Een maandelijkse uitgave van deNederlandseCementindustrieredactie-adresHerengracht 507 Amsterdamtelefoon 020-238531 maart 1975Betoncontrole hetwerkOndanks de vele pogingen die in het werkworden gesteld, komt er van een internationaleharmonisatie van bouwvoorschriften nogweinig terecht. Dit komt bij voorbeeld duidelijktot uitdrukking wanneer Nederlandse onder-nemers de vleugels willen uitslaan en activi-teiten in het buitenland ontwikkelen. De be-trokken functionarissen moeten zich daarbijdoor een rijstebrijberg van plaatselijke voor-schriften en verordeningen heenwerken al-vorens aan de slag te kunnen. Ook tijdens deuitvoering loopt men nog de kans te verdwalenin een doolhof van ambtelijke voorschriften.Dit is vooral jammer als het gaat om een zeeralgemeen gebruikt materiaal als beton waarbijde uitvoeringstechnieken zich feitelijk nietsvan landgrenzen aantrekken.Het hanteren van voorschriften is dan ook nogwel iets anders dan het bedrijven van beton-technologie.Ook de juiste uitvoering van controlemetho-diekenlevert in de beton praktijk nogal eensmoeilijkheden op. Dikwijls wordt dit veroor-zaakt door achteloosheid. Dit is merkwaardigwanneer men zich realiseert dat bij voorbeeldde kwaliteit van een betonconstructie wordt'opgehangen' aan de uitkomst van een druk-proef op een aantal beton kubussen terwijl menaan deze proef nauwelijks moeite of kostenwenst te besteden. En dat ook dit probleemgeen grenzen kent bleek ons bij het lezen van'A proper proof ofthe pudding' in het Engelseblad Concrete van september 1974. De auteurhiervan, John Burrington, kan bogen op eenveeljarige praktijkervaring. Zijn ervaringen, dieopvallend veel overeenkomst vertonen metwat men in ons land kan waarnemen, leken onsde moeite waard om voor de lezers vanBETON/EK samen te vatten.BetonmortelDe auteur begint met :de constatering dat dekwaliteitsbeheersing van stortklare beton-specie in zijn land een aantal jaren geledenterecht aan sterke kritiek was blootgesteld. Hetuitoefenen van deze kritiek leek wel een natio-nale sport te worden, hoewel de betonmortel-industrie in de afgelopen periode veel tijd enkosten heeft besteed aan het verbeteren vande situatie. Dit laatste dan in tegenstelling totandere sectoren in de bouw waar men heelwat minder aandacht aan dit onderwerpbesteedde.De verantwoordelijkheid van de kwaliteitscon-trole van betonmortel ligt bij de betoncentrale.Maar na aflevering op het werk neemt de aan-nemer deze verantwoordelijkheid over. Eenideale situatie zou ontstaan wanneer de kwali-teit van betonmortel zo constant zou zijn, dat deaannemer van elke controle kan afzien. Zo'nsituatie is echter niet haalbaar, niet alleen uitformele overwegingen (overdracht van verant-woordelijkheid!) maar ook omdat can elkeprocesbeheersing nu eenmaal tekortkomingenkleven.Betoncontrole door de uitvoerende instantie,dus door de aannemer op het werk, zal daar-om altijd noodzakelijk blijven. En van oudsheris juist in Nederland dezebetoncontrole op hetwerk het zwakke punt geweest.De wanden van een proefkubusmal wordengemeten op hun vlakheidMonsternemingElke beproeving staat of valt met de waardevan het monster betonspecie waar men vanuitgaat. Een goed, representatief monster uiteen lopende stroom betonspecie nemen is nietzo eenvoudig als het op papier lijkt. Een kriti-sche blik op een lossen de stroom betonspeciekan overigens nog van meer nut zijn dan alleenvoor de monsterneming. Misschien is destroom zo ontmengd dat een gewetensvollemonsternemer er niets mee kan beginnen. Menzal dan moeten overwegen of zo'n lading be-tonspecie nog wel acceptabel is. Een verkeerdmonster leidt uiteraard tot onbetrouwbarekubussterkten. Ook de zetmaat (of andereconsistentiemeting) wordt er door beïnvloed.Dit kan van belang zijn voor het al dan nietaccepteren van de lading maar ook voor hetaanbrengen van eventuele correcties op debestelde zetmaat van volgende ladingen.Onderzoek van het monsterAls belangrijkste punten springen hier naarvoren het meten van de verwerkbaarheid enhet maken van controleproefkubussen. Ookandere metingen worden nog wel uitgevoerdzoals bepaling van luchtgehalte en specie-analyse maar :in de routine van alledag komendeze toch veel minder vaak aan bod.VerwerkbaarheidDe zetmaat is altijd nog de meest gebruike-lijke methode voor het meten van de verwerk-baarheid. Tenminste als deze zetmaat minstens40 mm bedraagt want voor specie met lagerezetmaat is de methode minder aantrekkelijk.Behalve de meest gebruikte is de zetmaat ookde meest mishandelde methode. Het is zeerbelangrijk dat het voorschrift nauwkeurig wordtopgevolgd. Dikwijls wordt deze methode ge-2zien als een wat ouderwetse en ruwe proefmaar hij is nog altijd goed bruikbaar en dientmet het nodige respect te worden behandeld.De uitvoering is eigenlijk zeer eenvoudig; mis-schien heeft dit juist tot een minder hoogaanzien bijgedragen. Details zoals het metenvanaf het hoogste punt of vanaf het centralepunt van de kegel zijn in principe niet zo be-langrijk, mits het altijd op dezelfde manier ge-beurt. Terwille van de onderlinge vergelijkbaar-heid van resultaten moet het voorschrift echterexact worden gevolgd. Voor species met eenzetmaat lager dan 40 mm is de verdichtings-proef meer geschikt; deze methode is ookopgenomen in de VB 1974.Overigens verdient het aanbeveling van elkspeciemonster waarvan proefkubussen wordengemaakt, tevens de verwerkbaarheid te meten.Maken en bewaren van controleproefkubussenIn de eerste plaats moeten de mallen in ordezijn. Dat wil zeggen vlak en haaks en met vol-doende stijfheid. De aanschaf van goede maI-len is een tamelijk kostbare zaak. De aanschafvan goedkopere mallen van onbevredigendekwaliteit is een vorm van zuinigheid die dewijsheid bedriegt.Boutverbindingen moeten behoorlijk met eensleutel worden vastgedraaid om weglekkenvan cementlijm te voorkomen. Oppassen voorte strak aandraaien waardoor de vlakken bolkunnen gaan staan. Ook de verbinding van demal met de onderplaat kan in dit verband pro-blemen opleveren. Vleugelmoeren met zorgbehandelen en niet stukrammen.Mallen zijn weliswaar robuust gebouwd maartoch moet er met zorg mee worden omgegaan.Dikwijls laat men ze buiten staan roesten endat leidt tot lagere sterktecijfers. Vergeet hetinoliën van de mallen niet. Maar aan de andereDe op een triltate/ bevestigde kubusma/, gevuldmet betonspeciekant geeft olie in betonspecie een lageresterkte. Dus zuinig opbrengen met een kwasten de overmaat met een doek verwijderen.Alvorens de mallen te vullen moet de specieworden omgezet. Dit laatste wordt nogal eensvergeten. Vullen en verdichten moet gebeurenop een betonnen vloer of opeen solide werk-bank. Het wankele houten vloertje van demeeste bouwketen is hiervoor niet geschikt.Volledige verdichting is zeer belangrijk. In-gesloten lucht leidt tot lagere sterkten; elk pro-cent lucht kan 5% sterkteverlies opleveren. Dealgemene stelregel is: verdichting aanpassenaan de consistentie van de specie. Normaaltrilbeton kan het best op een triltafel wordenverdicht hoewel hier, evenals met slapperebetonspecie, ook met handverdichtingkanworden volstaan. Zeer droge specie moet wor-den gestampt; een 'vuistje'is hiervoor zeergeschikt. Overdaad schaadt!Onmiddellijk na het afwerken van het opper-vlak moet dit worden afgedekt met bij voor-beeld natte lappen; die tegen uitdrogen wor-den beschermd door plastic. Juist de eersteeen of twee dagen, tijdens welke de proef-stukken meestal nog niet in de geconditio-neerde omstandigheden zijn geplaatst, zijnzeer belangrijk voor de sterkte-ontwikkeling.Dus bij ongeveer kamertemperatuur bewaren,d.w.z. niet buiten en ook niet vlak achter dekachel!Na het ontvormen kunnen de kubussen wordengemerkt. Gebruik van vetkrijt verdient de voor-keur boven het krassen in beton. Daarnaworden de kubussen in een waterbak geplaatstwaarvan de temperatuur met behulp van eenthermostaat op 20 ± 2 oe wordt gehouden.3Vervolgens moet er nog op worden gelet datde proefkubussen op de dag van beproevingniet uitdrogen tijdens transport naar de plaatswaar de drukbank is opgesteld. Over het druk-ken van proefkubussen werd reeds uitvoerigbericht in BETON/EK 3/5.VerhardingsproefDe waarde van de cijfers die met verhardings-proefkubussen worden verkregen, wordt nogaleens overschat. De proefstukken die zoveelmogelijk onder dezelfde condities als heteigenlijke beton worden bewaard, kunnenslechts een indruk geven van de op een be-paald tijdstip aanwezige ontkistingssterkte.Daarbij wordt dikwijls uit het oog verloren datsterk wisselende weersomstandigheden veelsterkere invloed uitoefenen op de kleine proef-stukken dan op het beton zelf. Ook dezekubussen moeten tijdens transport naar dedrukbank tegen verder uitdrogen worden be-schut.Wat is het resultaat waard?Aan de hand van de verkregen proefresultatenwordt een oordeel uitgesproken over de kwali-teit van het beton. Een goed uitgevoerde con-trole vergt voortdurende aandacht. In de begin-fase van een bouwwerk loopt alles meestal oprolletjes; dikwijls gaat het daarbij om grotehoeveelheden beton die worden gestort. In eenlater stadium hebben de mensen anderedingen aan het hoofd en de aandacht verslapt.Daarbij blijkt dan vaak de beproeving tekort teschieten en niet het beton zelf.In dit verband moet er nog een illusie uit deweg worden geruimd. Men denkt wel eens datbij een groot aantal proeven alle mogelijkevoorkomende fouten elkaar wel zullen com-penseren. Afwijkingen van de standaardproce-dure en van de apparatuur en alle onzorg-vuldigheden in uitvoering leiden echter tot eenlagere gemiddelde sterkte en een groterespreiding in resultaten.Er moet nog één afwijking van de standaard-procedure worden genoemd, namelijk hetmaken van meerdere proefkubussen uit één-zelfde charge betonspecie. Men vindt danmeestal een lagere spreiding dan in werkelijk-heid aanwezig is, hetgeen misleidend is. Ditis dan ook de reden dat elke kubus van eenafzonderlijke charge moet worden gemaakt.De auteur van het Engelse artikel kan tenslotteniet nalaten erop te wijzen dat de zwarte pietniet altijd aan de betonmortelindustrie moetworden toegespeeld. Bij moeilijkheden op hetwerk dient men eerst de hand in eigen boezemte steken alvorens de centrale te bellen. Een, goed resultaat wordt verkregen door samen-werking van alle partijen. Ook het initiatief vandirectie-voerende instanties, zoals bij voor-beeld de overheid, kan hierbij niet wordengemist.4
Reacties