113|30 Betoniek november 2006Beheerst scheurenIn de krant lezen we regelmatig over problemen in gebouwen met scheuren.Soms zijn de scheuren in het beton zo groot, dat onderdelen gestut moetenworden. Soms is er zelfs sprake van ontruiming. Kunnen we iets doen omscheuren te voorkomen? Of moeten we scheurvorming in beton accepteren?Van een deel van de scheuren weten we immers, vanuit het ontwerp, datze zullen gaan optreden. In dat geval moeten ze natuurlijk niet te grootworden. Beheerste scheuren zijn dus geen enkel probleem. In deze 'Betoniek'beschrijven we op eenvoudige wijze de problematiek van beheerste scheur-vorming in beton. Eén en ander lichten we toe met voorbeelden.Betoniek13 30B A N D U I T G AV Enovember 2 0 0 6 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O N2 13|30 Betoniek november 2006Scheurvorming in beton, we hebben er allemaalwel eens mee te maken. Scheuren kunnen verschil-lende vormen aannemen. Denk hierbij aan rechtescheuren, craquelé (netvormig) zowel fijnmazigals grofmazig , horizontale of verticale scheuren.De vorm van de scheuren en het tijdstip van op-treden vertelt veel over de oorzaak van de scheuren.In de zogenoemde 'Scheurkalender' (Betoniek 8/25)hebben we al eens eerder de typen scheurvormingen de oorzaken op een rij gezet. In kader 1 wordendeze nog eens kort herhaald.Scheurvorming voorkomenLettend op de Scheurkalender valt meteen op datsommige scheuren te voorkomen zijn, als je maarde juiste maatregelen treft. Neem bijvoorbeeld deplastische krimp, type E en F. Dit type scheur-vorming treedt op als na het storten water verdamptuit het specieoppervlak. Wanneer de verdampings-snelheid groter is dan de snelheid waarmee hetwater door de onderliggende poriën wordt aange-voerd.Kader 1 Scheurkalender (Betoniek 8/25)Omschrijving fenomeen verwijzing naar figuur nadere aanduidingsedimentatie / zetting A boven de wapeningB silowerkingC verandering van de doorsnedeD zetting van de bekistingplastische krimp E meestal diagonaalF willekeurigG boven de wapeningthermische krimp in jong beton H uitwendige verhindering van vervormingI inwendige verhindering van vervorminguitdrogingskrimp J relatie met niet functionerende krimpvoegcraquelé K tegen bekistingL monoliet afgewerkte vloerenwapeningscorrosie M carbonatatie, chloriden geïnitieerd313|30 Betoniek november 2006In dat geval droogt het verse beton uit aan het opper-vlak uit. Door deze uitdroging en door de oppervlak-tespanning in het nog aanwezige water krimpt despecie. Als deze volumevermindering op enigerleiwijze wordt verhinderd, ontstaan trekspanningen.Worden deze spanningen te hoog, dan ontstaanplastische krimpscheuren. Dergelijke scheurvormingkun je voorkomen door een goede nabehandeling nahet storten, waarbij het water in het beton blijft.Een ander voorbeeld is de scheuren genoemd ondertype H en I, de thermische krimp in jong beton.Bij de reactie van cement met water komt warmtevrij. Door deze warmte stijgt de temperatuur in hetbeton. Door afkoeling naar de omgeving stijgt detemperatuur niet op elke plaats evenveel. Er ont-staan temperatuurverschillen en daarmee verschilin vervorming in de constructie. Wanneer deze ver-vormingen verhinderd worden, bijvoorbeeld dooreen al eerder gestorte vloer, ontstaan spanningen.Deze spanningen kunnen leiden tot scheuren.Door beperking van de temperatuurverschillen,bijvoorbeeld door het beton te koelen tijdensde verharding, blijven de spanningen lager dan detreksterkte van het beton. Op die manier voorkomtje scheurvorming. In 'Betoniek 11/18' is dezetechniek uitgebreid beschreven.Dit zijn twee voorbeelden van scheurvorming inbeton die je met extra maatregelen kunt voorkomen.Maar is scheurvorming wel in alle gevallen te voor-komen? Zijn scheuren in beton eigenlijk niet heelgewoon?Scheurvorming beheersenBeton is een materiaal dat vooral geschikt is voor hetopnemen van drukkrachten. Voor het opnemen vantrekkrachten is beton veel minder geschikt. We ziendat ook aan de druk- en treksterkte van beton.De druksterkte is vaak zo'n factor 10 groter dande treksterkte. Met het opnemen van wapening inbeton is dit nadeel opgeheven. Staal is wel uitermategeschikt om trekkrachten op te nemen.Een voorbeeld waarin de werking van de wapeningnaar voren komt is een ligger op twee steunpun-ten. Wanneer we op deze ligger een kracht plaat-sen, buigt de ligger door (zie figuur 1a). Aan debovenzijde van de ligger wordt het beton in elkaargedrukt: drukkracht. Aan de onderzijde van deligger wordt het beton uit elkaar getrokken: trek-kracht. Voor het opnemen van deze trekkracht wordtonderin de ligger wapening opgenomen(zie figuur 1b)De verdeling, waarbij het beton de druk opneemt enhet staal de trek, zien we ook terug bij het berekenenvan constructies. Gemakshalve gaan we hierbij vaakuit van het model dat beton geen treksterkte heeften dat de trekkracht door de wapening wordtopgenomen. Eigenlijk berekenen we een beton-constructie die gescheurd is door de belastingenop de constructie (zie figuur 1c). Overigens is dezescheurvorming geen probleem voor het functione-ren van de constructie. Wel moeten we aandachthouden voor de omvang van de scheuren: de scheur-wijdte mag niet te groot zijn. Scheuren die van verrezichtbaar zijn, geven geen betrouwbare indruk vande constructie. Verder leiden grote scheuren tot eenminder duurzame constructie: agressieve stoffenkunnen door de grote scheurwijdte eenvoudig dewapening bereiken, waardoor corrosie kan ontstaan.Een en ander leidt tot de volgende conclusie.Scheurvorming in een betonconstructie door debelasting is heel gewoon, alleen mag de scheurwijdteniet te groot worden. Het streven is dus omde scheurwijdte te beheersen.Fwapeningdruk trekFF FF FEen ligger op 2 steunpunten, op buiging belastABC4 13|30 Betoniek november 2006Het beton wordt dus korter. Deze twee effecten:het langer worden van de wapeningsstaaf en hetkorter worden van het beton zorgen ervoor datwe aan de buitenzijde een scheur met een bepaaldescheurwijdte zien ontstaan (zie figuur 4).Na het ontstaan van de scheur blijven we trekkenaan de balk. Wanneer de balk voldoende lengte heeftontstaat er na de eerste scheur nog een tweede enmogelijk een derde en vierde scheur. Dit kunnenwe begrijpen als we bedenken dat ter plaatse van descheur de kracht in het beton nul is; tegelijkertijdstaat er een maximale kracht op de wapeningsstaaf.Naast de scheur wordt de kracht uit de wapenings-staaf door de aanhechting naar het beton overge-dragen. Bij voldoende afstand van de scheur wordtde kracht uit de wapeningsstaaf volledig overge-dragen aan het beton. De situatie daar is te verge-lijken met de situatie in de balk vóór de eerstescheur. Op die locatie kan dan opnieuw een scheurontstaan. Aan de buitenzijde van de balk zien we indit geval geen toename van de scheurwijdte van deeerste scheur. Alleen ontstaan er meerdere scheuren(zie figuur 3d).GedachtenexperimentWelke factoren bepalen nu precies de scheurwijdte?Om op deze vraag een antwoord te geven, doen weeen gedachtenexperiment. We hebben een balk metdaarin een wapeningsstaaf (zie figuur 2).Aan deze balk wordt getrokken, het kan daarbij gaanom zowel een kracht als een vervorming (zie figuur3a). Door de trekkracht ontstaat er een trekspanningin het beton. Met het toenemen van de trekkrachtneemt ook de trekspanning in het beton toe.Er komt een moment dat de trekspanning zover istoegenomen dat deze gelijk wordt aan de treksterktevan het beton. Wanneer de trekkracht nog verderwordt opgevoerd, scheurt het beton (zie figuur 3b).De wapeningsstaaf in de balk is verbonden met hetbeton, er is aanhechting tussen het beton en dewapeningsstaaf. Door deze aanhechting breekt debalk bij het scheuren van het beton niet in tweestukken. De wapeningsstaaf houdt de stukken bijelkaar. Dit heeft wel tot gevolg dat ter plaatse van descheur de trekkracht die even daarvoor in het betonaanwezig was, nu moet worden opgenomen door dewapeningsstaaf. De wapeningsstaaf draagt door deaanhechting deze trekkracht naast de scheur weerlangzaam over aan het beton (zie figuur 3c).Nu gaat het ons verder niet om het krachtenverloopin het beton. We willen weten wat precies de scheur-wijdte bepaalt. Om dat te begrijpen kijken we nauw-keurig naar wat er gebeurt ter plaatse van de scheur.Als eerste hebben we de wapeningsstaaf. Doordatdeze staaf de kracht uit het beton moet opnemenwordt de staaf langer. Dit kunt u vergelijken met hettrekken aan een elastiekje. Het omgekeerde gebeurtmet het beton ter plaatse van de scheur. Het betonwas onder invloed van de trekspanning uitgerekt,maar verliest de spanning door het scheuren.Gedachtenexperiment, balk met wapeningstaafF = trekkrachtFoverdracht van trekkracht aan betonFF FF FF FGedachtenexperiment, samenspel van beton en staal bij hetopnemen van trekkrachtABCD513|30 Betoniek november 2006Dit houdt in dat de staaf langer wordt zonder extrakracht. In dat geval blijven de stukken van de balkmet elkaar verbonden, maar de scheurwijdte wordtwel veel groter. Beide situaties zijn natuurlijk nietgewenst in een constructie. Om dit te voorkomenmoet er een minimale hoeveelheid wapening inhet beton worden aangebracht. Op het momentvan scheuren kan deze minimumwapening de trek-kracht uit het beton opnemen zonder te vloeien.Factoren die de scheurwijdte beïnvloedenAls tweede vragen we ons af: welke factoren hebbennu invloed op de scheurwijdte? We weten dat netvóór het scheuren de trekspanning in het betongelijk is aan de treksterkte. De treksterkte vermenig-vuldigd met het betonoppervlak is dan de trekkrachtdie door de wapeningsstaaf moet worden over-genomen. Op basis hiervan zetten we op een rijwelke factoren de scheurwijdte beïnvloeden.Hierbij variëren we elke keer maar één parameter:· Op de eerste plaats een toenemende treksterktevan het beton (bijvoorbeeld door een hogerebetonkwaliteit). Dit resulteert in een groteretrekkracht, die in geval van scheuren door dewapeningsstaaf moet worden overgenomen.De scheurwijdte neemt hierdoor toe.· Niet alleen een hogere treksterkte van het betonleidt tot een grotere trekkracht in de wapening.Ook als de treksterkte van het beton gelijk blijftmaar het betonoppervlak tegelijkertijd toeneemt,is het resultaat een grotere trekkracht. Deze trek-kracht moet opgevangen worden door de wape-ningsstaaf. De scheurwijdte neemt toe.· Een ander geval is het wanneer de trekkracht vanhet beton gelijk blijft, maar het oppervlak van dewapeningsstaaf afneemt. De trekkracht uit hetbeton moet worden opgevangen door een kleineroppervlak van de wapeningstaaf. Dit leidt tot eengrotere uitrekking en een toename van de scheur-wijdte.Het betonoppervlak en het wapeningsoppervlakworden vaak samengevoegd tot één parameter: hetwapeningspercentage. Wanneer wij dat ook doenzien we dat de scheurwijdte afhankelijk is van detreksterkte van het beton en het wapeningspercen-tage. Een hogere treksterkte of een lager wapenings-percentage leidt tot een grotere scheurwijdte.Minimum wapeningspercentageAan de hand van dit gedachtenexperiment kunnenwe nog wat dieper op een aantal punten ingaan.Als eerste het moment van scheuren van het beton.Zoals we lazen, moet op dat moment de trekkrachtuit het beton worden opgenomen door de wape-ningsstaaf. Om deze kracht op te nemen moet dewapeningsstaaf natuurlijk wel sterk genoeg zijn.Als de trekkracht uit het beton groter is dan detreksterkte van de wapeningsstaaf breekt deze.Het komt ook voor dat de trekkracht uit het betonniet leidt tot het breken van de wapeningsstaaf,maar tot het vloeien van de wapeningsstaaf.Kader 2 WapeningspercentageHet wapeningspercentage van een constructie-onderdeel is als volgt gedefinieerd:w = As / Acw = WapeningspercentageAs: het staaloppervlak in een doorsnedeAc: het oppervlak van de betondoorsnedeWe gebruiken het wapeningspercentage in bereken-ingen. Wanneer het wapeningspercentage en dedoorsnede bekend zijn kunnen we het staaloppervlakberekenen (mm2). Dit staaloppervlak kan vertaaldworden in wapeningsstaven.2 1 2Zichtbare scheurwijdte is eenoptelsom van1. het langer worden van de staaf2. het korter worden van betonZichtbare scheurwijdte6 13|30 Betoniek november 2006Omgekeerd moeten we, om een kleinere scheur-wijdte te bereiken, een lagere treksterkte realiserenof het wapeningspercentage verhogen. Uiteraard isde laatste mogelijkheid het gangbaarst.Afsluiting gedachtenexperimentWe zetten de uitkomsten van dit gedachten-experiment nog eens op een rij:· Er moet voldoende wapening in het betonopgenomen zijn om bij scheurvorming bezwijkenof vloeien van de wapening te voorkomen.Hiervoor is een minimum wapeningspercentagenodig.· De scheurwijdte wordt in belangrijke matebepaald door de treksterkte van het beton enhet wapeningspercentage. Dit geldt voor iederescheur die ontstaat, totdat de balk over degehele lengte scheuren vertoont. Daarna neemtde scheurwijdte toe.BuigingWe gaan terug naar de ligger op twee steunpunten.Het is daarbij goed om ons te realiseren dat we inons gedachtenexperiment uitgegaan zijn van eenbalk waaraan getrokken wordt. Er heerst volledigetrek in de doorsnede. Nu is dit eigenlijk niet zo'ngebruikelijke situatie: een constructie die volledigop trek wordt belast. In de praktijk is er veel vakersprake van een combinatie van druk en trek,ofwel buiging. In ons eerdergenoemde voorbeeld(zie figuur 1) van de ligger was daarvan ook sprake.De vraag is nu of we aan de hand van ons gedachten-experiment ook wat kunnen zeggen over dezesituatie. We beginnen dan met het nogmaals teke-nen van de ligger, waarbij we hebben aangegevenwelk deel van de ligger onder druk staat en welk deelonder trek. Met wat fantasie kunnen we het onderstedeel van de ligger (het trekgedeelte) beschouwen alsde balk uit ons gedachtenexperiment.Met dit als uitgangspunt gaan we kijken naar deligger. Hierbij gebruiken we de twee genoemde pun-ten bij de afsluiting van het gedachtenexperimentals houvast. De eerste vraag is: wat is het minimumwapeningspercentage? Dit antwoord vinden we inde VBC (NEN 6720:1995). In artikel 9.9.2.1 staat voorelke sterkteklasse het minimum wapeningspercen-tage gegeven (zie ook tabel 1). Wanneer we ditwapeningspercentage toepassen in onze op buigingbelaste ligger weten we dat er bij scheurvorminggeen breuk of vloei optreedt.Het tweede punt betreft de scheurwijdte. Om descheurwijdte te berekenen hebben we een formulenodig. Zo'n formule vinden we niet in de VBC.Kader 3 Kracht of spanningHet verschil tussen kracht en spanning wordt duidelijkaan de hand van een punaise. Wanneer we met onzeduim op een punaise drukken brengen we over hetgehele oppervlak van de kop een drukspanning aan.Door de vorm van de punaise wordt deze drukspanninguiteindelijk geconcentreerd in één punt. De drukspanningop de kop wordt omgezet in een drukkracht ter plaatsevan de punt. Deze drukkracht is net zo groot als dedrukspanning, vermenigvuldigd met het oppervlak.Hierdoor is het mogelijk om met een kleine inspanningde punaise in de muur te drukken.Tabel 1Minimum wapeningspercentageafhankelijk van de sterkte klassesterkteklasse C12/15 C20/25 C28/35 C35/45min. Wap % 0,12 0,15 0,18 0,21Tabel 2 Grenswaarde van de scheurwijdteter hoogte van de uiterste vezel(Bron NEN 6720:1995 (VBC) wijzigingsblad A3:2004)Milieuklasse Scheurwijdte w [mm]Zonder voor- Met voor-spanstaal spanstaalX0 - -XC1 0,4 0,3XC2 t.m. XC4 0,3 0,2XF1 en XF3XD1 t.m. XD3 0,2 0,1XS1 t.m. XS3XF2 en XF4XA1 t.m. XA3Voor omhullende strengen volgens NEN 3868 is dekolom "Zonder voorspanstaal" van toepassing713|30 Betoniek november 2006Wel vinden we daar grenswaarden voor de scheur-wijdte. Deze zijn afhankelijk van de geldende milieu-klasse (zie tabel 2).Deze grenswaarden zijn het uitgangspunt voorde zogenaamde wapeningsdetailleringsregels.Deze regels bestaan uit een groot aantal tabellen.Die tabellen gebruiken we om te controleren ofde berekende wapening uit de belasting voldoendeis om de scheurwijdte onder de grenswaarde tehouden.Een voorbeeld met buigingIn ons voorbeeld gaan we uit van een gewapendevloer met een dikte van 250 mm en een breedte van1000 mm (strookbreedte). De vloer wordt op buigingbelast en is berekend in een C28/35-kwaliteit.Voor deze vloer hebben we het minimum wape-ningspercentage bepaald volgens tabel 1. Bij deC28/35 hoort minimaal 0,18 % wapening. De scheur-wijdte kunnen we, zoals gezegd, niet direct bereke-nen met de formules uit de VBC. We kunnen echterwel toetsen of de vloer voldoet aan de grenswaardevoor de scheurwijdte bij de van toepassing zijndeKader 4 Berekende wapening percentages behorende bij de voorbeelden.Tabel 3: Voorbeeld vloerbuiging (vloer) minimaal wapenings- benodigd staaloppervlak omgerekend in stavenpercentage *) fk hoh (mm2)Voorkomen brosse breuk 0,18% 450 mm2 12 250 (452)wmax = 0,3 mm(XC2) 0,35% 875 mm2 12 125 (905)wmax = 0,2 mm(XD3) 0,53% 1325 mm2 12 85 (1331)*) berekend met alleen wapening voor het belastinggeval buiging, conform de VBC.Tabel 4: Voorbeeld kolomzuivere trek (kolom) minimaal wapenings- benodigd staaloppervlak omgerekend in aantal stavenpercentage *) fk 20 mm (mm2)Voorkomen brosse breuk 0,90% 1440 mm2 5 (1571)wmax = 0,3 mm(XC2) 0,92% 1472 mm2 5 (1571)wmax = 0,2 mm(XD3) 1,38% 2208 mm2 8 (2513)*) berekend met wapening voor het belastinggeval zuivere trek, conform de ROBK versie 6.(ROBK = Richtlijnen voor het Ontwerpen van Betonnen Kunstwerken)Toelichting op tabel 3 en 4In deze tabellen zijn de minimale wapeningspercentages voor elke situatie aangegeven. Op basis van dit minimalewapeningspercentage kunnen we aan de hand van het betonoppervlak het benodigde staaloppervlak vaststellen.Bij de vloer is dit staaloppervlak omgerekend naar staven fk 12 mm en een hart op hart afstand. Bij de kolom ishet staaloppervlak omgerekend naar een aantal staven fk 20 mm.De resultaten in deze tabellen zijn alleen van toepassing op het voorbeeld. Bij andere constructies of andere sterkte-klassen zijn eventueel andere hoeveelheden nodig.8 13|30 Betoniek november 2006milieuklassen. Ons voorbeeld wordt uitgewerkt metde milieuklasse XC2 en XD3. Bij de berekening inmilieuklasse XC2 controleren we de wapening opeen maximaal toelaatbare scheurwijdte van 0,3 mm.Bij milieuklasse XD3 voeren we deze berekeninguit voor een maximaal toelaatbare scheurwijdte van0,2 mm. (zie tabel 2). Het verschil in wapening tus-sen deze twee situaties geeft een indicatie van dewapening die nodig is om een reductie van descheurwijdte van 0,1 mm te realiseren.Hoe gaat de controle van de wapening nu in zijnwerk. Voor de sterkte van een constructie heeft deconstructeur een hoeveelheid wapening berekend.Vervolgens controleert hij de wapening met behulpvan de "wapeningdetailleringsregels". Als dewapening aan deze regels voldoet, houdt dit indat ook voldaan wordt aan de scheurwijdte eis.Voldoet de wapening niet aan de regels, dan zal dewapening moeten worden aangepast en opnieuwmoeten worden gecontroleerd.De gevonden wapeningspercentages van ons voor-beeld zijn weergegeven in tabel 3. Hierbij vallen tweezaken op. Ten eerste is het minimumwapeningsper-centage (tabel 1) onvoldoende om een scheurwijdtekleiner dan 0,3 mm te realiseren. Verder valt op dater een groot verschil in wapening bestaat tussen detwee milieuklassen. De reductie van de scheurwijdtemet 0,1 mm (van 0,3 mm naar 0,2 mm) leidt tot eentoename van het wapeningspercentage van ongeveer50 procent. Scheurwijdtebeheersing kost dus veelextra wapening.Een voorbeeld van zuivere trekIn het voorbeeld zijn we uitgegaan van buiging,aangezien dit het meest voorkomende belastinggevalis. Bij buiging staat een deel van de doorsnede ondertrek. Nu zijn er ook situaties denkbaar waarbij degehele constructie onder trek staat. We noemen dit'zuivere trek'. Dit belastinggeval komt vooral voorbij opgelegde vervormingen, zoals temperatuur-belastingen.Wat dit voor gevolgen heeft voor de beheersing vande scheurwijdte en de wapening laten we zien aande hand van een kolom (400x400 mm) die op zuiveretrek wordt belast. We zijn verder uitgegaan vandezelfde situaties als bij de vloer. De resultatenvan deze berekening zijn weergegeven in tabel 4.Wat opvalt zijn de veel hogere wapeningspercen-tages die uit de berekeningen volgen. Op alle frontenzijn de wapeningspercentages fors toegenomen.Voor het beheersen van de scheurwijdte bij zuiveretrek is veel meer wapening nodig dan bij buiging.Dit vraagt dus om een goede afweging in het ont-werp. Bestaat er een kans op een belastinggeval metzuivere trek, dan leidt dit tot fors meer wapening.Tot slotWe zetten nogmaals alle aandachtspunten op eenrij. We begonnen met de constatering dat scheur-vorming in beton optreedt. Door een goede uit-voering zijn sommige typen scheurvorming te voor-komen. Denk hierbij aan plastische krimp. Met eengoede nabehandeling treedt deze scheurvormingniet op. Andere vormen van scheurvorming, zoalsthermische krimp in jong beton, kun je voorkomenmet maatregelen als het koelen en verwarmen vanbeton. Daarnaast is er een groot aantal scheuren dieje helemaal niet kunt voorkomen. Wat wel kan ishet beheersen van deze scheuren (dat houdt in datde scheurwijdte beperkt blijft).Om hierin meer inzicht te krijgen is het goed om tekijken hoe de scheurwijdte bepaald wordt en wat derol van wapening daarin is. Wanneer een constructiescheurt moet er voldoende wapening aanwezig zijnom de scheurkracht op te nemen. Daarnaast wordtde scheurwijdte in belangrijke mate bepaald doorde treksterkte van het beton en het wapenings-percentage. Aan de hand van een voorbeeld hebbenwe gemerkt dat scheurwijdtebeheersing kan leidentot fors meer wapening.Al met al is scheurvorming in beton (dus) vooreen deel te voorkomen. Voor een ander deel zijnscheuren gewoon onderdeel van het materiaal.Deze scheuren hebben geen invloed op het func-tioneren en de duurzaamheid van de constructie,mits de scheurwijdte beheerst wordt.Literatuurlijst· Betoniek 8/25 Scheurkalender· Betoniek 10/22 Krimp· Betoniek 11/14 Koelen en knuffelen· Betoniek 12/24 De B van Beton· NEN 6720 - Voorschriften Beton -TGB 1990 Constructieve eisen en rekenmethode (VBC 1995),inclusief wijzigingsblad A3:2004.913|30 Betoniek november 2006· Richtlijnen voor het Ontwerpen van BetonnenKunstwerken (ROBK) versie 6, Uitgave van deBouwdienst van Rijkswaterstaat. d.d. 6 februari2006;· Theorie en praktijk van het gewapend beton, deelI. Prof.dr.ir. A.S.G. Bruggeling10 13|30 Betoniek november 2006ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied van debetontechnologie en verschijnt 10 keerper jaar. In de redactie zijn vertegen-woordigd: ENCI,-MEBIN, CUR, BAM Civielen de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave: ENCI MediaPostbus 3532,5203 DM 's-HertogenboschRedactie: 073 - 640 12 31E-mail: encimedia@enci.nlWebsite: www.enci.nlAbonnementen/adreswijzigingen:Abonnementen en adreswijzigingenvoor betoniek worden verzorgd door:Betapress Abonnementen ServicesPostbus 97, 5126 ZH Gilzetel: 0161 - 45 95 86fax: 0161 - 45 29 13email: betoniek@Betapress.Audax.nlAbonnementsprijzen 2006:Nederland 1 21,00België 1 22,00Overige landen 1 29,00Aanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op ieder gewenstmoment ingaan en worden automatischvoor een jaar verlengd, tenzij één maandvoor vervaldatum schriftelijk wordt opge-zegd.Overname van artikelen en illustratiesis toegestaan, onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xIn onze volgende uitgaveSpuitbetonHet is toch een mooi idee. Je gooit het beton heel hard tegen iets aan,het blijft hangen en het heeft nog een goede kwaliteit ook. Deze beloftemaakt spuitbeton, indien het goed is aangebracht, waar. In de volgendeBetoniek geven we na bijna 20 jaar weer eens aandacht aan spuitbeton.In deze tijd kan er nogal wat meer dan in het verleden. De aanpassingenaan het betonmengsel en door het werken met robots zijn de mogelijkhe-den van dit materiaal verbreed. Een goede reden om iedereen weerop de hoogte te brengen van deze techniek. In de Betoniek wordtuitgelegd wat spuitbeton is, hoe het wordt aangelegd, wat de laatsteontwikkelingen zijn, wat belangrijke aandachtspunten zijn en er wordenenkele voorbeelden gegeven van toepassingen.Foto pagina 1: 'beheerst scheuren' (foto: Getty Images)13|30 Betoniek november 2006nieuwsCement&BetonCentrumHet nieuw op te richtenCement&BetonCentrum is eenorganisatie waarin toonaange-vende cementindustrieën hunkrachten bundelen om een actievebijdrage te leveren aan de ontwik-keling van de markt voor cementen beton in Nederland.Het doel van het Cement&BetonCentrum is het bevorderen vanhet gebruik van cement en beton,zowel in kwaliteit als in kwan-titeit. De activiteiten van hetCement&BetonCentrum zijn eropgericht bij te dragen aan de ver-dere ontwikkeling van de toepas-sing van beton en aan de verbete-ring van de concurrentiepositievan cement en beton, ten opzichtevan alternatieve bouwmaterialen.Het Cement&BetonCentrumricht zich op die professionals inde bouwwereld, die beslissen ofadviseren over de toepassing vanmaterialen. Dit zijn opdrachtge-vers, architecten, constructeurs,bouwers en technologen.De kernactiviteiten van hetCement&BetonCentrum zijn hetbevorderen van de uitwisselingvan kennis en het met elkaar incontact brengen van specialisten.Het Cement&BetonCentrum zalde ontwikkeling en uitwisselingvan kennis voortdurend initiërenen stimuleren. Dat doet men meteen team van mensen met veelervaring op het gebied van kennis-ontwikkeling, kennisoverdracht,technische regelgeving, belangen-behartiging, marktonderzoek encommunicatie.PublicatiesBetontechnologieDe vierde volledig herziene drukvan de cursus Betontechnologievan de Belgische betongroepe-ring is uit. Het is een dik boekgeworden van meer dan 600 blad-zijden. 23 auteurs, verbonden aanuniversiteiten, onderzoeksinstel-lingen, federaties of de industrie,hebben eraan meegewerkt.www.gbb-bbg.beCompleet naslagwerk gietbouwin de woningbouwGietbouw is de laatste jaren sterkin beweging. Dankzij de laatsteontwikkelingen sluit de bouw-methode nog beter aan op detoekomstige bouwopgave. Om diereden is de succesvolle uitgave`Gietbouw in de woningbouw'volledig herzien. Voor meerinformatie zie: www.vobn.nlHandleiding cementbeton-verhardingen - Basis-constructies (CROW P220)Alle basisinformatie over heden-daagse betonverhardingenagenda23 november 2006BFBN-Themadag KOMO/CE/Europese normering, WoerdenMeer informatie: www.bfbn.nl30 novemberKwartaalvergadering StubecoMeer informatie: www.stubeco.nl5, 6 en 7 december 2006Beton Vakdagen GorinchemEvenementenHAL, Franklinweg 2te GorinchemMeer informatie:www.evenementenhalgorinchem.nl7 december 2006Nederlands Wegen Congres,De Doelen, RotterdamMeer informatie: www.crow.nl13-15 februari 2007BetonTage, Edwin Scharff-Haus,neu-UlmMeer informatie: www.betontage.de13 30B A N D U I T G AV Enovember 2 0 0 6in één publicatie. Dat is kortsamengevat CROW-publicatie220: 'Handleiding cementbeton-verhardingen - basisconstructies'.De publicatie vormt een herzie-ning van CROW-publicatie 120 enbiedt een praktische leidraad vooriedereen die betrokken is bij hetvoorbereiden en aanleggen vaninfrastructuurprojecten in beton.De publicatie richt zich geheel opde Nederlandse praktijk met talvan voorbeelden. Dat maakt de'Handleiding cementbetonverhar-dingen - basisconstructies' tot eenherkenbare en praktischeuitgave voor iedereen die betrok-13|30 Betoniek november 2006ken is bij het voorbereiden en aanleggen van lijn-infrastructuur in beton. www.betoninfra.nlOnderzoekKwartsstofbelastingBetonreparateurs staan bij sommige betonreparatie-klussen bloot aan kwartsstof. Een te hoge concentra-tie kwartsstof kan slecht voor de gezondheid zijn endaarom gelden per 1 januari 2006 voorwaarden voorde maximale concentratie kwartsstof.De VBR heeft in de afgelopen jaren actief meege-werkt aan het onderzoek naar oplossingen en aande begeleiding van implementatie van de nieuweMAC-waarde (MAC = maximaal aanvaardbareconcentratie) voor carcinogeen respirabel kwarts.Inmiddels is het nodige bereikt, maar de VBRblijft werken aan innovaties die bijdragen aan eengezonde werkomgeving.Zie: www.vbr.nl/nieuwsdetail/14Training & cursussenTraining tunnelgietbouwWilt u leren hoe u nog sneller kunt bouwen?Hoe u materieel, materiaal en arbeid optimaal opelkaar kunt afstemmen? Hoe een juiste benaderingvan het bouwproces leidt tot een betrouwbare enbeheersbare planning? Kom dan naar de trainingTunnelgietbouw.In deze training lichten ervaren deskundigen uitde praktijk het bouwsysteem tunnelgietbouw toe.Aan de hand van diverse praktijkvoorbeeldenkunt u zelf ervaren hoe u het bouwproces kuntoptimaliseren.Tijdens de training komen onder meer aan bod:toepassingsmogelijkheden van de diverse tunnel-bekistingen, een project-, ontwerp- en procesanalyse,bouwtijdbepaling en het integreren van de gevel- endaksluiting en installaties in de ruwbouw.· donderdag 23 november in Nunspeet· dinsdag 12 december in Veldhoven· donderdag 14 december in HoofddorpVoor meer informatie: www.vobn.nlBeton InnovatieforumDe Belgische Betongroepering (BBG) en het Techno-logisch Instituut (TI-KVIV) organiseren de derdeeditie van het Beton Innovatieforum. En wel op18 januari 2007 te Elewijt. Bijna veertig inzendin-gen kwamen binnen. Hieruit zijn elf inzendingengeselecteerd. Een volledig programma wordt laterbekend.De eerste edities van het Innovatieforum vondenplaats in 2002 en 2004 en waren ronduit succesvol.Veel voorstellen en hoge kwaliteit. Ondanks deeeuwenoude traditie blijken nog vele innovatiesmogelijk in de betontechnologie, uitvoeringspraktijken het ontwerpen van betonstructuren. Vaak zijnhet kleine verbeteringen of aanpassingen.Bijvoorbeeld van het bekisten, het verwerken vanbeton of het aanpassen van de eigenschappenvan beton. Of innovatie gericht op dienstverleningaan betonbedrijven of het optimaliseren van hetproductieproces. Kleine veranderingen kunnengrote waarde hebben. www.gbb-bbg.beZelfverdichtend betonGeorganiseerd door Rilem en Universiteit Gent,zal het 5de Internationaal Symposium over zelf-verdichtend beton van 3 tot 5 september 2007 teGent plaatsvinden.Samen met de 61ste de Internationale Rilem week,van 3 tot 7 september 2007Meer informatie: www.gbb-bbg.be
Reacties