Over scheuren in beton door een tekort aan water Vaak denken we dat water overvloedig aanwezig is in beton. Sterker nog, vanuit sterkte en duurzaamheidsoogpunt zijn we bang voor een beetje water meer; een beetje minder is vast niet erg. Maar is dat ook zo? In deze Betoniek kijken we naar de volumieke gevolgen van ons watermanagement met als uiterste consequentie de kans op scheurvorming.
BandUitgavev a k b l a d o v e r t e c h n o l o g i e e n u i t v o e r i n g v a n b e t o nWaternood Over scheuren inbeton door eentekort aan watermei201114152 mei 2011 15 I 14WaternoodVaak denken we dat water overvloedig aanwe-zig is in beton. Sterker nog, vanuit sterkte enduurzaamheidsoogpunt zijn we bang voor eenbeetje water meer; een beetje minder is vast nieterg. Maar is dat ook zo? In deze Betoniek kijkenwe naar de volumieke gevolgen van ons water-management met als uiterste consequentie dekans op scheurvorming.Wanneer water in beton verdwijnt en betonuitdroogt, komen we op het terrein van plas-tische scheuren, uitdrogingsscheuren, chemi-sche krimp en autogene krimp. Dit zijn geennieuwe onderwerpen. Ze zijn in Betoniek aleerder aangesneden ([1], [2] en [3]). De afge-lopen 15 jaar is er weer veel bijgeleerd. Indeze Betoniek proberen we via een mantraeen kennisbasis te schetsen waaruit blijkt datsteeds dezelfde stappen worden doorlopen.Deze mantra luidt: Verdwijnt er water? Leidtdit tot krimp? Is de krimp verhinderd? Leidtdit tot scheurvorming?Weinig mensen zullen zich hebben gerealiseerddat deze mantra begint met de vaststelling ofer water verdwijnt. Dat raakt rechtstreeks aanhet watermanagement in beton. En manage-ment geeft aan dat we kunnen sturen. In devolgende stappen worden telkens extra aanvul-lende voorwaarden gesteld, waarbij de uitersteconsequentie kan zijn dat beton scheurt. Indeze Betoniek zullen we de verschillende stap-pen uit de mantra stuk voor stuk behandelen.Verdwijnt er water uit beton?Water als volumecomponent in betonBeton in zijn basissamenstelling bestaat uitgrind, zand, cement en water. Vanuit onzedagelijkse werkpraktijk hebben we een goedreferentiekader voor de gewichtsverhoudingenvan deze componenten. Die getallen komenwe immers voortdurend tegen op afweegsta-ten. Maar een goed referentiekader voor devolumeverhoudingen blijken we vaak niet tehebben.1Met een goedwatermanagment inbeton kun je de kans opscheurvormingminimaliseren(foto: MAXXI in Rome)3mei 2011 15 I 14Toch is het niet zo moeilijk. We beginnen metvast te stellen dat we in onze uitleveringsbe-rekening rekenen naar 1 m3 betonspecie,ofwel 1000 l. Daarnaast weten we dat watereen dichtheid heeft van 1 kg/l. Dus het aan-wezige gewicht aan water in het beton (inclu-sief het vochtgehalte van het toeslagmateri-aal) kunnen we rechtstreeks naar litersomzetten. Om aan het volumepercentagewater in 1 m3 betonspecie te komen, delenwe het aanwezige water (in kg) door 1000 len vermenigvuldigen we dat met 100%.Een voorbeeld. Stel we moeten een betonspe-cie maken met 330 kg cement, 165 kg water,740 kg zand en 1170 kg grind. Het volume-aandeel water in dit mengsel is dan(165/1000) x 100% = 16,5%. De rest is dusvaste stof (met uitzondering van de ca. 1%lucht). Het totale plaatje van de volumever-houdingen in dit voorbeeld is gegeven in fi-guur 2.100%80%60%40%20%0%grindzandluchtcementwater2Voorbeeldvan volume-verhoudingenin beton4 mei 2011 15 I 14Wat als er water verdwijnt?Nu we een beetje gevoel hebben voor dehoeveelheid water in volumeverhoudingen inbeton, kunnen we de vraag stellen of eenbeetje meer of minder water uitmaakt voorhet totaal volume. Om dit uit te leggenmaken we gebruik van een modelsysteem:een glas water met kiezelsteentjes.Van dit glas met kiezelsteentjes zijn drie situa-ties weergegeven in figuur 3. In het eerste glas(fig. 3a) ligt het waterniveau ongeveer op het-zelfde niveau als de kiezels. Voegen we nuwater toe, dan stijgt het totaal volume in hetglas (fig. 3b). We kunnen ook de andere kantop: als we vanaf figuur 3a water weghalengebeurt er iets vreemds. De hoeveelheid waterin het glas neemt wel af, maar het niveau vanhet totaal volume daalt niet (fig. 3c). We intro-duceren echter wel meer open pori?n in hetsysteem.Met deze eenvoudige voorbeelden hebbenwe laten zien dat veranderingen van de hoe-veelheid water wel invloed op het totaal vo-lume kan hebben, maar dat dat niet altijd zohoeft te zijn.Fysieke volumeveranderingen incementpastaVerplaatsen we het modelsysteem van hetwater en de kiezels nu naar cementpasta(water en cement), dan wordt het verhaal ietsanders. Dezelfde principes gaan nog steeds op,maar de verhoudingen zijn anders. In betonnemen zand en grind samen rond de 70% vanhet volume in. Het volumeaandeel cementschommelt normaal zo tussen de 10 en 15%.Het restant (vrijwel altijd minder dan 20 vo-lume%) is water. Dat betekent dat bij een ver-gelijking van water met zand en grind, hetwater ver in de minderheid is. Echter, kijken wenaar de verhouding tussen water en cement,dan blijkt water qua volume veel groter te zijndan het volume van de hoeveelheid cement.Omdat cementdeeltjes te klein zijn om via eeneenvoudig experiment het effect van waterver-andering te laten zien, nemen we voor de uit-leg onze toevlucht tot een modelberekening.In figuur 4 is een glas a getoond met 100 gramcement en 60 gram water, ofwel een water-cementfactor van 0,60. In glas b is hetzelfdecement getoond, maar nu slechts met 30gram water, ofwel een water-cementfactor van0,30. Door het kleinere aandeel water is hetvolume van de cementpasta in glas b duidelijkkleiner. Zouden we in de cementpasta kunnenkijken, dan zouden we de verdeling zien zoalsbij de inzet van beide glazen is getekend. Watuit beide plaatjes duidelijk naar voren komt, ishet verschil in afstand tussen de (vaste) ce-mentdeeltjes: bij een water-cementfactor van0,60 is de gemiddelde afstand tussen de ce-mentdeeltjes veel groter. Met andere woor-a b c3Veranderingen vande hoeveelheid waterkan invloed hebbenop het totaal volumemaar dat hoeft nietaltijd zo te zijn5mei 2011 15 I 14den: als er water uit de cementpasta verdwijnt,bijvoorbeeld door verdampen, dan komen dedeeltjes dichter op elkaar te zitten. Het fysiekegevolg is dat het volume van de cementpastaafneemt. De pasta krimpt.Chemische volumeverandering incementpastaEr is nog een fenomeen dat moet wordengenoemd bij de volumeveranderingen vanwater, namelijk in combinatie met chemischereacties. In onze beschrijving van water metkiezels zijn we uitgegaan van vaste volumesvan het water en de kiezels. Deze volumesveranderen niet als we de twee componentenbij elkaar gooien. Wanneer we water en ce-ment bij elkaar gooien verandert er wel iets.Water en cement reageren met elkaar. Ditbetekent dat we voor en na de reactie nietmeer dezelfde elementen hebben. Het gere-ageerde water en cement veranderen in hy-dratatieproducten zoals ettringiet, portlandieten C-S-H, waarvoor we de verzamelnaamcementsteen gebruiken. Tellen we nu hetvolume van de delen voor de reactie bij elkaarop en vergelijken we dat met het totale vo-lume na de reactie, dan blijkt het volume nade reactie kleiner te zijn geworden (fig. 5).Hoeveel het volume kleiner is gewordenhangt enerzijds af van de hydratatiegraad(hoeveel heeft er gereageerd) en anderzijdsvan de water-cementfactor. Als ruwe indicatiewordt wel aangehouden dat het volume on-geveer 7% krimpt bij volledige hydratatie.Voor meer informatie over deze processenwordt verwezen naar Betoniek 14/21-22`Kopje onder' [4].Als we nog een keer goed naar figuur 5 kijken,dan valt wel op dat het water na de reactieverdwenen is. Het is opgegaan in de hydrata-tieproducten. Om ons watervolumeverhaalconsistent te houden zouden we dus opnieuwkunnen zeggen dat de cementsteen ten op-zichte van de cementpasta is gekrompen is,doordat er water is verdwenen.Verdwijnen van water uit betonIn de bespreking tot nu toe hebben we geziendat water eigenlijk op twee manieren uitbeton kan verdwijnen. Als eerste hebben wegezien dat water fysiek kan verdwijnen, bij-voorbeeld door verdamping. Als tweede me-w/c = 0,60a bw/c = 0,304Bij een groterewater-cementfactoris de gemiddeldeafstand tussen decementdeeltjesgrotercementpastav??r reactiekrimpwatercementhydratatie-productencementsteenna reactie5Volume van dehydratatieproductenis kleiner dan datvan water encement samen6 mei 2011 15 I 14chanisme hebben we gezien dat water ook viachemische weg kan `verdwijnen'. We zien hetniet meer als vrij water terug en het volume isook nog veranderd. Daarmee hebben we desleutels tot de beantwoording van de eerstestap van de mantra gegeven: Verdwijnt erwater?Leidt dit tot krimp van beton?In het begin van deze Betoniek hebben we demantra ge?ntroduceerd: Verdwijnt er water?Leidt dit tot krimp? Is de krimp verhinderd?Leidt dit tot scheurvorming? We zijn nu bij detweede stap in de mantra aangekomen: Leidtverdwijnen van water tot krimp?Zoals we uit het modelsysteem met het wa-terglas en de kiezelstenen hebben gezien,hoeft dat niet altijd. Er kan door het verdwij-nen van water ook porositeit ontstaan, waar-bij het totale volume niet afneemt. In veelgevallen zal bij beton in de jonge fase water-vermindering wel degelijk leiden tot een nei-ging tot krimp. Of dit uiteindelijk ook zicht-baar is, hangt af van de beantwoording vande derde stap in de mantra: Is de krimp ver-hinderd? Hier gaan we in het volgende deelvan deze Betoniek op in.Is de krimp verhinderd?Zoals we net gezien hebben, zijn er situatieswaarin het beton wil krimpen door afnamevan de hoeveelheid water. Als we in dergelijkesituaties een vrij opgelegde balk van betonhebben, dan zullen we zien dat de balk inzo'n geval echt kleiner wordt (fig. 6: vrijekrimp). Het krimpen van de balk is in dit gevalgeen probleem. De balk scheurt niet.Uitwendige verhinderingDit wordt anders als we de balk uitwendigvasthouden. Een balk die dan wil krimpen,kan dat ineens niet meer, omdat hij uitwen-dig wordt vastgehouden. Dit zou bijvoor-beeld kunnen gebeuren als we een balkvaststorten aan reeds eerder gestort beton.Er ontstaan op dat moment trekspanningenin het beton. Wanneer de trekspanningengroter worden dan de trekkracht van hetbeton, zal het beton gaan scheuren. In fi-guur 6 zijn deze aspecten nog eens visueelweergegeven.Inwendige verhinderingDe verhindering van de volumebeweging kanook een interne oorzaak hebben. Om dat uitte leggen moeten we iets nauwkeuriger kijkennaar de microstructuur van beton zoals ge-schetst in figuur 8a. Vergelijken we deze mi-crostructuur in de betonspecie met het mo-delsysteem uit figuur 3, dan is het verschil, datde kiezels in de betonspecie feitelijk `drijven'.Daarmee lijkt de situatie van betonspecie dusmeer op het verhaal zoals geschetst in figuur4. Halen we in deze situatie wat water weg uitde betonspecie, dan vermindert het volumeen komen de kiezels wat dichter bij elkaar tezitten (fig. 8b). Dit principe gaat goed totdatoorspronkelijkvolumevrije krimpuitwendigverhinderde krimpmogelijkscheurvorming6Als krimp is verhinderd kunnen er scheuren ontstaan7mei 2011 15 I 14we zoveel water hebben weggehaald dat dekiezels op elkaar steunen. Krimpt de cement-pasta of cementsteen (afhankelijk van hettijdstip in het hydratatieproces) vervolgensnog verder, dan zit er niets anders op, dan datde cementpasta of cementsteen loslaat vande kiezels, of opensplijt en juist aan de kiezelsblijft hangen (fig. 8c). Met andere woorden:het korrelskelet van het toeslagmateriaal be-gint op een gegeven moment zelf voor deinterne verhindering tegen de totale vervor-ming te zorgen.Nu is het aardige dat ditzelfde proces zichook voordoet op kleinere lengteschalen. Kij-ken we op het niveau van de cementkorrels,dan kunnen we de ongehydrateerde ce-mentkernen ook als toeslagkorrels beschou-wen. Ook deze kunnen op een gegeven mo-ment elkaar zo dicht zijn genaderd, datverdere verplaatsing fysiek gewoonweg nietmogelijk is. Opnieuw zal de cementpasta ofhet cementsteen gaan scheuren.We hebben nu gezien dat krimp geen pro-bleem is, totdat we de krimp gaan verhinde-ren. In dat geval kan het beton gaan scheu-ren. Maar scheurt het dan ook echt?oorspronkelijkvolumeabcvrije krimpinternverhinderde krimpscheuren8Het korrelskelet van het toeslagmateriaal kan ookvoor de interne verhindering tegen de totalevervorming zorgen7Detail van scheurenin een betonnenvloer8 mei 2011 15 I 14Leidt verhinderde vervorming totscheurvorming?We komen aan het vierde deel van onze man-tra: Leidt verhinderde vervorming ook totscheurvorming?Treksterkte en trekspanningEen materiaal scheurt daar waar een trek-kracht een zodanige trekspanning veroor-zaakt in het materiaal, dat deze groter is dande treksterkte van het materiaal. In een hete-rogeen materiaal als beton is die treksterkteniet overal hetzelfde. Bij een normaal betonkunnen we bijvoorbeeld onderscheid makentussen de treksterkte van het toeslagmateri-aal, de cementsteen en de overgangsgren-slaag tussen deze twee. De overgangsgren-slaag is daarbij vaak het zwakste onderdeel;het heeft de laagste treksterkte. Als we hetmateriaal nabootsen in een model, waarbijwe de verschillende onderdelen verschillendetreksterktes geven, kunnen we uitrekenenhoe een scheur door het materiaal zou lopen(fig. 9).Veranderende treksterkte van betonBij jong beton dat aan het verharden is, wordthet iets ingewikkelder. In die situatie veran-dert de treksterkte namelijk als functie van(vooral) de hydratatiegraad: hoe meercement heeft gereageerd, hoe sterker de ce-mentsteen wordt en hoe grotere trekspan-ning het kan weerstaan. Tegelijkertijd, doorhet ontwikkelen van de sterkte, verandert deeenvoudig te vervormen betonspecie in eenveel minder te vervormen verhard beton. Enminder vervormbaar betekent meer interneverhindering. Er is tijdens de verharding duseen competitie aan de gang tussen een afne-mende vervormbaarheid en een opbouwendetreksterkte. Of een materiaal daadwerkelijkscheurt heeft alles te maken met hoe groot deoplopende trekspanning is als gevolg vanverhinderde krimp versus de treksterkte diehet beton op dat moment al heeft.Krimpsoorten in de praktijkWe hebben onze krimpmantra nu bijna hele-maal afgewerkt. We weten dat watervermin-9Model van het materiaal beton, waarmee we kunnen uitrekenen hoe eenscheur door het beton looptF Fcementsteentoeslagmateriaalovergangsgrenslaag9mei 2011 15 I 14dering kan leiden tot krimp. We weten datkrimp kan leiden tot scheurvorming als dekrimp verhinderd is. In dit laatste deel vandeze Betoniek kijken we aan de hand van eenpaar bekende praktijkvoorbeelden naar ver-schillende krimpsoorten in de praktijk. Wezullen zien dat we op basis van gewoontes uithet verleden veel scheuren in categorie?nhebben proberen in te delen, terwijl dezecategorie?n in werkelijkheid gewoon doorelkaar heen lopen. We maken bij de bespre-king gebruik van het overzicht dat gegeven isin figuur 11, een deel van een expeditiehalwaar wat mis lijkt te zijn gegaan.Plastische krimp (P)Het eerste deel van onze krimpmantra is: Ver-dwijnt er water? Bij plastische krimp verdwijnthet water met grote snelheid door verdam-ping. Via de buitentemperatuur, relatieveluchtvochtigheid, betontemperatuur en wind-snelheid kunnen we een redelijke afschattingmaken hoeveel water we per uur per m2 kwijt-raken door verdamping. Doordat het watermet grote snelheid verdwijnt, hebben we ookeen snelle opbouw van krimp. Zou dit allemaalgebeuren als we nog over betonspecie praten,dan is er nog niets aan de hand. In die toestandis het beton nog zo vervormbaar dat er geen10Scheuren in vloerPUU11Voorbeelden van scheurvormingPUU10 mei 2011 15 I 14verhindering van krimp mogelijk is. In de jong-betonfase begint het beton op te stijven en dusweerstand te geven tegen de krimp. Daarmeekunnen er trekspanningen door krimp wordenopgebouwd. Echter, omdat het nog beton nogaan het begin van z'n sterkteopbouw staat, iser niet zo heel veel trekspanning nodig omboven de treksterkte van het beton van datmoment uit te komen. Dit betekent dat decondities geschapen zijn om de scheuren er alshet ware voor je ogen in te zien vliegen. In depraktijk worden deze scheuren wel plastischekrimpscheuren genoemd, omdat ze ontstaantijdens de plastische jonge fase van het beton.Vaak hebben plastische krimpscheuren eenwillekeurig scheurenpatroon (fig. 11, punt P).Soms worden de plastische krimpscheuren ookin een parallel patroon aangetroffen. We kun-nen de waterafvoer door verdamping afrem-men door een juiste nabehandeling.Uitdrogingskrimp (U)Hebben we het watermanagement zodaniguitgevoerd, dat er geen plastische krimpscheu-ren zijn ontstaan, dan kan er nog steeds weleen deel van het water verdampt zijn. Het isalleen niet genoeg geweest om aan de volle-dige krimpmantra te hebben voldaan. Datbetekent echter niet dat er totaal geen krimpis opgetreden. De krimp is alleen niet genoeggeweest om voldoende trekspanning op tebouwen om de treksterkte van beton te over-winnen.De wedstrijd is daarmee nog niet afgelopen.Dit betekent enerzijds dat met doorgaandehydratatie het beton steeds sterker wordt.Anderzijds ook dat bij het blijven verdwijnenvan water de krimp gewoon doorgaat en detrekspanning door verhinderde vervormingblijft oplopen. Zeker in wedstrijden waarin hetverschil tussen treksterkte en opgebouwdespanning niet zo groot is, kan de krimp ook inzeer late fasen van de wedstrijd nog scoren enscheurvorming veroorzaken. De verdwijningvan het water wordt op dergelijke late mo-menten vaak toegeschreven aan de uitdroging(verdamping) van beton. Maar als water medeverdwijnt door chemische processen dan helptdat zeker mee. Aan de macroscopisch ge-vormde scheuren kunnen we niet meer zienwelke van de onderliggende processen waarwater bij verdwijnt de doorslag heeft gegeven.In de praktijk zien we dergelijke scheuren nogwel eens net naast een niet voldoende diepingezaagde voeg (fig.11, punt U) of vanuiteen hoek van een uitsparing in de vloer.Chemische krimpWater verdwijnt ook omdat het meedoet aaneen chemische reactie. De scheuren die hier-door kunnen worden veroorzaakt, kunnen wenormaal gesproken niet meer met het bloteoog zien. We moeten hiervoor echt met mi-croscopische technieken de microstructuur in.Als we dat dan doen, zoals in figuur 12, kun-nen we wel goed het effect van interne ver-hindering tegen krimp zien. De scheurenlopen op eenzelfde manier langs de fijne deel-tjes in de cementsteenstructuur, zoals we ookkennen van macroscheuren die langs grovetoeslagmateriaal lopen. De scheuren zijn zoklein dat er ook wel gesproken wordt vanmicroscheurvorming.0 0,5 1mm12Met microscopische technieken kan in demicrostructuur het effect van interne verhinderingtegen krimp worden bestudeerd11mei 2011 15 I 14Autogene krimpEen bijzondere variant van chemische krimpis autogene krimp. Deze krimp treedt alleenop bij betonspecie met een zeer lage water-cementfactor. Om een idee te geven: bij eenwater-cementfactor van 0,32 is er qua volumenet zoveel water aanwezig als (portland)ce-ment. Bij lagere water-cementfactoren is hetcement in de meerderheid. We zitten dan ei-genlijk meteen al in een situatie van interneverhinderde vervorming. De hoeveelheidwater is hier vanaf de start al te weinig en zoudus op rantsoen moeten zijn. Echter, als dechemische hydratatieprocessen beginnen,dan is het net de Bijenkorf aan het begin vande Drie Dolle Dwaze Dagen: de chemischereacties grijpen elk watermolecuul dat ze tepakken kunnen krijgen. En met elk watermo-lecuul dat verdwijnt, probeert het volume vande cementpasta verder te krimpen. Net als bijde uitverkoop levert dit heftige gevechten op,waarbij de sterke chemische krimp het wintvan de opgebouwde treksterkte van het ma-teriaal. De scheurvorming is vaak groter danbij chemische krimpreacties bij een normalewater-cementfactor. Waar chemische krimp-scheuren nauwelijks met het blote oog te zienzijn, kunnen de autogene krimpscheuren welhet duidelijk zichtbare gebied bereiken. Daar-mee vormen autogene krimpscheuren eengroter probleem dan de normale microscheu-ren van de verhardingskrimp.Net zoals bij uitdrogingskrimp of plastischekrimp, kunnen de krimpprocessen van auto-gene krimp nog worden versterkt, als hetweinige water aan de oppervlakte van hetbeton ook nog verdampt. Het zijn dan demensen die blijven proberen om de scheurenin vakjes te stoppen. De onderliggende pro-cessen trekken zich daar niets van aan.13Scheuren in eenwand12 mei 2011 15 I 1415/15 - Prefab in XL-formaatEen bekende methodiek om bruggen te bouwen is het toepassen van prefab betonnen voorge-spannen brugliggers. In de volgende Betoniek-aflevering zoomen we in op een aantal interessanteaspecten van de productie van deze vaak grote en zware elementen: maltechniek, voorspanning,betontechnologie, productielogistiek, opbuigingsgedrag, tranport en montage. Dit doen we aande hand van een aansprekend actueel project: kunstwerk 520 van het project Westrandweg.Tot slotIn deze Betoniek zijn we dieper ingegaan opde volumeveranderingen in beton onder in-vloed van water. Daarbij hebben we een man-tra van noodzakelijke stappen ge?ntrodu-ceerd. Pas als alle stappen doorlopen zijn kanscheurvorming plaatsvinden. We hebben ge-zien dat het verdwijnen van water kan leidentot krimp. Als deze krimp wordt verhinderddoor uitwendige of inwendige oorzaken, danbestaat de kans op scheurvorming. De tegen-speler in dit proces is de trekspanning die hetverhardende beton kan opvangen. We heb-ben daarmee het watermanagement in betonin een groter perspectief geplaatst en we heb-ben laten zien wat de gevolgen kunnen zijnin de praktijk als we ons watermanagementniet goed in de hand hebben. Een Deltaplanis hierbij niet nodig, maar wat meer aandachtvoor het water kan geen kwaad.Referenties1 Betoniek 4/13 ? Scheuren in jong beton2 Betoniek 7/8 ? Krimpen en zwellen3 Betoniek 10/22 ? Krimp4 Betoniek 14/21-22 ? `Kopje onder'De genoemde afleveringen van Betoniek zijnbeschikbaar op www.betoniek.nl.Betoniek is h?t vakblad over technologie enuitvoering van beton en verschijnt 10 keerper jaar. Betoniek wordt uitgegeven door?neas, uitgeverij van vakinformatie bv, inopdracht van het Cement&BetonCentrum.In de redactie zijn vertegenwoordigd:BAM Infra, BAS Research & Technology,BMC Certificatie, BTE Nederland, ENCI,Mebin en TNO. Voor de jaarlijkse afleveringover het Examen Betontechnoloog BV wordtsamengewerkt met de Betonvereniging.Uitgave ?neas, uitgeverij vanvakinformatie bvPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 - 65 00 85E: info@aeneas.nlWebsite www.betoniek.nlRedactie T: 0411 65 35 84E: betoniek@aeneas.nlVormgeving Inpladi bv, CuijkAbonnementen/adreswijzigingenUitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 65 00 85E: info@aeneas.nlAbonnementen 2011Jaarabonnement, inclusief toegang onlinearchief: 76 (excl. 6% btw)Buiten Nederland geldt een toeslag voorextra porto. Abonnementen lopen per jaaren kunnen elk gewenst moment ingaan.Opzeggen moet altijd schriftelijk gebeu-ren, uiterlijk twee maanden voor vervalda-tum. Kijk voor de mogelijkheden van mee-leesabonnementen op www.betoniek.nl.? ?neas, uitgeverij van vakinformatie2011.Niets uit deze uitgave mag worden over-genomen zonder toestemming van de uit-gever. De algemene publicatievoorwaar-den van de uitgever worden verondersteldbekend te zijn en zijn op aanvraag beschik-baar. Hoewel de grootst mogelijke zorgwordt besteed aan de inhoud van het blad,zijn redactie en uitgever van Betoniek nietaansprakelijk voor de gevolgen, van welkeaard ook, van handelingen en/of beslissin-gen gebaseerd op de informatie in dezeuitgave.Niet altijd kunnen rechthebbenden van ge-bruikt beeldmateriaal worden achterhaald.Belanghebbenden kunnen contact opne-men met de uitgever.Betoniek onlineDeze Betoniek en alle413 vorige edities zijnonline te raadplegen opwww.betoniek.nl.Voor leden van Betoniek is dit archiefgratis toegankelijk. Nog geen lid? Kijk opwww.betoniek.nl voor een interessantaanbod.In onzevolgendeuitgave
Reacties