mei
2024
18 17
BAND
UITGAV E
Nieuwe
cementen,
nieuwe normen Naast NEN-EN 197-1
nu ook NEN-EN 197-5
en NEN-EN 197-6
BAND
UITGAV E
2 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
Nieuwe cementen,
nieuwe normen
De wens tot verduurzaming van onze samenleving heeft
tot gevolg dat er veel innovaties plaatsvinden in de
bouw, ook in het beton en cement. Vaak is het doel
daarbij de CO?-uitstoot te verlagen en de circulariteit te
verhogen. Op een gegeven moment is het moment
aangebroken dat de innovatie klaar is voor de markt.
Zo'n nieuw product, een nieuw cement, vraagt om een
nieuwe norm. De zoektocht en het onderzoek naar
(nieuwe) klinkervervangers is in volle gang en levert
resultaat: uitvoerig geteste nieuwe cementen. In deze
Betoniek bespreken we de CO?-impact van cement en de
in de normen genoemde (nieuwe) klinkervervangers.
Als geheugensteun komt eerst de huidige cementnorm
NEN-EN 197-1 aan bod. Daarna worden de nieuwe
cementnormen NEN-EN 197-5 en 197-6 toegelicht.
HET MEESTGEBRUIK TE BOUWMATERIA AL
Sinds 2022 zijn er 8 miljard mensen op deze
wereld. De voorspelling van de Verenigde
Naties is dat er in 2050 bijna 10 miljard
mensen op aarde zullen zijn. Al deze mensen
willen ergens wonen, de bouwopgave is dan
ook enorm. Om die opgave mogelijk te
maken, is veel beton nodig, het meest
gebruikte bouwmateriaal ter wereld (fig. 1).
Op wereldschaal is het gemiddelde gebruik
van beton per jaar per persoon bijna 2 m³.
Ter vergelijking: in Nederland is dit minder
dan de helft. Als we 1 m³ beton beschouwen,
wordt circa 85% van de CO?uitstoot veroor
zaakt door het cement (fig. 2).
Ongeveer 7% van de wereldwijde CO?
uitstoot kan worden toegeschreven aan cement (fig. 3). In Nederland is het aandeel
van de CO?uitstoot van cement minder dan
1,5% (en daarmee de laagste ter wereld),
mede door het al tientallen jaren veelvuldig
toepassen van gegranuleerde hoogovenslak
en poederkoolvliegas als klinker ver vangers
in onze cementen. Maar de beschikbaarheid
van gegranuleerde hoogovenslak en
poeder
koolvliegas staat in de nabije toe
komst onder druk, zowel in Nederland als in
de rest van Europa.
De staalindustrie, wereldwijd verantwoor
delijk voor ook circa 7% van de CO?
emissies, is bezig met het verduurzamen
van haar processen en stapt over op andere
productietechnieken. Gevolg daar van is dat
er naar verwachting veel minder slak vrij
3 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
Nederlandse overheid al het besluit geno
men alle kolengestookte energiecentrales
per 2030 te sluiten. Inmiddels zijn al enkele
centrales gesloten. Gevolg daar van is dat de
komt. Daarbij moet nog worden onderzocht
of de nieuwe slak ook in de toekomst kan
worden toegepast als klinker ver vanger.
Voor wat betreft poederkoolvliegas heeft de
1 Lengfurt cement
2 CO?uitstoot van de componenten van beton
4 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
hier van afkomstige poederkoolvliegas al
moeilijker verkrijgbaar is.
Stel dat de gegranuleerde hoogovenslak en
poederkoolvliegas volledig wegvallen en we
het ver vangingspercentage van klinker in
cement op pijl willen houden. Dan is er, bij de
jaarlijkse betonconsumptie in Nederland van
circa 14 miljoen m³, jaarlijks al snel meer dan
2 miljoen ton aan alternatieve klinker ver van
gers nodig. Dit zijn de zogenoemde SCM's
(supplementar y cementitious materials).
KLIMA ATAKKOORD PARIJS
Een van de speerpunten van het Klimaatak
koord van Parijs van 2015 is het terugdrin
gen van de wereldwijde CO?uitstoot om zo
de opwarming van de aarde onder de 1,5 °C
te houden. Er zijn wereldwijd ambitieuze kli
maatdoelstellingen geformuleerd, zo ook
door de cementproducenten. De Europese
cementproducenten, verenigd in CEMBU
RE AU, hebben zich volgens de Roadmap
Europese cementindustrie gecommitteerd
om de CO?emissies van cement ten
opzichte van 1990 in 2030 met 30% te redu
ceren en uiterlijk in 2050 CO?neutraal
cement te produceren.
Om de CO?reductiedoelstellingen te halen,
heeft de cementindustrie vijf knoppen om
aan te draaien:
1. Het verminderen van het aandeel port
landklinker in cement.
2. Het gebruik van (nieuwe) klinker ver van
gers, SCM's, in cement.
3. Het verbeteren van de productieprocessen.
4. Het gebruik van alternatieve brandstoffen
in plaats van fossiele / niet hernieuwbare
brandstoffen in het productieproces.
5. Het afvangen van de onvermijdelijke vrij
gekomen CO? (Carbon Capture) tijdens het
productieproces. En deze afgevangen CO?
opslaan (CCS, Carbon Capture and
Storage) in lege olie en/of gasvelden. Of
nog liever deze afgevangen CO? als grond
stof gebruiken (CCU, Carbon Capture and
Utilisation) voor nieuwe producten.
De belangrijkste knoppen voor deze Betoniek
zijn de eerste twee. Hierbij gaat het om het
terugdringen van het aandeel portlandklinker
door componenten met een lagere CO2 foot
print. Er wordt door de cementindustrie veel
onderzoek gedaan naar alternatieve klinker
ver vangers, vanwege de afnemende beschik
baarheid van gegranuleerde hoogovenslak en
poederkoolvliegas. Hierbij wordt onder meer
gekeken naar de beschikbaarheid, de maal
baarheid, de reactiviteit, de CO?emissie/ton,
het ver vangingspercentage en de kosten.
CEMBURE AU heeft een belangrijke coördi
nerende rol in het onderzoek van haar leden,
de Europese cementindustrie. Er is een
werkgroep ingesteld, die onder begeleiding
van de normalisatie instantie CEN/TC51
een onderzoeksprogramma heeft vastge
steld. Hierbij is voor verschillende cement
samenstellingen literatuuronderzoek en
een uitvoerig onderzoeks en testpro
gramma uitgevoerd door wetenschap en
industrie.
3 De CO?emissie door cement wereldwijd, in Europa en in Nederland
5 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
Daarbij is gekeken naar:
? De eigenschappen en samenstelling van
de materialen
? De mechanische, de fysieke en chemische
prestaties.
? De duurzaamheidsprestaties.
? De milieutechnische prestaties.
? De impact op de gezondheid.
De gezamenlijke resultaten van wetenschap
en praktijk worden vastgelegd in een zoge
noemd Technisch Dossier. Dit dossier vormt
uiteindelijk de basis voor de nieuwe normen.
Als mogelijke alternatieven voor de Neder
landse markt kwam uit dit onderzoek, dat
natuurlijke puzzolanen, gecalcineerde klei,
kalksteen en recycled concrete fines (RCF, in
deze Betoniek verder gerecyclede cement
steen genoemd) de meeste potentie hebben.
GERECYCLEDE CEMENTSTEEN
Gerecyclede cementsteen is voor de
cementindustrie een belangrijke nieuwe
grondstof om de CO?emissie van cement te
verlagen. Cementsteen bestaat voor het grootste gedeelte uit gehydrateerde
cementsteen, een klein deel uit ongehydra
teerde cement en fijne delen silica. Deze
gerecyclede cementsteen is goed te gebrui
ken als CO? vrije klinker ver vanger bij de
productie van cement.
Een nieuwe ontwikkeling is de gerecyclede
cementsteen geforceerd te laten carbonate
ren waarbij CO? wordt opgenomen. Gefor
ceerd carbonateren van gerecyclede
cementsteen is mogelijk door gebruik te
maken van de vrijgekomen CO?houdende
gassen en warmte tijdens het productiepro
ces van cement. Dit proces gaat relatief een
voudig en snel, ook bij lage temperaturen.
Het is een uiterst effectieve vorm van CCU.
Dergelijke gecarbonateerde gerecyclede
cementsteen heeft een aantal voordelen.
Zo bevat het onder andere silicagel, dat zeer
reactief is en een gunstig effect heeft op de
beginsterkte. Bovendien helpt het de
cementindustrie ? via de opname van CO?
(100 tot 200 kg CO? eq/ton) ? haar CO?
voetafdruk te verkleinen (zie ook tabel 1).
4 Selectieve
breektechniek
6 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
De verwachting is dat het ver vangingsper
centage van gecarbonateerde cementsteen
kan oplopen tot 60% (volgens de nieuwe
norm geldt nu een maximaal ver vangings
percentage van 35%).
Maar wat betekent het nu, wanneer deze
alternatieven beschikbaar komen voor de
Nederlandse markt? Onder welke norm val
len ze dan? Voordat we daarop ingaan, volgt
eerst een overzicht van de beschikbare
componenten in cement.
COMPONENTEN CEMENT
Er zijn inmiddels heel wat componenten
beschikbaar die kunnen worden gebruikt in
cement. In het volgende overzicht worden
deze componenten genoemd (volgorde als
in tabel 2), waarbij ook de letter is aangege
ven die in de norm wordt aangehouden:
? Portlandcementklinker (K) is een
hydraulisch materiaal bestaande uit onder
andere calciumsilicaten, aluminium en
ijzerhoudende klinkerfasen.
? Gerecyclede cementsteen (F) komt als
fijne fractie vrij door het slopen en breken
van beton met behulp van nieuwe selec
tieve breektechnieken. De aan het toe slagmateriaal aangehechte cementsteen
wordt daarbij door de knedende manier van
breken grotendeels verwijderd.
? Gegranuleerde hoogovenslak (S) is een
restproduct uit de ijzerindustrie en
momenteel veruit de beste klinker ver van
ger. Het heeft prima milieutechnische
eigenschappen en kan gebruikt worden tot
een zeer hoog ver vangingspercentage.
? Microsilica (D), ook wel silica fume, ont
staat bij de productie van (ijzer)silicium
legeringen en bestaat voornamelijk uit zeer
fijne bolvormige amorfe siliciumdioxide
deeltjes die zeer reactief zijn.
? Natuurlijke puzzolanen (P), meestal van
vulkanische oorsprong, zijn silica of silica
en aluminarijke materialen die, in fijnver
deelde vorm en in aanwezigheid van water
en calcium, chemisch reageren tot verbin
dingen met bindende eigenschappen. De
constantheid van het materiaal en de maal
baarheid zijn een punt van aandacht.
? Gecalcineerde klei (Q) is een natuurlijke
puzzolaan met een voldoende aandeel van
het mineraal kaoliniet, wat zich door verhit
ting (calcinatie bij ca. 800 °C) omvormt tot
het gedehydroxeerde metakaolien met een
amorfe structuur. Gecalcineerde klei is
gemakkelijk maalbaar en heeft vooral een
gunstig effect op de eindsterkte.
? Kiezelhoudende vliegas (V), in Nederland
poederkoolvliegas genoemd, bestaat
hoofdzakelijk uit bolvormige glasachtige
deeltjes met een amorfe structuur. Deze
deeltjes ontstaan bij de verbranding van
poederkool in elektriciteitscentrales.
? Kalkhoudende vliegas (W), ook wel
bruinkoolvliegas, is een fijn poeder met
hydraulische en/of puzzolane eigenschap
pen, die ontstaat bij de verbranding van
bruinkool in elektriciteitscentrales.
? Gebrande leisteen (T) wordt speciaal
geproduceerd bij circa 800 °C en heeft zowel
hydraulische als puzzolane eigenschappen.
Tabel 1. Hoofdbestanddelen van cement en
bijbehorende kg CO? eq/ton
NOTATIE HOOFDBESTANDDEEL KG CO?
EQ/TON
K Portlandcementklinker 850
F Gerecyclede cementsteen 0*
S Gegranuleerde hoogovenslak 115
D Microsilica 14
P Natuurlijke puzzolanen 30 tot 60
Q Gecalcineerde klei 100 tot 200
V Poederkoolvliegas 208
W Kalkhoudende vliegas 50**
T Gebrande leisteen 50**
L Kalksteen 30
LL Kalksteen 30
* Gecarbonateerde gerecyclede cementsteen heeft zelfs een
negatieve CO
2-bijdrage van -100 tot -200 kg CO 2 eq/ton.
** Aanname.
7 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
? Kalksteenmeel (L en LL) is een in prin
cipe inerte klinker ver vanger die de kor
relopbouw en daarmee de sterkte van
cement en beton verbetert. Kalksteen is
ruim beschikbaar. L heeft een organisch
koolstofgehalte van ? 0,5% (m/m). LL
heeft een organisch koolstofgehalte van
? 0,2% (m/m).
NEN-EN 197-1
Voordat een cement in beton kan worden
toegepast, moeten eerst de prestaties van
dat cement zijn vastgesteld volgens de bij
behorende normen. De basisnorm voor
gewone cementen is NEN EN 1971. Deze
norm is sinds 2000 van kracht. De huidige
norm is van 2011. Dit is een zogenoemde
geharmoniseerde norm (zie kader ' Wat is
een geharmoniseerde norm?'). NEN EN
1971 is een Europese norm, goedgekeurd
door CEN (Comité Européen de Normalisa
tion / European Committee for Standardiza
tion) en wordt in veertig Europese landen
voorgeschreven.
De normen stellen eisen aan de cementen,
de notatie en de samenstelling uit de ver
schillende hoofdbestanddelen en de even
tuele vulstof. Vooruitlopend op de later in
dit artikel te bespreken NENEN 1975 en 1976, is tabel 2 al aangevuld met de cemen
ten uit die nieuwe normen, om zo een totaal
overzicht te krijgen. We bespreken nu eerst
de opbouw van tabel 2 en hoe de tabel
gelezen moet worden.
In de normen worden zes cementfamilies
onderscheiden. Dit zijn in de tabel van boven
naar beneden:
? Portlandcement CEM I
? Portlandcomposietcement CEM II
? Hoogovencement CEM III
? Puzzolaancement CEM IV
? Composietcement CEM V
? Composietcement CEM VI,
nieuw
volgens EN
1975 en 6.
Als voorbeeld wordt gekozen voor het in
Nederland veelgebruikte hoogovencement.
Dit cement is volgens de tabel samengesteld
uit de hoofdbestanddelen: portlandcement
klinker (K) en gegranuleerde hoogovenslak
(S) en eventueel een vulstof (overig in de
tabel). De grondstoffen en de cement
moeten aan de gestelde eisen uit de norm
voldoen.
WAT IS EEN GEHARMONISEERDE NORM?
Een norm is een vrijwillige afspraak tussen partijen over de specificatie van een product, dienst
of proces. Normen worden door particuliere normalisatie-instellingen ontwikkeld, doorgaans
op initiatief van marktdeelnemers die behoefte hebben aan een norm.
Europese normen worden vastgesteld door een van de drie Europese normalisatie-instellingen;
in ons geval is dit het Europees Comité voor Normalisatie (CEN).
Geharmoniseerde normen zijn een speciale categorie Europese normen die op verzoek van de
Europese Commissie door een Europese normalisatie-instelling worden ontwikkeld. Voor
cement is deze commissie CEN/TC 51 (Technische Commissie 51 'Cement and building limes').
Een CE-markering geeft aan dat het product, in ons geval cement, aan Europese normen voldoet
en aan de hand van deze normen is getest.
8 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
Tabel 2. Samenstelling verschillende cementen uit NEN-EN 197-1, NEN-EN 197-5 en NEN-EN 197-6
CEMENTSOORT A AN DUIDING SAMENSTELLING (% M/M)
KLIN- KER RCF
SL AK MICRO-
SILICA PUZZOL ANEN
VLIEGASGEBR ANDE
LEISTEEN K ALKSTEEN
OVERIG
K FS D PQ VW T LLL
Portlandcement CEM I95-100 0-5
Portland- recycled-
fines-cement CEM II/A-F
80-946-20 0-5
CEM II/B-F 65-7921-35 0-5
Portlandslak -
cement CEM II/A-S
80-94 6-20 0-5
CEM II/B-S 65-79 21-35 0-5
Portlandmicro-
silicacement CEM II/A-D
90-94 6-10 0-5
Portlandpuzzo-
laancement CEM II/A-P
80-94 6-20 0-5
CEM II/B-P 65-79 21-35 0-5
CEM II/A-Q 80-94 6-20 0-5
CEM II/B-Q 65-79 21-35 0-5
Portlandvliegas -
cement CEM II/A-V
80-94 6-200-5
CEM II/B-V 65-79 21-350-5
CEM II/A-W 80-94 6-200-5
CEM II/B-W 65-79 21-350-5
Portlandleisteen-
cement CEM II/A-T
80-94 6-200-5
CEM II/B-T 65-79 21-350-5
Portlandkalksteen-
cement CEM II/A-L
80-94 6-200-5
CEM II/B-L 65-79 21-350-5
CEM II/A-LL 80-94 6-200-5
CEM II/B-LL 65-79 21-350-5
Portland-
composietcement CEM II/A-M
80-88 12-200-5
CEM II/B-M 65-79 21-350-5
CEM II/C-M 50-64 36-500-5
(met RCF, volgens
EN 197-6) CEM II/A-M
80-886-14 6-14 0-5
CEM II/B-M 65-796-29 6-29 0-5
CEM II/C-M 50-646-20 16-44 0-5
Hoogovencement CEM III/A35-64 36-65 0-5
CEM III/B 20-34 66-80 0-5
CEM III/C 5-1981-95 0-5
Puzzolaancement CEM IV/A65-89 21-35 0-5
CEM IV/B 45-64 36-55 0-5
Composietcement
(CEM V) CEM V/A
40-64 18-30 18-30 0-5
CEM V/B 20-38 31-49 31-49 0-5
Composietcement
(CEM VI) CEM VI (S-P)
35-49 31-59 6-20 0-5
CEM VI (S-V) 35-49 31-59 6-20 0-5
CEM VI (S-L) 35-49 31-59 6-200-5
CEM VI (S-LL) 35-49 31-59 6-200-5
CEM VI (S-F) 35-496-2031-59 0-5
Zwart uit NENEN 1971, zonder aanvullend onderzoek; rood uit NENEN 1971 met aanvullend onderzoek;
blauw uit NENEN 1975; groen uit NENEN 1976
9 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
Als we dit hoogovencement ontleden:
CEM III/B 42,5 N LH SR
CEM III Hoogovencement
B Het aandeel van de hoofdbestand
delen bestaat in dit geval uit
2034% portlandklinker en 6680%
gegranuleerde hoogovenslak.
De letters A en C staan voor andere
percentages hoofdbestanddelen.
42,5 De sterkteklasse van het cement is
42,5, dit betekent dat de 28daagse
cementmorteldruksterkte tussen
42,5 en 62,5 MPa ligt.
Bij sterkteklasse 32,5 ligt deze
waarde tussen 32,5 en 52,5 MPa en
bij 52,5, is deze sterkte 52,5 MPa of
meer.
N Normale beginsterkte, de 2 of
7daagse cementmorteldruk
sterkte. In dit voorbeeld moet de
2daagse sterkte min. 10 MPa zijn.
L staat voor low, lagere vroege
sterkteontwikkeling, de 2 of
7daagse sterkte.
R staat voor rapid, een snellere
vroege sterkteontwikkeling, de
2daagse sterkte.
LH Low Heat, een lage hydratatie
warmte, max. 300 J/g.
SR Sulfate Resistance, sulfaatbestand,
max. 4,5% SO?.
De met zwarte tekst aangegeven cementen
uit NENEN 1971 kunnen volgens NEN
8005 zonder aanvullend onderzoek (volgens
CROW CUR Aanbeveling 48) worden toege
past in alle milieuklassen (m.u.v. XS2 en XS3
bij CEM II/A LL). Voor de met rood aangege
ven cementen geldt dat aanvullend onder
zoek nodig is, voordat de cementen in
Nederland gebruikt mogen worden.
NEN-EN 197-5
In de niet geharmoniseerde NENEN 1975
zijn vijf nieuwe cementen beschreven, onder
de noemer CEM II en CEM VI (portlandcompo
sietcement en composietcement). De hoofd
bestanddelen hier van staan al in NENEN
5 Betongranulaat,
door selectieve
breektechniek
'relatief schoon'
zand, grind en
recyclede
cementsteen
10 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
1971, maar de verhoudingen wijken af (tabel
2; de in blauw aangegeven toevoegingen).
Omdat de hoofdbestanddelen hetzelfde zijn,
hadden deze nieuwe cementen onder nor
male omstandigheden prima in de bestaande
NENEN 1971 opgenomen kunnen worden.
Maar het harmonisatieproces van de normen
in Europa staat stil vanwege rechtszaken tus
sen gebruikers van geharmoniseerde normen
en de EUcommissie (zie kader ' Waarom zijn
de nieuwe cementnormen niet geharmoni
seerd?'). Om deze nieuwe cementen toch te
kunnen gebruiken, zonder te wachten op het
harmonisatieproces, is de nieuwe NENEN
1975 ontwikkeld, als aanvulling op de
bestaande norm. Enkele voorbeelden van
nieuwe cementen volgens NENEN 1975 zijn
(voor samenstelling zie tabel 2, de in blauw
aangegeven toevoegingen):
? Portlandcomposietcement CEM II/C M
(SLL) 42,5 N LH
? Composietcement CEM VI (SP) 42,5 L
NEN-EN 197-6
In tegenstelling tot een aantal andere SCM's
is gerecyclede cementsteen niet genoemd
als hoofdbestanddeel in NENEN 1971.
Daarom is, na uitvoerig vooronderzoek, NEN
EN 1976 ontwikkeld, zodat deze grondstof
als nieuwe klinker ver vanger toegepast kan
worden bij de productie van cement. Deze
norm is net als NENEN 1975 niet geharmo
niseerd. In deze nieuwe norm zijn zes nieuwe
cementen beschreven, onder de noemer CEM
II en CEM VI (portlandcomposietcement en
composietcement, zie tabel 2; de in groen
aangegeven toevoegingen). Enkele voor
beelden (voor samenstelling zie tabel 2):
? Portlandcomposietcement CEM II/A M
(Q F) 52,5 N
? Composietcement CEM VI (SF) 42,5 N
De opzet van de nieuwe cementnormen
NENEN 1975 en 1976 is identiek aan die
van NEN EN 1971.
WA AROM ZIJN DE NIEUWE CEMENT -
NORMEN NIET GEHARMONISEERD?
Een van de aanleidingen waarom de nieuwe
cementnormen niet zijn geharmoniseerd, is
de uitspraak van het Hooggerechtshof van
Ierland in het zogenoemde 'James Elliott
Construction arrest' uit 2016. Er is bij de
EU-commissie, als verantwoordelijke voor
de door CEN ontwikkelde geharmoniseerde
EN-normen, twijfel ontstaan over de juridi-
sche houdbaarheid van deze normen. Voor
deze Betoniek is het niet nodig de rechts -
zaak verder in detail uit te diepen. In het
kort gaat het over het leveren van toeslag -
materiaal volgens een geharmoniseerde
norm, met hierin een 'te hoog' gehalte aan
pyriet. Hierdoor ontstonden scheuren in de
wanden en vloeren van een gebouw.
Sinds het arrest is het harmonisatieproces
van EN-normen tot stilstand gekomen, door
conflicten tussen de EU-commissie en
onder andere CEN en vertegenwoordigers
van het bedrijfsleven. Zo heeft de EU-com-
missie bijvoorbeeld 134 van de 208 door
CEN volgens de CPR (Construction Pro-
ducts Regulation) voorgestelde normen en
wijzigingen verworpen vanwege het ont -
breken van voldoende juridische kwaliteit.
In 2019 en 2020 werd er geen enkele norm
aanvaard. Gevolg hiervan is dat NEN-EN
197-5 en NEN-EN 197-6 niet geharmoni-
seerd konden worden, maar een nationaal
karakter hebben. Inmiddels is door de EU-
commissie een 'hervatting harmonisatie -
proces CPR-Acquis' opgestart. De ver -
wachting is dat er vanaf 2025 weer
geharmoniseerde normen zullen worden
aanvaard.
11 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
NEDERL ANDSE SITUATIE
De in deze Betoniek beschreven nieuwe
cementnormen zijn, zoals aangegeven, geen
geharmoniseerde normen. Ze zullen moeten
worden opgenomen in de nationale regel
geving om ze toe te kunnen passen. Deze
cementen hebben dus geen CE markering
maar krijgen in Nederland bijvoorbeeld een
KOMO productcertificaat bij het voldoen
aan de eisen van BRL 2601 'Cement'. De
nieuwe cementen zijn niet automatisch voor
alle milieuklassen geschikt (geen well tried
cementen, d.w.z. cementen waar we veel
er varing mee hebben). Het KOMO product
certificaat geeft uitsluitsel voor de milieu
klassen waarbij het cement kan worden
toegepast.
In bijlage CC van NEN 8005 is een overzicht
opgenomen met de in Nederland toege
stane cementsoorten per milieuklasse.
De nieuwe cementen kunnen al worden toe
gepast in milieuklassen X0, oftewel in beton
zonder wapening en in beton met wapening
als er een zeer lage luchtvochtigheid is.
Indien de cementsoort in een bepaalde
milieuklasse niet is toegestaan, moet aan
vullend onderzoek volgens CROW CUR
Aanbeveling 48 worden uitgevoerd op basis
van gelijkwaardigheid.
De in Nederland van toepassing zijnde
normen, aanbevelingen en BRL'en (zoals
o.a. NEN 8005) zijn inmiddels aangepast aan
NENEN 1975 en 1976. VERGELIJK HOOGOVENCEMENT MET TWEE
NIEUWE CEMENTEN
Gegranuleerde hoogovenslak is momenteel
de beste klinker ver vanger, heeft een gun
stige CO? score (tabel 1) en het mogelijke
ver vangingspercentage is hoog tot wel 80%
(tabel 2). Voor de andere klinker ver vangers
is het ver vangingspercentage lager, waar
door de nieuwe cementen niet automatisch
een betere CO? score zullen hebben.
Gecarbonateerde gerecyclede cementsteen
heeft een gunstig effect op de beginsterkte,
terwijl de andere klinker ver vangers meer
bijdragen aan de eindsterkte. De nieuwe
cementen zijn dus ook niet allemaal auto
matisch even snel in het begin. Dit kan een
effect hebben op de ontkistingstijd.
In tabel 3 is een vergelijking gemaakt tussen
de bekende CEM III/B 42,5 N LH SR en twee
nieuwe cementen.
SAMENVAT TING
Volgens de Roadmap Europese cement
industrie zal cement uiterlijk in 2050 CO?
neutraal zijn. Talrijke initiatieven, onderzoe
ken en innovaties hebben geleid tot nieuwe
cementen met een lage CO?impact, met
minder portlandklinker en meer
klinker ver vanger(s). Naast de huidige
cementnorm zijn in deze Betoniek alle toe
gestane klinker ver vangers besproken,
waaronder de nieuwe SCM (gecarbona
teerde) gerecyclede cementsteen. Enkele
Tabel 3. Vergelijk hoogovencement met twee nieuwe cementen
CEMENT NOTATIEKG CO? EQ/TON
(GESCHAT) EIGENSCHAPPEN
Hoogovencement CEM III/B 42,5 N LH
SR 270
Well tried cement
Composietcement CEM VI (S-P) 42,5 Lca. 400Lage beginsterkte
Portlandcomposietcement CEM II/A-M (Q-cF)
42,5 N ca. 500
De combinatie van cF en Q zorgt voor
een goede begin- en eindsterkte
12 MEI 2024 STANDA ARD 17 18
BETONIEK = STANDAARD + VAKBLAD
Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook Betoniek
Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie wordt geschreven. Betoniek Vakblad verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn te raadplegen op www.betoniek.nl.
Voor leden van Betoniek is dat gratis! VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 1 2024
Op weg naar CO 2-
neutraal beton
HIJSMONTAGEFR AME ? OPTIMALE KORRELPAKKING
? AFVANG VAN CO 2 ? EXPOSURE RESISTANCE CL ASSES
BV 01_2024_ Cover.indd 1BV 01_2024_ Cover.indd 1 01-03-2024 14:4501-03-2024 14:45
nieuwe cementen zijn vergeleken met het in
Nederland veelgebruikte hoogovencement.
De nieuwe cementen konden niet in de hui
dige cementnorm worden opgenomen. Na
literatuuronderzoek en een uitvoerig onder
zoeks en testprogramma van verschillende
cementsamenstellingen, uitgevoerd door de
wetenschap en de industrie, zijn de twee
nieuwe (niet geharmoniseerde) cement
normen ontwikkeld. Literatuur? Technische dossiers NENEN 1975 en 1976,
CEMBURE AU.
? Global GHG emissions by sector, 2019.
? James Elliott Construction arrest, 2016.
? CPR Acquis, 2021.
? RWS grondstoffen cement, SGS Intron 2022.
? Gecombineerde cementtabel, Cement&BetonCentrum 2024.
KENNISDELING VIA BETONIEK, DANKZIJ ONZE PARTNERS
Lidmaatschap 2024
Kijk voor meer informatie over
onze lidmaatschappen op
www.betoniek.nl/lidworden
of neem contact op via
klantenser vice@aeneas.nl of
073 205 10 10.
Voorwaarden
Je vindt onze algemene
voorwaarden op
www.betoniek.nl/algemene
publicatievoorwaardenbetoniek. Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over technologie en uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een
uitgave van Aeneas Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de redactie zijn vertegenwoordigd: Betonova, Cement&BetonCentrum, Heidelberg Mate rials, IJB Groep, Faber Betonpompen B.V., Heijmans, SKG IKOB, TNO en Aeneas.
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 's Hertogenbosch Website
www.betoniek.nl
Klantenservice
073 205 10 10
klantenser vice@aeneas.nl Vormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
073 205 10 27
betoniek@aeneas.nl Hoewel de grootst mogelijke zorg
wordt besteed aan de inhoud van
het blad, zijn redactie en uitgever
van Betoniek niet aansprakelijk
voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslis
singen gebaseerd op de informatie
in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden
van gebruikt beeldmateriaal
worden achterhaald. Belang
hebbenden kunnen contact
opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2023
ISSN: 23521090
Ongeveer 7% van de wereldwijde CO2uitstoot kan worden toegeschreven aan cement (fig. 3). In Nederland is het aandeel van de CO2-uitstoot van cement minder dan 1,5% (en daarmee de laagste ter wereld), mede door het al tientallen jaren veelvuldig toepassen van gegranuleerde hoogovenslak en poederkoolvliegas als klinkervervangers in onze cementen. Maar de beschikbaarheid van gegranuleerde hoogovenslak en poederkoolvliegas staat in de nabije toekomst onder druk, zowel in Nederland als in de rest van Europa.
De staalindustrie, wereldwijd verantwoordelijk voor ook circa 7% van de CO2emissies, is bezig met het verduurzamen van haar processen en stapt over op andere productietechnieken. Gevolg daarvan is dat er naar verwachting veel minder slak vrij komt. Daarbij moet nog worden onderzocht of de nieuwe slak ook in de toekomst kan worden toegepast als klinkervervanger. Voor wat betreft poederkoolvliegas heeft de Nederlandse overheid al het besluit genomen alle kolengestookte energiecentrales per 2030 te sluiten. Inmiddels zijn al enkele centrales gesloten. Gevolg daarvan is dat de hiervan afkomstige poederkoolvliegas al moeilijker verkrijgbaar is.
Stel dat de gegranuleerde hoogovenslak en poederkoolvliegas volledig wegvallen en we het vervangingspercentage van klinker in cement op pijl willen houden. Dan is er, bij de jaarlijkse betonconsumptie in Nederland van circa 14 miljoen m³, jaarlijks al snel meer dan 2 miljoen ton aan alternatieve klinkervervangers nodig. Dit zijn de zogenoemde SCM’s (supplementary cementitious materials).
Reacties