Met de invoering van de nieuwe Eurocodes voor het ontwerpen van betonconstructies komen er ook nieuwe klassen voor de technische levensduur, de zogenoemde Exposure Resistance Classes. Deze klassen kunnen bij het ontwerp van een betonconstructie worden gebruikt om de dikte van de dekking te bepalen bij een bepaalde ontwerplevensduur. Bepalend hierbij is de mate waarin beton weerstand kan bieden tegen carbonatatie, chloride-indringing, vorst-dooischade en chemische aantasting.
SNEAK PREVIEW OP DE NIEUWE KL ASSEN
VOOR DE TECHNISCHE LEVENSDUUR VAN
BETONCONSTRUCTIES
Met de invoering van de nieuwe Eurocodes voor het ontwerpen van
betonconstructies komen er ook nieuwe klassen voor de technische
levensduur, de zogenoemde Exposure Resistance Classes. Deze
klassen kunnen bij het ontwerp van een betonconstructie worden
gebruikt om de dikte van de dekking te bepalen bij een bepaalde
ontwerplevensduur. Bepalend hierbij is de mate waarin beton
weerstand kan bieden tegen carbonatatie, chloride-indringing,
vorst-dooischade en chemische aantasting.
Al sinds 2010 wordt gewerkt aan een nieuw sys-
teem voor het ontwerpen van betonconstructies
op technische levensduur. Dit is een zoge -
noemde performance based approach, ofwel
een benadering die uitgaat van prestaties. De
prestatie van een betonsamenstelling wordt
bepaald met beproevingsmethoden en er wor -den in principe geen eisen gesteld aan water-
bindmiddelfactor of bindmiddelsamenstelling.
Dit laatste is in het huidige Deemed-to-Satisfy
(DtS)-systeem (zie kader ' Wat is Deemed to
Satisfy
?') wél het geval. De nieuwe systematiek
is gebaseerd op Exposure Resistance Classes
(ERC), vrij vertaald 'weerstandsklassen'. Er is inmiddels een werkdocument ten behoeve
van de ERC-systematiek gepubliceerd. Aan-
vankelijk was het de bedoeling deze in een
afzonderlijke norm in de EN 206-serie te publi-
ceren, namelijk als prEN 206-100. Eind decem-
ber 2023 is de 15e versie van deze prEN 206-
100 verschenen. Hierop is veel commentaar
WAT IS DEEMED TO SATISFY?
De technische levensduur van een betoncon-
structie wordt met name bepaald door water-
bindmiddelfactor, bindmiddelsamenstelling
en betondekking. In de huidige regelgeving
worden, afhankelijk van de geldende
milieuklasse(n), eisen gesteld aan de beton-
samenstelling of -dekking. Dit is een zoge
-
noemde Deemed-to-Satisfy (DtS)-aanpak, die
betekent dat wanneer een product voldoet aan
vooraf vastgestelde normen, verwacht wordt
dat aan bepaalde technische eisen wordt vol-
daan (in dit geval de technische levensduur).
BETONDEKKING
op basis van Exposure
Resistance Class (ERC)
24 VAKBL AD 1 2024
Auteur ing. Nico Vonk, Ecocem Benelux B.V., Voorzitter NEN-normcommissie 353 039 Beton
BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 24BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 24 01-03-2024 09:5501-03-2024 09:55
binnengekomen, waarop besloten is om aan
CEN voor te stellen de werkzaamheden aan de
EN-norm te stoppen en een technisch
rapport met richtlijnen en achtergrondinfor-
matie over ERC op te starten. De belangrijkste
redenen:
?
G
een overeenstemming over de relatie tus -
sen EN 206-100 en EN 1992-1-1:2023.
?
G
een consensus over de conformiteitscrite -
ria voor de ERC-klassen.
?
G
ebrek aan nationale er varing met de relatie
tussen testresultaten en de prestaties in het
werk.
?
T
wijfels over het effect van ERC op de duur -
zaamheid (bijvoorbeeld CO
2-reductie of
circulariteit) van beton.
Uitgangspunt voor dit artikel is de genoemde
versie 15 van prEN 206-100 Inhoudelijk kan er
nog veel veranderen. Zo zullen getallen in
tabellen wijzigen, worden uitgebreid of inge -
perkt. De tabellen in dit artikel zijn bedoeld ter
verduidelijking. Daarnaast zijn in deze versie van de norm alleen beproevingsmethoden en
ERC-klassen opgenomen voor carbonatatie en
chloride-indringing. De methoden voor vorst-
dooibestandheid en chemische aantasting zijn
nog in ontwikkeling.
Het artikel geeft informatie hoe de ERC-syste
-
matiek in principe kan worden toegepast en
moet dan ook als zodanig worden gelezen. Hoe
de ontwikkeling van de ERC-systematiek bin-
nen de Europese normering eruit gaat zien is op
dit moment van publicatie volstrekt onduidelijk.
REDEN VOOR DE NIEUWE BENADERING
Ieder land heeft nu een eigen tabel waarin de
water-bindmiddelfactor en hoeveelheid bind-
middel per m
3 beton wordt voorgeschreven
voor een bepaalde milieuklasse. Een belang-
rijk doel van het invoeren van de Exposure
Resistance Classes is een einde te maken aan
de verschillen tussen de diverse landen. In de
nieuwe methode moet ook het onderscheid in
eigenschappen tussen de verschillende
cement- of bindmiddelsamenstellingen beter tot uiting komen (zie ook kader 'Cement versus
bindmiddel'). Hierbij wordt gebruikgemaakt
van de meest recente kennis over de fysisch-
chemische mechanismen die spelen bij techni-
sche levensduur.
Bijkomend voordeel is dat ook duurzamere
bindmiddelen beter op hun prestatie in beton
kunnen worden beoordeeld en geclassificeerd.
WAT IS EEN EXPOSURE RESISTANCE CL ASS?
Een Exposure Resistance Class is een classifi-
catie waarmee wordt aangegeven hoeveel
weerstand een betonmengsel kan bieden
tegen een schademechanisme. Het idee is dat
de constructeur de ERC bij zijn ontwerp
gebruikt om de dekking op de wapening vast te
stellen. Hier voor worden tabellen gebruikt. De
betonproducent moet ver volgens deze ERC
leveren, op basis van testen die bij de betref
-
fende ERC horen. Als de constructie op de
juiste manier wordt uitgevoerd, volgens EN
13670, dan is de kans groot dat de technische
levensduur daadwerkelijk wordt gehaald.
1 Met Exposure Resistance Classes kan voor wat betreft betonsamenstelling nauwkeuriger op omgeving worden ingespeeld
25 VAKBL AD 1 2024
BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 25BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 25 01-03-2024 09:5501-03-2024 09:55
Elke weerstandsklasse is gekoppeld aan een
aantastingsmechanisme: XRC voor carbonata-
tie (tabel 1), XRDS voor chloride-indringing
(tabel 2), XRF voor vorst-dooi en XR A voor
chemische aantasting. De identificatie wordt
aangevuld met een getal, dat een classificatie
aangeeft. Zoals eerder aangegeven zijn de cri-
teria voor vorst-dooi en chemische aantasting
nog in ontwikkeling. In dit artikel gaan we
alleen in op carbonatatie en chloride-indrin-
ging.
WERKEN MET ERC: DE CONSTRUCTEUR
De constructeur bepaalt in de nieuwe systema-
tiek, net zoals dat nu ook gebeurt, de milieu-
klasse waar de constructie in wordt geplaatst
(fig. 2). Als voorbeeld gaan we uit van een con-
structie die valt in XC3 voor carbonatatie en
XD1 voor chloriden. Tevens stelt de construc-
teur vast wat de ontwerplevensduur is van de
constructie, 50 of 100 jaar. In dit voorbeeld
nemen we 100 jaar. Als hij nu een dekking
voorstelt van 35 mm, dan volgen uit tabel 1 en 2
(afkomstig uit ontwerp-Eurocode 2), op basis
van de milieuklasse en de betreffende dekking,
klasse XRC 4 voor carbonatatie en XRDS 3 voor
chloriden. De betonproducent kan nu aan de
slag door aan te tonen dat het betonmengsel
dat hij levert voldoet aan de vastgestelde ERC.
WERKEN MET ERC: DE BETONPRODUCENT
De betonproducent moet dus aantonen dat het
betonmengsel dat hij levert voldoet aan de ver -
eiste ERC. Van één éénduidig omschreven
betonsamenstelling wordt hiertoe de prestatie
vastgesteld aan de hand van voorgeschreven
beproevingsmethoden. Het beproevingsresul-
taat bepaalt ver volgens de classificatie in een
bepaalde weerstandsklasse. Dit wordt een ini-
tiële type test (IT T) genoemd. Ver volgens
wordt de prestatie periodiek gecontroleerd,
door herhalingsproeven.
Een betonsamenstelling die op de markt wordt
gezet als ERC-beton, moet voldoen aan de
eisen van EN 206-1, met de volgende uitzon-
deringen:
?
de eisen die in EN 206-1 g
elden voor cemen-
ten en vulstoffen (red: hiermee wordt ruimte
gegeven aan beton met nieuwe bindmidde -
len);
?
eisen v
oor prestatiegerelateerde methoden;
?
alle ar
tikelen met betrekking tot beton op
samenstelling; Tabel 1. Minimale betondekking C min,dur ? Carbonatatie (tabel 6.3 uit prEN 1992-1-1)
ERC MILIEUKL ASSE CARBONATATIE
XC1 XC2XC3XC4
ONTWERPLEVENSDUUR (JAREN)
50 100 50 100 50 100 50 100
XRC 0,5 10 10 10 10 10 10 10 10
XRC 1 10 10 10 10 10 15 10 15
XRC 2 10 15 10 15 15 25 15 25
XRC 3 10 15 15 20 20 30 20 30
XRC 4 10 20 15 25 25 35 25 40
XRC 5 15 25 20 30 25 45 30 45
XRC 6 15 25 25 35 35 55 40 55
XRC 7 15 30 25 40 40 60 45 60
Tabel 2. Minimale betondekking C
min,dur ? Chloriden (tabel 6.3 uit prEN 1992-1-1)
ERC MILIEUKL ASSE CHLORIDEN
XS1 XS2XS3XD1 XD2XD3
ONTWERPLEVENSDUUR (JAREN) ONTWERPLEVENSDUUR (JAREN)
50 100 50 100 50 100 50 100 50 100 50 100
XRDS 0,5 20 20 20 30 30 40 20 20 20 30 30 40
XRDS 1 20 25 25 35 35 45 20 25 25 35 35 45
XRDS 1,5 25 30 30 40 40 50 25 30 30 40 40 50
XRDS 2 25 30 35 45 45 55 25 30 35 45 45 55
XRDS 3 30 35 40 50 55 65 30 35 40 50 55 65
XRDS 4 30 40 50 60 60 80 30 40 50 60 60 80
XRDS 5 35 45 60 70 70 - 35 45 60 70 70 -
XRDS 6 40 50 65 80 - - 40 50 65 80 - -
XRDS 8 45 55 75 - - - 45 55 75 - - -
XRDS 10 50 65 80 - - - 50 65 80 - - -
2 Voorbeeld constructie met milieuklassen XC en XD
De nieuwe systematiek is gebaseerd op een
performance based approach in plaats van het huidige
Deemed-to-Satisfy-systeem
26 VAKBL AD 1 2024
BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 26BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 26 01-03-2024 09:5501-03-2024 09:55
? aanbevelingen voor grenswaarden voor de betonsamenstelling, dit is vooral van toe -
passing als het gaat om de milieuklassen
zoals voor Nederland beschreven in tabel B
van NEN 8005.
De prestatie ten aanzien van technische
levensduur moet worden aangetoond met de
volgende opties, waaruit nationaal een keuze
moet worden gemaakt:
a
T
esten, met gebruikmaking van Europese
referentietestmethoden en criteria.
b
T
esten, met behulp van een Europese test -
methode of een nationale testmethode, met
criteria gespecificeerd door bepalingen gel-
dig op de plaats van gebruik (lees: in Neder -
land).
c
Gr
enswaarden voor de betonsamenstelling
volgens bepalingen geldig op de plaats van
gebruik (lees: in Nederland, vastgelegd in
tabel B van NEN 8005). Bij deze optie veran-
dert er niets ten opzichte van de huidige situ-
atie.
UITWERKING BEPROEVINGSMETHODEN
Voor carbonatatie en chloriden is de ERC-
methode a) met behulp van referentietest-
methoden uitgewerkt. Ook is aangegeven
welke testen er gebruikt kunnen worden indien
methode b) wordt gebruikt. Beide methoden
worden in het navolgende voor zowel carbona-
tatie als chloriden toegelicht.
Bij alle methoden wordt uitgegaan van mini-
maal drie testresultaten waarbij de variatieco-
e
fficiënt niet groter mag zijn dat 0,25.
Classificatie carbonatie XRC
Als optie a) wordt gehanteerd, wordt de weer -
stand tegen carbonatatie bepaald met de ver -
snelde carbonatatietest volgens EN 12390-10
[4]. Voorgesteld is dat het gemiddelde van
minimaal drie proefstukken de classificatie
bepaalt. De klasse wordt ver volgens gedefini-
eerd met behulp van een tabel (tabel 3 in dit
artikel).
Optie b) kan worden gebruikt als deze in
Nederland verder wordt uitgewerkt en toege -
laten. Dit betekent dat er gebruik kan worden
gemaakt van de volgende testmethoden:
?
C
arbonatatietest volgens EN 12390-10 in
combinatie met de elektrische weerstand
van EN 12390-19 [8] (zie ook kader 'Elektri-
sche weerstand').
?
De v
ersnelde carbonatatietest volgens EN
12390-12 [6].
?
De v
ersnelde carbonatatietest EN 12390-12
in combinatie met elektrische weerstand
volgens EN 12390-19.
?
E
lke andere in Nederland geaccepteerde
test.
Voor de in Nederland geaccepteerde metho-
den moeten grenswaarden worden vastge -
steld om aan te kunnen geven bij welke meet -
waarde welke ERC-klasse hoort.
Classificatie chloriden XRDS
Als optie a) wordt gehanteerd, wordt de weer -stand tegen chloride-indringing bepaald met
de indringingsproef volgens EN 12390-11 [5].
Hierbij wordt een proefstuk voor 90 dagen een-
zijdig belast met een chlorideoplossing en
wordt daarna gekeken hoever de chloriden zijn
binnengedrongen. Uit de gemeten chloriden in
het beton wordt de chloride-diffusie-
coëfficiënt berekend.
Bij de classificatie van XRDS wordt een 'verou-
deringsfactor
?' gebruikt. Het is bekend dat
beton in de tijd dichter wordt, waardoor de
weerstand tegen chloriden verder toeneemt.
In welke mate dat gebeurt, is echter afhankelijk
van het type bindmiddel dat wordt gebruikt.
Er is een tabel met standaardwaarden (zie
tabel 4 in dit artikel). De verouderingsfactor ?
mag ook worden bepaald met de in EN 12390-
11 beschreven procedure.
De conformiteitscriteria voor XRDS zijn afhan-
CEMENT VERSUS BINDMIDDEL
In de nieuwe systematiek wordt niet meer van
'cement' of 'water-cementfactor ' gesproken
maar van 'bindmiddel' of 'water-bindmiddelfac -
tor '. Bindmiddel wordt gedefinieerd als een
combinatie van een of meerdere cementen met
geen of meerdere vulstoffen, waarbij cementen
en vulstoffen moeten voldoen aan de eisen.
Hiervoor gelden veelal Europese normen of een
nationaal regelgevend document. In Nederland
kennen we hiervoor bijvoorbeeld een CROW-
CUR Aanbeveling.
ELEK TRISCHE WEERSTAND
Waarom elektrische weerstand meenemen in
combinatie met onderzoek naar weerstand op
carbonatatie? Het mechanisme van corrosie in
beton dat een aanzienlijke hoeveelheid reac -
tieve vulstof bevat, is nog niet volledig begre -
pen. Daarom is het onmogelijk om het resultaat
v
an carbonatatieonderzoek volgens EN 12390-
10, uitgevoerd op beton met CEM I, te relateren
aan beton met bijvoorbeeld gemalen gegranu -
leerd hoogovenslak (GGHS) of poederkool-
vliegas. Een hypothese is dat als de elektrische
w
eerstand van beton met GGHS of vliegas
hoger is dan beton met CEM I, en hoewel het
beton gevoeliger kan zijn voor carbonatatie,
het ingestorte metaal niet gevoeliger is voor
corrosie.
3 GOnderzoek naar carbonatatie- diepte
27 VAKBL AD 1 2024
BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 27BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 27 01-03-2024 09:5501-03-2024 09:55
kelijk van de gehanteerde verouderingsfactor
? en de chloride-diffusie-coëfficiënt (tabel 5).
Bij hoogovencement (CEM III) met een chlo-
ride-diffusie-coëfficiënt van 0,55 ? 10
-12 hoort
klasse XRDS 1. Bij een portlandcement (CEM I)
hoort bij deze chloride-diffusie-coëfficiënt een
klasse XRDS 2.
Ook voor chloriden is het mogelijk om te testen
met lokaal geaccepteerde methoden (optie b).
Het is toegestaan om een XRDS-klasse vast te
stellen gebruikmakend van de chloride-
migratie-coëfficiënt volgens EN 12390-18 [7]
of andere beproevingsmethoden die op de
plaats van gebruik van het beton (bijv. Neder -
land) van toepassing zijn. Voor deze test-
met
hoden moeten in Nederland dan ook weer
grenswaarden worden vastgesteld voor de
classificatie.
Periodieke controle
Na de IT T moet de prestatie van het ERC-beton
door middel van periodieke controle bij voort -
during worden aangetoond. De frequentie hier -
Tabel 4. Standaardverouderingsfactoren voor XRDS-beton
BINDMIDDEL VEROUDERINGSFACTOR ?
CEM I, CEM II/A en in combinatie met maximaal 20% type II vulstof 0,3
Cement of ander bindmiddel met 8-12% silica fume 0,4
Cement of ander bindmiddel met minimaal 35% GGHS
0,5
Cement of ander bindmiddel met minimaal 20% poederkoolvliegas
Cement of ander bindmiddel met minimaal 20% van elke combinatie van GGHS,
poederkoolvliegas en silica fume
Bindmiddel na beproeving
0,6
Tabel 5. XRDS-klassen, conformiteitscriteria voor standaard verouderingsfactoren, volgens EN
12390-11 [5]
XRDS-KL ASSE CONFORMITEITSCRITERIUM NA 90 DAGEN VOOR STANDA ARD VEROUDERINGSFACTOREN
[10 -12 M2/S]
? ? 0,3 ? ? 0,4? ? 0,5? ? 0,6
XRDS 0,5 0,18 0,300,510,87
XRDS 1 0,35 0,601,01,7
XRDS 1,5 0,53 0,901,52,6
XRDS 2 0,71 1,22,03,5
XRDS 3 1,1 1,83,15,2
XRDS 4 1,4 2,44,16,9
XRDS 5 1,8 3,05,18,7
XRDS 6 2,1 3,66,110
XRDS 8 2,8 4,88,214
XRDS 10 3,5 6,01017
4 Schade door wapeningscorrosie
28 VAKBL AD 1 2024
BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 28BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 28 01-03-2024 09:5501-03-2024 09:55
voor is éénmaal per vier jaar voorgesteld. Als er
een hogere mate van zekerheid wordt vereist,
kan er aanvullend worden getest (additional
testing). Er zijn drie niveaus van aanvullende
tests mogelijk om individuele monsters te tes-
ten (tabel 6). Het gaat om elektrische weer -
standstesten (niveau 2 en 3) of zelfs het vaker
herhalen van de carbonatatie- of chloridetesten
(niveau 3).
Bijkomende individuele beproeving(en) zijn
mogelijk. Dit zijn incidentele testen voor een
bepaald project, waar er bijvoorbeeld sprake is
van bijzondere omstandigheden of twijfel aan
de kwaliteit (tabel 6).
HUIDIGE STATUS
Op dit moment is er in Nederland nog geen
er varing met de systematiek. Daarom kunnen
de tabellen met conformiteitscriteria en verou-
deringsfactoren nog niet verder specifiek wor -
den ingevuld voor de Nederlandse situatie. Wel
zijn regelmatig duurzaamheidsonderzoeken
verricht naar de weerstand tegen carbonatatie
en chloride-indringing van betonsamenstel-
lingen, gebruikmakend van diverse cementty -
pen of bindmiddelcombinaties. Bijvoorbeeld
op basis van CROW-CUR Aanbeveling 48 [9] of
om de geschiktheid van een specifiek beton-
mengsel aan te tonen.
Het was zoals gezegd de bedoeling om de ERC
via EN 1992-1-1 en EN 206 in de Europese
normering op te nemen. Recent is echter voor -
gesteld om geen norm maar een CEN tech-
nisch rapport uit te brengen. Dit rapport zal
r
ichtlijnen en achtergrondinformatie geven rondom de ERC systematiek. Verwacht wordt
dat de systematiek en aanpak zoals in dit arti
-
kel beschreven relevant blijven. Maar ook is de
v
erwachting dat de huidige DtS-aanpak, vast -
gelegd in NEN-EN 206 / NEN 8005, in ieder
g
eval voorlopig, nog leidend zal zijn. Toepas -
sing van de ERC wordt dus niet verplicht.
De v
oor de ERC-systematiek noodzakelijke
proeven zijn duur en vaak langdurig. Dit zal er
Tabel 6. Samenvatting van soorten en niveaus van aanvullende testen voor ERC-beton
TA AK GEEN TESTEN NIVEAU 1NIVEAU 2NIVEAU 3
ITT ERC-beton, gedefinieerd door
voorgeschreven samenstellingseisen
en mechanische eigenschappen
(red: feitelijk DtS) Volgens ERC-systematiek
Herbevestiging ITT Elke 4 jaarElke 4 jaarNiet vereist
Individuele beproeving Niet vereist maar mag met tussenpozen worden uitgevoerd
Bijkomende routinematige
beproeving Vereist om aan te tonen dat
eventuele verandering in
grondstof(fen) de technische
levensduur niet nadelig beïnvloedtAls niveau 1 plus
geleidbaarheid
(frequentie als beproeving
op druksterkte)Als niveau 2 plus aanvullende
beproevingen (frequentie conform de
eisen die op de plaats van gebruik van
het beton van toepassing zijn of op
andere wijze gespecificeerd)
VR AGEN ERC-SYSTEMATIEK
Veel vragen zijn inmiddels beantwoord, maar er blijven nog steeds een aantal onbeantwoord. Voor
-
beelden hiervan zijn:
?
W
at zullen de conformiteitscriteria zijn voor vorst-dooi en chemische aantasting?
?
K
loppen de verouderingsfactoren?
?
W
at is de variatiecoëfficiënt (CV) van de beproevingsresultaten in relatie tot praktijksituaties?
?
W
at mag de toelaatbare afwijking van een betonsamenstelling zijn, die werkelijk wordt toegepast,
ten opzichte van de in de ITT beproefde samenstelling?
Literatuur1 EN 206-1: C oncrete ? specification, performance, production and conformity ? Part 1: performance ?
requirements, factor y production control and assessment criteria for individual values.
2
EN 206-2: C
oncrete ? specification, performance, production and conformity ? Part 2: conformity assessment and
certification.
3
prEN 206-100: Exposur
e resistance classes ? Draft 15 ? 2023-12-19.
4
EN 12390-10: Bepr
oeving van verhard beton ? Deel 10: Bepaling van de relatieve weerstand tegen carbonatatie
van beton bij atmosferische koolstofdioxidegehalte.
5
EN 12390-11: Bepr
oeving van verhard beton ? Deel 11: Bepaling van de weerstand van beton tegen chloriden,
eenzijdige indringing.
6
EN 12390-12: Bepr
oeving van verhard beton ? Deel 12: Bepaling van de potentiële carbonatatieweerstand van
beton: Versnelde carbonatatiemethode.
7
EN 12390-18: Bepr
oeving van verhard beton ? Deel 18: Bepaling van de chloride migratie coëfficiënt.
8
EN 12390-19: Bepr
oeving van verhard beton ? Deel 19: Bepaling van de resistiviteit.
9
CR
OW-CUR Aanbeveling 48: Procedures, criteria en beproevingsmethoden voor de toetsing van de geschiktheid
van cementen voor toepassing in beton en voor gelijkwaardige prestatie van beton met vulstoffen.
naar alle waarschijnlijkheid toe leiden dat de
ERC-systematiek vooralsnog alleen in de
voorbereidingsfase van grote projecten wordt
gebruikt, waar de tijd en financiële middelen
voor de beproevingen ruimer voorhanden zijn.
Hoe de ontwikkeling van de ERC-systematiek
binnen de Europese normering eruit gaat zien
is op dit moment van publicatie volstrekt
onduidelijk.
Exposure Resistance Classes zorgen voor beter
onderscheid in eigenschappen van verschillende bindmiddelsamenstellingen
29 VAKBL AD 1 2024
BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 29BV 01-2024_Betondekking op basis van.indd 29 01-03-2024 09:5501-03-2024 09:55
Al sinds 2010 wordt gewerkt aan een nieuw systeem voor het ontwerpen van betonconstructies op technische levensduur. Dit is een zogenoemde performance based approach, ofwel een benadering die uitgaat van prestaties. De prestatie van een betonsamenstelling wordt bepaald met beproevingsmethoden en er worden in principe geen eisen gesteld aan waterbindmiddelfactor of bindmiddelsamenstelling. Dit laatste is in het huidige Deemed-to-Satisfy (DtS)-systeem (zie kader ‘Wat is Deemed to Satisfy?’) wél het geval. De nieuwe systematiek is gebaseerd op Exposure Resistance Classes (ERC), vrij vertaald ‘weerstandsklassen’.
Er is inmiddels een werkdocument ten behoeve van de ERC-systematiek gepubliceerd. Aanvankelijk was het de bedoeling deze in een afzonderlijke norm in de EN 206-serie te publiceren, namelijk als prEN 206-100. Eind december 2023 is de 15e versie van deze prEN 206- 100 verschenen. Hierop is veel commentaar binnengekomen, waarop besloten is om aan CEN voor te stellen de werkzaamheden aan een EN-norm te stoppen en een technisch rapport met richtlijnen en achtergrondinformatie over ERC op te starten. De belangrijkste redenen:
- Geen overeenstemming over de relatie tussen EN 206-100 en EN 1992-1-1:2023.
- Geen consensus over de conformiteitscriteria voor de ERC-klassen.
- Gebrek aan nationale ervaring met de relatie tussen testresultaten en de prestaties in het werk.
- Twijfels over het effect van ERC op de duurzaamheid (bijvoorbeeld CO2-reductie of circulariteit) van beton.
Uitgangspunt voor dit artikel is de genoemde versie 15 van prEN 206-100 Inhoudelijk kan er nog veel veranderen. Zo zullen getallen in tabellen wijzigen, worden uitgebreid of ingeperkt. De tabellen in dit artikel zijn bedoeld ter verduidelijking. Daarnaast zijn in deze versie van de norm alleen beproevingsmethoden en ERC-klassen opgenomen voor carbonatatie en chloride-indringing. De methoden voor vorstdooibestandheid en chemische aantasting zijn nog in ontwikkeling.
Het artikel geeft informatie hoe de ERC-systematiek in principe kan worden toegepast en moet dan ook als zodanig worden gelezen. Hoe de ontwikkeling van de ERC-systematiek binnen de Europese normering eruit gaat zien is op dit moment van publicatie volstrekt onduidelijk.
Reacties