TE5 T C H T N G BETONPR 5 M APOSTBUS 35325203 DM -sHERTOGENBOSCHBeton voor vloerenZoals wellicht bekend, wordt het meeste beton inhorizontale constructies toegepast. In deze constructies,vloeren en verhardingen, is veelal sprake van een zoge-naamde functiesplitsing. Enerzijds zorgen de afmeting, desterkte en de eventuele wapening voor het draagvermo-gen, anderzijds moet het oppervlak voldoen aan de eisendie het optredend verkeer stelt. Deze twee hoofdaspec-ten vragen een zorgvuldige invulling van de toe te passenbetonsamenstelling. Verder is het uitvoeren van vloerenzodanig specifiek dat ook hiermee uitdrukkelijk rekeninggehouden moet worden.Mede gezien het feit dat recent de ontwerp-norm NEN2743 'Oppervlak monolitisch afgewerkte betonvloeren' isverschenen, acht de redactie dit voldoende aanleiding omop een aantal technologische aspecten nader in te gaan.Overigens wordt in de praktijk meestal gesproken over'monoliet afgewerkte vloeren'.genoemd en buiten heet dezelfdeconstructie (dikte, kwaliteit,fundering enz.) een verharding.Het zou beter zijn om te sprekenvan bedrijfsverhardingen, teonderscheiden in vloeren (zowelbinnen als buiten), en openbareverhardingen, de wegen.ClassificatieBetonvloeren worden ingedeeldop grond de volgendeaspecten.Construetietype:- vrijdragend;- elastisch ondersteund.Soort wapening:- ongewapend, al dan niet metvezels;- gewapend, eventueel voor-gespannen.In de inleidingis gesproken overvloeren en verhardingen. Geziende titel zullen we het hier verderhebben over vloeren. Het verschiltussen deze beide is eigenlijk meereen theoretische dan eenpraktische zaak. Functioneel is erbij bedrijfshallen en dergelijkenauwelijks verschil; eenzelfdeconstructie kan zowel binnen alsbuiten worden toegepast. Binnenwordt de constructie een vloerAfwerking:- gebruiksklaar, zoals monolitischafgewerkt, of zoals bij beton-wegen;- niet gebruiksklaar, later wordtbijvoorbeeld een dekvloeraangebracht.februari 1994klasse minimale hoeveelheid toeslagmateriaalin destrooilaag (kg/m')M -MN 2MM 4MS25 3MS 50 4biijzondere eigenschappenBovenstaande indeling behoeftenige toelichting. Allereerstconstructief. Vrijdragend betekentdat de vloer zichzelfdraagt en isopgelegd of ondersteund opfunderingsbalken of soms direct oppalen. Elastisch ondersteundbetekent dat de vloer direct draagtop de ondergrond, al of niet viaeen funderingslaag of zandbed.Vrijdragende vloeren zijn altijdgewapend, dan wel geheel ofgedeeltelijk voorgespannen.Elastischondersteunde vloeren(op staal gefundeerde vloeren)kunnen zowel ongewapend alsgewapend worden uitgevoerd. Inongewapend beton kunneneventueel staalvezels wordentoegepast. Deze vezels kunnenechter nooit de functie van deconstructieve wapeningovernemen; wel kunnen bijtoepassing van staalvezels debuigtreksterkte en de zogenaamdebuigtaaiheid van de vloer wordenverbeterd. Kunststofvezels leverengeen bijdrage aan de constructievewerking, al kan de scheurgevoelig-heid als gevolg van plastische krimpvan jong beton wel wordenverminderd.Bij monolitisch afgewerkte vloerenwordt een kwaliteitsverbeterendebewerking van de zojuist gestorteen verdichte betonvloeruitgevoerd. Bij betonwegen is desamenstelling en de kwaliteit vande betonspecie zodanig dat degewenste oppervlaktekwaliteit inéén arbeidsgang (met eenslipformpaver) wordt bereikt. Bijvloeren waar naderhand eendekvloer of andere laagop wordtaangebracht, isgeen bewerkingnoodzakelijk. Deze vloerenworden 'uitsluitend op degewenste hoogteldikte afgerijd.Bijzondere eisen die aan vloerengesteld kunnen worden, zijnbijvoorbeeld vloeistofdichtheid,hoge mechanische sterkte, kleur,slijtvastheid enz.Monolitisch afgewerktevloerenBij een monolitisch afgewerktebetonvloer is het de bedoeling omdoor een mechanische bewerkingvan het oppervlak een kwaliteits-verbetering ervan te verkrijgen. Involgorde worden de volgendebewerkingen uitgevoerd:- de betonspecie in consistentie-gebied 3 of 4 wordt gespreid enmet een boventriller lichtverdicht;- na verdwijnen van het eventuelebleedingwater en na voldoendeopstijving wordt gestart met hetbewerken met mechanischeschuurmachines, het zogenaam-de 'vlinderen';- als een instrooilaag wordttoegepast, wordt deze in één ofmeer keren ingestrooid en metde machines ingeschuurd;- het schuren wordt voortgezettot voldoende vlakheid enhomogeniteit (vakmanschap!)zijn verkregen, eventueel wordteen laatste mechanischebewerking toegepast, hetpleisteren;- na afloop van de bewerkingen,wat soms wel tot 10 uur na hetstorten duurt, wordt de vloer ofafgespoten met curingcompound of afgedekt metplastic folie.Bovenstaande opsomming geeft inverkorte vorm de fasen in hetafwerkproces van een monolitischafgewerkte betonvloer weer. Vanessentieel belang is het vakman-schap van de mensen die debewerkingen uitvoeren. Kritischefasen zijn onder meer het tijdstipvan aanvang van het schuren enhet beoordelen of voldoende isgeschuurd en/of gepleisterd. Bijonzorgvuldige uitvoering wordt deoppervlaktekwaliteit te weinigverbeterd of komt de instrooilaagnaderhand los te liggen.Op grond van de gewensteoppervlaktekwaliteit worden dezevloeren geclassificeerd naar deSOort en de hoeveelheid in testrooien toeslagmateriaal. Dittoeslagmateriaal vormt samen metcement de zogenaamde strooilaag.Afhankelijkvan de fijnheid van hettoeslagmateriaal mag deverhouding cement: toeslagmate-riaal in de strooilaag variërentussen I : 1,25en I: 2,5 (m/m).Volgens ontwerp NEN 2743worden monolitisch afgewerktebetonvloeren ingedeeld volgensonderstaande tabel."'"wSchuren vanhet betonoppervlakBij de klasse Mwordt uitsluitendgeschuurden eventueelgepleisterd, zonder toepassing vaneen strooilaag. Bij de overigeklassen wordt wel een strooilaagtoegepast met normaal toeslagma-teriaal (MN), metaal (MM)of eencombinatie van normaal en slijtvasttoeslagmateriaal (MS). Bij MS25 enMS 50 moet ten minste 25% resp.50% van het toe te passentoeslagmateriaal slijtvast zijn. Devermelde hoeveelheden zijnminima; afhankelijkvan de belastingop de vloer kan de hoeveelheidtoeslagmateriaal in de strooilaagworden vergroot. Bedacht moetdan wel worden dat bijgroterehoeveelheden toeslagmateriaal dan3 kglm' het noodzakelijk is omdeze hoeveelheid in twee arbeids-gangen in te strooien.samenstellingIn eerste instantie moet het betonaan de gebruikelijke eisen voldoen,dat wil zeggen een sterkteklasse eneen milieuklasse. Op grond van deuitvoering en gezien de aard van devloer komen daar nog aanvullendeeisen bij.Volgens NEN 2743 moet de toe tepassen sterkteklasse minimaalzijn en het bindmiddelgehalte tenminste 320 kg/m'. Verder mogende consistentiegebieden 3 en 4uitsluitend worden bereikt doorhet toevoegen van een plastifice-rende hulpstof aan een specie diezonder die hulpstof zou vallen inconstistentiegebied I of 2.Bovenstaande aanvullendebepalingen hebben de volgendeachtergrond. Door het optredenvan bleeding en sedimentatie heefter aan de bovenzijde vaneen vloerfeitelijkaltijd kwaliteitsverla-ging plaats. Het schuren eneventueel pleisteren heeft tot doelom deze kwaliteitsverlagingongedaan te maken. Bij hettoepassen van een instrooilaag kanop deze manier zelfs eenkwaliteitsverhoging wordengerealiseerd. Een belangrijkevoorwaarde is dus een mengsel teontwerpen dat weinig bleeding-gevoelig is. Door beperking van dehoeveelheid water en de keuzevan de juiste hoeveelheid fijn« 250 urn) wordt hieraan voldaan.Het toe te passen minimalegehalteaan bindmiddel van 320 kg/m' enhet gebruik van een plastificerendehulpstof, zijn hiermee verklaard.De toe te passen minimalesterkteklasse B25 is een extrazekerheid.Betonvloeren krijgen aanzIenlijke belastIngen te weerstaanStaalvezelsBij veel monolitisch afgewerktevloeren worden staalvezelstoegepast. Zoals al in de inleidingisvermeld, is deze vezeltoepassing(in de gebruikelijke doseringen vancirca 30 kg/m') uitsluitendtoegestaan bij vloeren op staal.Afhankelijkvan de dosering kan debuigtreksterkte van de vloercon-structie enigszins wordenvergroot. Om een goede mengingvan de staalvezels in de beton-specie te verkrijgen, is hetnoodzakelijk consistentiegebied 4toe te passen (te bereiken met een(super)plastificeerder). Hetmengen kan zowel in een centralemenger bij de betoncentrale als inde truckmixer op het werkgebeuren.In beide gevallen ishet noodzake-lijkde staalvezels geleidelijkin debetonspecie te doseren.Infeite gelden dezelfde doserings-voorwaarden voor de toepassingvan kunststofvezels. Deze kunnenworden gebruikt om de risico'svan plastische krimpscheuren tebeperken.OerhoutEen bijzonder aspect bij desamenstelling van beton voormonolitisch afgewerkte vloeren isde eventuele verontreiniging vantoeslagmateriaal met oerhout.Houtdeeltjes en versteend hout uithet toeslagmateriaal (meestalgrind) manifesteren zich naverloop van tijd aan het oppervlak.Zelfs hoeveelheden die verbeneden de toegestane verontrei-niging liggen,kunnen totonaanvaardbare hoeveelhedenputjes in het oppervlak leiden. Toete passen grind voor dit soortvloeren moet uiterst secuurvisueel worden gecontroleerd. Erzal overwogen moeten wordenom toeslagmateriaal dat potentieelverdacht is niet in samenstellingenvoor monolitisch afgewerktevloeren te gebruiken.Ook kan het toepassen van degebruikelijke toegestane doseringvan BSA-granulaten(tot 20%)bijdit soort vloeren tot oppervlakte.problemen leiden. Overigenswordt eveneens voorzichtigheidgeboden bijtoepassing van vliegas-granulaat (max. 10%) alsgroftoeslagmateriaal.Een vloer wordt gekenmerkt dooreen bijzonder groot oppervlak tenopzichte van de inhoud. Dat maaktde vloer zo kwetsbaar tijdens deuitvoering. Inde eerste levensda-gen is beton erg kwetsbaar en bijeen vloer wordt dat nog eensextra benadrukt.We gaan de uitvoering chronolo-gisch op een rij zetten.Over de te stellen basisvoorwaar-den aan de specie hebben wereeds gesproken; weinigbleedinggevoeligen beperktwatergehalte. Feitelijkkomt er nogéén bij, namelijkde specie moetstabiel zijntijdens transport enverdichting. Gevoeligheid voorontmenging bij enige over-verdichting moet wordenvermeden.Het is van groot belang dat debeton specie met een constantezetmaat wordt geproduceerd.Grote wisselingen in consistentie(dus water-cernentfactor)veroorzaken een verschillend=Monolietvloer in een meubelmakerijopstijfgedrag van het verhardendebeton. Dit leidt tot groteproblemen bijhet afwerken waarmet name het tijdstip waarop debewerkingen beginnen, zeerkritisch ligt.Storten en verdichten is eencontinu proces dat niet onderbro-ken mag worden. Bij de planningvan het transport moet hierterdege rekening mee wordengehouden. Verder moet hetopstijvingsgedrag van de speciebekend zijn. Dit wordt naasttemperatuur en water-cernentfac-tor voor een belangrijkgedeeltebepaald door de cementsoort. Hetverschil in beginbindingvan eenportlandvliegascement klasse A ofeen hoogovencement klasse A kanaanzienlijkzijn. Inoverleg met hetvloeren bedrijf kan bijvoorbeeldbesloten worden een mengsel vanhoogovencement en portlandce-ment toe te passen.Zoals reeds opgemerkt, isverhardend beton in de eersteuren en dagen het meestkwestbaar. Tijdens het afwerkenvan de vloer, wat vele uren duurt,is het risico voor plastischekrimpscheuren het grootst. Als dittijdens het schuren gebeurt, is datgeen directe 'ramp', omdat doorhet schuren deze scheuren weerdicht worden gemaakt.Onmiddellijk na het beëindigen vanhet afwerken moet de vloerworden afgedekt met folie ofworden bespoten met curingcompound. Bij sterk uitdrogendeomstandigheden is meerdereemalen spuiten noodzakelijk!Het nabehandelen bestaat nietalleen uit het beschermen van hetbeton tegen uitdrogen, maar ookuit het nemen van maatregelen bijsnelle temperatuurdaling. Ditaspect wordt in de praktijk nog tevaak onderschat.Bij grotere verschillen dan 15°Ctussen dag- en nachttemperaturenwordt zoveel trekspanning in hetbeton opgewekt dat het risico vanscheurvorming erg groot is. Hetinzagenvan de krimpvoegen komtdan te laat. Een dergelijke situatieis te voorkomen door hetvloeroppervlak isolerend af tedekken.Isde vloer de kritische periode vande eerste dagen goed doorgeko-men, dan zal de nabehandelingmoeten worden voortgezet totdatvoldoende sterkte en goedeoppervlaktekwaliteit zijnbereikt.Het resultaat is een vloer dievoldoende sterk is om permanenteen mobiele belastingen te dragenen die goed bestand is tegen deslijtende werking van hetbedrijfsverkeer.LiteratuurI. Ontwerpnorm NEN 2743'Oppervlak monolitischafgewerkte betonvloeren', NNIDelft.2. Betoniek 8124(april 1991)Monoliet afgewerkte vloeren.=In onze volgendeuÎtgave:Warmte enverhardingInzicht inde warmte-ontwikkeling vanpas gestortbetoniseengoedhulpmiddel bijhet beheersen van hetverhardingsproces. Eenbruikbare handreiking isdetemperatuurontwikkeling tebepalen van de samenstellingdiewe willen toepassen.Daar maak ie 't mee.BETONlEK is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebiedvan de betontechnolgie enverschijnt 10 keer per jaar.Redactie:tel. 073 -401 222Abonnementen:tel. 073 -401 231 VAKTIJDSCHRIFrENUitgave:Stichting BetonPrisma,Postbus 3532,5203 DM s-Hertogenbosch.De Stichting BetonPrisma is eeninitiatief van de VerenigingNederlandse Cementindustrie(VNC).Overname van artikelen enillustraties is toegestaan, ondervoorwaarde van bronvermelding.Abonnementsprijzen:Nederland f 25,-, NederlandseAntillen en Belgiëf 26,- anderelanden f 40,-Abonnementen lopen per kalen-derjaar. Aan het het eind van eenkalenderjaar wordt het abonne-ment automatisch verlengd, tenzijvoor I december schriftelijkwordt opgezegd.ISSN 0166-137x
Reacties
Rl leffers - Mij zelf 06 december 2017 14:51
Jammer dat aan deze site een lidmaatschap vast zit en dat je in de reacties een bestandje kan mee sturen. Het probleem wat ik heb is dat er op de tekeningen een monolieten vloer word aan gegeven. Maar de vloer die ik heb is verbrand. En kan ik met een stukkje platic kapot tikken. Er is met een aanhanger cement dekvloer opgehaald die is met kruiwagens in gereden er was te weinig dus moest er meer gehaald worden. Heb scheuren in de vloer en kan het tot aan de vloerverwarming los halen. Bouwkundiggen van de gemeente Emmen keurt de vloer goed. Ik kreeg wat exstra lijm voor de onevenheden. Dat geaccepteert maar tijdens het vlak maken kwamen er stukken egaline los waar onder de scheuren zaten dan is dat een verborgen gebrek en vervalt de eerste overeen stemming. Volgens mij