BandUitgavev a k b l a d o v e r t e c h n o l o g i e e n u i t v o e r i n g v a n b e t o nBetonschade:wat nu?Hoe pak je schadein een nieuwbouw-situatie aan en hoekunnen de normendaarbij helpen?november201009152 november 2010 15 I 09Betonschade:wat nu?Waar gebouwd wordt, worden fouten gemaakt.Iedere betontechnoloog, maar ook adviseur,toezichthouder of uitvoerder krijgt vroeg of laatte maken met schades die bij nieuwbouw zijnontstaan. Het adviseren bij herstel van dit soortschades is voor een betontechnoloog geendagelijks werk. In deze Betoniek beschrijven wewelke stappen we moeten doorlopen om toteen goede reparatie te komen. Daarbij zal blij-ken dat het van belang is vooraf goed na te den-ken over de oorzaak en gevolgen van eenschade voordat we tot herstel overgaan. Hier-mee kunnen we schades in ??n keer goed enduurzaam herstellen.Goed doordachte en uitgevoerde betonrepa-raties kunnen een levensduur hebben dievergelijkbaar is met die van het bouwwerkwaarin ze worden uitgevoerd. Soms lijkt heter echter op dat de gemiddelde levensduurvan betonreparaties slechts tien jaar of zelfsminder bedraagt. Gezien de vele fouten dieworden gemaakt bij de uitvoering en vooralhet ontwerp van reparaties, zal dit wel onge-veer kloppen. De voorbeelden onderaan dezeen de volgende pagina illustreren dit.Deze voorbeelden tonen reparaties die opkorte termijn wel het gewenste resultaat latenDe onderste vloer van een drielaagse parkeerkelder in de binnenstad blijkt vlak v??r opleveringlek te zijn. Een injectiebedrijf uit de buurt heeft tijd en weet `in no time' de ergste lekken tedichten. Bij oplevering is de kelder voor het grootste deel droog. Maar ondanks de hoge kostendie zijn gemaakt, gaat de garage opnieuw lekken, ook door reeds ge?njecteerde scheuren.Hierdoor twijfelen de opdrachtgevers aan de constructieve veiligheid van de vloer en stellenze de in gebruikstelling keer op keer uit. Hoewel het eerste doel ? bij oplevering een droge vloer? grotendeels is bereikt, blijkt dat voor een duurzame oplossing de eerste keer injecteren niethet gewenste effect heeft bereikt. Uiteindelijk moet er nog voor tonnen worden ge?njecteerden duurt het enkele jaren voordat de vloer helemaal dicht is.Voorbeeld3november 2010 15 I 09zien, maar op lange termijn niet naar ver-wachting functioneren. Dergelijke situatiesontstaan omdat betonschades in nieuwbouwvrijwel altijd op een vervelend moment ont-staan of worden opgemerkt en vervolgensonder tijdsdruk moeten worden hersteld. Be-tonreparatie is een vakgebied dat veelal nietals een specialisme wordt gezien. De meestebetontechnologen, uitvoerders en toezicht-houders hebben er niet dagelijks mee temaken. Door de tijdsdruk bij de voorberei-ding en uitvoering van reparaties en doorgebrek aan kennis, maken we geregeld ver-keerde keuzes. Hierdoor voldoet het resultaat1GrindnestTijdens het plaatsen van prefab elemen-ten in een woningbouwcomplex wordenveel hoeken beschadigd. Een `mannetje'weet de randen vrijwel onzichtbaar teherstellen. Enkele maanden na de ople-vering klagen de bewoners echter dat deherstelde plekken afwijkend verkleurenen vuil vasthouden.VoorbeeldTijdens de uitvoering van een complexbetonwerk ontstaan grindnesten diezichtbaar zijn in het oppervlak. De grind-nesten worden hersteld met een spach-tel. Het uiterlijk ziet er goed uit. Acht jaarlater blijkt juist op deze herstelde plekkenhet beton er door corroderend staal teworden afgedrukt.Voorbeeld4 november 2010 15 I 09t? vaak niet aan onze verwachtingen, ont-staan veel discussies en moeten reparatiesopnieuw worden uitgevoerd. Uiteraard methoge kosten tot gevolg.In het volgende maken we duidelijk welkestappen w?l leiden tot een goed resultaat. Wedoen dit aan de hand van de nieuwe normNEN-EN 1504.NormenSinds 1987 kunnen betonreparaties inNederland worden uitgevoerd conform CUR-Aanbevelingen 53 t/m 56 (zie kader CUR-Aanbevelingen). Sinds 1 januari 2009 zijnnieuwe, Europese betonreparatienormen vankracht: NEN-EN 1504: `Producten en syste-men voor de bescherming en reparatie vanbetonconstructies ? Definities, eisen, kwali-teitsborging en conformiteitsbeoordeling'.Deze normserie betreft een breder gebieddan de genoemde CUR-Aanbevelingen envervangt deze gedeeltelijk.EN 1504 bestaat uit de volgende delen (fig. 2):? EN 1504-1: Definities? EN 1504-2: Oppervlaktebeschermingssys-temen voor beton? EN 1504-3: Constructieve en niet-construc-tieve reparatie? EN 1504-4: Constructieve hechting? EN 1504-5: Injecteren van beton? EN 1504-6: Verankeren van betonstaal? EN 1504-7: Bescherming tegen wapenings-corrosie? EN 1504-8: Kwaliteitsborging en conformi-teitsbeoordeling? EN 1504-9: Algemene principes voor hetgebruik van producten en systemen? EN 1504-10: Gebruik van producten ensystemen op de bouwplaats en kwaliteits-beheersing van het werkDe delen 1, 8, 9 en 10 zijn de algemenenormen. Vooral deel 9 is essentieel. In ditdeel wordt aangegeven welke reparatieme-thoden we voor welke schades kunnen ge-bruiken.CUR-AanbevelingenSinds 1987 kunnen betonreparaties in Nederland worden uitgevoerd conform CUR-Aanbevelingen. Op het mo-ment zijn de relevante Aanbevelingen op dit gebied:? CUR-Aanbeveling 53: Spuitbeton en gespoten cementgebonden mortels.? CUR-Aanbeveling 54: Betonreparatie met handmatig aangebrachte of gegoten cementgebonden mortels.? CUR-Aanbeveling 55: Betonreparatie met kunstharsmortels.? CUR-Aanbeveling 56: Injecteren van scheuren in betonconstructies met kunsthars injectievloeistoffen.In deze Aanbevelingen worden eisen gesteld aan de te gebruiken materialen, de uitvoeringswijze en de uitgevoerdereparatie. Daarnaast worden de beproevingsmethoden voorgeschreven.Bij het verschijnen van de Europese betonreparatienorm EN 1504 zijn de CUR-Aanbevelingen gedeeltelijk over-bodig geworden. Eisen in de Europese norm zijn (net) anders. In de CUR-Aanbevelingen werden echter uitgebrei-dere eisen aan de uitvoering en de uitgevoerde reparaties gesteld. Om deze reden hebben de Aanbevelingen tochnog hun waarde en zullen zij worden herschreven. Daarbij worden de eisen aan overeenkomstige eigenschappengelijkgetrokken, maar blijven de extra eisen aan de uitvoering en de uitgevoerde reparaties gehandhaafd. In deovergangsperiode kunnen we de norm en de Aanbeveling naast elkaar gebruiken. Bij tegenstrijdigheid moetenwe daarbij de Europese Norm gebruiken.5november 2010 15 I 09De delen 2 t/m 7 geven de eisen aan de repa-ratiemethoden en materialen. Hierin staaneisen aan zeer veel eigenschappen. Een deelvan deze eisen is standaard voor alle soortge-lijke materialen en methodes. Voor veel eisenmoet echter worden bepaald of deze vooreen toepassing van belang zijn en hoe hoogde eisen moeten zijn. Dit maakt het werkenmet deze normen complex.In deze Betoniek worden de verschillendestappen in het betonreparatieproces beschre-ven aan de hand van EN 1504.3Voorbeeld van mogelijke scheuren in betonconstructies62 beproevingsnormenbijvoorbeeld:EN 13 396(hechting)---EN 14 497(viscositeit)EN 1504-1: DefinitiesEN 1504-9: Algemeneprincipes voor hetgebruik van productenen systemenEN 1504-10: Gebruikvan producten ensystemen op debouwplaats enkwaliteitsbeheersingvan het werkEN 1504-2 t/m 7:Producten-2: oppervlaktebeschermings-systemen-3: reparatie met mortels-4: lijmen-5: injecteren-6: verankeren van wapeningstaal-7: bescherming wapeningsstaalEN 1504-8:Kwaliteitsborging van productenanderebeproevingsnormen2Samenhang van de verschillende delen van EN 15046 november 2010 15 I 09Aanpak schadesTijdens de bouw kunnen vele schades aanbetonconstructies ontstaan. Ze worden ver-oorzaakt door onverwachte weersomstandig-heden, ongelukken, ontwerpfouten of on-zorgvuldigheden in de uitvoering. We kunnendenken aan:? afgedrukte hoeken;? grindnesten;? luchtbellen;? te geringe dekking;? brand;? bevroren jong beton;? scaling door vorst;? losliggende toplagen (vloeren);? verregend oppervlak;? scheuren;? lekkage;? vervuiling / verontreinigingen;? ....Hoe pakken we zo'n schade aan?1. Beoordeel de veiligheid van de situatie enneem zo nodig noodmaatregelen2. Schadeonderzoeka. beschrijf de schade;b. stel de oorzaak van de schade vast;c. stel de gevolgen van de schade vast;3. Bepaal welke herstelstrategie we toepassen.4. Kies het herstelprincipe en -systeem.5. Stel de eisen aan de reparatie vast.6. Kies/selecteer de aannemer.7. Uitvoering.8. Toets de uitvoering.1. Beoordeel de veiligheid van desituatie (EN 1504-9; ?4.2)Op het moment dat we een schade aan eenbetonconstructie constateren, moeten we alseerste de veiligheid beoordelen. Een schadekan wijzen op een te lichte constructie of een4Lekkage7november 2010 15 I 09overbelasting. Daarnaast kan een schade eenbetonconstructie verzwakken. Bij grote scheu-ren kan het staal gevloeid hebben en ver-zwakt zijn, bij grote afgedrukte delen vankolommen of consoles kan de resterendedoorsnede de belasting wellicht niet veiligdragen. Ook kunnen vallende delen gevaarvoor voorbijgangers of verkeer opleveren. Zonodig moeten we direct maatregelen nemenom de veiligheid te waarborgen door (eendeel van) het bouwwerk te ontruimen of con-structies te ondersteunen. Bij grote scheurenen grote schades in belangrijke gebouwdelenmoeten we altijd een constructeur ingescha-kelen.2. Schadeonderzoek(EN 1504-9; ?4.3)a. Beschrijf en inventariseer de schadeDoor een schade goed te beschrijven en tefotograferen, krijgen we overzicht en kunnenwe eenvoudig de raad van ervaren personenvragen. Het is moeilijk om overzicht te krijgenals we te maken hebben met een combinatievan verschillende schadetypen of indien deschade is opgetreden over een uitgebreidoppervlak. Als we een goede beschrijvingmaken, kan bijvoorbeeld duidelijk worden dateen schadebeeld in werkelijkheid een combi-natie van verschillende schadetypen is, watwellicht om andere oplossingen vraagt. Patro-nen worden pas herkenbaar als we scheurenin tekening brengen (fig. 5). Het goed inven-tariseren van schade kan zeker bij grote con-structies een kostbare en complexe bezigheidzijn. In de meeste gevallen zal het echter laternuttig blijken te zijn.Waaraan moeten we denken bij het beschrij-ven van schade?? scheurpatroon;? scheurbeweging in de tijd;? scheurwijdte;? optreden lekkages;? ligging wapening;? betondekking;? foto's van typerende schades;? diepte aantasting;? schadeontwikkeling.5Scheurpatroon in eenkeldervloer8 november 2010 15 I 09Vaak volstaat het als we gewoon nauwkeurigopschrijven wat we zien. Soms kan gespecia-liseerd onderzoek noodzakelijk zijn om deernst en de diepte van een aantasting te kun-nen vaststellen. Zo zou bij brandschade ofschade ten gevolge van bevroren beton hetboren van kernen (foto 6) en het uitvoerenvan microscopisch onderzoek (foto 7) nood-zakelijk kunnen zijn om de aantasting goed tekunnen beschrijven.Vaak wordt er bij betonschade ten onrechteautomatisch om gevraagd dat we de druk-sterkte van het beton bepalen. De ervaring leertdat door de ruime marge die de betoncentraleaanhoudt bij de productie van beton, de druk-sterkte in het werk vrijwel nooit te laag is. An-dere vormen van nader onderzoek leverendoorgaans nuttigere informatie op.b. Stel de oorzaak van de schade vast??n van de belangrijkste voorwaarden voorhet succesvol herstellen van betonschade ishet vaststellen van de oorzaak van de schade.Alleen als de oorzaak van een schade bekendis, kunnen we beoordelen of we deze kunnenwegnemen of dat we een zodanige herstel-wijze kunnen kiezen dat niet opnieuw schadezal ontstaan. In de opleidingen tot betonon-derhoudskundige en betontechnologischadviseur van de Betonvereniging wordt veelaandacht besteed aan het herkennen vanschades en het achterhalen van de oorzaken.Figuur 8 geeft een overzicht van mogelijkeoorzaken.Zo kunnen we een scheur die een ??nmaligeoorzaak heeft (bijv. plastische krimp of uitdro-gingskrimp) of waarvan de oorzaak is weg-genomen (bijv. overbelasting), eenvoudigherstellen door te injecteren met epoxy. Voorherstel van een scheur die beweegt, omdatde oorzaak nog aanwezig is (bijvoorbeeldzetting of temperatuurwisselingen), moetenwe een oplossing kiezen die de beweging kanmeemaken. Dit kan met een kitnaad ofslabbe. Injectie is hiervoor een risicovolle op-lossing.6Nader onderzoekaan boorkernen7Nader onderzoek aan slijpplaatjes9november 2010 15 I 09c. Stel de gevolgen van de schade vastIndien de oorzaak van een schade bekend is,kunnen we vaststellen wat de gevolgen zijnen of herstelmaatregelen noodzakelijk zijn. Bijgevolgen kunnen we denken aan de con-structieve veiligheid, het uiterlijk, de bruik-baarheid en de duurzaamheid.De eerste vraag die we ons zouden moetenstellen is: Welke eisen zijn er overeengekomenen is er gerelateerd aan de eisen inderdaadsprake van schade die we moeten herstellen?Zo zijn scheuren in een betonconstructiemeestal acceptabel, maar is de maximalescheurwijdte, afhankelijk van de milieuklasse,waterdichtheideisen of eisen aan het uiterlijk,beperkt.veel voorkomende oorzaken van aantastingbetonsteen wapeningscorrosiemechanischchemischfysischbrand? slijtage? vermoeiing? impact? overbelasting? beweging (bijv. zetting)? explosie? trilling? alkali-silicareactie? agressieve stoffen(bijv: sulfaten zouten,zacht water)? biologische reacties? voorst/dooi? thermische effecten? kristalisatie van zouten? krimp? erosie? slijtagezwerfstromencorrosievevervuilingencarbonatatie? cementgehalte en ?type? water-cementfactor? nabehandling? regen? temperatuur / vochtigheid? ingemengd- chloriden? ingedrongen- zeewater- dooizouten- andere vervuilingen8Mogelijke schademechanismen (bron: EN 1504-9)Bij hoeken van prefab elementen die tij-dens het plaatsen afbreken, lijkt het vast-stellen van de oorzaak vrij eenvoudig.Maar afgebroken hoeken kunnen ookwijzen op scheurtjes door te snel ontkis-ten of een bekisting die niet goed lost.Daardoor zijn de hoeken extra kwetsbaaren ontstaat er al schade bij een klein tikje.Indien we dan volstaan met het herstel-len van de afgebroken hoeken, kan in detoekomst nog veel schade ontstaan aande gescheurde, maar nog niet afgebro-ken hoeken.Voorbeeld10 november 2010 15 I 09Bij elke betonschade moeten we vaststellen ofde schade constructieve consequenties heeftof dat we de constructie tijdens het herstel(verder) verzwakken. De meeste betonscha-des hebben op de korte termijn slechts gevol-gen voor de duurzaamheid van het wape-ningsstaal en het uiterlijk. Slechts een kleindeel van de schades heeft ook echt construc-tieve gevolgen.In het algemeen kunnen we ervan uitgaan dater geen constructieve gevolgen zijn zolang dewapening nauwelijks is aangetast en de hoofd-wapening nog door beugels en voor 70% doorbeton is omsloten. Bij wanden en (vloer)platenzijn de constructieve gevolgen vaak beperkt;de impact op de constructieve veiligheid bijconsoles en kolommen is veel groter. Daarommoeten we bij grotere schades en bij schadesTabel 1 Maximale scheurwijdte gerelateerd aan de milieuklassescheurwijdte w (mm)milieuklasse zonder voorspanstaal met voorspanstaalX0 0,4 0,3XC1, XC2, XC3, XC4 0,3 0,2XD1, XD2, XD3XS1, XS2, XS3XF1, XF2, XF3, XZ40,2 0,1XA1, XA2, XA3 0,1 0,1Bij een project met veel prefab kolommen werdenna een koude nacht in de onderste meter van en-kele kolommen verticale scheuren met een scheur-wijdte van maximaal 0,3 mm aangetroffen. Aan dehand van het scheurpatroon, de tekeningen enonderzoek met een endoscoop werd vastgestelddat de scheuren waren ontstaan doordat de gainswaarmee de kolommen aan de onderliggende con-structie waren bevestigd niet met grout waren ge-vuld. In deze kokers had zich water verzameld, datvervolgens was bevroren. De directie eiste dat allegescheurde kolommen zouden worden vervangen.De constructeur en een betononderhoudskundigemaakten evenwel aannemelijk dat de beugels terplaatse van de scheuren niet waren verzwakt. Daar-naast bleek de scheurwijdte zodanig groot, datdeze in de buitengevel voor de duurzaamheid enhet uiterlijk niet acceptabel was. Daarop werd be-sloten alle ongevulde gains op te sporen en alsnogte vullen, en de scheuren in de gevelkolommen teinjecteren.VoorbeeldIn een wand die dient als afscheiding vaneen zandopslag wordt twee weken nahet storten een regelmatig patroon vandoorgaande verticale scheuren geconsta-teerd. Bij het onderzoek naar de schadewordt vastgesteld dat de maximalescheurwijdte 0,2 mm bedraagt en dat deoorzaak van de scheuren verhinderde,thermische krimp is. Er wordt besloten descheuren niet te injecteren, omdat descheurwijdte bij het verwachte milieu(XC4) acceptabel is.In een wand van een opvangbassinwaarin incidenteel zout water staat,komen exact dezelfde scheuren voor metdezelfde oorzaak. In dit geval wordt be-sloten de scheuren met dezelfde scheur-wijdte w?l te injecteren, omdat de wandwaterdicht moet zijn en omdat dezescheurwijdte in het verwachte zoute mi-lieu (XD3) niet acceptabel is.Voorbeeld11november 2010 15 I 09in consoles en kolommen altijd een construc-teur om advies vragen.3. Bepaal de herstelstrategie(EN 1504-9; ?5)Indien is gebleken dat de schade moet wor-den hersteld, is de vraag hoe we het herstelmoeten aanpakken. Hiervoor zijn verschil-lende strategie?n mogelijk:? Niets doen; er is geen echte schade.? Voorlopig niets doen, maar de schade mo-nitoren.? Opnieuw berekenen van de constructie enverlagen van de toegestane belasting.? Verhinderen of voorkomen van verdereaantasting.? Versterken of repareren en beschermen van(een deel van) de constructie.? Vervangen van een deel van de constructie.? Slopen van de constructie.De juiste keuze is afhankelijk van de oorzaak ende gevolgen van de schade en de kosten vanherstel. In veel gevallen zal deze keuze echterook worden bepaald door wie het herstel moetbetalen en wat de onderhoudsstrategie van deeigenaar is. In een nieuwbouwsituatie zullenwe vaak kiezen voor versterken of repareren enbeschermen van (een deel van) de constructie.4. Kies het herstelprincipe en-systeem (EN 1504-9; ?6)Binnen een herstelstrategie kunnen we altijdeen aantal technisch goede herstelprincipesen -methodes kiezen. Het exact herstellen vande oorspronkelijk gewenste situatie is daarbijniet mogelijk. Voor welke herstelmethode wevoor een bepaalde situatie kiezen, hangt afvan de omstandigheden. We moeten echteraltijd een keuze maken. We kunnen niet vol-staan met de opmerking in het contract `datde schade moet worden hersteld of dat deoorspronkelijk gewenste situatie alsnog moetworden gerealiseerd'.Willen we een goede herstelmethode kunnenkiezen, dan moeten we eerst vaststellen wathet doel van de reparatie is en hoe we dit doelbereiken. In EN 1504-9 worden elf verschil-lende basisprincipes genoemd waarmee webeton kunnen herstellen (zie kader Basisprin-cipes voor betonherstel).Elk basisprincipe kent verschillende herstel-methoden. De herstelmethode is de prakti-sche uitwerking van het basisprincipe. Zo zijner 37 verschillende keuzemogelijkheden.Basisprincipes v+oor betonherstel1. Bescherming tegen indringenVoorkomen van indringen van schadelijke stoffen.De systemen waarmee we dit kunnen bereiken zijn: impreg-neren, coaten, afdekken van scheuren, vullen van scheuren,scheuren omvormen in een kitvoeg, externe panelen ofaanbrengen van een membraan2. Beheersen van de vochtigheidVoorkomen van corrosie van het wapeningsstaal door hetbeton droog te houden of maken.3. BetonherstelHerstellen van de oorspronkelijke vorm van het beton.Door handmatig herstel, aangieten, spuitbeton of vervan-gen van elementen.4. Constructieve versterkingVersterken of herstellen van de constructieve functie.5. Fysische weerstand verhogenVerbeteren van bijvoorbeeld de stoot- en slijtvastheid vanbeton.6. Chemische weerstand verhogenVerbeteren van de bestandheid tegen chemicali?n.7. Behoud of herstel van passiviteitHerstellen van het alkalisch milieu rond het wapeningsstaal.8. Verhogen van de elektrische weerstandVoorkomen van corrosie van het wapeningsstaal door deelektrische weerstand van het beton te verhogen, bijvoor-beeld door het beton uit te drogen.Diverse elektrochemische methoden om de corrosie vanwapening in beton te stoppen.bron: EN 1504-99.t/m11.12 november 2010 15 I 09Een herstelmethode kunnen we veelal ookweer gebruiken om verschillende basisprinci-pes van herstel te bereiken.Zo kunnen we `bescherming tegen indringen'of `constructieve versterking' bereiken doorinjecteren. Door coaten kunnen we onder meer`bescherming tegen indringen', `beheersen vande vochtigheid', `fysische weerstand verho-gen', `chemische weerstand verhogen' en `ver-hogen van de elektrische weerstand' bereiken.5. Stel de eisen aan de reparatiesvast (EN 1504-2 t/m 7)De eisen die we aan betonreparaties stellenmoeten we vooraf met de verschillende par-tijen overeenkomen.Bij betonreparaties kiezen we er bij voorkeurvoor om een prestatieomschrijving van dereparatiemethode te geven in plaats van eenbepaald product voor te schrijven. Bij hetopstellen van de eisen kan EN 1504 van grootnut zijn. De verschillende verkrijgbare produc-ten zijn gebaseerd op deze voorschriften enook de certificatie van producten en aanne-mers is hierop gebaseerd. Door de voorschrif-ten te gebruiken voorkomen we tegenstrijdig-heden en kan een aannemer een goedproduct kiezen.In de delen 2 t/m 7 van EN 1504 wordt be-schreven wat de eisen aan herstelmethodenzijn. In EN 1504-8 worden eisen aan de uit-voering en de uitgevoerde reparaties gesteld.Hierin worden basiseisen gesteld die voorelke toepassing gelden. Alleen het benoemenvan de voorschriften is onvoldoende; binnendeze voorschriften moeten we altijd keuzesmaken (keuzes tussen verschillende klassen)of er moeten expliciet extra eisen voor bijzon-dere toepassingen worden gesteld. Voorbeel-den van te maken keuzes zijn: sterkteklassenvoor betonmortels, eisen aan het uiterlijk vanreparaties, stroefheid van coatings, te vullenscheurwijdtes en de waterdruk op scheuren.Het stellen van de juiste eisen is complex.9VorstschadeVoor het herstellen van een scheur kan hetbasisprincipe voor herstel `Beschermentegen indringen' zijn. De reparatie moetervoor zorgen dat agressieve stoffen uithet milieu, bijvoorbeeld dooizouten, nietvia de scheur het beton indringen. Ditkunnen we bereiken met verschillendemethoden zoals vullen van scheuren (in-jecteren), aanbrengen van een mem-braan, afdekken van scheuren of door hetomvormen van een scheur in een kitvoeg.Voorbeeld13november 2010 15 I 09Veelal is niet direct uit de norm duidelijkwelke eisen voor een bepaalde situatie nood-zakelijk zijn en wat de hoogte van die eisenmoet zijn.6. Kies/selecteer een aannemerBetonreparatie is een specialistisch vak. Omreparaties goed te kunnen uitvoeren is veelkennis en ervaring noodzakelijk. Dit vraagtom gespecialiseerde aannemers.Om onderscheid te kunnen maken tussenaannemers is een certificatieregeling opgezet(volgens BRL 3201 'Nationale beoordelings-richtlijn voor het KOMO-procescertificaatvoor het toepassen van specialistische in-standhoudingtechnieken voor betoncon-structies'). Deze regeling is gebaseerd op EN1504. In de regelgeving worden eisen gesteldaan de ervaring en opleiding van zowel stafals uitvoerend personeel. Van gecertificeerdebedrijven mogen we aannemen dat de werk-nemers de kennis hebben om een goede re-paratie voor te stellen en uit te voeren.De te herstellen hoeveelheden zijn bij betonre-paratie vooraf vaak moeilijk in te schatten. Hetis daarom niet verstandig een aannemer teselecteren op een lage vaste prijs. Kiezen opeen goed herstelvoorstel en een lage verreken-prijs zorgt doorgaans voor een betere kwaliteit.7. Uitvoering (EN 1504-10)De uitvoering is bij een gecertificeerde aan-nemer in goede handen. Hij weet hoe mate-rialen moeten worden verwerkt, wat de bestevolgorde is om tot een kwalitatief goed resul-taat te komen en hoe dit te plannen. De aan-nemer moet echter wel de mogelijkhedenkrijgen om goed werk te leveren. Hierin spe-len weersomstandigheden een grote rol.De meeste betonreparatiematerialen functio-neren niet bij temperaturen onder de 5 of8 ?C. Deze materialen zijn veel gevoeliger dan`normaal' beton, omdat het gaat om dunnelagen en kleine hoeveelheden, waarbij hetmateriaal snel de hydratatiewarmte aan deondergrond afstaat. Ook hoge temperaturenHet bepalen van eisen voor betonreparatiemortelsBij betonreparatiemortels volgens EN 1504-3 worden standaard eisen gesteld aan druksterkte,chloridengehalte, hechting, hechting bij krimp en weerstand tegen carbonatatie. Daarnaast kunneneisen worden gesteld aan de hechting onder thermische belastingen, aan de thermische uitzet-tingsco?ffici?nt, de slipvastheid, de elasticiteitsmodulus en de waterabsorptie. Zoals eerder vermeldis het noodzakelijk dat we bepalen of een schade wel of geen constructieve consequenties heeft.Afhankelijk hiervan moeten we een eis aan de hoogte van de druksterkte en hechtsterkte en wellichtde stijfheid stellen. Daarnaast kunnen we extra eisen aan het eindresultaat stellen, bijvoorbeeld aande vlakheid, de gladheid, de kleur of de maximale scheurwijdte in de reparatie. Deze zijn echterniet benoemd in EN 1504. Hiervoor moeten we aparte eisen overeenkomen.Bij constructieve en niet-constructieve reparaties met mortels kunnen we kiezen uit vier klassen:twee voor constructief herstel en twee voor niet-constructief herstel. Door de klassen te omschrij-ven kunnen we een belangrijk deel van de eigenschappen vastleggen. De norm geeft ook moge-lijkheden voor het stellen van extra eisen. De CUR-Aanbevelingen hebben hun waarde bij hetvoorschrijven van de praktische uitvoering van reparaties.Bij constructieve reparaties moet een constructie bij herstel worden ontlast. Daarnaast moet deveiligheid van de werknemers in alle stappen van het reparatieproces gewaarborgd zijn.14 november 2010 15 I 09zijn niet wenselijk, omdat reacties te snel ver-lopen en water snel verdampt. Om deze laat-ste reden kan ook wind een nadelige invloedhebben.Voor het reageren van reparatiematerialen istijd nodig. Als we voor snelle materialen m?e-ten kiezen, kunnen we niet gemakkelijk ma-terialen vinden die aantoonbaar aan alle eisenvoldoen.8. Toetsen uitvoering (EN 1504-10)Aan betonreparaties is moeilijk te zien ofdeze goed zijn uitgevoerd. Een handmatigereparatie die er bij oplevering glad en strakuitziet, biedt geen garantie voor duurzaam-heid op de lange termijn. Om niet opnieuwcorrosie te veroorzaken zijn vooral de kwali-teit van de behandeling van de ondergronden de voor- en de nabehandeling van grootbelang.Binnen de BRL moet de aannemer al zijneigen werk keuren. Door de certificerendeinstellingen worden de werkzaamheden vande aannemer ongeveer zes maal per jaarsteekproefsgewijs gecontroleerd. Het doel10Het herstellen vanschadeReparatie met mortelVoor het uitvoeren van reparaties met ce-mentgebonden mortel moeten we al hetgecarbonateerde of door chloriden veront-reinigde beton rond de wapening verwijde-ren. Eventueel moeten we het staal ontroes-ten en na het hakken de losse delen van deondergrond verwijderen, bij voorkeur doorstralen. Voor een goede hechting moetenwe de ondergrond stofvrij maken en benat-ten. Na het aanbrengen van de mortelmoeten we nabehandelen door inpakken,bevochtigen of aanbrengen van curingcompound. Al deze handelingen kunnenwe naderhand slechts destructief controle-ren. Daarom zijn certificatie en toezicht tij-dens reparatiewerkzaamheden van grootbelang.15november 2010 15 I 09hiervan is niet zozeer de controle van de kwa-liteit van ??n specifiek werk, maar de kwaliteitvan het hele proces van de aannemer. Eenbelangrijk onderdeel is de keuring van hetvoorbehandelde betonoppervlak. Daarnaastkunnen we vlak na een reparatie de versemortel verwijderen om de juiste behandelingvan de ondergrond te controleren. Na afloopvan de werkzaamheden moeten we door af-kloppen en inspectie op scheuren, controle-ren of de reparaties goed vastzitten. Eventueelkunnen we hechtsterktemetingen uitvoeren.ConclusieAls we vooraf goed nadenken over uit te voe-ren betonreparaties, kunnen deze even langmeegaan als het bouwwerk waarvan ze deeluitmaken. NEN-EN 1504 is een belangrijkhulpmiddel om tot een goede reparatie tekomen.Literatuur? Betoniek 8/22 - Carbonatatie en corrosie.? Betoniek 8/25 - Scheurkalender.? Betoniek 9/19 - Injecteren van scheuren.? Betoniek 14/05 - De stukken eraf.? Betoniek 14/16 - Brand.? Betoniek 14/29 - Betonrecherche.? CUR/BV Rapport 172 - Duurzaamheid enonderhoud van betonconstructies.11Na herstel zie je erniets meer van16 november 2010 15 I 0915/10 - Gelijkwaardigheid getoetstNaast de verschillende soorten cement hebben latent-hydraulische en puzzolane vulstoffen sindsjaren een plekje op de Nederlandse betonmarkt. Betonproducenten kunnen met deze vulstoffenhun eigen bindmiddel samenstellen. Ons land heeft daar al de nodige ervaring mee. En ook deEuropese regelgeving geeft hiervoor mogelijkheden. Maar een opdrachtgever wil wel zekerheiddat beton met een combinatie van cement en vulstoffen hetzelfde presteert als beton met eenvertrouwd cement. Die zekerheid krijg je door de gelijkwaardigheid aan te tonen. De nieuweCUR-Aanbeveling 48 geeft aan hoe dat moet gebeuren. In de volgende Betoniek wordt deze aan-beveling nader onder de loep genomen.DankwoordDe redactie van Betoniek bedankt MaartenSwinkels van Intron voor het inbrengen vanzijn kennis en expertise bij de totstandkomingvan dit nummer.Betoniek is h?t vakblad over technologie enuitvoering van beton en verschijnt 10 keerper jaar. Betoniek wordt uitgegeven door?neas, uitgeverij van vakinformatie bv, inopdracht van het Cement&BetonCentrum.In de redactie zijn vertegenwoordigd:BAM Infra, BAS Research & Technology,BMC Certificatie, BTE Nederland, ENCI,Mebin en TNO. Voor de jaarlijkse afleveringover het Examen Betontechnoloog BV wordtsamengewerkt met de Betonvereniging.Uitgave ?neas, uitgeverij vanvakinformatie bvPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 - 65 00 85E: info@aeneas.nlWebsite www.betoniek.nlRedactie T: 0411 65 35 84E: betoniek@aeneas.nlVormgeving Inpladi bv, CuijkAbonnementen/adreswijzigingenUitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 65 00 85E: info@aeneas.nlAbonnementen 2010Jaarabonnement, inclusief toegang onlinearchief: 76 (excl. 6% btw)Buiten Nederland geldt een toeslag voorextra porto. Abonnementen lopen per jaaren kunnen elk gewenst moment ingaan.Opzeggen moet altijd schriftelijk gebeu-ren, uiterlijk twee maanden voor vervalda-tum. Kijk voor de mogelijkheden van mee-leesabonnementen op www.betoniek.nl.? ?neas, uitgeverij van vakinformatie2010.Niets uit deze uitgave mag worden over-genomen zonder toestemming van de uit-gever. De algemene publicatievoorwaar-den van de uitgever worden verondersteldbekend te zijn en zijn op aanvraag beschik-baar. Hoewel de grootst mogelijke zorgwordt besteed aan de inhoud van het blad,zijn redactie en uitgever van Betoniek nietaansprakelijk voor de gevolgen, van welkeaard ook, van handelingen en/of beslissin-gen gebaseerd op de informatie in dezeuitgave.Niet altijd kunnen rechthebbenden van ge-bruikt beeldmateriaal worden achterhaald.Belanghebbenden kunnen contact opne-men met de uitgever.In onzevolgendeuitgave
Reacties