Specificeren en beoordelen van schoon beton volgens CUR-Aanbeveling 100, Schoon beton.
BandUitgavev a k b l a d o v e r t e c h n o l o g i e e n u i t v o e r i n g v a n b e t o nSchoonbeschrevenSpecificeren enbeoordelen vanschoon beton volgensCUR-Aanbeveling100, Schoon betonjuli20100515Ofoto voorpagina:De Vier Werelden,Spijkenisse(foto: Jeroen Musch)2 juli 2010 15 I 05SchoonbeschrevenAls aan het uiterlijk van beton esthetische eisenworden gesteld is er sprake van `schoon beton'. Hoeduidelijker de opdrachtgever aangeeft wat hij wil,des te kleiner is de kans op misverstanden en moge-lijk teleurstelling achteraf. Dat betekent dat dewensen duidelijk beschreven moeten worden. CUR-Aanbeveling 100 `Schoon beton' geeft daarvoorduidelijke aanwijzingen. We hebben nu zo'n zesjaar ervaring kunnen opdoen met deze Aanbeve-ling. In deze aflevering van Betoniek aandacht voordeze Aanbeveling met een toelichting op de velewaardevolle aanwijzingen die daarin zijn te vinden.Schoon beton vinden we in heel uiteenlo-pende verschijningsvormen en toepassingen.Opvallend zijn de betonnen geluidwerendewallen die de laatste jaren steeds vaker en insteeds fraaier uitvoeringen langs onze snelwe-gen worden geplaatst (foto 1). Andere in hetoog springende toepassingen zien we in ge-velelementen met zeer uiteenlopende vormenen kleuren. Glad grijs, gekleurd, met struc-tuur,..., (bijna) alles kan. Er zijn ook minderopvallende toepassingen van schoon beton,bijvoorbeeld de betonnen kolommen en bal-ken met een constructieve functie die we inveel verschillende bouwwerken tegenkomen.Kijk maar eens rond in menig parkeergaragewaar dat fraaie vlakke en grijze beton bijnaonopvallend zijn werk doet. Ook in groteconstructies, zoals bruggen en viaducten,wordt veel schoon beton toegepast (foto 2).Schoon beton zien we bij zowel in het werkgestorte als geprefabriceerde constructies.In al deze toepassingen moeten de wensen eneisen van de opdrachtgever voor alle bij hetbouwproces betrokken partijen duidelijk zijn.Immers, het maken van schoon beton is nooit`standaard' en als het fout gaat blijkt miscom-municatie in veel gevallen een belangrijkeoorzaak.2In bruggen en viaducten wordt ook veel schoon betontoegepast, zoals bij een tramviaduct in Rijswijk(foto: Marcel van Kerckhoven)3juli 2010 15 I 05Schoon beton in de voorschriftenNEN 6722 `Voorschriften Beton; Uitvoering`bevat een paragraaf over de `Toleranties voorbetonoppervlakken'. Deze paragraaf opentmet de opmerking dat indien eisen met be-trekking tot het uiterlijk, zoals structuur vanhet oppervlak, kleur en oneffenheden aan hetoppervlak, worden gesteld, deze vooraf moe-ten zijn gespecificeerd. Om de toleranties tebeschrijven zijn in de norm drie klassen uitge-werkt: klasse A, B en C.? KlasseAomvatdestandaardeisen,waarbijdoorgaans gewone esthetische eisen gel-den.? KlasseBiszoalshetvoorschriftzegt`eenklasse met bijzondere esthetische eisen aanhet betonoppervlak, die in de projectspeci-ficatie zijn aangegeven'. In het voorschriftworden deze eisen niet nader uitgewerkt.? KlasseCiseenklassezonderesthetischeeisen.In deze norm zijn alleen de standaardeisenvoor klasse A uitgewerkt. Tenzij in de project-specificatie andere eisen zijn vastgelegd, zijndeze van toepassing. Voor de meeste toepas-singen van schoon beton zijn deze eisen vanklasse A echter niet voldoende. Dit betekentdat de gewenste esthetische eisen moetenworden beschreven, zoals bedoeld bij klasseB. Dat blijkt in de praktijk niet eenvoudig.CUR-Aanbeveling 100Om hierin te voorzien is CUR-Aanbeveling100 `Schoon beton, Criteria voor de specifca-tie en beoordeling van betonoppervlakken'opgesteld. Dit document kan als hulpmiddelfungeren voor het opstellen van afsprakentussen partijen. In de Aanbeveling wordt in-vulling gegeven aan klasse B. Daarbij is dezeklasse verder opgesplitst naar de klassen B1 enB2. Klasse B1 kan worden beschouwd als rea-liseerbaar voor in het werk gestort beton en1Toepassingschoon beton ingeluidschermlangs de A2 bij`s-Hertogenbosch(foto: Peter deKoning)4 juli 2010 15 I 05klasse B2 voor geprefabriceerd beton. Hoewelde Aanbeveling in de eerste plaats is bedoeldom de schrijver van de projectspecificatie tehelpen zijn eisen eenduidig te formuleren, iser veel meer in te vinden. De Aanbevelingbevat veel waardevolle aanwijzingen voor deuitvoering. Daarbij zijn zelfs aanwijzingenvoor de afwerking van het oppervlak nietvergeten. Ook de betontechnoloog kan veelpraktische kennis uit de Aanbeveling halen.Voor een correcte beoordeling van het uit-eindelijk gerealiseerde resultaat bevat de Aan-beveling procedures. Omdat waar gewerktwordt ook wel eens iets misgaat, is ook eenparagraaf opgenomen met praktische aanwij-zingen voor het herstellen van onvolkomen-heden.De belangrijkste aanbeveling is wellicht datpartijen voor de aanvang van het werk over-leg hebben. Dat is zelfs absoluut noodzakelijkbij bijzondere eisen waarin niet is voorzien inde CUR-Aanbeveling.SpecificerenDe Aanbeveling bevat een indeling op hoofd-lijnen voor het specificeren van het gewensteschoon beton. Daarin wordt onderscheid ge-maakt in een aantal categori?n (fig. 3):? bekistofnietbekistoppervlak;? metofzonderstructuur;? bewerktofonbewerkt(bijvoorbeeldgrit-stralen en boucharderen).De gewenste structuur en/of bewerking vanhet oppervlak moet in de projectspecificatieworden opgenomen. Dat geldt ook voor devan toepassing zijnde klassen B1 of B2 (tabel2) met eventuele afwijkingen of aanvullingendaarop, inclusief beoordelingssystematiek entoleranties.Ook wordt vermeld welke onderdelen inschoon beton moeten worden uitgevoerd, demanier waarop met proeftegels of referentie-projecten moet worden omgegaan, een ver-wijzing naar bouwtekeningen enzovoort.Bedenk dat niet alleen betonsamenstelling enuitvoering invloed hebben op het betonop-pervlak. Aan sommige eisen kan alleen wor-den voldaan als hiermee al bij het ontwerp ende detaillering van de constructie rekeningwordt gehouden (fig. 4). Denk daarbij aanbijvoorbeeld scheuren van het beton doorverhinderde vervorming. Om eenvoudig tekunnen controleren of alle te benoemen as-pecten ook daadwerkelijk zijn opgenomen inde projectspecificatie is in een bijlage van deAanbeveling een checklist opgenomen.BetonsamenstellingVoor de betontechnoloog zijn in de Aanbeve-ling veel aandachtspunten te vinden in relatietot de selectie van grondstoffen en de samen-stelling van de betonspecie. De keuze vancement, toeslagmateriaal, vulstoffen, hulp-stoffen en pigmenten hebben immers alle ophun eigen wijze invloed op het eindresultaat.De Aanbeveling schrijft bijvoorbeeld voor datin de projectspecificatie ten minste moet wor-den vermeld:? Ofeengebruikelijkofbijzondercement,zoals wit of terra-achtig cement, moet wor-den toegepast.? Ofpigmentenmoetwordentoegevoegd,en zo ja welke. De toe te passen pigmentenmoeten voldoen aan NEN-EN 12878 `Pig-menten'. De kleurechtheid van een pig-ment is een belangrijk aandachtspunt. Hetkan wenselijk zijn nadere afspraken temaken over de kleur op langere termijn.? Ofspecialetoeslagmaterialenofvulstoffenzijn voorgeschreven en zo ja, welke.In toeslagmaterialen kunnen ijzer- en vanadi-umhoudende bestanddelen voorkomen dieheel storende vlekken op het betonoppervlakkunnen veroorzaken. Om te beoordelen ofdeze bestanddelen voorkomen is in de Aan-beveling een bijlage (bijlage H) opgenomen:`Bepaling van de aanwezigheid van vlekken-Bekist oppervlakMet structuur Zonder structuurBewerkt Bewerkt OnbewerktMet structuur Zonder structuurBewerkt OnbewerktBewerkt OnbewerktNiet bekist oppervlakNabehandelingVerblijfstijd in bekistingNabewerkingWijze van opslaan(prefab)Verwering / vervuilingOntkistingsmiddelSamenstellingWijze van opbrengenHoeveelheidCementkeuzeVulstof(fen)HulpstoffenToeslagmateriaalKorrelgraderingHoeveelheid fijnmateriaalWaterbindmiddelfactorConsistentieScheurwijdte/ afstandDoorbuiging/vervormingDilatatiesVerdelingcenterpennenDetailleringhoeken/ voegenMateriaalStructuur en textuurZuigvermogenBeschadigingenTransportWijze van stortenVerdichtingOntwerp Betonsamenstelling Bekisting/ontkistingsmiddelVerwerking5juli 2010 15 I 05veroorzakende ijzer- en vanadiumverbindin-gen'. Door middel van een proef wordt eenzogenoemde `vlekkenindex' vastgesteld. Voorhet toeslagmateriaal voor schoon beton geldtals eis dat deze vlekkenindex ten hoogste 20mag zijn. Ook mag in schoon beton geenbeton-, metselwerk- of menggranulaat wor-den toegepast.Ten aanzien van de betonsamenstelling isvastgelegd dat in betonspecie voor schoonbeton het gehalte aan delen kleiner dan ofgelijk aan 0,250 mm ten minste 180 l/m3moet bedragen. De betontechnoloog moetbij de berekening van de mengselsamenstel-ling natuurlijk rekening houden met de ef-fecten van een hoger gehalte fijn materiaal opde verwerkbaarheid.UitvoeringOm te beginnen moet de opdrachtnemervoordat met de uitvoering wordt begonneneen werkplan (laten) opstellen. Hierin moetten minste zijn aangegeven:? deinschoonbetonuittevoerenonder-delen;? debetrokkenpartijenendewijzewaaropde onderlinge communicatie en afstem-ming is geregeld;? proceduresenwerkomschrijvingenvoordeverschillende fasen van de bouw, zoals te-kenwerk, bekisten en wapenen, storten,afwerken en nabehandelen;? keuringsplannen:hoewordtvastgesteldofwordt voldaan aan de eisen in de project-specificatie.Naast deze meer procedurele zaken geeftde Aanbeveling ook een aantal heel prakti-sche aanwijzingen voor de uitvoering. Dezebetreffen onder meer: het ontkistingsmiddel(gelijkmatig en dun aanbrengen), de wijzevan bekisten, aanwijzingen over de plaatsing3Mogelijkeoppervlakken4Enkele invloeds-factoren op hetuiterlijk van beton6 juli 2010 15 I 05van centerpensparingen, het voorkomen vanlekkende naden enzovoort. We nemen enkeleinteressante punten uit de Aanbeveling.Patroon van plaatnaden encenterpennenHet patroon van plaatnaden en centerpennenheeft grote invloed op het aanzien van schoonbeton, zeker bij grotere vlakken (foto 5). Alseen bepaald patroon van plaatnaden en/ofcenterpennen wordt gevraagd, moet dit in deprojectspecificatie worden vastgelegd. Bedenkdat als geen patroon van plaatnaden is gespe-cificeerd, deze in de praktijk zal worden `op-gelegd' door de bekisting. In dat geval wordthet patroon van plaatnaden en centerpennendat bijvoorbeeld volgt uit het toepassen vaneen systeembekisting, geaccepteerd.WapeningOm aftekening van wapening op de kist tevoorkomen moet wapening tegen regenbe-lasting worden beschermd zodra deze wordtomgeven door bekisting. Of er moeten an-dere maatregelen worden genomen om afte-kening van roest op het oppervlak van hetbeton te voorkomen, zoals het reinigen vande bekisting voor het storten.NabehandelingNabehandeling mag uitsluitend plaatsvindenin de vorm van het laten staan van de bekis-ting of, bij geprefabriceerd beton, door op-slag in een van weersinvloeden afgeschermderuimte met een temperatuur van ten minste18 ?C en een relatieve luchtvochtigheid vancirca 70 %. Voor schoon beton is nabehande-len met een curing compound of het afdek-ken met folie niet wenselijk vanwege moge-lijke vlekvorming.OntkistenVerschillen in sterkte of verblijfstijd in de bekis-ting kunnen kleur- of grijstintverschillen ople-veren (zie ook tabel 1). Daarom moet ontkis-ten bij een gelijke sterkte (gewogen rijpheid)5Het patroon vanplaatnaden encenterpennen heeftgrote invloed op hetaanzien van schoonbeton(foto: Marcel vanKerckhoven)7juli 2010 15 I 05van het beton plaatsvinden. Als sprake is vangelijke dikte van de constructie en gelijke om-standigheden voor wat betreft de verhardings-condities (bijvoorbeeld temperatuur), magook bij een zelfde ouderdom worden ontkist.Veel meer aspecten die voor de uitvoering vanbelang zijn, volgen uit de tabel, waarin debeoordelingsklassen zijn uitgewerkt (tabel 2).Deze zijn in principe bedoeld voor schoonbeton met een glad, egaal, oppervlak. Bijschoon beton met een bijzondere structuurmoeten aanvullende aspecten en gewijzigdeof nieuwe toleranties en beoordelingsmetho-den worden overeengekomen.De in de tabel behandelde aspecten zijn be-palend voor de keuze en detaillering van debekisting. Daarnaast zijn zaken als kleur, vari-aties in grijstint, vlekvorming, luchtbellen en-zovoort gedetailleerd beschreven. Daarbijwordt ook aangegeven welke afwijkingen enonvolkomenheden acceptabel, dan wel nietacceptabel zijn.AfwerkingHet uiteindelijke resultaat wordt mede be-paald door de afwerking van het betonop-pervlak. Ook hiervoor zijn in de Aanbevelingpraktische aanwijzingen opgenomen.Centerpenafwerking en voegenOver de mortelvulling voor het dichten van eencenterpensparingen zegt de Aanbeveling datdeze moet zijn vervaardigd van een cementge-bonden materiaal dat voldoet aan CUR-Aanbe-veling 54, milieuklasse 3, toepassingsklasseRc2. Dit betekent dat de mortel geschikt moetzijn voor egaliseren en herstellen van beschadi-gingen in het betonoppervlak en voor het be-schermen van de wapening. Verder moet demortel voldoen aan de eisen ten aanzien vanwaterindringing en vorst-dooizoutbestandheidovereenkomend met de milieuklasse.Aan de mortel mogen eventueel pigmentenworden toegevoegd. Indien de kleur of grijs-tint van de reparatiemortel meer dan de over-eengekomen tolerantie afwijkt van het om-ringend beton, moet de vulling esthetischworden afgewerkt. Daarvoor zijn verschil-lende mogelijkheden (fig. 6). Natuurlijk kande mortel ook op de juiste kleur of grijstintworden gebracht. In de projectspecificatiemoet worden aangegeven welke afwerkingmoet of mag worden gehanteerd.Behalve naden en centerpennen kunnen bijde toepassing van grotere prefabelementenook in het zicht blijvende voegen voorkomen.Hoewel niet geregeld in de CUR-Aanbeveling,spreekt voor zich dat ook de esthetische af-werking hiervan in de projectspecificatie moetworden beschreven.Conserveren, verzegelenOm het fraaie betonoppervlak langdurig tebehouden, kiezen sommige producentenGeen nadere afwerking, open RVS conus ingestort, metinwendige schroefdraadMortelvulling, verdiept6Enkelemogelijkheden voorde afwerking vancenterpengaten8 juli 2010 15 I 05voor een aanvullende oppervlaktebewerkingin de vorm van bijvoorbeeld hydrofoberen ofverzegelen. Bij verzegelen wordt het beton-oppervlak met een kunstharsgebonden ma-teriaal behandeld.Soms wordt aan de verzegelingslaag nog eenpigment toegevoegd om kleureffecten te ver-sterken of kleurverschillen te verminderen.Soms wordt het betonoppervlak behandeldmet een hydrofobeermiddel om de kans opkalkstrepen te verminderen.Omdat deze bewerkingen het aanzien vanhet betonoppervlak be?nvloeden, moeten ookdeze bewerkingen vooraf worden overlegd enzo mogelijk worden meegenomen in devooraf te maken proeftegels. Ook hier zijnafspraken nodig: kiest de producent of kiestde opdrachtgever?BeoordelenDe eerder genoemde `beoordelingsklassen'vormen het zwaartepunt van CUR-Aanbeve-ling 100. Voor de uitvoering zijn de hier ge-formuleerde eisen heel belangrijk. In bijna alleaspecten van de uitvoering moet met dezeeisen rekening worden gehouden. De proce-dure voor de beoordeling van het uiteindelijkgerealiseerde resultaat moet in de projectspe-cificatie zijn vastgelegd. De volgende beoor-delingsmethoden worden onderscheiden:? beoordelingvanhetoppervlakdoorvisuelewaarneming zonder referentievlak;? beoordelingvanhetoppervlakdoorvisuelewaarneming met gebruik van een referen-tievlak (bijv. uit een referentieproject) ofmet vooraf vervaardigde tegels;? beoordelingdoortoetsingvanmeetresul-taten aan gestelde toleranties met betrek-king tot vlakheid en de hoeveelheid onvol-komenheden en/of luchtbellen.Deze beoordelingen moeten worden uitge-voerd bij diffuus licht (geen directe zonbelas-ting of strijklicht) op een winddroog opper-vlak en kort voor de oplevering of zoveeleerder als is overeengekomen.De beoordeling omvat de volgende aspecten:? tint-enkleurverschillen;? aanwezigheidvankalk-enroeststrepen;? aftekeningvanstortnaden;? aftekenenwapeningenafstandhouders;? luchtbellen;? zandlopersenzandstrepen;? grindnesten,onvolledigevulling,dicht-heid;? naden;? doorbuigingenvervorming.Voor de diverse aspecten zijn de toleranties eneisen per beoordelingsklasse vastgelegd ineen tabel in de Aanbeveling. In tabel 2 zijn debelangrijkste verschillen uit deze tabel weer-gegeven. Klasse A komt overeen met NEN6722 en omvat de standaard gestelde esthe-tische eisen. Klasse B is, zoals we eerder zagen,uitgesplitst in klasse B1 en B2. Klasse B1 is terealiseren met in het werk gestort beton enklasse B2 is meer bedoeld voor geprefabri-ceerd beton. In de tabel zijn de onderwerpengegroepeerd naar: `Bekisting', `Betonopper-vlak', `Betonverwerking', `Onvolkomenheden'en `Voegen'. Daarbij is steeds gedetailleerdaangegeven welke eisen gelden.GrijstintverschillenGrijstintverschillen van niet gepigmenteerdbeton moeten volgens de Aanbeveling wor-den beoordeeld aan de hand van de grijs-schaal die als (separate) bijlage bij de Aanbe-veling hoort. In de praktijk leidt dit vaak totdiscussie. De structuur en tintweergave oppapier blijkt moeilijk te vergelijken met detint- of kleurbeleving van een `echt' betonop-pervlak. Sommige gebruikte grijsschalen blij-ken bovendien door inwerking van licht te zijnverkleurd (!). Ook hier verdient een proefstukof referentieproject daarom de voorkeur.9juli 2010 15 I 05HerstelWaar gewerkt wordt kan ook wel eens ietsmisgaan. In de Aanbeveling is dan ook eenparagraaf opgenomen met praktische aanwij-zingen voor het herstellen van onvolkomen-heden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in`repareren' (foto 7) en `cosmetisch herstel'(foto 8). Bij repareren is sprake van het herstelvan beschadigingen van het beton, bijvoor-beeld een afgebroken hoek of een grindnest.Het cosmetisch herstel is gericht op het verbe-teren van het uiterlijk van het schoon beton.ReparerenReparaties moeten worden uitgevoerd vol-gens CUR-Aanbeveling 54 met de hiervoor algenoemde cementgebonden mortel die vol-doet aan CUR-Aanbeveling 54, milieuklasse 3.In verband met kleur- of grijstintverschillenkan het nodig zijn het gerepareerde oppervlakesthetisch af te werken om te voldoen aan deovereengekomen eisen.Cosmetisch herstelCosmetisch herstel van het hele oppervlakmag pas worden uitgevoerd als eventueellokaal voorkomende onvolkomenheden ofgebreken zijn hersteld en vervuiling doormorsspecie is verwijderd. Over de cosmeti-sche hersteltechniek moet vooraf overeen-stemming zijn bereikt, gebaseerd op eenproefvak van ten minste 1 m2.Om kleine cosmetische gebreken bij tewerken zijn enkele technieken beschreven:SchurenDoor schuren van het betonoppervlak kunnenkleine optische verschillen worden weggewerkten wordt een egaler uiterlijk verkregen. Schu-ren moet plaatsvinden met een vlakschuurma-chine voorzien van een kunststof mat.Let op: het daarbij vrijkomende stof kan hin-derlijk en bij inademing zelfs gevaarlijk zijn.Om stofvorming te voorkomen kan het op-pervlak eerst worden bevochtigd met waterwaaraan een dispersie op basis van acrylaat istoegevoegd. Deze behandeling kan wel lei-den tot een flauwe glans. Opzetten van eenproefvlak wordt geadviseerd.SponsenMet `sponsen' worden kleinen onvolkomenhe-den, zoals luchtbelletjes opgevuld en wordteen egaler uiterlijk verkregen. Bij het sponsenmoet een speciepapje worden gebruikt, afge-stemd op de kleur van het oppervlak. De spe-cie moet bestaan uit cement en een fijne vul-stof, bijvoorbeeld steenmeel of vliegas. Hetpapje moet met een spons op het oppervlakworden aangebracht. Na droging moet het7Bij repareren issprake van hetherstel vanbeschadigingen vanhet beton8Het cosmetischherstel is gericht ophet verbeteren vanhet uiterlijk van hetschoon beton10 juli 2010 15 I 05overtollig materiaal worden afgewist. De spe-cie kan worden samengesteld uit: 12 delenmicropoeder (soort vliegas), 3 delen wit ce-ment en 1,5 deel hoogovencement. Er zijn ookdiverse kant-en-klaar producten beschikbaar.Proeven en/of referentieprojectenDe opsommingen hiervoor laten zien hoegroot het aantal invloedsfactoren op het uit-eindelijk resultaat is. Bovendien kunnen tint-verschillen ontstaan door variaties in de be-tonsamenstelling aan het oppervlak. Ditbetekent dat een stabiele en constante spe-ciesamenstelling belangrijk is en er geen ont-menging mag optreden tijdens de verwer-king. Ook kleine verschillen in de dichtheid ofruwheid van het betonoppervlak hebbeninvloed op de kleur. Een ruwer oppervlakoogt donkerder. Dit komt doordat een deelvan het opvallend licht wordt `gevangen'(fig. 9). Vaak is bij een grover gemalen ce-ment sprake van een relatief ruwer oppervlaken daardoor een `donkerder' kleur in verge-lijking met een fijn gemalen cement (tabel1).Daarom wordt aanbevolen om aan de handvan proeven of referentieprojecten de juistecombinatie van cement, toeslagmateriaal,eventuele vulstoffen en pigment te selecteren.Indien een beton op kleur moet worden ge-leverd, moet in de projectspecificatie zijn op-genomen met welke grondstoffen deze kleuris te bereiken. Daarbij wordt aanbevolen omop basis van proeftegels de uiteindelijke kleurovereen te komen alsmede de toelaatbarekleurafwijking.Het aantal proeftegels moet in de projectspe-cificatie worden vermeld, maar moet ten min-ste drie bedragen:? ??ntegelmetdegewenstekleur;? ??ntegelmetde`lichtste'kleurdieistoe-gestaan;? ??ntegelmetde`donkerste'kleurdieistoegestaan.Elke tegel moet een A4-formaat bezitten ten-zij in de projectspecificatie een andere maatis vastgelegd.De tegels moeten worden bewaard ondercondities die zo veel mogelijk gelijkwaardigzijn met het beton in het werk, tot het mo-ment dat overeenstemming is bereikt overhet verkregen resultaat in het werk. Houd ertenslotte rekening mee dat ook na langere tijdveel factoren nog invloed kunnen hebben ophet uiterlijk van beton. Bijvoorbeeld door kalk-uitslag, verwering en vervuiling.9Opvallend licht`gevangen'Tabel 1 Effect op grijstintaspect effect op grijstintlichter donkerderportlandcement weinig ijzeroxide veel ijzeroxidehoogovencement veel slakken weinig slakkenwater-cementfactor hoog laagbekistingsmateriaal weinig absorberend sterk absorberendbekistingsoppervlak glad ruwbekistingstijd kort langkalkuitslag veel weinigleeftijd jong oud11juli 2010 15 I 05Tabel 2 Belangrijkste verschillen beoordelingsklassen A (NEN 6722), B1 en B2 (CUR-Aanbeveling 100)onderwerp klasse A klasse B1 klasse B2bekisting1)paneel/plaatpatroon geen bijzondere eisen zie projectspecificatieplaatnaden 2 mm 1 mmelementnaden 3 mm 2 mm 1 mmmin. afmeting bekistingselement niet opgenomen2) geen eisen zie projectspecificatieafwerking centerpensparingen niet opgenomen2) zie projectspecificatiebramen bij naden 3 mm 2 mm 1mmplaatselijke doorbuiging 1 mm 1 mmplaatselijke afwijking 2 mm 2 mm 1 mmvlakheid groot oppervlak 7 mm 5 mm 2 mmhoeken, profilering, afwerking vellingkanten toepassen zie projectspecificatiebetonoppervlakkleur geen bijzondere eisen binnen tolerantieverschil in kleur/grijstint3) niet opgenomen2) 2 schaaldelen 1 schaaldeelvlekvorming niet opgenomen2) niet acceptabelluchtbellen plaatselijk 50 mm2/dm2 50 mm2/dm2 4) 20 mm2/dm2 4)luchtbellen totaal 1500 mm2/m2 1000 mm2/m2 4) 300 mm2/m2 4)grindnesten niet opgenomen2) 50 mm2/dm2 niet acceptabelzandstrepen geen bijzondere eisen 1 per 10 m2 niet acceptabelkalkstrepen5) geen bijzondere eisen niet acceptabelaftekenen schroef en spijkergaatjes niet opgenomen2) zie projectspecificatiebetonverwerkingvulling aansluitingen niet opgenomen2) ten minste 95 % 100 %aftekening stortnaden en -onderbrekingen geen bijzondere eisen niet acceptabelonvolkomenhedenaftekening wapening of roeststrepen geen esthetische eisen niet acceptabelaftekening stophout geen esthetische eisen niet acceptabelaftekening afstandhouders geen esthetische eisen niet acceptabelaftekening reparaties geen esthetische eisen acceptabel6)scheuren niet opgenomen2) ten hoogste 0,1 mmvoegwijdtevariatie7)loodrecht op vlak niet opgenomen2) tolerantie 25 %evenwijdig aan vlak niet opgenomen2) tolerantie 30 %1 het betreft hier de afwijking loodrecht op het betonoppervlak2 niet opgenomen houdt in dat dit aspect niet voorkomt in NEN 67223 voor zogenoemde wolkvorming binnen een element of stort zijn geen eisen vastgelegd,deze moeten desgewenst nader worden overeengekomen4 en niet zichtbaar op 5 m5 niet bedoeld is de min of meer egale tintverandering door kalkuitbloei6 indien de afwijking in lokale grijstint en vlekkerigheid niet meer dan 1 schaaldeel bedraagtten opzichte van het omringende beton en het oppervlak net zo vlak is als het omringendeniet gerepareerde beton7 betreft voegen tussen (geprefabriceerde) elementen12 juli 2010 15 I 0515/06 - Mooi gemaaktAan geprefabriceerde betonproducten worden veel esthetische eisen gesteld. Zo verwach-ten we bij geprefabriceerde vloerelementen bijvoorbeeld dat de zichtzijde, meestal de on-derkant, vlak en strak is en direct kan worden afgewerkt. In de volgende aflevering vanBetoniek nemen we een kijkje in de keuken van de betonelementenindustrie. We bekijkenwat er in de praktijk komt kijken bij het maken van schoon beton in de fabriek.Betoniekish?tvakbladovertechnologieenuitvoering van beton en verschijnt 10 keerper jaar. Betoniek wordt uitgegeven door?neas, uitgeverij van vakinformatie bv, inopdracht van het Cement&BetonCentrum.In de redactie zijn vertegenwoordigd:BAM Infra, BAS Research & Technology,BMC Certificatie, BTE Nederland, ENCI,Mebin en TNO. Voor de jaarlijkse afleveringover het Examen Betontechnoloog BV wordtsamengewerkt met de Betonvereniging.Uitgave ?neas, uitgeverij vanvakinformatie bvPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 - 65 00 85E: info@aeneas.nlWebsite www.betoniek.nlRedactie T: 0411 65 35 84E: betoniek@aeneas.nlVormgeving Inpladi bv, CuijkAbonnementen/adreswijzigingenUitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 65 00 85E: info@aeneas.nlAbonnementen 2010Jaarabonnement, inclusief toegang onlinearchief: 76 (excl. 6% btw)Buiten Nederland geldt een toeslag voorextra porto. Abonnementen lopen per jaaren kunnen elk gewenst moment ingaan.Opzeggen moet altijd schriftelijk gebeu-ren, uiterlijk twee maanden voor vervalda-tum. Kijk voor de mogelijkheden van mee-leesabonnementen op www.betoniek.nl.? ?neas, uitgeverij van vakinformatie2010.Niets uit deze uitgave mag worden over-genomen zonder toestemming van de uit-gever. De algemene publicatievoorwaar-den van de uitgever worden verondersteldbekend te zijn en zijn op aanvraag beschik-baar. Hoewel de grootst mogelijke zorgwordt besteed aan de inhoud van het blad,zijn redactie en uitgever van Betoniek nietaansprakelijk voor de gevolgen, van welkeaard ook, van handelingen en/of beslissin-gen gebaseerd op de informatie in dezeuitgave.Niet altijd kunnen rechthebbenden van ge-bruikt beeldmateriaal worden achterhaald.Belanghebbenden kunnen contact opne-men met de uitgever.Tot slotCUR-Aanbeveling 100 geeft de schrijver vande projectspecificatie voldoende aanwijzin-gen om zijn wensen en eisen eenduidig vastte leggen. De aannemer en/of betonprodu-cent weet dan waar hij aan toe is en kan ookrekening houden met de meerkosten die devoorgeschreven werkwijze meebrengt. Eenenkele aannemer zal constateren dat deze`lat' voor hem toch wat te hoog ligt. Zo werktde specificatie op een prima manier als voor-selectie en wordt teleurstelling en frustratievoor beide partijen voorkomen.Literatuur? CUR-Aanbeveling54,Betonreparatiemethandmatig aangebrachte of gegotencementmortels.? CUR-Aanbeveling100,Schoonbeton-cri-teria voor de specificatie en beoordelingvan betonoppervlakken.? NEN6722:Voorschriftenbeton.Uitvoering(VBU 2002).? NEN-EN12878,Pigmentenvoorhetkleu-ren van bouwmaterialen gebaseerd op ce-ment en/of kalk ? specificaties en beproe-vingsmethoden.? CUR-rapport36:SchoonBeton,1966.? SchoonBeton:Verschijningsvormenenkeuringscriteria. VNC, 1990.? SchoonBeton...mooiwerk:Leidraadvoorprojectspecificatie, uitvoering en beoorde-ling. ENCI, 2001.? HandboekUitvoering,Betonwerken,Stu-beco / Betonvereniging, 2005.? Beeldschoonbeton.StichtingENCIMedia2005.In onzevolgendeuitgave
Reacties