VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD
2 2021
Zelfklimmend
veiligheidsscherm
Y-Tower s
COLLOÏDA AL BETON ? MONOLIETVLOEREN
? HUIS VAN DELFT ? 120 M ZONDER SCHEUREN
BV 2-2021_Cover.indd 1BV 2-2021_Cover.indd 1 05-07-21 14:5905-07-21 14:59
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Marjolein Heijmans, 06-57676351 of via e-mail m.heijmans@aeneas.nl.
Ook partner van Betoniek worden?
Met het delen van kennis draagt Betoniek al sinds 1970 bij aan een goede kwaliteit van de bouw in
Nederland. Dit doen we met hulp van onze partners, die net als wij het belang van kennis inzien.
Tegenover deze ondersteuning staan een aantal privileges, zoals een hoge korting op licenties, aandacht in het vakblad en online en gratis gebruik van de vacaturebank.
B
ij Van Hattum en Blankevoort gaan exper-
tise, er varing en creativiteit hand in hand.
Je vindt bij ons een positieve cultuur van
samenwerking en innovatie. Met veel ruimte voor
eigen initiatief en doorgroeimogelijkheden.
Partner uitgelicht
Tunnels en bruggen van de buitencategorie, y-overs en viaducten. Het zit in
de genen van Van Hattum en Blankevoort. Al bijna twee eeuwen verrijken we
Nederland met kunstwerken, infrastructuur en civiele betonconstructies. Van
(circulaire) viaducten, bruggen en (afzink)tunnels tot sluizen, gemalen, kade-
muren en waterkeringen. Als toonaangevende civiele aannemer ontwerpen,
bouwen, beheren én onderhouden we deze civiele kunstwerken. Je komt ons
tegen in de infrastructuur, energie, havens, industrie en rondom het water.
Maar ook binnenstedelijke uitdagingen zoals ondergrondse parkeergarages en
kelders gaan wij graag aan.
Van Hattum en Blankevoort
Dan beland je in een warme club van gedreven
vakmensen en specialistische experts.
We werken vanuit vijf verschillende vestigin-
gen en uiteraard onze projectlocaties. Vanuit
het hoofdkantoor van Van Hattum en
Blankevoort in Vianen sturen we de landelijke,
integrale projecten aan. We zijn bedenkers en bouwers van civiele con-
structies die vandaag al werken aan de uitdagin-
gen van morgen: leefbaarheid, duurzaamheid en
mobiliteit. Maak jij morgen mogelijk bij
Van Hattum en Blankevoort?
2 VAKBL AD 2 2021
BV 2-2021 Partners + Partners uitgelicht.indd 2BV 2-2021 Partners + Partners uitgelicht.indd 2 05-07-21 13:4505-07-21 13:45
Het Monolithicum
Ooit ? niet zo heel erg lang geleden en ook niet zo
ver hier vandaan ? waren er mensen die er genoe-
gen in schepten om hard te roepen dat de bouw en
alles wat daar mee samenhing vies en ver vuilend
was ? en vooral duur. En dat dat zo snel mogelijk
moest stoppen.
De bouwers van toen lieten het er niet bij zitten en
gingen, na eerst spontaan heel hard "Nietes!" te
hebben geroepen, aan de slag met een tegenactie.
Want zo hoorde dat toen als je ergens van beschul-
digd werd.
Nieuwe, schonere technieken ontstonden,
bestaande constructies werden hergebruikt en
alles wat eerst afval leek, bleek ook een grondstof
te kunnen zijn. Maar het gemopper over de bouw
hield niet op en een lichte radeloosheid maakte
zich van de bouwers meester. "Beter, sneller,
goedkoper, iedereen wil ook alles tegelijk!"
"Dat moesten we dan ook maar eens gaan doen"
sprak een dappere bouwer, "alles tegelijk!"
Zij combineerde dragende wanden met scheidende
wanden en maakte complete verdiepingen in één
dag. Ook maakte zij mooi beton dat geen verdere
decoratie of afwerking nodig had. Wie van
opschieten houdt, moet gewoon stapjes overslaan,
of in ieder geval stapjes combineren. Zo gezegd, zo
gedaan.
En toen zij op een mooie morgen ? al hard werkend
? bezig was met het aanbrengen van de zoveelste
afwerkvloer kwam het besluit: ook hier sla ik een
stap over en doe ik alles in één keer goed! Dat was
het begin van een nieuw tijdperk: het Monolithi-
cum.
Ik wens jullie namens mijn redactiecollega's veel
leesplezier en alvast een jne versoepelde zomer-
vakantie.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nlVEILIG WERKEN DANKZIJ
VEILIGHEIDSSCHERM
Y-Towers op Overhoeks in Amsterdam
uitgevoerd met hydraulisch zelfklimmende
veiligheidsschermen.
4
PUZZELEN MET ONDERSTEUNING
Constructieve uitdagingen in de uitvoering
van Huis van Delft. 10
COLLOÏDA AL BETON EN DE STRIJD TEGEN
HET WATER
Om betonspecie onder water te kunnen
storten zonder dat het ontmengt, is er
colloïdaal beton. CROW-CUR Aanbeveling
18 is recent herzien. 16
120 M L ANG ZONDER SCHEUREN
Onder Stationsplein Noord in Zwolle ligt
sinds kort een ondergrondse etsenstalling.
Betontechnologische uitdaging was een
120 m lange betonwand. 22
EEN GOEDE MONOLIET VLOER MA AK
JE SAMEN
Webinar monolietvloeren bevestigt belang
samenwerking. 28
JULI 2021
JA ARGANG 9
EN VERDER
PARTNER UITGELICHT 2 GESPONSORD BERICHT INDUSTRIËLE A ANHANGERS 35
ONLINE EN SERVICE
35
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 2 2021
Zelfklimmend
veiligheidsscherm
Y-Tower s
COLLOÏDA AL BETON ? MONOLIETVLOEREN
? HUIS VAN DELFT ? 120 M ZONDER SCHEUREN
BV 2-2021_Cover.indd 1BV 2-2021_Cover.indd 1 05-07-21 14:5905-07-21 14:59
Foto voorpagina: luchtfoto
bouw Y-Towrs in Amsterdam, foto: Wietse Visser - Visual project
3 VAKBL AD 2 2021
INHOUD
BV2-2021 Inhoud_hoofdredactioneel.indd 3BV2-2021 Inhoud_hoofdredactioneel.indd 3 05-07-21 15:0005-07-21 15:00
Om de veiligheid tijdens de uitvoering te verbeteren,
wordt steeds vaker gewerkt met veiligheidsschermen
rondom een gebouw. Vaak worden deze hydraulisch en
dus zelfklimmend uitgevoerd, een techniek die we al
langer kennen voor klimbekistingen. Ook bij de
Y-Towers in Amsterdam wordt met een dergelijk
systeem een veilige werkruimte gecreëerd.
VEILIG
WERKEN
DANKZIJ
VEILIGHEIDS-
SCHERM
Y-TOWERS OP OVERHOEKS IN AMSTERDAM
UITGEVOERD MET HYDR AULISCH
ZELFKLIMMENDE VEILIGHEIDSSCHERMEN
4 VAKBL AD 2 2021
Auteur Martin Pols, PERI
BV2-2021_1 y- towers.indd 4BV2-2021_1 y- towers.indd 4 05-07-21 13:4305-07-21 13:43
PROJECTGEGEVENS
Project Y-Towe r s
Opdrachtgever Oviesa Realisatie VOF, Union Investment Real Estate GmbH,
IES Immobilien-Projektentwicklung GmbH
Aannemer Rizzani de Eccher
leverancier bekistingen PERI
Architect Team V Architectuur)
Constructieadvies Van Rossum
Oplevering Tweede kwartaal 2023
X Bijschrift
5 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_1 y- towers.indd 5BV2-2021_1 y- towers.indd 5 05-07-21 13:4305-07-21 13:43
D
e Y-Towers maken deel uit van een
ensemble van zes wolkenkrabbers op
de locatie Overhoeks aan de noordelijke
IJ-oever in Amsterdam. Elke toren heeft een
eigen karakter. Ook de twee Y-Towers verschil-
len in architectuur (fig. 2), al vormen ze, dank -
zij een verbinding met gemeenschappelijke
plint, samen één gebouw.
Een van de torens is een hoteltoren van 110 m
hoog met 579 kamers. Deze toren heeft een
ingetogen, strakke vormgeving. De andere
toren is een woontoren van 101 m, met 244
appartementen. Deze woontoren is qua
architectuur expressiever, onder meer dank -
zij balkons die onregelmatig zijn verspreid
o
ver de gevel. De vierlaagse plint bevat publieke functies, waaronder twee bars,
restaurant, zalen en hotellobby. Daaronder
be
vindt zich een tweelaagse split level
parkeergarage.
DR A AGCONSTRUCTIE
De draagconstructie van de torens bestaat uit
een betonnen kern, wanden, kolommen en
vloeren (fig. 3). De bouwmethodiek is voor
beide torens identiek (foto 1). De kern wordt
gebouwd met een hydraulische klimbekisting
en loopt circa 3 à 4 lagen vooruit op de vloeren.
De vloeren zijn uitgevoerd met breedplaten.
Rondom de gevel is een hydraulisch klimmend
veiligheidsscherm voorzien.
VEILIGHEIDSSCHERM
Om beide torens is een veiligheidsscherm aan-
gebracht (fig. 4). Dit scherm dient als wind-
scherm en zorgt voor meer comfort tijdens de
uitvoering. Maar nog belangrijker: het zorgt
voor extra veiligheid. Er wordt dankzij het
scherm voorkomen dat materiaal naar bene -
den valt. Gezien de krappe bouwplaats en de
bouwactiviteiten naast deze bouwplaats, is dat
bij de Y-Towers van extra groot belang.
Het veiligheidsscherm is een hydraulisch zelf -
klimmend systeem (PERI RCS-P), waar voor
geen kraan nodig is om het verticaal te verplaat -
sen. Het principe is vergelijkbaar met een stan-
daard zelfklimmend bekistingssysteem dat voor
de kernen wordt gebruikt (PERI RCS-C).
1 Y-Towers in uitvoering
6 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_1 y- towers.indd 6BV2-2021_1 y- towers.indd 6 05-07-21 13:4305-07-21 13:43
VEILIGHEID
Bij dit soort hydraulische klimsystemen gaat
er extra veel aandacht uit naar de veiligheid.
De klimprocedure mag alleen worden uitge-
voerd door speciaal door de leverancier opge -
leid personeel. En ook tijdens het klimmen
gelden speciale veiligheidsmaatregelen. Zo
mogen er tijdens het klimmen geen mensen in
de buurt komen van de klimunits.
Een klimunit is voorzien van twee verticale
klimbalken (rails). Deze klimbalken zijn aan
zogenoemde klimschoenen bevestigd, waarin
de klimbalken omhoog worden geleid (fig. 5).
2 Impressie Y-Towers met links de woontoren en rechts de hoteltoren
3
3D r
ender constructie
7 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_1 y- towers.indd 7BV2-2021_1 y- towers.indd 7 05-07-21 13:4305-07-21 13:43
CONSTRUCTIE
In het project Het project Y-Towers heeft een
uitdagende constructie met onder meer over-
drachtsconstructies, vakwerkliggers, doos-
in-doos-constructies en voorgespannen stro-
ken. Meer daarover staat in het artikel ' Van
galgenveld naar hippe woonwijk' in Cement.
Deze klimschoenen worden niet, zoals bij een
standaard klimsysteem (kern), aan de wand
bevestigd. Maar in plaats daar van wordt
gewerkt met vloerbalken; stalen profi elen die
met instortankers aan de vloer worden beves-
tigd. De klimschoenen zijn aan deze vloerbal-
ken gemonteerd (fi g. 5).
Het klimmen gebeurt met behulp van hydrauli-
sche cilinders die aan de onderzijde aan de
klimschoenen en aan de bovenzijde via klim-
bouten aan de klimbalken zijn bevestigd (fi g. 6).
Deze cilinders duwen de klimbalken in slagen van 500 mm per keer omhoog. Na elke slag wor-
den de klimbalken gezekerd met een veilig-
heidspal in de klimschoen, waarna de boven-
zijde van de cilinder hydraulisch naar een
lagergelegen klimbout kan worden verplaatst.
Hierna kan een nieuwe slag worden gemaakt.
Deze procedure herhaalt zich totdat alle units
een verdieping hoger zijn geklommen.
Voor beplating van de veiligheidsschermen zijn
er diverse opties: houten beplating, stalen
damwandprofi elbeplating of aluminium pane-
len met gaasprofi el (fi g. 7).
4 Principe veiligheidsscherm
5 Klimbalken met vloerbalken
(a) en klimschoenen (b) 6
Hydraulisch veiligheidsscherm in de praktijk met
vloerbalken, klimbalken en cilinders 7
Diverse soorten beplating voor het
veiligheidsscherm (damwandprofi elbeplating en
aluminium panelen met gaasprofi el)
8 Laadplatform geïntegreerd
in het veiligheidsscherm
A
B
8 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_1 y- towers.indd 8BV2-2021_1 y- towers.indd 8 05-07-21 13:4305-07-21 13:43
L A ADPL ATFORMS
Het is mogelijk de veiligheidsschermen te
combineren met laadplatforms. Deze kunnen
worden gebruikt voor het transport en ver-
plaatsen van materieel, zoals stempels, vloer -
bekisting of bevoorrading van de afbouw. Deze
laadplatforms kunnen worden geïntegreerd in
het veiligheidsscherm, wat ook bij de Y-Towers
het geval is (foto. 8). Het is ook mogelijk om
werkplatforms onder het veiligheidsscherm
toe te passen.
TOT SLOT
Systemen voor hoogbouw hebben het laatste
decennium een grote vlucht genomen, met
name op het gebied van veiligheid. Waar je een
jaar of tien geleden nog nauwelijks veilig-
heidsschermen tegenkwam, zijn die nu bijna
de standaard. Dat is een goede ontwikkeling.
Hierdoor kunnen bijzondere projecten als de
Y-Towers op een beheersbare, snelle en ook
veilige manier worden uitgevoerd.
Met een lidmaatschap kun je inloggen
op de website en heb je toegang tot alle
beschikbare CROW-CUR Aanbevelingen.
Maak jij regelmatig gebruik
van CUR?Aanbevelingen?
Interesse?
Vraag een lidmaatschap aan via www.cur-aanbevelingen.nl
of neem contact op met onze klantenservice 073-205 10 10
9 De kern voor de woontoren wordt een aantal lagen voorgetrokken met een klimbekisting
BV2-2021_1 y- towers.indd 9BV2-2021_1 y- towers.indd 9 05-07-21 13:4405-07-21 13:44
CONSTRUCTIEVE UITDAGINGEN IN DE
UIT VOERING VAN HUIS VAN DELFT
In Delft wordt gebouwd aan het Huis van Delft, een in het oog
springend bouwwerk nabij het station. Constructief kent het
project een aantal bijzonderheden, die in de uitvoering om slimme
oplossingen vragen. Zo moeten stalen spanten, nodig vanwege
enkele grote vides, aan de betonconstructie worden bevestigd. En
stabiliteits
wanden moe
ten onderling constructief worden gekoppeld,
zonder dat dat te veel invloed heeft op de bouwfasering.
Puzzelen met
ondersteuning
H
uis van Delft ligt tussen het station en
de binnenstad van Delft en biedt straks
ruimte aan onder meer 51 koopwonin-
gen, publieke functies (VVV, Innovation Center,
auditorium) en horeca. Onder het gebouw
bevindt zich een parkeerkelder van één laag
(fig. 3). Het bijzondere ontwerp van de boven-
bouw verwijst op een abstracte manier naar de
oorspronkelijke woon- en geboortehuizen van
enkele belangrijke Delftse pioniers, zoals
Antoni van Leeuwenhoek, Johannes Vermeer,
Hugo de Groot en Reinier de Graaf (fig. 4).
De plattegrond van het zes lagen hoge gebouw
loopt taps toe (fig. 5); het gebouw is ongeveer
100 m lang en de diepte neemt toe van 15 m
aan de zuidzijde tot 35 m aan de noordzijde. De
kopse kanten van het complex bestaan uit 20 m
hoge trapgevels (aan de zuidgevel één en aan
de noordgevel drie). Opvallend zijn verder
vooral de hoge glazen geveldelen in de oost -
gevel als inverses van Delftse huisjes, met
erachter grote vides. De grootste vide, tussen
as 13 en 16, is 18 m breed en bijna 20 m diep.
CONSTRUCTIE
Van buiten ziet Huis van Delft er complex uit. De
hoofdopbouw van de draagconstructie is echter
relatief eenvoudig. De constructie is opge -
bouwd uit evenwijdig aan elkaar gelegen beu- ken met woningscheidende wanden en vloeren
(fig.3), gerealiseerd met de bouwmethode
wanden-breedplaat. Aan de kopse zijden is een
kolommenstructuur voorzien van rechthoekige
prefab-betonkolommen. In het midden van het
780+P
maaiveld 780+P
maaiveld
Techniek
Parkeergarage Berging
Berging
Fietsenstalling
inkoop
W01
200+P
2800+P 3300+P
P=0
L01
L02L03 L04L05 L06
W02
W03 W04
W05W06 W07
W10 W11W12 W13 W14
W15 W16
W08 W17
W21 W24 W25 W26W27W28 W29
W21
W22 W23
W30W31 W32W33 W34 W35W36 W37W38 W39W40 W29
W22 W23
VluchttrapSchacht
damwand damwand
Berging
Berging Berging BergingBerging IN-/UITRIT B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60
B60B60B30B30B30B30
B60B60B30B30B30B30
B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60B60B60B60B60
B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B30B30B30B30
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60B60B60
B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60B60B60 B60B60
Parkeergarage Parkeergarage Techniek
D C
Schacht
vluchtroute kruipruimte kruipruimte
Dilatatie
3300+P
gebouw bevindt zich in langsrichting over de
hele lengte een dragende wand (as C).
Ter plaatse van de drie vides is de wanden-
vloerenstructuur over de onderste vier lagen
onderbroken over een breedte van drie beu-
1 Huis van Delft in de steigers
3
De hoof
dopbouw van de draagconstructie is relatief eenvoudig
10 VAKBL AD 2 2021
Auteur Peter van Winden, Mulder Betonbouw
BV2-2021_house of delft.indd 10BV2-2021_house of delft.indd 10 05-07-21 13:3505-07-21 13:35
PROJECTGEGEVENS
Project Huis van Delft
Opdrachtgever Delft Village bv
Opdrachtnemer VOF Bouwcombinatie Huis van
Delft (Ter Steege Bouw Vastgoed en Dura
Vermeer)
Betonbouw Mulder Betonbouw
Breedplaten Geelen betonOndersteuningsconstructie Layher
Architect Koschuch Architects (voorheen
Van Dongen ? Koschuch architects)
Integraal advies ABT (constructie,
bouwfysica, installatietechniek, geotechniek en
bouwkostenmanagement)
Uitvoeringstechnisch ontwerp K ASKON
ken. Om die reden worden in de constructie
diverse stalen liggers en vakwerkspanten
opgenomen: bij elke vide een spant in de gevel
en bij de grootste vide twee extra spanten in
het interieur (fi g. 6)
Drie uitvoeringsaspecten van dit project wor-
den in dit artikel nader belicht: de aansluiting
van de langs- en dwarswanden, de koppeling
van de stalen spranten met de betonconstructie
en de ondersteuningsconstructie in de vides.
A ANSLUITING L ANGS- EN DWARSWANDEN
De langswand in as C heeft een belangrijke
functie in de stabiliteit van het gebouw. Deze
wand wordt telkens gestort vooruitlopend op
de dwarswanden, die er later tegenaan worden
gestort. In deze dwarswanden zijn construc-
tieve trekbanden opgenomen die om construc-
tieve redenen moeten doorlopen, ook ter
plaatse van de aansluiting met de langswand.
Een oplossing met stekkenbakken of stekan-
kers is hierbij niet mogelijk. Aan stekkenbak-
ken kan onvoldoende constructieve waarde
worden toegekend, onder meer vanwege de
beperkte staafdiameters. Stekankers zijn wel-
iswaar leverbaar in grotere diameters, maar
daarbij is de benodigde buigstraal te groot om
nog in de wand van 250 mm te passen.
Een vaak toegepaste oplossing is het aanbren-
gen van een tijdelijke sparing in de langswand,
zodat de wapening in de dwarswanden
gewoon door kan lopen. Maar door onder meer
planningstechnische redenen had het echter
de voorkeur de langswand als geheel door te
780+P
maaiveld 780+P
maaiveld
Techniek
Parkeergarage Berging
Berging
Fietsenstalling
inkoop
W01
200+P
2800+P 3300+P
P=0
L01L02L03 L04L05 L06
W02 W03 W04 W05W06 W07
W10W11W12 W13 W14W15 W16
W08 W17
W21 W24 W25W26W27W28 W29
W21
W22 W23
W30W31 W32 W33W34 W35W36 W37W38 W39W40 W29
W22W23
Vluchttrap
Schacht
damwand damwand
Berging Berging Berging
Berging Berging IN-/UITRIT B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60B30B30 B30B30
B60B60B30B30 B30B30
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60B60B60B60B60B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60B30B30 B30B30
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60B60B60B60B60
B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60B60B60 B60B60
Parkeergarage Parkeergarage Techniek
D C
Schacht
vluchtroute kruipruimte kruipruimte
Dilatatie
3300+P
Vanwege de vides worden in
de constructie diverse stalen
liggers en vakwerkspanten
opgenomen
2 Huis van Delft in aanbouw,
foto: Puck Linssen
11 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_house of delft.indd 11BV2-2021_house of delft.indd 11 05-07-21 13:3505-07-21 13:35
4 Impressie van Huis van Delft, beeld: Koschuch Architects storten. Om die reden is gezocht naar een
alternatief.
Hierbij was het onder meer nodig een oplos-
sing te vinden voor de trekbanden (in de vorm
van wapeningsstaven) in de dwarswanden, die
constructief moeten doorlopen, dus door de
eerder gestorte langswand heen. In de eerste
plaats worden de trekbanden in de wanden
zoveel mogelijk geconcentreerd in de verdie -
pingsvloeren, zodat die bij het storten van de
vloeren kunnen worden meegenomen en dus
geen 'last hebben' van de langswand. Maar dat
bleek niet voor alle wapening van de trekband
mogelijk. Op enkele plekken moeten ook rela-
tief zware wapeningsstaven (Ø16 en Ø20) in de
wand worden aanbracht. Om ook die ter
plaatse van de onderbreking door de langs -
wand te laten doorlopen, worden in die langs -
wand kleine ronde sparingen opgenomen waar
de wapening doorheen kan worden gestoken
(fig. 8). Hiertoe worden in de bekistingen
kokertjes aangebracht.
Om de wapening door te kunnen laten lopen, worden op diverse
plekken in de langswand kleine ronde sparingen opgenomen
dr.
wtw725x570wp598x665 wtw725x570wp598x665 wtw725x570wp598x665 wtw725x570wp598x665
W2 W3 W4 W6 W1 W5 W7 W8
wtw725x570
W9
100 m² Breed wonen W06 99 m² Breed wonen W05
162 m² Hoek wonenW01
100 m² Breed wonen W04 99 m² Breed wonenW03 99 m² Breed wonenW02 95 m² Breed wonenW07
147 m² Hoek wonenW08
136 m² Hoek wonen
W09
17 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 13 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 17 m²buitenruimte
21 m²buitenruimte
118 m² Publiek
600 600 5400 5400 600 2400 600 5400 600 600 2400 600 2400 600 2692 600 2400 600 2400 600 2400 600 2400 600 2400 600 600 600 600 600 5400 600 5400 600 600 2400 600 600 1449 2400
600 2463 600 2463 600
17776
600 2463 600 2463 600 2463 600
17776
600 2463 600 2463 600 2463 600 2463 600
17776
600 2463 600 2463 600 2657
2278
3390
600
2522
585
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
3199
1715600
2434
600
2434
600
2434
600
3083
2400 2400 600 2400 2400 600 2400 2400 600 2400 2400 600 2400 2400 600 5400 5400
600 2463
126 m² Publiek
95 m² Publiek
6600+P 6600+P 6600+P 6600+P 6600+P 6600+P
6600+P
6600+P 6600+P 6600+P 6600+P 6600+P
6600+P
6600+P
6600+P
6600+P
6600+P 6600+P
4400 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 5600
6000
6000
6000
6000
6000
106740
1785
2320
3290
2620
35154
14499
97414
349 392
A A
B B
D
C
2639
2060 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60 B60 B60 B60 B60 B60 B60 B60 B60 B60
B60
B60
B60
B60
B60
B30
B30
B30
B60
B60 B60 B60 B60
B60
B60
B60 B60 B60 B60 B60 B60
B60B60 B60
B60B60 B60B60
B60 B60
B30
B30
B30
B60B60B60B60 B60B60B60B60
B30
B60B60
B60B60
B60B60 B60
B60B60B60B60 B60B60
B60
B60B60
B30
B60 B60
B60 B60
56 m² Publiek
balustrade h=1000mm balustrade h=1000mm
o: 206.2
a: 185.0
o: 206.2
a: 185.0 deur op
kleefmagneet berging 40 (W05) 5 m² berging 41
(W09) 5 m²
o: 161.1
a: 280
lift door derden
o: 200 a: 306 o: 200 a: 306
o: 200a: 306
o: 200
a: 306
o: 183.3 a: 223
o: 183.3 a: 223
Dilatatie Dilatatie
DBLBSH
beglaasde valt binnende thermische schil
PB
beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil
beglaasde valt binnende thermische schil
beglaasde valt binnende thermische schil
5 Plattegrond met in as C over de hele lengte een dragende wand in langsrichting
12 VAKBL AD
2 2021
BV2-2021_house of delft.indd 12BV2-2021_house of delft.indd 12 05-07-21 13:3505-07-21 13:35
in te storten, die worden gekoppeld aan stek-
einden in de achterliggende vloer.
Pas als de hele betonconstructie tot en met de
dakvloer is gestort en verhard, mogen de
wand- en de vloersparing worden aangestort.
Op die manier wordt voorkomen dat het vak -
werk gaat inklemmen in de vloer/wand als
gevolg van doorbuiging.
Voor het waarborgen van de stabiliteit van het
spant, totdat de koppeling met de betoncon-
structie gereed is, is het spant afgeschoord op
de ondergelegen wanden en vloeren.
Het beschreven constructieprincipe geldt ook
voor de spanten in de voorgevel. Hier wordt in
dit artikel verder niet op ingegaan.
ONDERSTEUNINGSCONSTRUCTIE
Uiteraard moeten alle breedplaatvloeren tijde -
lijk worden onderstempeld. Ter plaatse van de
vides moet de vloer op de vierde verdieping tot
de begane grond worden afgestempeld. Dit
vroeg om een bijzonder hoge ondersteunings -
constructie. In het ontwerp is met uitvoerende
partijen afgestemd hoe een en ander kon wor -
den uitgevoerd. Hierbij is rekening gehouden
met de belasting in de uitvoeringsfase als
gevolg van de ondersteuningen op de begane -
grondvloer.
De ondersteuningsconstructie moest zo wor -
den ontworpen dat een traditionele bekisting
kan worden aangebracht, die nodig is om de
stortstroken (op een enkele plek in de vierde
verdieping) aan te storten. Voor de ondersteu-
ningsconstructie is gekozen voor het Layher
Allround steigersysteem in combinatie met
kopspindels.
Het inpassen van de ondersteuning bij de groot -
ste vide was nog een hele puzzel, vanwege de
aanwezigheid van de vakwerkspanten. Dit alles
leidde tot een indrukwekkend ontwerp (fig. 11).
Dit is vooraf uitgewerkt in het BIM-model en de
steigers zijn zodanig gepositioneerd, dat ze pre -
cies tussen het aanwezige staal kunnen worden
aangebracht. De opbouw van de ondersteuning
loopt per bouwlaag mee met de rest van de con-
De koppeling met het overige delen van de
wanden kan wel gewoon met stekkenbakken
(Ø10 ? 150) worden gerealiseerd.
SPANTEN AS D EN E
Om de dwarswanden op de vierde en vijfde
verdieping (boven op de vides) te kunnen dra-
gen, worden onder die dwarswanden stalen
liggers in de vloer opgenomen. Deze worden
aan de ene kant (as C) opgelegd en verankerd
aan stekankers in de achterliggende beton-
constructie en aan de andere kant opgehangen
aan de vakwerkspanten in de gevel.
Bij de grootste vide (tussen as 13 en 16) vor
-
men twee extra vakwerkspanten in as D en E
extra tussensteunpunten. Deze twee spanten
worden opgelegd op de wanden in as 13 en 16
(fig. 7). Voor de koppeling van deze spanten
met de betonconstructie moest een oplossing
dr.
wtw725x570wp598x665 wtw725x570wp598x665 wtw725x570wp598x665 wtw725x570wp598x665
W2 W3
W4 W6 W1 W5 W7 W8
wtw725x570
W9
100 m² Breed wonenW06 99 m² Breed wonen W05
162 m² Hoek wonenW01
100 m² Breed wonen W04 99 m² Breed wonenW03 99 m² Breed wonenW02 95 m² Breed wonenW07
147 m² Hoek wonenW08
136 m² Hoek wonen
W09
17 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 13 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 11 m²buitenruimte 17 m²buitenruimte
21 m²buitenruimte
118 m² Publiek
600 600 5400 5400 600 2400 600 5400 600 600 2400 600 2400 600 2692 600 2400 600 2400 600 2400 600 2400 600 2400 600 600 600 600 600 5400 600 5400 600 600 2400 600 600 1449 2400
600 2463 600 2463 600
17776
600 2463 600 2463 600 2463 600
17776
600 2463 600 2463 600 2463 600 2463 600
17776
600 2463 600 2463 600 2657
2278
3390
600
2522
585
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
2507
600
3199
1715600
2434
600
2434
600
2434
600
3083
2400 2400 600 2400 2400 600 2400 2400 600 2400 2400 600 2400 2400 600 5400 5400
600 2463
126 m² Publiek
95 m² Publiek
6600+P 6600+P 6600+P 6600+P 6600+P 6600+P
6600+P
6600+P 6600+P 6600+P 6600+P 6600+P
6600+P
6600+P
6600+P
6600+P
6600+P 6600+P
4400 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 6000 5600
6000
6000
6000
6000
6000
106740
1785
2320
3290
2620
35154
14499
97414
349 392
A A
B
B
D
C
2639
2060 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60 B60B60 B60B60 B60B60 B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60B60
B60
B60
B60
B60
B60
B60
B60
B60
B60 B60 B60 B60 B60 B60 B60
B60
B30
B30
B30
B60
B60
B60
B60 B60 B60 B60
B60 B60 B60B60 B60 B60 B60 B60 B60
B60B60 B60B60
B60
B60
B30
B30
B30
B60B60B60B60 B60B60B60B60
B30
B60B60
B60B60
B60B60B60
B60B60B60B60 B60B60
B60B60B60
B30
B60 B60
B60
B60
56 m² Publiek
balustrade h=1000mm balustrade h=1000mm
o: 206.2
a: 185.0
o: 206.2
a: 185.0 deur op
kleefmagneet berging 40 (W05) 5 m²
berging 41
(W09) 5 m²
o: 161.1
a: 280
lift door derden
o: 200 a: 306
o: 200
a: 306
o: 200 a: 306
o: 200a: 306
o: 183.3 a: 223
o: 183.3 a: 223
Dilatatie Dilatatie
DBLBSH
beglaasde valt binnende thermische schil
PB
beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil beglaasde valt binnende thermische schil
beglaasde valt binnende thermische schil
beglaasde valt binnende thermische schil
wand in as C
worden bedacht, waarbij de spanten in de uit
-
voeringsfase nog enigszins kunnen ver vormen
als gevolg van het storten van de bovengele -
gen vloeren en wanden.
Om dat mogelijk te maken worden in de wan-
den, waarin de spanten worden opgelegd, tij-
delijke sparingen opgenomen (fig. 9). Aan de
onderzijde van deze wandsparing wordt in de
wand een stalen plaat ingestort en verankerd.
Hierop wordt een stalen glijbok (foto 10)
bevestigd waarop het spant wordt opgelegd.
Deze glijoplegging zorgt voor de ver vormbaar -
heid van het spant tijdens het storten van de
bovengelegen betonconstructie.
Ook in de boven het spant gelegen verdie -
pingsvloer (4
e verdieping) wordt ? nabij de
oplegging in de dwarswanden ? tijdelijk een
sparing opengelaten van circa 3 × 1 m
2. Dankzij
deze sparingen is het mogelijk stekeinden Ø25
De spanten worden opgelegd op stalen glijbokken die op een
in de wand ingestorte staalplaat worden bevestigd
6 3D-model van de constructie
13 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_house of delft.indd 13BV2-2021_house of delft.indd 13 05-07-21 13:3505-07-21 13:35
structie, waardoor deze ook zorgt voor de
inpandige veiligheid. Ter plaatse van de vides
functioneert de ondersteuning zo tevens als
beveiliging en werksteiger.UIT HET ZICHT
Het op een juiste manier koppelen van de staal-
constructie aan de betonconstructie, waarbij
sterkte en stijfheid ook in de bouwfase zijn
geborgd, kostte de nodige hoofdbrekens in de
voorbereiding. Maar de bouwers gingen deze
uitdagingen niet uit de weg. Uiteindelijk zal er
van de betonconstructie niet veel in het zicht
blijven en gaat alle aandacht uit naar de bijzon-
dere vormgeving van gevel en interieur.
wand as 13
wand as 16
2 x4 ronde
sparingen
7 Spanten opgelegd tussen wanden inh as 13 en 16, beeld: Kaskon
8 Wapening (8 Ø20) in as 11 die as C (langswand)
doorkruist door kleine ronde sparingen
250
ø12-150
2x ste kkenbak ø 10-150
u it wa nd as C
150
4ø20-150 v/a
ø10-150 v/a
ø10-150 v/a
ø1
0
BOUWVOLGORDE
De krachtswerking in de constructie wijzigt
bijna in elke fase. Daarom luistert de bouw-
volgorde nauw. ABT heeft die volgorde nauw-
keurig uitgewerkt in een werkplan, waarmee
in de uitvoering nauwkeurig rekening moet
worden gehouden.
9 Tijdelijke sparingen, beeld: Kaskon
10 Stalen glijblok, beeld : Dura Vermeer
11 Model ondersteuningsconstructie, beeld: Layher
De torensteigers moeten
tussen de vakwerkspanten
worden gepositioneerd
14 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_house of delft.indd 14BV2-2021_house of delft.indd 14 05-07-21 13:3505-07-21 13:35
Download het
model-werkplan
schoonbeton
op betonhuis.nl
Samenwerken
aan schoonbeton
Laat u inspireren op
betonhuis.nl0348 484 400
info@betonhuis.nl
Advertentie Schoonbeton Betonhuis 2.indd 1 25-11-19 13:26 adv_betonhuis.indd 2 03-02-20 15:36 adv-32.indd 2adv-32.indd 2 12-03-21 15:1912-03-21 15:19
CROW-CUR A ANBEVELING 18 HERZIEN
Om betonspecie onder water te kunnen storten zonder dat het
ontmengt, is er colloïdaal beton. CROW-CUR Aanbeveling 18 beschrijft
de eisen aan deze verdikte beton. Recent is een derde herziene versie
van deze Aanbeveling uitgekomen. Een mooie gelegenheid om weer
eens dieper op het onderwerp in te gaan.
Colloïdaal betonen de
strijd tegen het water
B
eton heeft water nodig; water om te
vloeien, water om te verharden. Niet te
veel en niet te weinig. Met water rege-
len we de verwerkbaarheid, de krimp, de con-
structieve eigenschappen en de levensduur
(milieuklasse). Ook andersom geldt: water
heeft beton nodig. In de vorm van dijkbekle- dingen, sluizen, rioolleidingen. Beton speelt
een cruciale rol bij de deltawerken en natte
infrastructuur.
Voor deze bouwwerken is het soms nodig
beton onder water te storten. Daarbij kan het
risico ontstaan op uitspoelen van de cement-
pasta. Om dit tegen te gaan kan de cement-
CROW-CUR Aanbeveling 18:2020
Colloïdaal beton
CROW-CUR Aanbeveling 18-2020 Colloi?daal beton_cv.indd 1-2 26-11-20 10:22
2 CROW-CUR Aanbeveling 18:2020
16 VAKBL AD 2 2021
Auteur Martin Verweij, Cementbouw
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 16BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 16 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
pasta worden verdikt. Dit doen we door het
toevoegen van een colloïdale hulpstof. Zo ont-
staat colloïdaal beton.
ONDERWATERBETON
De termen onderwaterbeton en colloïdaal
beton worden wel eens als synoniemen gehan-
teerd. Echter, niet alle beton dat onder water
wordt gestort, is colloïdaal beton. In rustig
water en met een beperkte valhoogte kan gewoon beton onder water worden gestort.
Zeker wanneer de Hop-dobber wordt toege-
past, is er nagenoeg geen contact tussen
betonspecie en water (fi g. 3). Dit gebeurt bij-
voorbeeld bij bouwkuipen die onder water
staan (foto 4). Zie ook Betoniek Standaard
16-23 Onderwaterbeton uit januari 2018 en
CUR-Aanbeveling 77.
Kenmerkend voor onderwaterbeton is de
slechte bereikbaarheid van het gestorte beton
en het ontbreken van mechanische verdich-
ting. De mengsels moeten nagenoeg zelfver-
dichtend zijn; de waterkolom boven het beton
verdicht de specie enigszins.
Recente ontwikkelingen zijn de toevoeging van
staalvezels respectievelijk glasvezels. Met staalvezels worden de constructieve eigen-
schappen van het beton verbeterd en kan een
kleinere vloerdikte worden toegepast. Ook
kunnen glasvezels worden toegepast als con-
structieve en krimpwapening, bijvoorbeeld in
de Onderdoorgangen in de N348 (zie het
Betoniek-artikel Onderwaterbetonvloer met
GFRP uit nieuws januari 2020).
COLLOÏDA AL BETON
Niet altijd kan met een hop-dobber worden
gestort, bijvoorbeeld wanneer het stempel-
raam van de bouwkuip in de weg zit. In dit geval
is colloïdaal beton een uitkomst. Maar ook bij
storten in (snel) stromend water of op oevers
rondom de waterlijn waarbij uitspoeling kan
optreden als gevolg van golfslag (scheep-
vaartgolven of windgolven). De eerste vraag is
dus: is colloïdaal beton nodig of niet? De
Betonbouwgids onderscheidt een aantal uit-
eenlopende toepassingen en functies van col-
loïdaal beton (tabel 1).
Volgens
Betoniek 7/22 is colloïdaal beton in
1983 in Nederland geïntroduceerd. Sindsdien
is er aan het principe weinig veranderd. Een
hulpstof zorgt voor een hoge viscositeit van de
betonspecie en voorkomt zo het uitspoelen tij-
dens het vallen in water of als gevolg van stro-
ming. De keuze en de dosering van deze hulp-
stof is cruciaal.
HULPSTOF
De toegepaste hulpstoff en in colloïdaal beton
(verdikkers) zijn meestal gebaseerd op cellu-
lose (ethers van cellulose), zoals methyl-
hydroxyethyl-cellulose. Ook polysacharides
kunnen worden toegepast, maar in Nederland
Tabel 1 Toepassingen colloïdaal beton
FUNCTIE T YPE CONSTRUCTIE
Oeverbescherming monoliet constructie in gesloten of open colloïdaal beton of breuksteen bestortingen,
deels of volledig gepenetreerd met gesloten of open colloïdaal beton
Bodembescherming open of gesloten colloïdaal beton op die plaatsen waar door snelstromend water gevaar
van sterke bodemerosie aanwezig is, zoals op de bodem van beken en rivieren of
voor stortbedden bij sluizen en stuwen. Dit kan ook in de vorm van een breuksteenlaag
die gedeeltelijk of volledig gepenetreerd is met colloïdaal beton.
Bodemafsluiting bij
bouwputten (gewapende) onderwaterbetonvloeren, aanbrengen van beton met kubel of betonpomp
zonder gebruik van speciale stortmethoden
Afdichten van funderingen vullen van lange holle buispalen in grondwater, toepassing in diepwanden bij hoge hydrostatische druk
Een colloïdale hulpstof zorgt voor een hoge taaiheid van de
betonspecie en voorkomt zo het uitspoelen tijdens het vallen in
water of als gevolg van stroming
De termen onderwaterbeton en
colloïdaal beton worden ten
onrechte nog wel eens als
synoniemen gehanteerd
1 Aanbrengen onderwaterbeton
Garenmarkt, foto: Hielco Kuipers Fotoproducties
3 De Hop-dobber, bron: Betonlexicon
17 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 17BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 17 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
is dit niet de praktijk. De hulpstoffen moeten
zijn gecertificeerd op basis van EN 934-2 [5] en
BRL 1803 [4]. In deze BRL vallen ze onder vis-
cositeit modificerende hulpstoffen, met kleur -
code lila. Hierbij zijn ze getoetst op een aantal
aspecten, zoals de neiging tot segregatie, maar
ook mogelijk schadelijke bestanddelen en de
invloed op het luchtgehalte en op de druk -
sterkte. Deze toetsing wordt uitgevoerd met
referentiemengsels. Het is dus zaak om deze
aspecten ook te toetsen in de toe te passen
betonmengsels. Hier komt bij dat verdikkers in
het algemeen de cementreactie vertragen; een
vertraging van de binding en van de verharding
zijn dus te verwachten.
Een ander aspect is een praktische: hoe krijg je
de beoogde hulpstof op een veilige manier in
de juiste dosering homogeen door het beton?
Leveranciers van hulpstoffen adviseren vaak
om de hulpstof door het toeslagmateriaal te mengen. In de menger ontstaat dan echter een
zeer taai mengsel dat slecht te lossen is. Nog
los van het feit dat de menger in een betoncen-
trale vaak niet toegankelijk is voor handmatig
doseren van additieven. Een mogelijkheid is
dosering achteraf in de truckmixer. Voordeel is
dat de hoeveelheid te doseren hulpstof vaak
beperkt is. Maar het kan ook lastig zijn om juist
deze kleine hoeveelheid homogeen door het
beton te krijgen.
MENGSELONTWERP
Naast het type en hoeveelheid colloïdale hulp-
stof zijn ook andere aspecten van het mengsel-
ontwerp belangrijk, met name de hoeveelheid
fijn materiaal en de verwerkbaarheid (consis
-
4 Onderwaterbeton met Hop-dobber
5
Onder
waterbeton bij de Garenmarkt in Leiden
Naast het type en hoeveelheid colloïdale hulpstof zijn ook andere
aspecten van het mengselontwerp belangrijk, met name de
hoeveelheid fijn materiaal en de verwerkbaarheid
18 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 18BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 18 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
tentiegebieden minimaal S4 tot maximaal SF1).
Bij lange transportafstanden naar afgelegen
werken is de terugloop van de verwerkbaarheid
in de tijd belangrijk en bij het verpompen door
lange leiding de terugloop onder druk.
Zeker bij het vullen van tussenruimten van
stortsteen op een helling zijn deze aspecten
van belang. Het beton moet tot onderin de
ruimte tussen de stortsteen vullen, maar mag
niet te sterk van de helling af lopen. Daar komt
nog bij dat de temperatuur van onderwaterbe-
ton, stortsteen en water kan wisselen door het
jaar en met name laag kan zijn. Dit is de reden
dat een proefvak kan worden voorgeschreven;
vaak een deel van het werk dat met bijzondere
aandacht wordt uitgevoerd en geëvalueerd.
UITSPOELPROEF
Wereldwijd zijn er uiteenlopende methoden
bedacht om de uitspoeling van cementpasta in water te meten; van troebelheid en pH van het
water tot gewichtsverlies. In Nederland wordt
een vrij strenge proef gehanteerd. Een korf met
2 kg betonspecie wordt drie keer op en neer
door een kolom water van 2 m hoogte bewogen.
Het gewichtsverlies wordt gemeten en mag
maximaal 5% zijn. Dit gewichtsverlies zal in de
praktijk niet vaak optreden, omdat de omstan-
digheden meestal minder belastend zijn. Alleen
hoge stroomsnelheden, golfaanval of een hoge
valhoogte van het beton door de waterkolom,
zullen dergelijke hoeveelheden uitspoeling tot
gevolg hebben. Met gewoon beton is het
gewichtsverlies tijdens de uitspoelproef trou-
wens in de ordegrootte van 25%.
Er is overwogen om een tweede uitspoelklasse
in te voeren; tussen 5 en 10%. Dit vanwege de
nadelen die aan de toevoeging van de hulpstof
kleven en de kosten. Echter, dan wordt het erg
ingewikkeld en kan er niet meer naar CROW-CUR Aanbeveling 18 zonder meer worden ver
-
wezen in bestekken e.d., maar moet daarbij
een klasse worden vermeld. Dit levert geheid
misverstanden op. Wanneer in de praktijk een
hoger uitspoelpercentage toelaatbaar is, kan
dit in overleg worden overeengekomen. Met
daarnaast verwijzing naar de CROW-CUR Aan-
beveling 18 voor alle overige aspecten.
Het verschil met gewone mengsels is dat de
deeltjes zo klein zijn dat ze niet uitzakken.
Denk aan mistdruppeltjes die blijven zweven
terwijl ze 775 keer zwaarder zijn dan lucht.
Wanneer deeltjes grover zijn, krijgt de zwaar -
tekracht invloed en zakken ze uit (regen). Er is
geen harde grens voor de deeltjesgrootte,
maar hij ligt globaal bij enkele micrometers tot
10 micrometer. Een deel van cement kan dus
colloïdaal worden genoemd.
De colloïdale hulpstoffen die worden toegepast
bij colloïdaal beton zijn oplosbaar in water en
vormen dus een oplossing. Dit is een 1 fase-sys -
teem; de opgeloste stof vormt géén aparte fase.
Het is dus officiee
l niet colloïdaal te noemen.
Vuistregel is dat colloïdale systemen meestal
troebel zijn; ze laten geen licht door omdat dit
weerkaatst op de deeltjes. Oplossingen daar -
entegen zijn transparant; losse moleculen
kunnen geen licht weerkaatsen. Zie foto's 2
lijmsoorten hieronder (foto 7a en 7b).
Een uitzondering is een gel: hierin is water
gedispergeerd in een vaste stof. Deze vaste sof
bestaat uit een netwerk van deeltjes (zoals klei)
of polymeermoleculen (hydroxyethylcellulose).
6 Oever langs het Julianakanaal
7 Voorbeelden van stoffen in een verschillende toestand
IS DE COLLOÏDALE HULPSTOF WEL
COLLOÏDA AL?
Colloïden zijn mengsels van stoffen met een
verschillende toestand of fase; vast, vloeibaar
of gasvorming. Doordat de stoffen niet in elkaar
oplossen blijven ze als twee fasen aanwezig.
Voorbeelden van de verschillende colloïdale
systemen zijn gegeven in tabel 2 en foto 7.
Tabel 2 voorbeelden verschillende met verschillende toestand of fase
DEELTJES
MEDIUM VA S T
VLOEIBA ARGASVORMIG
VA ST Gietijzer
(koolstof in ijzer) Houtlijm
(polymeer in water)Rook
(roet in lucht)
VLOEIBA AR Kaas
(vet en water in eiwit) Mayonaise
(olie in water)Mist
(water in lucht)
GASVORMING Puimsteen
(lucht in lavasteen) Schuim
(lucht in water)Bestaat niet
(alle gassen mengen)
19
VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 19BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 19 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
De colloïdale hulpstof vormt in hoge dosering
een gel en in lagere dosering een polymere
oplossing.
Een spraakverwarring is dat de hulpstof een
waterretentiemiddel (WRT) wordt genoemd.
Waterretentiemiddelen voorkomen transport,
onttrekking en eventueel verdamping van
water. Bijvoorbeeld in een metselmortel waar-
aan een middel wordt toegevoegd om de ont-
trekking van water door droge metselstenen te
verminderen. De hoofdwerking van een colloï-
dale hulpstof is echter het verhogen van de vis-
cositeit van het beton (zie ook het kader Vloei-
stofdynamica). Veel retentiemiddelen
verhogen ook de viscositeit en viscositeitsver-
hogers (in het Engels: Viscosity Modifying
Agent (VMA)) houden ook wat water vast,
maar er is een verschil.
Ook in de BRL 1803 zijn dit twee verschillende
categorieën (VMA vs. WRT), met vrijwel
dezelfde kleurcode; lila vs. violet. Colloïdale
hulpstof is duidelijk een VMA.
TERMINOLOGIE
Zie ook fi g. 8:
Dispersie: fi jn verdeelde stof in een andere
stof of colloïdaal systeem
Disperse of gedispergeerde fase: de deeltjes
Continue fase: het medium
Suspensie: dispersie van vaste stof in een
vloeistof (ronde, hoekige, grillige, platte of
naaldvormige deeltjes)
Emulsie: dispersie van een vloeistof in een
andere vloeistof
Aerosol: dispersie van vloeistof of vaste stof in
een gas
Coaguleren: samenklonteren van gedisper-
geerde deeltjes
Coalesceren: samenvloeien van gedisper-
geerde vloeistof in een emulsie
Stabilisator: voorkomt coaguleren en
coalesceren
Sedimenteren: uitzakken (van grove of gecoa-
guleerde deeltjes)
v1
v2
D1
Fz
Fw
Fz
Betonspecie water
8 Verschillende fases in een mengsel 9 VLOEISTOFDYNAMICA
Betonspecie en water zijn vloeistoff en. De theorie voor stroming en menging van vloeistoff en heet
vloeistofdynamica. Vloeistofdynamica geeft ook inzicht in de fenomenen en invloedsfactoren bij het storten van
onderwaterbeton. Wanneer betonspecie (vloeistof 1) in water (vloeistof 2) valt, zakt hij naar de bodem ten
gevolge van de hogere volumieke massa van beton. De drijvende kracht hier voor is het dichtheidsverschil (maal
de zwaartekracht-versnelling)
F = (d beton ? d water )·g
Door deze stuwende kracht wil het beton steeds
sneller vallen. Dit is de oorzaak dat de straal
dunner wordt, net als bij water uit de kraan.
Omdat de stroom (? ux) beton gelijk blijft op elke
hoogte, neemt de doorsnede van de vloeistof-
straal af met de snelheid.
v
1·D1 = v 2·D2
Er is echter tussen de betonspecie en het water
ook wrijving, die de snelheid remt. Deze rem-
mende of visceuze kracht op het oppervlak A
hangt af van de viscositeit ? van het water:
F
w = A·?
Deze wrijving werkt op de buitenzijde van de straal
betonspecie. De betonspecie wordt afgeremd door
het water, maar het beton oefent ook een wrijvings-
kracht uit op het water. Dat water wordt dus mee-
gevoerd door het beton. Omdat het water veel min-
der visceus (minder stroperig) is dan beton, wordt het gemakkelijk meegevoerd en wordt de
betonspecie weinig afgeremd.
Hierbij is de viscositeit van de betonspecie cruci-
aal. Hoe visceuzer (taaier) de specie, des te min-
der invloed heeft de wrijvingskracht op de
betonspecie. Wel wil het water uit de betonspe-
cie mengen met het omringende water. Het water
in de specie wordt vastgehouden door de fi jne
delen in het beton. Maar om de mengbaarheid
tussen speciewater en omgevingswater nog ver-
der te beperken, kan het aanmaakwater taaier
worden gemaakt. Hiervoor kan een viscositeits-
verhoger worden toegevoegd.
Ook zorgt de hogere viscositeit macroscopisch
voor verbetering; hij voorkomt dat de straal
specie turbulent wordt. Bij een hogere valsnel-
heid en wrijvingskracht kan de straal 'opbre-
ken'. De straal wordt turbulent, wild, in plaats
van laminair, rustig. In deze turbulente stro-
ming wordt de verticale valrichting verstoord
en breekt het beton uiteen (fi g. 10). Een derge-
lijk turbulente straal mengt veel beter met de
omgeving. Het is belangrijk om deze te
voorkomen.
20 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 20BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 20 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
DE NIEUWE CROW-CUR A ANBEVELING
De richtlijn is om alle CUR(-CROW) Aanbeve-
lingen eens in de vijf jaar tegen het licht te hou-
den en na te gaan of een update nodig is. Voor
CUR-Aanbeveling 18 uit 2011 was dit het geval.
Om tot een nieuwe aanbeveling te komen is
een uitgebreide enquête gehouden onder pro-
ducenten, verwerkers en opdrachtgevers voor
colloïdaal beton. Voordat inhoudelijk naar de
Aanbeveling is gekeken, is de vraag gesteld op
welke schaal colloïdaal beton in Nederland
wordt toegepast en of de CUR-Aanbeveling
hierbij een rol speelde. Uit de enquête bleek
dat dit zeker het geval is en dit gold ook voor
colloïdaal beton met open structuur. Het
draagvlak voor een nieuwe Aanbeveling was
dan ook groot. Aan de hand van dezelfde
enquête zijn adviezen en commentaar opge -
haald onder de belanghebbenden. De Aanbe -
veling is aangepast aan de vigerende normen.
Zo wordt er verwezen naar de Eurocode 2 voor
betonconstructies NEN-EN 1992-1-1, normen
voor additieven NEN-EN 934-2, de uitvoe -
ringsnorm NEN-EN 13670 (2009) en Neder -
10 C omputersimulatie van turbulente stroming
landse aanvulling NEN 8670. Daarnaast zijn er
praktijker varingen opgedaan waaruit de
behoefte naar voren kwam om bepaalde
onderwerpen aan te scherpen en eenduidiger
te formuleren.
Voor andere aspecten aan onderwaterbeton,
zoals de uitvoering en constructieve eisen,
wordt verwezen naar het Handboek Onder-
gronds Bouwen van het Centrum voor Onder -
gronds Bouwen (COB).
LITER ATUUR
? CROW-CUR Aanbeveling 18:2020 ? Colloïdaal beton.
? Be toniek 16/23 ? Tot op de bodem. Aeneas Media,
februari 2018.
?
CUR
-Aanbeveling 77 ? Onderwaterbeton.
?
BR
L 1803: Hulpstoffen voor beton, mortels of
injectiemortel.
?
EN 934-2: A
dmixtures for concrete, mortar and grout.
?
H
andboek Ondergronds Bouwen, deel 2 ? Bouwen
vanaf maaiveld. Centrum Ondergronds Bouwen, 2000.
Samen met Betoniek kennisdelen
in een webinar?
Wij stimuleren kennisuitwisseling \din elke vorm, dus ook vi\f ee\dn webin\fr of een \fndere vorm
v\fn een evenement. \boe we d\ft doen, bep\flen \dwe gr\f\fg s\fmen met jo\du.
Interesse? Neem contact op met Marjole\Hin Heijmans \fia m.he\Hijmans@aeneas.nl o\b \fia 06-57 67 63 51.
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 21BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 21 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
INTEGR A AL ADVIES VANUIT DE UIT VOERING
A AN HET ONTWERPTEAM
Onder Stationsplein Noord in Zwolle ligt sinds kort een onder grondse
? etsenstalling die plaats biedt aan circa 5500 ? etsen.
Betontechnologische uitdaging was een 120 m lange betonwand (foto
1). Voor deze wand is in het kader van de eindopdracht van de opleiding
Betontechnologisch Adviseur een integraal advies opgesteld.
120 m lang
zonder scheuren
PROJECTGEGEVENS
Project Fietsenstalling Stationsplein Zwolle
Opdrachtgever Gemeente Zwolle & ProRail
Opdrachtnemer Boskalis Nederland
Architect Kraaijvanger Architects en Maxwan
A+U PosadMaxwan (tot voorlopig ontwerp)
R APPORT
Dit artikel is gebaseerd op een betontechnolo-
gisch adviesrapport 'Advies ontwerp betonnen
zuidwand ondergrondse fi etsenstalling
Zwolle', dat Thijs Beets heeft opgesteld als
eindopdracht voor de opleiding Betontechno-
logisch Adviseur (BTA) van de Betonvereni-
ging. Meer over de cursus BTA staat op https://
magazine.betonvereniging.nl/cursusaanbod/
betontechnologisch-adviseur/
beton wit gekleurd zijn. Uiteraard was ook
waterdichtheid een vereiste.
UIT VOERING
De bouwkuip waarin de stalling is gebouwd,
bestaat uit CSM-wanden, die aan de boven-
zijde zijn verankerd met groutankers. De 120 m
lange wand is direct tegen deze CSM-wand
aan geplaatst (fi g. 5 en 6), waardoor slechts
aan een zijde bekisting nodig was. Tussen het
beton en de CSM-wand is noppenfolie toege-
past. In verband met de grote uitvoeringstole-
ranties van de CSM-wanden en de vereiste
nauwkeurige plaatsing van de betonnen wand
is de CSM-wand waar nodig weggefreesd.
Extra eis was dat in deze CSM-wanden niet
mocht worden geboord. Daarom moest de bekis-
ting worden afgeschoord voor de stabiliteit.
De bodem is waterdicht gemaakt met gelinjectie.
WAPENING
In het advies is speciale aandacht besteed aan
de wapening, onder meer aan de dekking en de
aansluitingen.
Dekking
Uiteraard moet er overal voldoende betondek-
king op de wapening aanwezig zijn. Dit is het
lastigste bij de verbindingen tussen vloer en
wand en wand en dak. De dekking moet vanuit
eisen aan levensduur een minimale afmeting
hebben (c
min), vermeerderd met de tolerantie.
In dit geval is die tolerantie c
dev = 5 mm. Voor de
binnenzijde is nog 15 mm extra genomen,
waardoor de totale dekking aan zowel binnen-
als buitenzijde 50 mm bedraagt (tabel 1).
Aansluitingen vloer-wand en wand-dak
Aandacht is vooral nodig voor de detaillering
D
e betonnen kelder ziet eruit als een
platte schoenendoos (fi g. 3). De kelder
bestaat uit een vloer en dak van 120 × 40
m
2 en een dikte van 0,8 m. Behalve op de wan-
den is het dak ook opgelegd op kolommen. Aan
het project zijn diverse eisen gesteld. Zo moest
het betonopper vlak voldoen aan CUR-Aanbe-
veling 100 klasse B1 (CUR100 [3]) en het
2 Fietsenstalling in uitvoering
22 VAKBL AD 2 2021
Auteur Thijs Beets, Boskalis
BV2-2021_6. BTA.indd 22BV2-2021_6. BTA.indd 22 05-07-21 14:3605-07-21 14:36
van de aansluitingen vloer-wand en wand-dak.
De elementen zijn zwaar gewapend en de
wapeningsstaven van de elementen, die op
zichzelf al zwaar gewapend zijn, komen hier
ook nog eens bij elkaar. Om te kunnen storten
zijn er aan de bovenkant openingen nodig van
circa Ø150 mm h.o.h. 1 m in het wapeningsnet
voor de stortbuis en de trilnaald.
Ook is voorgesteld om T-headed bars toe te
passen (fi g. 9). Hiermee is er geen sprake van
uitstekende wapening, wat veiliger is en wat er voor zorgt dat er geen wapening boven de
bekisting uitsteekt. Hierdoor kan met één kist-
hoogte worden gewerkt en is deze eenvoudig
verticaal te hijsen. Uiteindelijk is in het uitvoe-
ringsontwerp het wand-dakdetail geoptimali-
seerd door de horizontale staaf schuin omhoog
te zetten (foto 10).
Scheurinleiders moeten er voor zorgen dat
scheur vorming minder hoeft te worden
beheerst, waardoor de wapening kan worden
beperkt. Een scheurinleider is mogelijk met bijvoorbeeld stremstaal met zwelband of met
kunststof buizen (fi g. 11, foto 13). Een andere
manier om de scheur vorming te beheersen is
het toepassen van zogenoemde plofmoten. Dat
wil zeggen dat er meerdere moten van 5 m
worden gestort waarbij steeds 5 m wordt over-
geslagen. Die overgeslagen moten worden
ver volgens op een later moment gestort.
Een algemeen adviezen is de wapeningsschet-
sen uit het ontwerp voor de aansluitingen
vloer-wand en wand-dak zo gedetailleerd
Tabel 1 Toegepaste dekking
BETONSTERK TE-
KL ASSEMILIEU-
KL ASSECMIN;B/DUR
[MM]?CDEV
[MM]CNOM
[MM]CTOEGEPAST
[MM]
wand in aanraking met buitenlucht C30/37
XC4, XD3, XF2455 50 50
wand binnen C30/37 XC3305 35 50
1 Betonwand in de fi etsenstalling met verdiepte V-naad om de 2,5 m
3 Langsdoorsnede fi etsenstalling 4 Impressie ? etsenstalling
23 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_6. BTA.indd 23BV2-2021_6. BTA.indd 23 05-07-21 14:3605-07-21 14:36
mogelijk uit te werken om de uitvoerbaarheid
goed te kunnen beschouwen.
BEKISTING
Voor het bekistingstype en het soort contact-
bekisting moest een keuze worden gemaakt uit
een aantal verschillende soorten, toegespitst
op de specifi eke situatie. In totaal moest 320 m
wand worden gerealiseerd.
Het loont de moeite het bekistingsontwerp zo
uit te kienen dat er precies genoeg bekisting
wordt ingezet. Het advies is om een groot-
wandbekisting toe te passen, een bekisting die
bestaat uit grote samengestelde hijsbare
panelen (fi g. 14). Dit heeft in dit specifi eke
geval voordelen ten opzichte van traditionele
bekisting (te veel repetitie), stalen bekisting
(te duur / te weinig repetitie) of paneelbekis-
ting (te veel hijswerk). Met deze oplossing kan
de bekisting 320 m / 40 m = 8 keer worden
ingezet. Die 40 m is gebaseerd op zo groot
mogelijke panelen die nog verhijsbaar zijn.
De grootwandbekisting moet worden voorzien
van een goede kwaliteit, gecoate en blind
bevestigde betonplexplaten als contactbekis-
ting.
Schoren
Doordat de wand tegen de CSM-wand werd
aan gestort, hoefde er slechts aan één zijde
bekisting te worden toegepast. Randvoor-
waarde was, zoals eerder aangegeven, dat er
niets in de CSM-wand mocht worden geboord;
centerpennen waren hierdoor niet mogelijk.
Afschoren door bevestiging in de vloer, was de
snelste, eenvoudigste en meest gebruikelijke
methode (fi g. 15, foto 16).
Stortnaad
Voor een wand van 120 m die met een wandbe-
kisting van 40 m lengte wordt gestort zijn drie
storts nodig. Gevolg is minimaal twee verticale
stortnaden midden in de wand, op 40 m en 80
m. Stortnaden hebben niet alleen invloed op
het uiterlijk, maar ook op de kwaliteit, zeker in
schoonbetonwanden. Ze moeten met aandacht
en vakmanschap worden uitgevoerd. Geadvi-
seerd is de stortnaad als verdiepte V-naad uit
te voeren met behulp van een hoeklat van 15 ×
15 mm (fi g. 17). Hierdoor ontstaat een scheur
in de stortnaad (een zwakke plek), zodat die
minder zichtbaar is.
De minimale dekking c
min is 30 mm. Zoals eer-
der aangegeven is 50 mm toegepast, wat bete-
Groutankers
CSM wand
Dak
Vloer
Kolom
5 Bovenaanzicht fi etsenstalling
6 Doorsnede bouwkuip
7 Wapening vloer-wandaansluiting
24 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_6. BTA.indd 24BV2-2021_6. BTA.indd 24 05-07-21 14:3605-07-21 14:36
kent dat ook op de posities van de V-naad de
dekking voldoende is. Wel moet de invloed van
de naad op het uiterlijk van de wand worden
afgestemd met de architect.
Uiteindelijk is er voor gekozen elke 2,5 m ver-
ticaal een verdiepte V-naad toe te passen
(f
oto 1).
BETONSAMENSTELLING
De wens was de wand in wit beton uit te voe -
ren. Door toepassing van hoogovencement
ontstaat een lichtgrijs betonopper vlak. Het is
aan te raden een CEM III/B 32,5 N LH toe te
passen omdat daar minder portlandcement -
klinker in zit, en omdat daarmee de reactie iets
trager verloopt. Dit vermindert de krimp en
geeft een minder dichte poriestructuur, wat
weer zorgt voor een lichter betonopper vlak.
Met CEM III/A verloopt de reactie waarschijn-
lijk te snel en met CEM III/C te traag. Ook kan
worden overwogen een deel wit portlandce -
ment toe te passen.
Door in plaats van standaardgrind 4 ? 32, grind
4 ? 16 te gebruiken, is het verschil tussen de
kleinste en grootste korrel minder groot.
Gevolg is een constanter en homogener meng-
sel, wat positief is voor de strakheid van het
opper vlak. Fijner grind betekent bovendien dat er meer fijne delen nodig zijn. Dat is positief;
omdat de vloer aan CUR100 moet voldoen is
het gehalte fijne delen (< 0,250 mm) minimaal
160 l / m
3.
Als bij de mengselberekening blijkt dat er fijne
delen moeten worden toegevoegd, is het
advies kalksteenmeel toe te passen. Dit zorgt
voor een lichter uiterlijk, is inert waardoor het
geen bijdrage levert aan de hydratatie (en
dus krimp) en zorgt voor een betere verwerk -
baarheid.
Die verwerkbaarheid is belangrijk gezien de
grote afmetingen van de wand en daarmee de
lastige bereikbaarheid. Er is een betonpomp
met een bereik van ? 60 m nodig. Daar komt bij
dat de bovenkant is afgesloten met haarspel-
den, wat tot gevolg heeft dat de slang steeds in
en uit de wand moet om te verplaatsen in hori-
zontale richting. In verband met de lastige
stort en het hoge gehalte fijn materiaal is het
advies om hier betonmortel met consistentie -
gebied F4 toe te passen.
D ubbel
vel ling kant
20 x20 Schrumpf krim pscheurbuis
M3/175 mm o.g., aanbrengen
en verwer ken conform
opg ave l everancier
Nopp enfolie,
aanbr engen over
volledi ge hoogte wand
200 250
450 10
20
02 02
SPECIFICATIES BETONMENGSEL
? Betonsterkteklasse C30/37
?
Milieuk
lasse XC4, XD3, XF2
?
C
ement CEM III/B 32,5 N LH (minimaal 300
kg/m³)
?
W
cf < 0,45
?
Hulpstoffen n.t.b.
Consistentieklasse F4
?
Maximale korreldiameter Dmax = 16 mm;
?
Hoev
eelheid fijn materiaal 160 l/m³, indien
nodig aanvullen met kalksteenmeel;
?
Ma
ximaal initieel chloridegehalte Cl 0,40;
?
G
een betongranulaat (vanwege eis
schoonbeton)
9 Alternatieven voor het wapeningsdetail van de aansluiting wand-dak met T-headed bars. Links het bestaande ontwerp, midden en rechts twee alternatieven
10
Uit
voering wand-dak detail
8
S
chetsmatige weergave van de wapening in de
aansluiting wand - dak
11
Detail scheurinleiders
25 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_6. BTA.indd 25BV2-2021_6. BTA.indd 25 05-07-21 14:3605-07-21 14:36
VERHARDING
Tijdens de uitharding van de betonnen wand
vindt uitzetting en ver volgens krimp plaats.
Maar in dit geval wordt dat verhinderd door de
al uitgeharde vloer waarop de wand staat.
Wanneer de spanning in het beton hoger
wordt dan de treksterkte, kunnen scheuren
ontstaan.
Zoals onder 'Betonsamenstelling' is aangege-
ven is het voor de kleur aan te raden CEM III/B
toe te passen en dat is ook voor het krimpge-
drag positief, omdat de hydratatiewarmte
voor CEM III/B lager is dan voor bijvoorbeeld
CEM I.
Het eerder beschreven advies van een houten
grootwandbekisting is positief voor het vast-
houden van de hydratatiewarmte die vrijkomt
bij de verharding. Die warmte versnelt het
verhardingsproces, wat er voor zorgt dat de
benodigde sterkte eerder wordt bereikt.
Om te kunnen bepalen wanneer er mag wor-
den ontkist, moet de minimaal benodigde
druksterkte bekend zijn. In dit geval kan de
4004500
Optie 3
Kist afschoren door
bevestiging in vloer
13 Scheurinleiding wand met in het midden de krimpscheurbuis en de onderbreking van de wandwapening 14 Grootwandbekisting
12 Detail 1 en 2
van de
buitenwand.
15 Gekozen oplossing voor het schoren van de bekisting
26 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_6. BTA.indd 26BV2-2021_6. BTA.indd 26 05-07-21 14:3605-07-21 14:36
niet dragende constructie worden ontkist bij
een kubusdruksterkte van minimaal 3,5 N/
mm
2. Door tijdens het verhardingsproces de
gewogen rijpheid te meten, kan worden
bepaald wanneer de kist mag worden ver-
wijderd.
Bij zulke lage sterkten is het belangrijk om na
het verwijderen van de kist het beton nog een
aantal dagen na te behandelen, bijvoorbeeld
door het in te pakken met folie en of in te spui-
ten met curing compound. Hiermee wordt een
duurzaam betonopper vlak verkregen. Wordt
er niet voldoende nabehandeld, dan zou dat
leiden tot een poreuzer beton, dat gevoeliger
is voor schadelijke invloeden van buitenaf.
Denk aan carbonatatie en indringing van
chloride.
De beste nabehandeling is te wachten met
ontkisten, in dit geval ongeveer vier dagen,
een moment dat het beton circa de helft van
zijn eindsterkte bezit. Het laten staan van de
bekisting geeft ook in relatie tot de schoonbe-
toneis het beste resultaat. Daarbij geldt dat ontkisten bij gelijke gewogen rijpheid het
beste resultaat geeft qua kleur.
PR AK TIJK
Medio 2020 is de fi etsenstalling gerealiseerd.
Uiteindelijk bleek de eis voor wit beton niet
voor deze wanden te gelden. Hierdoor kon een
betongrijstint worden gemaakt met C30/37,
CEM III/B 42,5 en grind ? 16 mm.
Een dag na de stort werd er ontkist, waardoor de
wanden in hoog tempo (circa 2 × 35 m
1 per
week) konden worden gebouwd. Voor een
goede nabehandeling is curing compound toe-
gepast. Dit in tegenstelling tot wat er in CUR100
wordt geadviseerd. Maar bij deze wanden is
gebleken dat ook met toepassing van curing
compound kon worden voldaan aan CUR100.
Door elke 5 m verticale krimpscheurbuizen als
scheurinleiders toe te passen, zijn geen noe-
menswaardige verhardingsscheuren zichtbaar
in het betonopper vlak (foto 1). Alles bij elkaar
heeft dit gezorgd voor een mooi schoonbeton
en waterdichte betonwanden.
LITER ATUUR1. Dictaat Betontechnologisch Adviseur, Betonvereniging.
2. Dictaat Basiskennis betontechnologie, Betonvereniging.
3. CUR 100: Schoonbeton - specifi catie, uitvoering en beoordeling van betonopper vlakken waaraan esthetische
eisen worden gesteld, 2013.
4. H. Ouwerkerk, Uitvoering schoon beton, Cement&BetonCentrum oktober 2008.
5. Gevraagd 100 jaar, Betoniek Standaard 12-30, 2003 .
6. F. van Waarde, Wanneer is beton waterdicht?, Cement 1 2016.
7. Invloed van nabehandeling op poriestructuur van beton, Cement 2008.
8. De perfecte stortnaad, Betoniek Standaard 12/15, mei 2002.
9. Oog voor detail, Betoniek Standaard 11/14 april 1999.
10. P. Lagendijk, Alternatieve oplossing voor waterdichte kelderwanden, Cement 1 2016.
11. Economische scheurwijdtebeheersing in toeritten, Cement 2002.
12. J. Kronemeijer, Betontechnologie centraal in bouwproces, Cement 7 2013.
door aanbrengen
van een proellat
16 Toegepaste wandbekisting met schoorbokken om de verse betondruk over te brengen naar de onderliggende constructie, tijdens het storten van enkelzijdige wanden
17 Betonwand met verdiepte V - naad
27 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_6. BTA.indd 27BV2-2021_6. BTA.indd 27 05-07-21 14:3605-07-21 14:36
WEBINAR
MONOLIET VLOEREN
BEVESTIGT BEL ANG
SAMENWERKINGWEBINAR
MONOLIET VLOEREN
BEVESTIGT BEL ANG
SAMENWERKING Een goede
monolietvloer
maak je samen
28 VAKBL AD 2 2021
Auteur Remco Kerkhoven, Betonhuis ? Jurjen Talsma, Kwaliteitsdienst Beton ? Ron Boonders, Vloertechniek
BV2-2021_4. monolietvloeren.indd 28BV2-2021_4. monolie
Reacties