 1 20,00België 1 21,00Overige landen 1 28,50Aanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op ieder gewenstmoment ingaan en worden automatischvoor een jaar verlengd, tenzij één maandvoor vervaldatum schriftelijk wordt opge-zegd.Overname van artikelen en illustratiesis toegestaan, onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xMilieuklassenWaren we in advertenties van 2de hands auto's al gewend aan veelcryptische afkortingen zoals ABS, ESP of PDC. Met de nieuwe milieu-klassen voor beton, kunnen we er ook wat van. XA3, XD2 of XC1.Welke moeten we nu hebben. Het lijkt een enorme opgave om de juistenieuwe milieuklasse voor alle betonnen bouwdelen te benoemen.Hoe ver bent u? Beheerst u de nieuwe codetaal al? Om u te helpen zijner al een aantal stappenplannen verschenen die u een heel eind op weghelpen. In de volgende uitgave van Betoniek kijken we naar een aantalvoorbeelden van veel voorkomende betonconstructies en beschrijvenwe de van toepassing zijnde milieuklassen.In onze volgende uitgaveFoto pagina 1: De kustlijn van Normandië (foto: Helen Smeeman)13|20 Betoniek november 2005nieuwsNieuwe normen voorstaalvezelbetonIn het nieuws van Betoniek 13/19hebben we al het verschijnen vanNEN-EN 14721 gesignaleerd.Naast deze norm voor het be-proeven van staalvezelbeton zijner twee andere normen voorbeton met staalvezels verschenen.NEN-EN 14650 beschrijft de alge-mene regels voor de productie-controle in de fabriek. NEN-EN14651 omschrijft de manier waar-op de buig-treksterkte van staal-vezelbeton moet worden beproeft.De drie normen zijn van belangvoor de fabrikanten van produc-ten uit staalvezelbeton, vooropdrachtgevers, aannemers enandere gebruikers en verwerkersvan deze producten, maar zekerook voor keurings- en certificatie-instellingen op dit gebied.NEN-EN 14650 'Vooraf vervaardig-de betonproducten - Algemeneregels voor de productiecontrolein de fabriek van staalvezelbeton'kost 26,00 en NEN-EN 14651'Beproevingsmethode voor staal-vezelbeton - Meten van de buig-treksterkte (proportionaliteits-grens (LOP), reststerkte)' kost39,00.Beide normen zijn te bestellen bijNEN, www.nen.nl.Herziene beoordelingsrichtlijncement en metselcement terkritiekBRL 2601 is herzien als gevolg vande introductie van een aantalnieuwe cementnormen zoalsNEN-EN 197-4, NEN-EN 14216 enNEN-EN 413-1. Door het beschik-baar komen van een norm voormetselcement waarvan de confor-miteitsbeoordeling overeenstemtmet die voor normaal cement,kon ook metselcement in de her-ziene versie van BRL 2601 wordenopgenomen. BRL 2603 zal daarommet het van kracht worden van deherziene BRL cement en metsel-cement worden ingetrokken.U kunt de kritiekversie van de BRLgratis downloaden van de websitevan BMC, www.bmc-cert.nl.(Let op: de herziene versie staatonderaan de pagina `Downloads')agenda7 december 2005Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl8 december 2005CIM-symposium `Immobilisatiebrengt de bouw in beweging',EdeMeer informatie:www.immobilisatie.nl13-15 december 2005Beton Vakdagen, GorinchemMeer informatie:Evenementenhal Hardenberg,tel. 0523-28989815 december 2005De constructeur en Europeseregelgeving, UtrechtMeer informatie:www.betonvereniging.nl25-27 januari 2006GevelTOTAAL 2006, RotterdamMeer informatie:www.geveltotaal2006.nl14-16 februari 200650. Betontage `Concretesolutions', Neu-UlmMeer informatie:www.betontage.de15 februari 2006Ledenvergadering Stutech,Den BoschOnderwerpen o.a. interactiehulpstoffen en cement enchromaatreductie van cementMeer informatie: www.stutech.nl13-14 maart 20066th European CementConference and Exhibition,LondenMeer informatie:www.propubs.com/ec200614-19 mei 2006Cursus betonmicroscopie, DelftMeer informatie:www.citg.tudelft.nl(zoek naar `microlab')13 20B A N D U I T G AV Enovember 2 0 0 5RegelgevingEerste brug met textielwapening in DuitslandIn de betonfabriek Oschatz is een wereldprimeurgemaakt: een brug van beton met wapening vantextiel. De brug, die 9 meter lang is en 3 meterbreed, is ontwikkeld en ontworpen door de techni-sche universiteit van Dresden.Textiel als alternatieve wapening voor beton wordtal langer binnen het "Sonderforschungsbereich 528"van de TU Dresden onderzocht. Prof. Curbach: `Wezijn op zoek gegaan naar een alternatief voor staalen hebben die gevonden in de open strukturen vantextiel'. Daarbij is gebleken dat bij beton met textiel-wapening een veel kleinere dekking al voldoende is.Daardoor wordt het mogelijk om slanker te constru-eren en daarmee aanzienlijk aan gewicht te be-sparen. Curbach: `Terwijl de met staal gewapendeversie van deze brug zo'n 25 ton zou wegen, heeft demet textiel gewapende brug slechts een vlieggewicht5 ton'.De elementen van de voetgangersbrug zijn in defabriek in Oschatz gemaakt. Daarna is de brugvoorgespannen. Vervolgens is de hele constructienaar het Otto Mohr Laboratorium getransporteerdwaar de constructie op allerlei aspecten is onder-zocht. De resultaten van die onderzoeken warenbevredigend.Er wordt nu hard gewerkt aan een brug die volgendezomer dienst zal doen als voetgangersbrug over derivier Döllnitz tijdens de tuinenshow in Oschatz.Meer informatie over deze brug is te vinden opwww.tu-dresden.de/biwitb/mbau13|20 Betoniek november 2005BrochureCement en het chroom (VI) gehalteIn Betoniek 13/16 `Gereduceerd cement!' is volop aan-dacht besteed aan de achtergronden van wateroplos-baar chroom en de effecten die het reductiemiddelijzersulfaat heeft op de eigenschappen van versespecie en verhard beton.De afdeling Technische Voorlichting van ENCI heeftonlangs een apart informatieblad uitgegevenwaarin een en ander wordt uitgelegd over cementen chroom (VI): waarom wordt er eigenlijk eenkleine hoeveelheid reductiemiddel aan het cementtoegevoegd, hoe zit het met het op voorraad houdenvan cement, wat betekent het voor verpakt cementen voor de bulkcementen?Alhoewel het informatieblad primair is opgesteldvoor de klanten van ENCI, kan het voor cement- enbetonverwerkers in het algemeen zinvolle en nuttigeinformatie bevatten.U kunt het informatieblad gratis downloaden van dewebsite van ENCI, www.enci.nl.
Reacties