WERELDWIJD STEEDS MEER ERVARING MET
HULPSTOFFEN DIE KRIMP VAN BETON REDUCEREN
Beton is een veelzijdig bouwmateriaal dat voor diverse toepassingen
wordt gebruikt. Bij een deel van die toepassingen is krimp, om
uiteenlopende redenen, een ernstig nadeel. Om de effecten van
krimp in beton te beheersen worden meestal krimpwapening of
krimpvoegen toegepast. Er zijn echter ook technologische
ontwikkelingen waarmee krimp kan worden beheerst.
Wat zijn de kansen en risico's van deze technologieën?
Beton zonder krimp,
BESTA AT DAT?
B
eton krimpt door diverse chemische en
fysische mechanismen, hierover zijn al
vele boeken vol geschreven. De grootste
factoren zijn autogene krimp, uitdrogings -
krimp en thermische krimp. Globaal zijn de
oorzaken dat het volume van het verharde
materiaal kleiner is dan de losse componenten
cement en water, waardoor er krimp ontstaat.
Daarnaast treedt er een volumeverandering op
wanneer het water niet volledig is gebonden
met het cement en daarna uitdroogt. Ook bij
afkoeling, bijvoorbeeld van de opgebouwde
hydratatiewarmte, neemt het volume van het
beton af.
Op deze vormen van krimp kan weliswaar
enige mate van invloed worden uitgeoefend,
bijvoorbeeld door het gekozen mengsel of het
beheersen van omstandigheden, maar het is
niet mogelijk het volledig tegen te gaan.
VERHINDERDE KRIMP
Bij alle constructies van enige omvang komt
verhindering van krimp voor. Bijvoorbeeld bij
betonvloeren en -platen die direct op een niet-
glijdende ondergrond worden gestort zonder
dat er krimpvoegen worden toegepast (foto 2).
Hierbij valt te denken aan monolietvloeren in
1 Storten en afwerken van een vloer met zweller in Zweden, foto: ABT
grote bedrijfshallen of kelder vloeren, maar
ook aan onderwaterbeton. Een andere situatie
waarbij krimp wordt verhinderd betreft beton-
wanden die op een eerder gestorte betonplaat
worden gestort, bijvoorbeeld in kelders,
tunnels en onderdoorgangen en waterzuive -
ringen. Ook van een dek dat op wanden wordt
gestort, kan de krimp zijn verhinderd.
KRIMPSCHEUREN
Als het krimpen van het beton wordt
verhinderd, ontstaan trekspanningen. Zijn die
trekspanningen groter dan de treksterkte, dan
ontstaan scheuren. De som van autogene
krimp en uitdrogingskrimp is bij verhindering
al voldoende om de spanningen te laten
oplopen tot boven de treksterkte.
De huidige strategie voor het beheersen van
scheuren is vaak de scheurwijdte te beperken
door het toepassen van krimpwapening. Dat
kan een traditionele wapening zijn. Maar ook
staalvezels in combinatie met een kleine hoe -
veelheid traditionele wapening in het beton
zijn hier voor erg effectief. Bij beheerste
scheurwijdte heeft beton in principe een lange
levensduur en is het relatief waterdicht. Toch
zijn er betrekkelijk veel problemen met
20 VAKBL AD 3 2021
Auteur Niki Loonen, ABT
4. krimpvrij beton.indd 204. krimpvrij beton.indd 20 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
21 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 214. krimpvrij beton.indd 21 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
constructies als gevolg van krimpscheur-
vorming, bijvoorbeeld een verkorte levensduur
en lekkage. Ook met de toepassing van krimp-
voegen zijn deze veelal niet naar volle tevre-
denheid te beheersen. Beton heeft weliswaar
zelfhelende eigenschappen, maar bij beton
met hoogovencement zijn deze beperkt (en in
Nederland is dat een zeer veel toegepast en
relatief duurzaam bindmiddel). Dit omdat er bij
beton met hoogovencement minder calcium-
hydroxide als reactieproduct aanwezig is.
KRIMPREDUCTIE
Krimp kan worden gereduceerd door beton-
technologische optimalisatie van water- en
cementgebruik, maar 100% effectief is dat
nooit. Er zijn zoals gezegd ook technologische
ontwikkelingen waarmee krimp kan worden
beheerst. Daarbij kunnen middelen in het
beton worden toegepast die krimp reduceren.
Voor de Nederlandse situatie zijn dat er drie:
?
Kr
impreducerende hulpstof / Shrink Reduc -
ing Agent (SR A)
?
Z
wellende hulpstof / Swelling Agent (SA)
?
Z
wellend bindmiddel / Calcium Sulfoalumi-
nate cement (CSA) In Nederland worden deze middelen nog
nauwelijks gebruikt. In het buitenland is toe
-
passing van zowel SA als SR A gebruikelijker.
De toepassing van CSA-cement kent vooral
belangstelling dankzij de lagere CO
2-uitstoot
dan portlandcement. Bij enkele typen CSA is
zwel een bijwerking die hier nuttig kan worden
gebruikt.
SHRINK REDUCING AGENT (SR A)
Een SR A is een hulpstof die die de opper vlak -
tespanning van het water verlaagt in de ver -
harde fase van het beton en is daardoor ook
iets plastificerend in de plastische fase van het
beton. Het water heeft daardoor een minder
grote opper vlaktespanning waardoor beton
plastischer is bij verwerking en minder
capillaire spanning opwekt bij verdamping uit
verhard beton. De meeste SR A-producten
kunnen de uitdrogingskrimp tot zo'n 40% redu-
ceren. Hierbij zal er dus niet minder volume -
krimp optreden. De uitwendige krimp wordt
uitgewisseld voor grotere inwendige poriën;
de massa-afname blijft gelijk.
De toepassing van SR A leidt ertoe dat de
krimpspanning afneemt en dus tot een afname van het aantal scheuren. Mogelijk dat krimp-
scheuren zelfs in het geheel niet optreden,
omdat de krimpspanning mogelijk onder de
treksterkte blijft. Het effect op de wijdte van
scheuren is beperkt, omdat die primair door de
wapening wordt bepaald.
Met de plastificerende werking van de hulpstof
neemt ook de open tijd iets toe en de verhar
-
dingssnelheid iets af. Bijvoorbeeld bij mono-
lietvloeren moet er rekening mee worden
gehouden dat er wat meer tijd nodig is om de
vloer af te werken.
Een aandachtspunt zou kunnen zijn dat de
krimpreductie leidt tot grotere poriën na uit -
drogen; dit is een negatieve eigenschap. Door -
dat er minder microkrimpscheuren ontstaan en
de spanning beter kan relaxeren, is de beton-
matrix over het algemeen minder diffuus. Het
beton zou dus ook beter kunnen presteren op
duurzaamheidsaspecten. Onderzoeksgege -
vens naar positieve en negatieve effecten op
levensduur zijn echter niet bekend.
SWELLING AGENT (SA)
Zwellers bevatten bestanddelen die in de plas -
tische fase en de jonge verhardingsfase zwel-
len. Voorbeelden zijn Quellmittel 1 van Sika en
Expancrete van Mapei. Over het algemeen zijn
dit poeders waar van de bestanddelen, als ze in
aanraking komen met water, oxideren en daar -
mee uitzetten. Meestal komt er bij de oxide van
metalen waterstofgas vrij. Dit zorgt voor een
aanzienlijke toename van het volume, echter
zonder noemenswaardige opbouw van druk -
spanning zodat uitdrogingskrimp nauwelijks
wordt gecompenseerd. Sommige zwellers zor -
gen voor een verbeterde etringietvorming,
waardoor de zwel plaatsvindt waarbij wel
opbouw van drukspanning plaatsvindt.
Bijvoorbeeld bij ondersabeling van kolommen
met krimparme mortels of het vullen van
sparingen wordt een relatief grote mate van
zwel gecreëerd om een goede aansluiting te
verzekeren. Bijvoorbeeld bij betonvloeren of
wanden wordt getracht om autogene krimp te
compenseren. Het is zelfs mogelijk om door
middel van de zwelling door etringietvorming
het beton op voorspanning te brengen om latere
krimp te compenseren. Bij deze laatste toepas -
sing speelt relaxatie echter een aanzienlijke rol.
Als de zwel in een relatief jonge fase van het
beton optreedt, gaat een groot deel van de zwel
'verloren' doordat in het beton dan nog een zeer
hoge mate van relaxatie kan optreden.
2 Tot circa 0,3 mm wijde scheuren in een monolietvloer
In Nederland worden krimp reducerende hulpstoffen
nog nauwelijks gebruikt
22 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 224. krimpvrij beton.indd 22 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
De zwellende hulpstoffen kunnen van invloed
zijn op het reactieproces van het cement en de
effectiviteit kan afhankelijk zijn van het type
cement. De open tijd kan bijvoorbeeld afnemen
en de middelen kunnen bij hoogovencement
minder effectief zijn. Het is aan te bevelen om
voorafgaand geschiktheidsonderzoek te doen
naar open tijd, reactie snelheid en effectiviteit.
CSA-CEMENT
De meeste gebruikte bindmiddelen in beton
zijn portlandcement en hoogovencement. Er
zijn echter meer cementsoorten, waaronder
CSA-(beliet)cement. Dit cementtype wordt
met minder kalksteen en bij een iets lagere
temperatuur geproduceerd, waardoor de CO
2-
uitstoot lager ligt. Met name om die reden
wordt met belangstelling naar de toepassing
van dit bindmiddel gekeken.
Een deel van de CSA-cementen heeft als bij-
verschijnsel dat er in sterke mate ettringiet
wordt gevormd bij de verharding. Ettringiet
bindt veel watermoleculen en zwelt daarbij
enigszins. Tevens kan dat gebonden water niet
meer verdampen, waardoor ook de uitdro-
gingskrimp afneemt.
Afhankelijk van het type CSA kunnen enkele
procenten cementver vanging al voldoende zijn
voor een redelijke zwel. Deze toepassing is erg
experimenteel en vergt om die reden zeker nog
verder onderzoek. Ook verloopt de cement
-
r
eactie relatief snel, waardoor geschiktheids -
onderzoek zeker noodzakelijk is.
CSA staat onder één naam bekend. Er zijn ech-
ter diverse producten op de markt beschikbaar
met sterk uiteenlopende prestaties, maar ook
chemische samenstelling. Dit zit met name op
de concentraties van de verschillende grond-
stoffen die zijn gebruikt voor de productie van
de CSA-klinker. De eigenschappen van het
CSA-cement kunnen daardoor sterk variëren.
Verder kan CSA helpen bij waterdichte con-
structies. Wanneer er een overmaat aan
cement wordt gedoseerd waarbij een deel
bestaat uit CSA, is het waterbindend vermogen
groot. Wanneer er scheur vorming optreedt,
komt er water door de scheur en zal een onge -
reageerd CSA een aanzienlijke hoeveelheid
water kunnen binden. Waardoor er relatief veel
self healend volume aanwezig is in het beton.
BEPROEVEN VAN KRIMP EN ZWEL
Krimpen van beton kan worden gemeten op
beton- of mortelprisma's die kort na storten worden ontkist. In foto 4 is een meetopstelling
weergegeven. Deze methode is vooral
geschikt voor beton met een geringe autogene
krimp (WCF ? 0,45) zonder de toepassing van
zwellers, omdat die effecten al in de zeer
vroege verhardingsfase optreden.
Het is ook mogelijk om op mortelprisma's
een infrarood meting uit te voeren vanaf
het moment van vullen van de mal. Hiermee
k
unnen de effecten van autogene krimp en
zwel beter in beeld worden gebracht.
Adequate conditionering van de monsters is
cruciaal voor een juiste meting. Er zal daarna
een verrekening van mortel naar beton moeten
worden gemaakt, omdat het grind in beton de
effecten van zwel en krimp reduceert.
Geen van beide proeven houdt rekening met
het effect van kruip / relaxatie, waardoor met
name het effect van autogene krimp en zwel
in de zeer jonge verhardingsfase wordt
overschat. Het is dus niet gezegd dat als
krimpproeven uitwijzen dat met toepassing
van zwellers geen verkorting meer optreedt,
dat er dan ook geen krimpspanningen meer in
de praktijk ontstaan.
MEETRESULTATEN
Op basis van resultaten uit onderzoek, projec -
ten en product specificaties zijn grafieken
samengesteld die weergeven hoe krimp,
krimpreductie en zwel over de tijd verloopt
(figuur 5-8). Deze geven een indicatie van de
mate waarin krimp en zwel optreedt. Omdat
ieder betonmengsel en iedere situatie anders
is, zal altijd onderzoek nodig zijn naar speci-
fieke mengsels en toepassingen. Het toege -
paste bindmiddel heeft bijvoorbeeld een
3 Water voerende krimpscheuren in een kelderwand met een wijdte tot circa 0,15 mm
Omdat ieder betonmengsel en iedere situatie anders is, is altijd
onderzoek nodig naar specifieke mengsels en toepassingen
4 Proefopstelling meten krimp
23 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 234. krimpvrij beton.indd 23 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
aanzienlijke invloed op de autogene krimp en
het watergehalte en de daaraan gerelateerde
water-cement-factor op de uitdrogingskrimp.
De grafi ek in fi guur 5 toont dat de autogene
krimp in de jonge fase aan aanzienlijke invloed
heeft op de totale krimp. Een zwelmiddel lijkt
de krimp die in de jonge fase optreedt groten-
deels te compenseren.
Uit de 180-daagse grafi ek in fi guur 6 valt af te
leiden dat de uitdrogingskrimp over het alge-
meen dominant is over autogene krimp. Bij-
voorbeeld bij massabeton, dat niet door en
door uitdroogt, neemt het eff ect van uitdro-
gingskrimp af. Thermische krimp is niet opge-
nomen in de grafi eken. Hierover kan worden
gezegd dat 10 ºC afkoeling overeenkomt met
0,001 m/m krimp. Bij 20 ºC afkoeling is het
eff ect vergelijkbaar met de uitdrogingskrimp.
Worden de verschillende eff ecten met elkaar
gecombineerd, dan valt in de grafi eken in
fi guur 7 te zien dat met een combinatie van SA-
en SR A-krimpspanningen in de jonge fase tot 7
à 14 dagen kan worden voorkomen. Op de
lange termijn kan met de toepassing van SR A
de krimpmaat van beton met circa een derde
worden gereduceerd (fi g. 8). Met toepassing
van SA en SR A lijkt het mogelijk de krimpmaat
met een factor 2 te reduceren.
Van het tijdsverloop waarin een CSA-cement
tot zwel leidt is nog niet veel bekend. Uit litera-
tuur volgt dat die zwel trager verloopt dan bij
een SA omdat de zwel gelijk op zou lopen met
de verharding. Als te snel te veel zwel wordt
geïntroduceerd, kan het beton scheuren door
het uitzetten van het beton. Omdat CSA-
cement minder snel zwelt, kan er dus ook meer
zwel worden geïntroduceerd, waardoor het
mogelijk lijkt nog meer krimp te compenseren
en de constructie mogelijk blijvend onder druk
te zetten door zwel (voorspanning).
GESCHIK THEIDSONDERZOEK
De toepassing van krimpcompensatie staat in
Nederland nog in de kinderschoenen. Het biedt
echter interessante perspectieven. Om de ver-
schillende technologieën goed te kunnen toe-
passen, zal er vooraf moeten worden getest. De
toepassing van de genoemde (hulp)stoff en kan
immers invloed hebben op de verwerkbaarheid,
open tijd, reactiesnelheid, eindsterkte en
mogelijk ook de levensduur van het beton.
Vooraf een geschiktheidsonderzoek uitvoeren
om deze zaken op korte maar ook op lange ter-
0,0008
0,0006
0,0004
0,00020
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,0030,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen) tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
5 Gemeten krimp in de vroege fase (tot 14 dagen)
0,0008
0,0006
0,0004
0,0002
0
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
7 Gecombineerde eff ecten krimp en hulpstoff en tot 14 dagen
0,0008
0,0006
0,0004
0,0002
0
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,0030,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen) tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
6
Gemeten krimp tot 180 dagen
0,0008
0,0006
0,0004
0,0002
0
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
8 Gecombineerde eff ecten krimp en hulpstoff en tot 180 dagen
24 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 244. krimpvrij beton.indd 24 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
mijn te toetsen, is zeker nodig bij combinaties
van materialen die niet eerder zijn toegepast.
Ook het zwel- en krimpgedrag zal vooraf moe-
ten worden beproefd, omdat hulpstoff en ver-
schillend kunnen reageren op de overige
materialen in het beton.
Bij gebleken geschiktheid kan met proefstor-
ten en proefprojecten in de praktijk worden
geëxperimenteerd.
PR AK TIJK
In het buitenland worden krimpreduceerders
en zwellers al regelmatig toegepast (foto 1).
Recent bijvoorbeeld bij bij een groot vrieshuis
in Italië. Naar verluid zijn de er varingen daar-
mee goed. Ook worden, onder de belofte van
'zero shrinkage concrete technology with no
joints' door de fi rma Primekss wereldwijd,
(maar nog niet in Nederland), monolietvloeren
gerealiseerd, met behulp van technologie
waarbij het beton zwelt en veel water wordt
gebonden. Doordat er geen krimpspanningen
optreden, worden de vloeren alleen construc-
tief gewapend met staalvezels. Wel worden er
in die vloeren nog op tussenafstanden van
circa 40 tot 50 meter dilataties toegepast. Doordat er geen krimpspanningen optreden
ontstaat bij belasting met puntlasten opgeslo-
ten beton, waardoor de vloer aanzienlijk hoger
belastbaar is. De vloeren worden daardoor
circa 20% dunner uitgevoerd dan in Nederland
gebruikelijk is.
In het voorjaar van 2021 is een eerste monoliet-
vloer in Nederland met SR A gestort. De uitvoe-
ring hier van is probleemloos verlopen. Een
tweede vloerstort met SR A staat gepland. Begin
2022 worden deze vloeren visueel beoordeeld
om vast te stellen of de beoogde kwaliteits-
verbetering daadwerkelijk wordt behaald.
In het voorjaar van 2021 is een
eerste monolietvloer met SRA
gestort in Nederland
Het is in eerste instantie aan te bevelen om de
technologie van krimpreductie in te zetten om
risico's te verlagen en kwaliteit en levensduur
te verhogen, dus zonder verdere aanpassing
van ontwerp of betonmengsel. Op termijn zou-
den er kansen kunnen zijn om materiaal te
besparen wanneer blijkt dat constructies in de
praktijk ook na langere tijd scheur vrij blijven. RESUMÉ
Hoe mooi zou het zijn als we beton konden
maken dat minder of zelfs helemaal niet krimpt?
Kelders worden dan waterdicht(er) en we kun-
nen tunnels maken met minder of zelfs zonder
lekkende dilataties. En de levensduur van beton
neemt in uiteenlopende omstandigheden toe.
De producten om krimp in beton te reduceren
zijn er en deze worden in het buitenland ook al
succesvol toegepast. Door te gaan testen en
experimenteren kunnen de voordelen van deze
middelen ook in Nederland tot een verbetering
van het 'product beton' leiden.
Zowel vanuit de branche van monolietvloeren
als de grond-, weg- en waterbouw is er al inte-
resse voor deze technologie. Het lijkt een kwes-
tie van tijd totdat krimparm beton ook in Neder-
land regelmatig toegepast gaat worden.
LITER ATUUR1 Feij, J., Shrinkage reducing agent in concrete - The
mechanism and its in? uences on the hydration process
and mechanical properties. Master thesis in the
department of Materials Science and Engineering at
Delft University of Technology. Mei 2020
Op zoek naar je
droombaan in
de betonwereld?
Kijk in onze vacaturebank op betoniek.nl\fvacatures
4. krimpvrij beton.indd 254. krimpvrij beton.indd 25 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
Reacties