BandUitgavev a k b l a d o v e r t e c h n o l o g i e e n u i t v o e r i n g v a n b e t o nAlsgegotenWerken metcementgebondengietdekvoerenseptember201007152 september 2010 15 I 07AlsgegotenCementgebonden gietdekvloeren wordensteeds vaker toegepast. Om tot een succesvolresultaat te komen, moeten we met een aantalaspecten rekening houden. Zo zijn er aandachts-punten bij het ontwerp, bij het bestellen, produ-ceren en leveren van dekvloerspecie en bij deuitvoering. In deze Betoniek gaan we in opzoveel mogelijk van deze aspecten. We beper-ken ons daarbij tot toepassingen in de woning-bouw en in de utiliteitsbouw voor niet te zwaarbelaste vloeren. Dat zijn vloeren voor bijvoor-beeld kantoren, winkels, ziekenhuizen en sport-hallen, maar niet voor fabrieken en magazijnen.V??r we inzoomen op de cementgebondengietdekvloer kijken we even naar het `hoe enwaarom' van dekvloeren in het algemeen.Dekvloeren worden aangebracht op dragendevloeren in gebouwen. Dat kunnen geprefabri-ceerde vloersystemen zijn of in het werk ge-storte vloeren. In de meeste gevallen wordendeze draagvloeren in `ruwbouw' aangebracht:de bovenzijde is niet vlak en heeft niet hetjuiste peil. Daarom worden ze afgewerkt meteen dekvloer. Die zorgt voor een vlakke bo-venzijde van de vloer op het juiste peil. Dedekvloer kan dienen als ondergrond voor deaan te brengen vloerafwerking of als eindaf-werking van de vloer. De dekvloer heeft geenconstructieve functie, maar moet natuurlijkwel sterk genoeg zijn om de belastingen,zonder te bezwijken, door te geven aan dedraagvloer.Dekvloeren bestaan uit in het werk aange-brachte dekvloermortel. Figuur 2 toont demeest eenvoudige vorm van een dekvloer opeen draagvloer; verderop in deze Betoniekworden ook andere types, bijvoorbeeld metextra functies, behandeld.De term `dekvloer' is een breed begrip datveel verschillende systemen omvat. In tabel 1worden de verschillende dekvloeren inge-deeld op basis van de consistentie van dedekvloerspecie, het bindmiddel van de dek-vloermortel en de laagdikte van de dekvloer.Deze tabel is niet volledig, maar bevat wel demeest gangbare systemen.De consistentie bepaalt de manier van aan-brengen. Aardvochtige specie wordt hand-matig gesmeerd of machinaal aangebracht,1Dekvloeren zorgen voor een vlakke bovenzijde van de vloerop het juiste peil (foto: Saint-Gobain Weber Beamix b.v. )3september 2010 15 I 07waarbij deze wordt verdicht. Vloeibare speciewordt gegoten en verdeeld. Deze specie hoeftniet noemenswaardig te worden verdicht.Door er met bijvoorbeeld een drijfrij of eenspaan wat energie in te brengen, ontstaat eengoed verdichte, vlakke dekvloer.evt. vloerafwerkingdekvloerdraagvloerdraagvloerwandenofkolommen2Meest eenvoudige vorm van een dekvloer op een draagvloerTabel 1 Overzicht dekvloersystemenconsistentiespeciebindmiddel laagdikte* gebruikelijke benamingaardvochtig cement 30 - 100 mm (traditionele) cementdekvloercalciumsulfaat 30 - 100 mm -kunsthars 5 - 100 mm troffelvloervloeibaar cement 1 - 20 mmmeestal enkele mmegalisatielaag (cementgebonden)15 - 80 mm cementgebonden gietdekvloercalciumsulfaat 1 - 20 mmmeestal enkele mmegalisatielaag (calciumsulfaatgebonden)15 - 80 mm calciumsulfaatgebonden gietdekvloer(hieronder vallen `anhydrietvloeren')kunsthars 1 - 10 mmmeestal enkele mmo.a. epoxy gietvloer, polyurethaangietvloer*) De in de tabel vermelde minimale en maximale laagdiktes zijn indicatief. Voor specifieke producten kunnen afwijkende laagdiktes gelden.4 september 2010 15 I 07Deze aflevering van Betoniek richt zich op decementgebonden gietdekvloer. Dit is een ar-beidsvriendelijk alternatief voor de traditio-nele cementdekvloer die vaak nog handma-tig wordt verwerkt in plaats van machinaal.Steeds vaker wordt daarom in de praktijk ge-kozen voor een eenvoudig te verwerken giet-dekvloer. Een ander alternatief is de calcium-sulfaatgebonden gietdekvloer. In tabel 2 zijnde belangrijkste verschillen tussen deze driedekvloeren samengevat.Toepassing cementgebondengietdekvloerenNaar toepassing, worden de volgende typescementgebonden gietdekvloeren onderschei-den (fig. 3):? Gietdekvloeren die direct op de draagvloerworden aangebracht (typeaanduiding:GD-D).?Gietdekvloeren die worden aangebrachtop een dunne tussenlaag op de draagvloer,zoals een folie (GD-T). Er zijn verschillenderedenen voor het scheiden van de dekvloeren de draagvloer. Bijvoorbeeld het voorko-men dat vocht uit of door de draagvloernaar boven trekt.?Zwevende gietdekvloeren die op eenakoestische en/of thermische isolatielaagworden aangebracht (GD-Z). Deze giet-dekvloeren dragen bij aan de geluids- en/of de warmte-isolatie.Al deze types gietdekvloeren kunnen wordenvoorzien van vloerverwarming. De typeaan-duidingen worden dan respectievelijk GD-D+V, GD-T+V en GD-Z+V.Vanwege de vloeibare specie zijn gietdekvloe-ren uitermate geschikt voor toepassing inzwevende dekvloeren. Het is namelijk moeilijkom aardvochtige specie op een samendruk-bare isolatielaag te verdichten en vloeibarespecie hoeft niet noemenswaardig te wordenverdicht.Tabel 2 Belangrijkste verschillen tussen drie vergelijkbare dekvloersystementraditionelecementdekvloer(handmatig verwerkt)cementgebondengietdekvloercalciumulfaatgebondengietdekvloerbindmiddel cement cement calciumsulfaattoepassing in vochtige ruimtes 0 0 ?krimp ? ? 0consistentie aardvochtig vloeibaar vloeibaararbeids-omstandigheden ? 0 0m2 productie per dag 0 + +mate van verdichting ? + +werkzaamheden voorbereidingen nabehandeling0 ? ?kosten bij kleine hoeveelheden* 0 ? ?? = ongunstig; 0 = neutraal; + = gunstig* Over het algemeen zijn gietdekvloeren bij kleine hoeveelheden financieel minder aantrekkelijk dan traditionele cementdekvloeren. Oorzaak hiervan is bijvoorbeeldde minimaal af te nemen hoeveelheid en de inzet van apparatuur. Dit is echter afhankelijk van de precieze leverings- en uitvoeringswijze van beide dekvloeren.5september 2010 15 I 07Ook bij toepassing van vloerverwarming zijngietdekvloeren bijzonder geschikt. De vloei-bare specie omhult de buizen perfect waar-door de warmte goed kan worden overgedra-gen aan de dekvloer.12312341234567ca bdType GD-D: Gietdekvloer die direct op de draagvloerwordt aangebrachtType GD-Z: Zwevende gietdekvloer die op een akoestischeen/of thermische isolatielaag wordt aangebrachtType GD-Z+V: Zwevende gietdekvloer, voorzien vanvloerverwarmingType GD-T: Gietdekvloer die wordt aangebracht op eendunne tussenlaag op de draagvloer1. gietdekvloer2. eventuele wapening3. scheidingslaag (folie)4. draagvloer1. gietdekvloer2. eventuele hechtingslaag3. draagvloer1234561. gietdekvloer2. eventuele wapening3. draagvloer4. isolatie5. scheidingslaag6. draagvloer1. gietdekvloer2. eventuele wapening3. draagvloer4. isolatie5. Scheidingslaag /folie (eventueel)6. draagvloer3Verschillende types gietdekvloeren bron: SBR (uit de publicatie Cementgebonden gietvloeren)Zwevende dekvloerenZwevende dekvloeren dragen bij aan degeluids- en/of de warmte-isolatie. Ze wor-den door isolatie gescheiden van de draag-vloer en van de rest van de constructie, zoalsde wanden en verticale leidingen. Hierdoorworden het geluid en/of de warmte zo wei-nig mogelijk doorgegeven aan andere ruim-tes. Bijkomend voordeel bij thermisch ge?so-leerde dekvloeren is de mogelijkheid om? dankzij de (samendrukbare) isolerendekantstroken langs de randen ? uit te zettenen te krimpen.VloerverwarmingIn principe kunnen alle dekvloertypes worden voorzien van vloer-verwarming (foto 4). De keuze voor een zwevende dekvloer heeftbij vloerverwarming echter de voorkeur. Enerzijds vanwege dethermische isolatie en anderzijds vanwege de mogelijkheid vande dekvloer om uit te zetten en te krimpen door temperatuurs-verschillen.4Vloerverwarming in de dekvloer (foto: Saint-Gobain Weber Beamix b.v.)6 september 2010 15 I 07AandachtspuntenIn het vervolg van deze Betoniek gaan we in opde belangrijkste aandachtspunten bij de toepas-sing van cementgebonden gietdekvloeren. Webeginnen met de punten bij het ontwerp, dievan belang zijn voor de ontwerper, de be-stekschrijver en/of de opdrachtgever. In dezefase wordt vastgelegd welke eigenschappen,opbouw en detaillering het eindproduct, degerede cementgebonden gietdekvloer, moethebben. Vervolgens behandelen we de zaken dievan belang zijn voor het uitvoerende vloerenbe-drijf bij het bestellen van de dekvloerspecie.Hierbij moet immers niet alleen rekening wordengehouden met het eindproduct maar ook metde specie- en morteleigenschappen die van in-vloed zijn op de uitvoering. Tenslotte de aan-dachtspunten bij de uitvoering. We kijken hierbijin het bijzonder naar zwevende cementgebon-den gietdekvloeren met vloerverwarming.Helaas is het niet mogelijk in deze Betoniek alleaandachtspunten te behandelen. Voor meerinformatie verwijzen we hier naar de beschik-bare literatuur en de productspecifieke in-structies.Aandachtspunten bij het ontwerpOm te beginnen moet men zich bewust zijnvan het feit dat gietdekvloeren, vanwege devloeibare specie, alleen toepasbaar zijn bijvlakke dekvloeren of dekvloeren onder lichtafschot. Daarnaast kan het gietdekvloertype(direct op draagvloer, op dunne tussenlaag ofzwevend) van grote invloed zijn op de eigen-schappen, opbouw en detaillering van dedekvloer.LaagdikteHet is bij cementgebonden gietdekvloeren diedirect op de draagvloer of op een dunne tus-senlaag worden aangebracht niet altijd nodigom de bij traditionele cementdekvloeren ge-bruikelijke laagdikte van 50 mm aan te hou-den. Sommige cementgebonden gietdekvloe-ren kunnen al vanaf een laagdikte van 15 mmworden aangebracht. Een kleinere laagdiktezorgt voor minder bouwvocht, de mogelijk-heid vloerafwerking sneller aan te brengen eneen kleinere verdiepingshoogte. Bij eventueleleidingen in de dekvloer moet de laagdikte hiernatuurlijk wel op worden aangepast.Bij zwevende dekvloeren wordt de bereikbareisolatiewaarde bepaald door de materiaalei-genschappen en de laagdiktes van zowel deisolatielaag als de dekvloer. Bij samendrukbareisolatielagen worden de laagdikte en desterkte van de dekvloer ook belangrijk vanuitmechanisch oogpunt. De dekvloer wordt dannamelijk belast op buiging. Om te voorkomendat deze scheurt door buigtrekspanningen,moeten de laagdikte en de buigtreksterkte opelkaar worden afgestemd, afhankelijk van desamendrukbaarheid van de isolatielaag en debelasting op de dekvloer. De Nederlandsenorm NEN 2742 `Zwevende dekvloeren' geefthiervoor richtlijnen.Wanneer vloerverwarming wordt toegepast,worden de vloerverwarmingsbuizen in de dek-vloer of bovenin de isolatielaag geplaatst. Vooreen gelijkmatige warmteverdeling moet dedekking van de dekvloer op de buizen mini-maal 25 mm zijn. Bij zwevende dekvloeren metvloerverwarming moet de volgens NEN 2742berekende laagdikte worden vermeerderd metde dikte van de buis, maar minimaal met 15mm. Zo behoudt de dekvloer overal de me-chanisch benodigde laagdikte.Sterkteklasse gerede dekvloerBij de indeling in sterkteklassen wordt onder-scheid gemaakt tussen de sterkte van de dek-vloermortel en de sterkte van de gerede dek-vloer. Voor beide gelden sterkteklassen voorde druksterkte en de buigtreksterkte. De be-nodigde sterkte is afhankelijk van de belastin-gen. De buigtreksterkte is in het bijzonderbelangrijk bij zwevende dekvloeren.7september 2010 15 I 07Het onderscheid bij de sterkteklassen wordtgebruikt omdat de druk- en de buigtreksterktevan de gerede dekvloer niet per definitie gelijkzijn aan de sterktes van de toegepaste dek-vloermortel. De uitvoering en de verhardings-omstandigheden in het werk kunnen een(meestal negatieve) invloed hebben in verge-lijking met de laboratoriumomstandighedenwaaronder de dekvloermortelsterktes wordenbepaald. Bij gietvloeren zijn de verschillen overhet algemeen klein omdat de verdichting vande vloeibare specie in het werk en in het labo-ratorium normaal gesproken vergelijkbaar zijn.Vooral bij aardvochtige dekvloerspecies kan deverdichting in het werk achterblijven met dui-delijk lagere sterktes als gevolg.DekvloermortelDe sterkteklassen van de dekvloermortel wor-den onder laboratoriumomstandigheden doorde producent bepaald met speciaal daarvoorgemaakte prisma's. Deze sterkteklassen hetenC-waarden (voor de druksterkte, in het Engels`compressive strength') en F-waarden (voor debuigtreksterkte, `flexural strength'). Deze waar-den zijn vooral van belang bij het bestellen vanhet product (zie verderop in deze Betoniek).Gerede dekvloerVoor het ontwerp moet worden uitgegaanvan de sterkte van de gerede dekvloer. Dezesterkteklassen heten Cw-waarden (voor dedruksterkte) en Fw-waarden (voor de buig-treksterkte). De toegevoegde `w' duidt op desterkte `in het werk'.De Cw- en Fw-waarden worden bepaald metproefstukken die uit de gerede dekvloer wor-den genomen. Voor de druksterkte wordenkernen geboord waaruit kleine kubussen (bijvoorkeur l x b x h = 40 x 40 x 40 mm3) kun-nen worden vervaardigd. Voor de buigtreks-terkte worden platen gezaagd waaruit pris-mavormige proefstukken worden vervaardigd.Omdat deze destructieve proeven natuurlijkniet eenvoudig en wenselijk zijn, worden dezesterktes alleen bepaald wanneer twijfel be-staat over de sterkte van de gerede dekvloer.In tegenstelling tot veel traditionele cement-dekvloeren, hebben gietdekvloeren meestalCw- en Fw-waarden die overeenkomen met deC- en F-waarden van de toegepaste dekvloer-mortel. Bij een normale uitvoering en bij nor-male verhardingsomstandigheden hoevendeze Cw- en Fw-waarden dus niet te wordenbepaald.De indeling in sterkteklassen van gerede giet-dekvloeren en de testprocedure worden be-handeld in CUR-Aanbeveling 110 `Gietvloerenmet cement als bindmiddel'. Tabel 3 en 4geven de mogelijke sterkteklassen. Voor deindeling in deze sterkteklassen wordt uitge-gaan van de gemiddelde sterktes.Tabel 3 Druksterkteklassen gerede dekvloer (op basis van proefstukken uit het werk)Klasse Cw5 Cw7 Cw12 Cw16 Cw20 Cw25 Cw30 Cw35 Cw40 Cw50 Cw60 Cw70 Cw80Minimale gemiddeldedruksterkte in N/mm2*5 7 12 16 20 25 30 35 40 50 60 70 80* Elke individuele meetwaarde moet ten minste 85% bedragen van de opgegeven gemiddelde waarde.Tabel 4 Buigtreksterkteklassen gerede dekvloer (op basis van proefstukken uit het werk)Klasse Fw1 Fw2 Fw3 Fw4 Fw5 Fw6 Fw7 Fw10 Fw15 Fw20 Fw30 Fw40 Fw50Minimale gemiddeldebuigtreksterkte in N/mm2*1 2 3 4 5 6 7 10 15 20 30 40 50* Elke individuele meetwaarde moet ten minste 85% bedragen van de opgegeven gemiddelde waarde.8 september 2010 15 I 07Ter informatie: de gangbare druksterkteklas-sen van cementgebonden gietdekvloeren inde woningbouw en de utiliteitsbouw (indienniet zwaar belast) zijn Cw12 tot Cw25.Hechting aan ondergrondHechting van de dekvloer aan de onderlig-gende draagvloer is alleen relevant bij dekvloe-ren die direct op de draagvloer worden aange-bracht. In veel gevallen is ook dan hechting nietnodig. Indien hechting wel belangrijk is, moetdit worden aangegeven. Eventueel kan eenbenodigde hechtsterkte worden opgegeven.Bedenk hierbij dat de te bereiken hechtsterktedoorgaans niet wordt bepaald door de keuzevan de dekvloermortel maar door de huid-treksterkte van de ondergrond (draagvloer)en de voorbehandeling hiervan.De testprocedure voor de hechting en dehechtsterkte aan de ondergrond wordt be-handeld in CUR-Aanbeveling 110.HuidtreksterkteWanneer een vloerafwerking hechtend op dedekvloer wordt aangebracht, is de zoge-naamde huidtreksterkte van de dekvloer vanbelang. Dit is de trekspanning loodrecht ophet vloeroppervlak, waarbij de toplaag van dedekvloer wordt losgetrokken. De benodigdehuidtreksterkte wordt bepaald door het typevloerafwerking dat wordt toegepast.Afhankelijk van het toegepaste product, deuitvoering en de vereiste huidtreksterkte kun-nen cementgebonden gietdekvloeren zondernabewerking voldoen aan de gestelde eis. Hetis ook mogelijk dat de toplaag zwakker is dande rest van de gietdekvloer en dat deze moetworden weggeschuurd om de vereiste huid-treksterkte te bereiken. Deze zwakkere to-plaag kan een gevolg zijn van de product-keuze, maar ook van een onjuiste uitvoering(extra toegevoegd water en/of onvoldoendenabehandeling).De gangbare eisen aan de huidtreksterkte vancementgebonden gietdekvloeren en de test-procedure worden behandeld in CUR-Aanbe-veling 110.draagvloerdekvloerhechtsterktehuidtreksterkte5Huidtreksterkteen hechting9september 2010 15 I 07VlakheidDe benodigde vlakheid van de dekvloer wordtbepaald door functionele en esthetische eisen.Het toe te passen type vloerafwerking is ookvan grote invloed: linoleum vereist meer vlak-heid dan tegels die in een dikke laag tegel-mortel worden gelegd.Voor de beschikbare vlakheidsklassen, de bij-behorende eisen en de meetprocedure wordthier verwezen naar NEN 2747 `Vlakheid enevenwijdigheid van vloeroppervlakken'.Vanwege de vloeibare specie en de bijbeho-rende uitvoering is het redelijk eenvoudig omcementgebonden gietdekvloeren te makendie voldoen aan de gangbare vlakheidsklas-sen. Natuurlijk zijn hierbij de vlakheid van dedraagvloer en de laagdikte van de dekvloervan invloed. Indien nodig kan de gerede giet-dekvloer nog worden ge?galiseerd met eenegalisatiemortel of worden geschuurd.SlijtweerstandDe slijtweerstand van een dekvloer is belangrijkwanneer deze niet wordt bekleed met vloeraf-werking en dus rechtstreeks mechanisch wordtbelast. Op de cementgebonden gietdekvloerenwaarop we ons richten in deze aflevering vanBetoniek (woningen, kantoren, winkels enz.),wordt over het algemeen een vloerafwerkingaangebracht. Deze eigenschap is hier dus nietrelevant. Ditzelfde geldt voor de chemischebestandheid, de stroefheid en het uiterlijk.Opbouw en detailleringHet gekozen type cementgebonden gietdek-vloer is van grote invloed op de opbouw ende detaillering. Een aantal belangrijke zakenis de revue al gepasseerd. Maar er is nog veelmeer informatie over bijvoorbeeld kantstro-ken, folie, vloerverwarming, (krimp)wapeningen leidingen; zie hiervoor de beschikbare lite-ratuur en de productspecifieke instructies.DilatatiesCementgebonden gietdekvloeren vertonenaltijd enige krimp waardoor het risico opscheurvorming bestaat. Scheurvorming isoverigens niet per definitie onacceptabel;de invloed is afhankelijk van het dekvloer-type, de vloerafwerking en de scheurwijdte.Het risico op scheurvorming wordt sterkverkleind door het aanbrengen van dilata-ties. De maximale veldgroottes zijn pro-ductafhankelijk maar over het algemeenzijn veldgroottes tot 200 m2 mogelijk (bijvloerverwarming tot 100 m2). Hierbij moetworden gestreefd naar velden met eenlengte-breedteverhouding van 1:1. Daar-naast moet de dekvloer worden gedilateerdof tijdig ingezaagd op plaatsen waar krimp-scheuren worden verwacht, zoals bij smalledoorgangen, inspringende muren en ver-schillende dekvloerdiktes. Let er op dat zwe-vende dekvloeren ter plekke van onderbre-kingen geen buiging kunnen opnemen! Bijdekvloeren die direct op de draagvloer wor-den aangebracht moeten dilataties in dedraagvloer altijd worden doorgezet in dedekvloer.Afhankelijk van het type afwerking, bijvoor-beeld bij tegels, is het verstandig onderbre-kingen in de dekvloer hierin door te zetten.Aandachtspunten bij het bestellenBij het bestellen moet, zoals eerder aangege-ven, ook rekening worden gehouden met despecie- en morteleigenschappen die van in-vloed zijn op de uitvoering. Voorbeelden zijnleveringswijze, consistentie en open tijd.LeveringswijzeDe specie van cementgebonden gietdekvloe-ren kan fabrieksmatig of semi-fabrieksmatigworden vervaardigd. Fabrieksmatig vervaar-digde specie wordt op een centrale gemengden kant-en-klaar naar het werk getranspor-10 september 2010 15 I 07teerd (foto 6). Semi-fabrieksmatig vervaar-digde specie wordt op het werk gemengdmet een mobiele menginstallatie. De verschil-lende grondstoffen, behalve het aanmaakwa-ter, zijn dan fabrieksmatig verpakt of opge-slagen in silo's (foto 7). Hierbij zijn al dezegrondstoffen, of tenminste een gedeelteervan, al (droog) voorgemengd. Het uitvoe-rende vloerenbedrijf moet zich bij de orderbewust zijn van de leveringswijze van hetbestelde product.Sterkteklasse dekvloermortelDe sterkteklassen (C- en F-waarden) van dedekvloermortel worden onder laboratori-umomstandigheden bepaald met speciaaldaarvoor gemaakte prisma's (l x b x h = 160 x40 x 40 mm3), waarvan zowel de druk- als debuigtreksterkte worden bepaald (foto 8). Detestprocedure en de indeling in sterkteklassenworden behandeld in de Europese normNEN-EN 13813 `Dekvloermortels ? eigen-schappen en eisen' (die betrekking heeft op6Truckmixer met kant-en-klare, fabrieksmatigvervaardigde specie; deze truckmixer lost de specie in eenpomp (foto: Steef Croonen)7Silo's met voorgemengde grondstoffen t.b.v. semi-fabrieksmatig vervaardigde specie; onderaan zijn demenger en evt. de pomp bevestigd (foto: Saint-GobainWeber Beamix b.v.)11september 2010 15 I 07dekvloermortels en dus niet op gerede dek-vloeren). Tabel 5 en 6 geven de mogelijkesterkteklassen. Voor de indeling in deze sterk-teklassen wordt uitgegaan van de karakteris-tieke sterktes, zoals ook bij de beoordelingvan de sterkte van beton gebruikelijk is.Natuurlijk moeten de vereiste sterkteklassenvan de gerede gietdekvloer (Cw- en/of Fw-waarden) eerst worden `vertaald' naar de C-en/of F-waarden, gemeten aan de dekvloer-mortel. Zoals eerder gemeld, mag er in hetgeval van gietdekvloeren normaal gesprokenvan worden uitgegaan dat de C- en F-waar-den van een dekvloermortel overeenkomenmet de Cw- en Fw-waarden van daarmee ver-vaardigde gietdekvloeren.ConsistentieDe specie voor gietdekvloeren is per definitievloeibaar zodat deze niet noemenswaardighoeft te worden verdicht. Maar niet alle spe-cies voor gietdekvloeren hebben dezelfdeconsistentie; ze kunnen meer of minder vloei-baar zijn.Tabel 5 Druksterkteklassen dekvloermortel(op basis van geconditioneerde prisma's)Klasse C5 C7 C12 C16 C20 C25 C30 C35 C40 C50 C60 C70 C80Minimale karakteristiekedruksterkte in N/mm25 7 12 16 20 25 30 35 40 50 60 70 80Tabel 6 Buigtreksterkteklassen dekvloermortel(op basis van geconditioneerde prisma's)Klasse F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 F10 F15 F20 F30 F40 F50Minimale karakteristiekebuigtreksterkte in N/mm21 2 3 4 5 6 7 10 15 20 30 40 508De sterkteklassen van de dekvloermortel worden onderlaboratoriumomstandigheden bepaald met speciaal daarvoorgemaakte prisma's12 september 2010 15 I 07De vereiste laagdikte en de vereiste vlakheidvan de gietdekvloer kunnen van invloed zijn opde gewenste consistentie. Relatief kleine laag-dikten en/of een hoge vlakheid zijn het beste tebereiken met specie met een hogere consisten-tie. Bij grotere laagdikten verdient een mindervloeibare specie vaak de voorkeur, vooral bijgrote ruimtes. Met een zeer vloeibare speciekan namelijk geen `hoogte worden opge-bouwd' omdat deze uitstroomt over de vloer.Daarnaast kan met minder vloeibare specie eendekvloer onder licht afschot worden gemaakt.De consistentie van gietdekvloerspecie wordtuitgedrukt in de `vloeimaat'. Deze wordt be-paald door een zogenaamde `Haegermanke-gel' (hoogte = 60 mm, doorsnede bovenzijde= 70 mm, doorsnede onderzijde = 100 mm)te vullen met specie en op te lichten (foto 9).De vloeimaat is de gemiddelde doorsnedevan de ontstane speciekoek; de gangbarevloeimaten van de species van cementgebon-den gietdekvloeren zijn 200 tot 260 mm. Detestprocedure wordt behandeld in CUR-Aan-beveling 110.Open tijd en verwerkingstijdDe specie voor de gietdekvloer moet langgenoeg goed verwerkbaar blijven om dezeook goed te kunnen aanbrengen in het werk.De verwerkingstijd is de tijd vanaf aanlevering9De vloeimaat wordtbepaald met eenzogenoemde`Haegermankegel'13september 2010 15 I 07van de gietdekvloerspecie op het werk tot hetmoment dat deze niet meer goed verwerk-baar is. De open tijd is de tijd vanaf het aan-maken van de specie tot het moment datdeze niet meer goed verwerkbaar is. Afhanke-lijk van de leveringswijze kunnen dit verschil-lende tijden zijn.Aandachtspunten bij deuitvoeringBij de aandachtpunten bij de uitvoering be-perken we ons tot zwevende cementgebon-den gietdekvloeren met vloerverwarming.Veel van de genoemde aandachtpunten gel-den ook voor andere types gietdekvloeren.VoorbereidingLangs wanden en verticale leidingen moetenkantstroken worden aangebracht die hooggenoeg zijn om zowel de dekvloer als dedaarop aangebrachte afwerking te kunnenlaten uitzetten en krimpen.Vanwege de vloeibaarheid van de gietdek-vloerspecie is het bij alle vloertypes belangrijkdat naden, kieren en dergelijke worden afge-dicht. Vanwege de naden tussen de isolatie-platen van zwevende gietdekvloeren, moetfolie worden aangebracht tussen deze platenen de dekvloer. Zo worden geluidslekken enkoudebruggen tegengegaan en wordt opdrij-ven van de platen voorkomen.Vloerverwarmingsbuizen hebben de neigingop te drijven in gietdekvloerspecie. Hierdooris het mogelijk dat de vereiste dekking nietwordt verkregen. Om dit te voorkomen,moeten ze worden bevestigd aan het isola-tiemateriaal (zonder de folie te beschadi-gen!). Hiervoor bestaan verschillende sys-temen zoals noppenplaten (fig. 11) enmontageprofielen.Aanbrengen van de dekvloerspecieOm gietdekvloerspecie aan te brengen wordthet via slangen verpompt naar de vloer. Daarwordt de specie met de slang verdeeld overde ondergrond en met bijvoorbeeld een drijf-10De laagdikte moet tijdens het aanbrengen wordengecontroleerd, bijvoorbeeld met laserapparatuur enstelpootjes (foto: Saint-Gobain Weber Beamix b.v.)11Voorbeeld noppenplaat(bron: Saint-Gobain Weber Beamix b.v.)14 september 2010 15 I 07rij ontlucht en vlak aangebracht. Belangrijkeaandachtspunten tijdens dit proces zijn:? Hetsmeerbedvandeslangenmagnietopde vloer worden aangebracht maar moetworden opgevangen.? Despeciewordt`zig-zaggend'(fig.12)aangebracht op het vloeroppervlak, waarbijde specie altijd nat-in-nat moet wordengegoten. Afhankelijk van de verwerkings-tijd, de pompcapaciteit en de laagdiktemoeten grote vloeroppervlakken daarommet een (tijdelijke) bekisting worden ver-deeld in banen met een maximalebreedte.? Delaagdiktemoettijdenshetaanbrengenworden gecontroleerd, bijvoorbeeld metlaserapparatuur en stelpootjes (foto 10).? Deomgevingsconditiesmoetenvoldoenaan de productspecifieke instructies, maarover het algemeen geldt het volgende:- De temperatuur van de ruimte, de on-dergrond en de specie ligt tussen 5?C en30?C.- De ruimte heeft een dusdanig hoge rela-tieve vochtigheid dat het vocht uit degietdekvloerspecie niet overmatig ver-dampt (bij voorkeur > 80%).- Om voortijdige uitdroging van het dek-vloeroppervlak te voorkomen, is deruimte tochtvrij en wordt de dekvloerbeschermd tegen warmtebronnen zoalsdirect zonlicht.Ook na het aanbrengen van de cementge-bonden gietdekvloer zijn de omgevingscon-dities belangrijk. Zie onder `Nabehandeling'.Het is uitermate belangrijk dat aan fabrieks-matig vervaardigde specie geen extra waterwordt toegevoegd en dat bij semi-fabrieks-matig vervaardigde specie de opgegevenmaximale hoeveelheid water wordt aange-houden! Wanneer de gietdekvloerspecie meerwater bevat dan de producent toestaat, kandit de volgende negatieve gevolgen hebbenvoor de dekvloer:? meerkrimp;? mindersterkte;? zwakketoplaag;? geenhomogenesamenstellingoverdelaagdikte.`zig-zaggend'aanbrengenbaan met maximale breedtetotale vloerbreedte12De specie moet `zig-zaggend' worden aangebracht15september 2010 15 I 07NabehandelingOok na het aanbrengen van de gietdekvloerzijn, vooral gedurende de eerste etmalen, deomgevingscondities erg belangrijk om over-matige krimp en scheurvorming en voortijdiguitdrogen (stuiven!) van het oppervlak tevoorkomen. Door uitdroging en krimp kande dekvloer ook gaan `schotelen' (fig. 13).Voor de bijzonderheden met betrekking totde conditionering in deze periode verwijzenwe naar de productspecifieke instructies. Inhet algemeen gelden dezelfde condities alstijdens het aanbrengen voor de ruimtetem-peratuur, de relatieve vochtigheid en de be-perking van tocht en warmtebronnen. Wan-neer de relatieve vochtigheid in de ruimteniet hoog genoeg is, kan overmatige verdam-ping van het vocht worden voorkomen meteen dampremmende laag zoals folie of eencuring compound. Vanaf het aanbrengen vande dekvloer moet worden voorkomen datregen- en lekwater op de dekvloer terechtkomen.De periodes waarna de gietdekvloer kan wor-den belast en afgewerkt, zijn erg product- enomgevingsafhankelijk. In de meeste gevallenis de dekvloer beloopbaar na 24 uur en kandeze na drie dagen worden vrijgegeven voorverdere werkzaamheden in de ruimte. Bijsommige producten gaat dit (veel) sneller.Het moment waarop de vloerafwerking kanworden aangebracht, wordt vooral bepaalddoor het restvochtgehalte in de gietdekvloer-mortel. Hierbij is het belangrijk dat niet alleenwordt gekeken naar het vochtgehalte in detoplaag van de dekvloer maar ook naar degemiddelde waarde over de hele laagdikte.Verschillende types vloerafwerking (en lijmen)vereisen voor het aanbrengen verschillendemaximale vochtgehaltes. Let op dat dezevochtgehaltes, die in massaprocenten wordenuitgedrukt, voor cementgebonden gietdek-vloeren hoger zijn dan de vochtgehaltes waar-bij calciumsulfaatgebonden gietdekvloerenmogen worden afgewerkt! Wanneer cement-gebonden gietdekvloeren toch worden`drooggestookt' tot die vochtgehaltes, kanscheurvorming optreden. Er bestaan specialeproducten die na een relatief zeer korte peri-ode kunnen worden afgewerkt.In het geval van vloerverwarming is het belang-rijk de productspecifieke instructies met betrek-king tot de opwarmprocedure op te volgen.krimp aan dekvloeroppervlak12geschotelde dekvloerdraagvloer13Schotelen vande dekvloer16 september 2010 15 I 0715/08 - Examen Betontechnoloog 2010Op 25 mei 2010 vond in Utrecht het Examen Betontechnoloog 2010 plaats. In het volgendenummer besteedt Betoniek, net als ieder jaar, aandacht aan dit examen. Zo kunt u uw kennis weertoetsen aan de opgaven en uitwerkingen.Tot slotCementgebonden gietdekvloeren wordensteeds vaker toegepast omwille van de voor-delen die ze bieden met betrekking tot ar-beidsomstandigheden, productiviteit en deverschillende toepassingsmogelijkheden. Wehebben geprobeerd de belangrijkste aan-dachtspunten bij het ontwerp, bij het bestel-len van de specie en bij de uitvoering voor uop een rijtje te zetten. Wanneer deze fasenmet zorg worden doorlopen, is het zeker nietmoeilijk de cementgebonden gietdekvloersuccesvol toe te passen.Meer informatie kunt u vinden in CUR-Aanbe-veling 110 `Gietvloeren met cement als bind-middel', SBR-publicatie `Cementgebondengietvloeren', URL 22-101 `Vervaardiging vancementgebonden gietdekvloeren' en de pro-ductspecifieke instructies.Betoniek is h?t vakblad over technologie enuitvoering van beton en verschijnt 10 keerper jaar. Betoniek wordt uitgegeven door?neas, uitgeverij van vakinformatie bv, inopdracht van het Cement&BetonCentrum.In de redactie zijn vertegenwoordigd:BAM Infra, BAS Research & Technology,BMC Certificatie, BTE Nederland, ENCI,Mebin en TNO. Voor de jaarlijkse afleveringover het Examen Betontechnoloog BV wordtsamengewerkt met de Betonvereniging.Uitgave ?neas, uitgeverij vanvakinformatie bvPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 - 65 00 85E: info@aeneas.nlWebsite www.betoniek.nlRedactie T: 0411 65 35 84E: betoniek@aeneas.nlVormgeving Inpladi bv, CuijkAbonnementen/adreswijzigingenUitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 65 00 85E: info@aeneas.nlAbonnementen 2010Jaarabonnement, inclusief toegang onlinearchief: 76 (excl. 6% btw)Buiten Nederland geldt een toeslag voorextra porto. Abonnementen lopen per jaaren kunnen elk gewenst moment ingaan.Opzeggen moet altijd schriftelijk gebeu-ren, uiterlijk twee maanden voor vervalda-tum. Kijk voor de mogelijkheden van mee-leesabonnementen op www.betoniek.nl.? ?neas, uitgeverij van vakinformatie2010.Niets uit deze uitgave mag worden over-genomen zonder toestemming van de uit-gever. De algemene publicatievoorwaar-den van de uitgever worden verondersteldbekend te zijn en zijn op aanvraag beschik-baar. Hoewel de grootst mogelijke zorgwordt besteed aan de inhoud van het blad,zijn redactie en uitgever van Betoniek nietaansprakelijk voor de gevolgen, van welkeaard ook, van handelingen en/of beslissin-gen gebaseerd op de informatie in dezeuitgave.Niet altijd kunnen rechthebbenden van ge-bruikt beeldmateriaal worden achterhaald.Belanghebbenden kunnen contact opne-men met de uitgever.Literatuur en regelgeving? CUR-Aanbeveling110`Gietvloerenmetcement als bindmiddel'.? SBR-publicatie`Cementgebondengietvloeren'.? UitvoeringsrichtlijnURL22-101`Vervaar-diging van cementgebonden gietdekvloe-ren'.? Diverseproductspecifiekeinstructies.? NEN2742,Inhetwerkvervaardigdevloe-ren ? Zwevende dekvloeren ? Terminolo-gie, uitvoering en kwaliteitsbeoordeling.? NEN2747,Classificatieenmetingvande vlakheid en evenwijdigheid van vloer-oppervlakken.? NEN-EN13318,Vloermortelendekvloe-ren ? Definities.? NEN-EN13813,Dekvloermortelendekvloeren ? Dekvloermortels ?Eigenschappen en eisen.? NEN-EN13892,Beproevingsmethodenvoor dekvloermortels ? Diverse delen.In onzevolgendeuitgave
Reacties
Hub Einmahl - Privé 23 november 2019 21:29
Ik wil in mijn veranda een dekvloer laten aanbrengen van 5 cm dik. Het oppervlak is 25 m2. Kunt mij een prijsindicatie aangeven voor een gegoten vloer dan wel een traditioneel aangebrachte vloer. Bij voorbaat dank voor uw reactie.