VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD
3 2024
Slim tunnelen
aan de Piekstraat
INNOVATIEF HANGSTEIGERSYSTEEM ? INSTROOIL A AG ZINVOL OF NIET?
?NET-ZERO CEMENT ? EX AMEN BETONTECHNOLOOG 2024
BV 2024-03_Cover.indd 1 09-09-2024 14:04
Partner uitgelicht
Met ruim vijftig jaar ervaring is
SGS INTRON dé kennispartner voor
de bouw op het gebied van mate
r
iaal
k
undig onderzoek, advies, innovatie
en certificatie. Het bedrijf streeft
naar leiderschap in duurzame
bouwinnovatie.
SGS INTRON
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Coen Smets, 06 107 057 80 of c.smets@aeneas.nl.
Ook partner van Betoniek worden?
Met het delen van kennis draagt Betoniek al sinds 1970 bij aan een goede kwaliteit van de bouw in
Nederland. Dit doen we met hulp van onze partners, die net als wij het belang van kennis inzien.
Tegenover deze ondersteuning staan een aantal privileges, zoals een hoge korting op licenties, aandacht in het vakblad en online en gratis gebruik van de vacaturebank.
materiaalkundig en milieukundig onderzoek
in het state of the art laboratorium en/of op
locatie. Zoals het testen en analyseren van
bouwmaterialen, het onderzoeken van bouw -
schades en het begeleiden van circulaire
bouwprojecten. Ook houdt SGS INTRON zich
intensief bezig met het ontwikkelen en valide -
ren van innovatieve betonmengsels en bind-
middelen.
Als onderdeel van SGS, het grootste test-,
inspectie- en certificeringsbedrijf ter wereld,
staat SGS INTRON voor kwaliteit en onaf
-
hank
elijkheid.
S
GS INTRON ziet een wereld waarin
circulariteit, duurzaamheid en digitali-
sering centraal staan in alle aspecten
van materialen, bouwproducten en bouw
-
pr
ocessen. Deze ontwikkelingen integreert
het bedrijf in zijn diensten en biedt duurzame
en praktische oplossingen voor bouw gerela-
teerde vragen.
Het team van materiaalkundige experts biedt
een breed scala aan diensten aan producenten,
aannemers, ingenieursbureaus, architecten,
brancheorganisaties en overheden, waarbij de
kern van de expertise ligt in het uitvoeren van
2 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_Partnerpagina-uitgelicht.indd 2BV 2024-03_Partnerpagina-uitgelicht.indd 2 05-09-2024 12:2405-09-2024 12:24
Niets is sterker dan dat
ene woord ?
In maart 2016 berichtte de Chinese overheid af te
willen van rare en xenocentrische (het hoger waar-
deren van uit andere culturen afkomstige) archi-
tectuur en enorme gebouwen die totaal losstaan
van de eigen culturele traditie. In 2014 uitte presi-
dent Xi Jinping al vergelijkbare kritiek over de
gebezigde architectuur in China. In plaats daar van
zouden oogstrelende gebouwen dienen te verrij-
zen die op passende, economische en groene wijze
zijn ontworpen.
Nederland is geen China, maar toch: hoe mooi is
het om tien jaar later te zien dat in een Rotterdamse
wijk, waar mijn schoonmoeder 97 jaar geleden het
levenslicht zag en waar daden meer op prijs
gesteld worden dan woorden, een gebouw is ver -
rezen dat volledig aan diezelfde koers voldoet?
De woontoren aan de Piekstaat in de wijk Feijen-
oord geeft ons Betoniekers in deze aflevering van
ons vakblad een inkijk in een zeer gedetailleerde
uitwerking van tunnelgietbouwtechniek in dit bij-
zondere gebouw. Een mooi voorbeeld waarin niet
alleen constructeur, uitvoerder en technoloog met
elkaar verbonden zijn, maar waar ook de architect
een onlosmakelijke schakel vormt. Van een drie -
hoek naar een tetraëder van samenwerking. Zo'n
goed voorbeeld over samen sterk, in beton en over
techniek, past natuurlijk perfect in 'het blad met
dat ene woord': Betoniek!
Ik wens jullie veel leesplezier met dit en alle andere
gewaardeerde artikelen. En ik spreek hierbij ook
graag een warm welkom uit aan ons nieuwe redac -
tielid Marc Ottelé (TU Delft), die ons team ver -
sterkt met een mooie link naar de wereld van
onderzoek en onderwijs.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nl DE OPKOMST VAN NET-ZERO CEMENT
In Noorwegen bouwt Heidelberg Materials
een carbon capture-installatie, die eind 2024
in gebruik wordt genomen. Bij de cementpro-
ductie wordt er CO2 afgevangen en in de
Noordzee opgeslagen. Daardoor kan vanaf
medio 2025 net-zero cement op industriële
schaal op de markt worden gebracht.
4
ZIN EN ON
ZIN VAN EEN INSTROOIL A AG
Voor zwaar belaste industrievloeren wordt
soms een toplaag met harde instrooimateria-
len voorgeschreven. Dat kan leiden tot uit -
voeringstechnische problemen. Dit artikel
gaat over wanneer het wel of niet zinvol is om
slijtvaste instrooimaterialen in monolietvloe -
ren te gebruiken.
10
V
ERBORGEN PAREL A AN DE PIEKSTR A AT
Aan de Piekstraat wordt een 74 m hoge woon-
toren gerealiseerd, die is omringd door water
en bestaat uit gestapelde en verspringende
blokken. (Meerdere) vernuftige oplossingen
zijn ingezet om de overstekken mogelijk te
maken binnen de tunnelgiet
bou
w-
methode.
14
R
ENOVEREN VANAF EEN HANGSTEIGER
Begin dit jaar is de renovatie afgerond van
zowel de onder- als bovenzijde van het
viaduct Wilsele in de E314 in Vlaanderen. Om
de herstelwerkzaamheden aan de onderzijde
te kunnen uitvoeren is een nieuw
hangsteigersysteem gebruikt, dat vanaf een
basissteiger rond de pijlers is uitgebouwd.
20
SEP
TEMBER 2024
JA ARGANG 11
EN VERDER
Partner uitgelicht 2 Examen betontechnoloog 2024 28 Colofon 31
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 3 2024
Slim tunnelen
aan de Piekstraat
INNOVATIEF HANGSTIJGERSYSTEEM ? INSTROOIL A AG ZINVOL OF NIET?
? NET-ZERO CEMENT ? EX AMEN BETONTECHNOLOOG 2024
BV 2024-03_Cover.indd 1BV 2024-03_Cover.indd 1 05-09-2024 12:2805-09-2024 12:28
Foto voorpagina: woontoren
Piekstraat onder constructie (foto: Jan Tol)
3 VAKBL AD 3 2024
INHOUD
BV 2024-03_Inhoud_voorwoord.indd 3BV 2024-03_Inhoud_voorwoord.indd 3 05-09-2024 12:2805-09-2024 12:28
EERSTE EMISSIELOZE CEMENTEN VANAF MEDIO 2025
VERKRIJGBA AR DANKZIJ CARBON CAPTURE
Na vele jaren van plannen, engineering en bouwen zal eind dit jaar de
carbon capture-installatie van Heidelberg Materials in Brevik
(Noorwegen) in gebruik worden genomen. Bij de productie van
cement wordt er CO
2 afgevangen en in de Noordzee opgeslagen. Dat
biedt de mogelijkheid om vanaf zomer 2025, als eerste
cementproducent ter wereld, net-zero cement op industriële schaal
op de markt te brengen. Eerst in Europa en dus ook Nederland,
vervolgens wereldwijd. Een belangrijke stap naar een klimaatneutrale
cementindustrie en klimaatneutraal beton.
De opkomst van net-zero cement
Z
oals bekend is beton, met 14 miljard m 3
per jaar, het meest gebruikte bouwmate -
riaal ter wereld. De bouwopgave van
woningen, kantoren, fabrieken en infrawerken
tot 2050 is vanwege de nog altijd snel groei-
ende wereldbevolking (met een netto groei
van 80 miljoen mensen per jaar) en stijgende
welvaart enorm. In het Klimaatakkoord van
Parijs uit 2015 is als doel gesteld dat de opwar -
ming van de aarde, ten opzichte van voor de
industriële revolutie, onder de 1,5 °C blijft. Om
hieraan te voldoen, zal de uitstoot van CO
2 van beton flink naar beneden moeten. Cement als
onderdeel van beton is verantwoordelijk voor
circa 7% van de wereldwijde CO
2-uitstoot. In
Nederland is dit, door het veelvuldig gebruik
van hoogovencementen, 1,5%.
KLIMA ATNEUTR A AL CEMENT
Heidelberg Materials heeft zich geconfor -
meerd aan de 1,5 °C-grens en zal in 2030 ten
opzichte van 1990 bijna 50% minder CO
2 uit -
stoten en in 2050 of eerder klimaatneutraal
zijn. Een belangrijke stap naar deze doelstel- ling, een klimaatneutrale cementindustrie, is
het afvangen van de bij de productie van
cement uitgestoten CO
2. In de klimaatplannen
van de Europese Unie is de afvang en opslag
van CO
2, ofwel carbon capture and storage
(CCS), uitdrukkelijk benoemd als één van de
maatregelen om tot CO
2-reductie te komen.
Eind dit jaar wordt de eerste carbon capture
(CC)-installatie in Brevik in Noorwegen in
gebruik genomen (foto 1). Vanaf medio vol-
gend jaar leidt dat tot de introductie van net-
zero cement, onder de merknaam evoZero.
NET-ZERO IN DRIE STAPPEN
Bij de productie van portlandklinker wordt
kalksteen (CaCO
3) bij hoge temperaturen (ca.
1400 °C) verhit. De kalksteen ontleedt zich in
calciumoxide (CaO) en CO
2. De decarbonisatie
van de kalksteen is onvermijdelijk in het proces
en verantwoordelijk voor ongeveer twee derde
van de uitgestoten CO
2. Een derde is het gevolg
van het gebruik van brandstoffen voor het ver -
hitten van de oven (fig. 2).
Om uiteindelijk net-zero cement te produceren,
is het belangrijk het aandeel portlandklinker in
cement zo laag mogelijk te houden (stap 1).
Portlandcement (CEM I) bestaat bijna volledig
uit gemalen portlandklinker en heeft een aard -
4 VAKBL AD 3 2024
Auteur Jan Veenstra, Heidelberg Materials
1 Eind dit jaar wordt in Brevik (Noorwegen) CO 2 afgevangen bij de productie van portlandklinker
BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 4BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 4 05-09-2024 12:3005-09-2024 12:30
Cement & CO 2
1
6-8-2024Presentatie - HM evoZero RWS Da vy va n Lienden en Jan Veenstra
CaCO 3 + warmte CaO + CO 2
CO 2 uit
proces
68% CO 2 uit
brandstoen
32%
De opkomst van net-zero cement
opwarmingsvermogen (global warming poten-
tial, GWP) van circa 857 kg CO
2-eq/ton. Het in
Nederland veel toegepaste hoogovencement
CEM III/B 42,5 LH SR, waarbij 70% portlandklin -
ker is ver vangen door gegranuleerde hoog -
ovenslak, heeft met 270 kg CO
2-eq/ton een aan-
zienlijk lager GWP. Het gebruik van zoveel
mog
elijk alternatieve brandstoffen voor de pro -
ductie van portlandklinker helpt de CO
2-uitstoot
verder te verlagen (stap 2). De laatste en derde
stap naar volledig net-zero cement is het afvan -
gen van de vrijgekomen CO
2 tijdens de productie
van portlandklinker. Met deze productietechniek
kan portlandklinker CO
2-vrij worden gemaakt.
Dit vormt de basis voor net-zero cementen.
CO 2 AFVANGEN
De eerste gesprekken binnen Heidelberg
Materials over het op industriële schaal afvan-
gen van de uitgestoten CO
2 bij de productie van
portlandklinker, dateren uit 2005. Vele duizen-
den uren zijn er sindsdien besteed aan de engi-
neering van de CC-installatie. Er zijn diverse
technieken voor carbon capture (zie kader
' Technieken voor carbon capture'). In Brevik is
gekozen voor de aminetechnologie. Dit is een
volwassen en bewezen technologie voor het
afvangen van CO
2 uit de rookgassen. De tech- niek is in 2014 op kleine schaal getest, het
haalbaarheidsonderzoek is in 2016 afgerond.
De daadwerkelijke bouw van de installatie is in
2020 gestart en nadert nu haar voltooiing
(foto 3). Eind dit jaar zal deze in bedrijf worden
genomen. Per jaar zal dan zo'n 400.000 ton CO
2
worden afgevangen. Dit is ongeveer de helft
van de totale hoeveelheid uitgestoten CO
2.
Naast Brevik, staan er nog twee projecten in de
planning die voor de Nederlandse markt
belangrijk zijn: Anthemis en Gezero. Het pro-
ject Anthemis betreft een in 2028 te bouwen
CC-installatie in Antoing (België). Deze fabriek
levert momenteel een significant volume aan
klinker voor de Nederlandse markt. Hier zal circa 800.000 ton CO
2 per jaar worden afgevan-
gen, wat gelijk staat aan 97% van de totale uit -
stoot. Gezero betreft een CC-installatie in
Geseke (Duitsland). De afvangcapaciteit van
die installatie is circa 700.000 ton CO
2 per jaar,
ook hier betreft het 97% van de totale uitstoot.
Wereldwijd heeft Heidelberg Materials nog
diverse andere CC-installaties gepland (fig. 7).
OPSL AG ONDER DE ZEEBODEM
De afgevangen CO
2 wordt in de cementfabriek
vloeibaar en klaar voor transport gemaakt. Het
transport en de opslag (storage) zijn onderdeel
van het project Northern Lights, een samen-
werking tussen Equinor (Noorse overheid),
Shell en TotalEnergies. Met speciaal gebouwde
2 Twee derde van de CO?-uitstoot bij de productie van portlandklinker is het gevolg van decarbonisatie, een derde van fossiele brandstoffen voor het verhitten van de oven
TECHNIEKEN VOOR CARBON CAPTURE
De cementindustrie werkt aan de ontwikkeling van een aantal technieken om CO 2 af te vangen en ver -
volgens elders te gebruiken of op te slaan. Alle in ontwikkeling zijnde technieken richten zich op het
concentreren van de vrijkomende CO
2. De rookgassen van een cementoven
bevatten namelijk grofweg 25% CO
2 en dat is veel te weinig om het efficiënt te
kunnen afvangen en te gebruiken of op te slaan. In het artikel 'CO
2-afvang bij
de productie van cement' in Betoniek Vakblad 2024/1 worden drie verschil-
lende technieken beschreven, namelijk: oxyfuel, amines en separate calcina-
tie (Leilac).
De CC-installatie vangt bij de productie van
portlandklinker 400.000 ton CO
2 per jaar af, ongeveer
de helft van de totale CO
2-uitstoot
5 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 5BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 5 05-09-2024 12:3005-09-2024 12:30
schepen zal de vloeibare CO 2 van Brevik naar de
tussenopslag aan de westkust van Noorwegen
(Øygarden) worden gevaren. Vanaf de tussen-
opslag gaat het transport verder via een pijplei-
ding 100 km uit de kust, naar de opslag in lege
gas- en olievelden gelegen op 2,6 km onder de
zeebodem (fig. 4). Northern Lights slaat op
deze plek nog meer afgevangen CO
2 uit andere
industrieën permanent op, waaronder die van
de Deense biomassaenergiecentrale Ørsted
A snæs (ca. 430.000 ton afgevangen CO
2 per
jaar) en kunstmestfabrikant Yara uit Sluiskil. Het op deze manier opslaan van CO
2 wordt al
meer dan 30 jaar door de olie- en gasindustrie
toegepast en is een bewezen en veilige tech-
niek. De opgeslagen CO
2 zal na vele (meer dan
duizend) jaren uiteindelijk mineraliseren.
CCUS
De EU-commissie subsidieert, met de inkom-
sten uit verkoop van emissierechten via het
Emissions Trading System (zie kader 'ETS'),
met miljarden euro's fors in transport- en
opslagcapaciteit van CCS- en CCUS-projecten (de U staat voor Utilisation, ofwel het gebruik
van CO
2 als grondstof). Naast de al genoemde
CC-projecten, wordt momenteel op de Maas -
vlakte gewerkt aan het project Porthos (Port of
Rotterdam CO
2 Hub and Offshore Storage). Het
project omvat de aanleg van een CO
2-trans-
portleiding die 25 km uit de kust naar een
opslag 3 km onder de zeebodem leidt. Vanaf
2026 kan hier in een periode van 15 jaar circa
37 megaton CO
2 worden opgeslagen. De
cement-, afvalverwerkings-, chemische en
kunstmestindustrie zullen gebruikmaken van
deze opslag. De verwachting is dat de Euro-
pese carbon capture-industrie in de toekomst
75.000 tot 170.000 banen zal opleveren in de
volledige waardeketen.
BOEKHOUDING CARBON BANK
Voor het cement uit Brevik worden de CO
2-
afvang en emissieboekhouding onafhankelijk
nagekeken door het verificatiebedrijf DNV (Det
Norske Veritas). Voor de registratie van carbon
capture geldt dat de emissierechten voor elke
ton aan afgevangen CO
2 slechts één keer op de
rekening van de carbon bank kunnen worden
bijgeschreven. Dat gebeurt pas op het moment
dat de batch CO
2 daadwerkelijk in de lege olie-
en gasvelden is opgeslagen. Vanaf dat moment
kunnen de rechten gegarandeerd slechts één
keer worden uitgegeven. Dit is gewaarborgd
door middel van CO
2-kwaliteitscertificaten en
het onherroepelijk en transparant registreren
van alle transacties en stappen in blockchain,
zodat alles herleidbaar is.
BESCHIKBA ARHEID
Door het afvangen van 400.000 ton CO
2 per jaar,
kan in Brevik ongeveer 500.000 ton aan emis -
sieloze portlandklinker worden geproduceerd.
Afhankelijk van het type cement en portland-
klinkeraandeel ligt dat tussen de 600.000 en
1 miljoen ton net-zero cement. Bij een jaarlijkse
Europese cementbehoefte van circa 200 miljoen
ton is de beschikbaarheid van het emissieloze
cement in het begin minder dan 1%. Dat aandeel
zal groeien wanneer de komende jaren meer -
dere CC-installaties met een grotere capaciteit
in gebruik zullen worden genomen.
F YSIEK NET-ZERO CEMENT
Heidelberg Materials introduceert twee typen
net-zero cementen, fysieke en virtuele. De
fysieke krijgt als toevoeging 'Brevik' in de
merknaam. Dit betreft de cementen die gro-
ETS
Het Emissions Trading System (ETS) is een systeem voor de handel in emissierechten en een marktin-
strument voor het terugdringen van CO
2-uitstoot. Met 1 emissierecht mag een bedrijf 1 ton CO 2 uitsto-
ten. Het aantal beschikbare rechten is beperkt en gaat ook nog eens elk jaar omlaag. De prijs voor een
emissierecht, de CO
2-prijs, wordt bepaald door vraag en aanbod.
Wereldwijd zijn er verschillende emissiehandelssystemen. Nederland doet, samen met nog 29 andere
Europese landen, mee aan het Europese systeem voor emissiehandel. Dit EU ETS is in 2005 ingevoerd
en is het grootste emissiehandelssysteem ter wereld, met ongeveer 10.000 Europese bedrijven die
samen verantwoordelijk zijn voor 45% van de CO
2-uitstoot in de EU. Deze deelname is verplicht. Elk
jaar stelt de Europese Commissie vast hoeveel CO
2 de ETS-bedrijven mogen uitstoten, hetgeen gelijk
staat aan het aantal emissierechten dat op de markt komt.
Het EU ETS wordt in Nederland uitgevoerd door de Nederlandse Emissieautoriteit. Zij verleent de vergun -
ningen, houdt toezicht en voert metingen, inspecties, controles en onderzoeken uit. Daarnaast beheert zij
he
t EU ETS-register, de carbon bank met de rekeningen en emissierechten van de ETS-deelnemers.
Bron: emissieautoriteit.nl
3 De CC-installatie in Brevik zal per jaar circa 400.000 ton CO
2 afvangen
Heidelberg Materials introduceert vanaf medio 2025
twee typen net-zero cement: fysieke en virtuele
6 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 6BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 6 05-09-2024 12:3005-09-2024 12:30
tendeels in Scandinavië op de markt komen.
Aangezien in Brevik ongeveer de helft van het
CO
2 wordt afgevangen, kan het gaan om hier
geproduceerde cementen die compleet of
gedeeltelijk emissieloos zijn, of een traditio-
neel GWP-profiel hebben. Via het zogenoemde
systeem Mass Balance wordt transparant
gemaakt bij welke cementen de afgevangen
CO
2-emissies zijn verrekend en dat elke ton
afgevangen CO
2 maar eenmaal wordt gebruikt.
VIRTUEEL NET-ZERO CEMENT
Het in Noorwegen geproduceerde net-zero
cement wordt nu volledig benut in Scandina-
vië. Het is natuurlijk mogelijk dit fysieke net-
zero cement naar de rest van Europa te trans -
porteren, maar dat betekent extra CO
2-uitstoot
door transport. Voor elke geëxporteerde ton
cement zou er dan ook weer een ton moeten
worden geïmporteerd. Om dit transport te
voorkomen, komen er ook virtuele net-zero
cementen op de Europese markt. Hierbij wordt
het zogenoemde systeem book and claim
gehanteerd. Dit is een systeem waarmee spe -
cifieke kenmerken van een bepaald fysiek
cement, in dit geval het kenmerk aandeel afge -
vangen CO
2, kunnen worden losgekoppeld en
afzonderlijk worden overgedragen aan een
ander cement via een speciaal register (fig. 5).
Zowel bij Mass Balance als book and claim
vindt er controle plaats door het verificatiebe -
drijf DNV. Bij het gebruik van virtuele net-zero
cementen kan dus het in het land zelf toege -
paste cement worden toegevoegd. Het heeft
als voordeel dat de betonmengsels, de ver -
werking en de bewaarcondities niet hoeven te
worden aangepast. Fysieke en virtuele net-
zero cementen zijn dus communicerende
vaten: wanneer meer virtueel net-zero cement
wordt toegepast, kan er minder fysiek net-zero
cement worden toegevoegd.
evoZero Carbon Captured | We will o ?er two types of unique net z ero] products
evoZero Ca rbon C aptured ? Sa les training
1
2
6-8-2024 Presentatie - HM evoZero RWS Da vy va n Lienden en Jan Veenstra
CO2-opslag
oshore
CO2-opslag
2,6 km
onshore tussenopslag transport per schip CO2 wordt bij productie
afgevangen en vloeibaar gemaakt
100 km
CO2 CO2
4 Afgevangen CO 2 wordt vloeibaar gemaakt en getransporteerd naar de opslag in lege gas- en olievelden onder de zeebodem
5
F
ysiek net-zero cement komt uit Brevik (1). Virtueel
net-zero cement (2) kan lokaal worden geproduceerd;
via book and claim worden emissierechten uit de
carbon bank overgedragen
REKENEN MET NET-ZERO CEMENT
Hoe bereken je het milieuprofiel van virtueel
net-zero cement? Een Nederlands voorbeeld.
Het GWP-profiel van hoogovencement CEM
III/B 42,5 LH SR, bestaande uit 30% klinker en
70% hoogovenslak, is 270 kg CO
2-eq per ton
cement. Door deze 270 kg CO
2 uit de eigen car -
bon bankrekening te halen, wordt de emissie
gereduceerd naar 0 kg CO
2. Daardoor kan de
milieukostenindicator (MKI) verlaagd worden
van ? 17,30 naar ? 3,80 per ton cement. De
andere 10 van de nu 11 milieu-impactcatego-
rieën die bepalend zijn voor de MKI blijven
immers gelijk (per 1 januari 2025 wordt de MKI
berekend op basis van 19 milieu-impactcate -gorieën). In dit voorbeeld wordt naast de CO
2-
emissie van de portlandklinker ook de toege -
rekende CO
2-emissie van de gegranuleerde
hoogovenslak gereduceerd.
In een gemiddeld gebouw is beton voor onge -
veer de helft verantwoordelijk van de totale
CO
2-uitstoot van alle toegepaste bouwmate -
rialen. Het toepassen van (virtueel) net-zero
c
ement heeft daarmee de potentie om een
CO
2-reductie van 50% te behalen. Bij toepas -
sing van dit type cement in een infrastructu-
reel kunstwerk, waar het aandeel beton
groter is, zal de reductie van CO
2 nog veel
hoger zijn.
Virtuele net-zero cementen kunnen lokaal worden geproduceerd;
betonmengsels, de verwerking en de bewaarcondities hoeven niet
te worden aangepast
7 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 7BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 7 05-09-2024 12:3005-09-2024 12:30
Indien met de opdrachtgever is overeengeko-
men het principe van Cradle to Grave te hante-
ren voor de berekening van de CO
2-emissies
voor bouwwerken, kan ook de carbonisatie van
de betonconstructie gedurende de levensduur
en sloop worden meegerekend. Carbonisatie is
de chemische reactie waarbij poriewater op het
grensvlak beton/lucht in aanraking komt met
CO
2 (uit de buitenlucht), waardoor kalksteen
(CaCO
3) wordt gevormd. Dit betekent dat het
aandeel beton zelfs CO
2-negatief kan zijn.
TOT SLOT
De net-zero cementen komen vanaf medio 2025
op de markt en zijn een belangrijke stap naar
een klimaatneutrale cementindustrie en kli-
maatneutraal beton. Betonproducenten en aan-
nemers hoeven met virtuele emissieloze
cementen geen aanpassingen te doen aan het
productie- en verwerkingsproces, maar hebben
wel het voordeel van volledige CO
2-reductie. De
beschikbaarheid is in het begin minder dan 1%
van de Europese cementbehoefte, maar dat
aandeel zal groeien door de komst van meer -
dere geplande CC-installaties (fig. 7). Heidel-
berg Materials heeft de ambitie het emissieloze
cement, voor de introductie en zichtbaarheid,
op korte termijn toe te passen in iconische infra-
werken en gebouwen, zoals het in 2027 te bou-
wen nieuwe Nobel Center in Stockholm.
7
13
8
10
6
11
5
3
4
2
9 14
12 1
*Door de EU genancierde projecten
Alle data zijn geschatte startdata van de activiteiten, timing afhankeli\
jk van verschillende factoren, incl. nancieringsbesluit
1 | CCS 2024Brevik, Norway
400 kt CO 2 p.a.
2 | CC 2024*Devnya, Bulgaria
OxyCal pilot site
3 | CC 2025Mergelstetten, Germany
Oxyfuel pilot
4 | CCU 2025Lengfurt, Germany
70 kt CO 2 p.a.
5 | CC 2026Ennigerloh, Germany
LEIL AC1+2, 100 kt CO 2 6 | CCU 2026Sa, Morocco
Upscaling capacity
7 | CCUS 2027Edmonton, Canada>
1,000 kt CO 2 p.a.
8 | CCS 2028Padeswood, UK
800 kt CO 2 p.a.
9 | CCUS 2028*Devnya, Bulgaria
800 kt CO 2 p.a.
10 | CCUS 2029Antoing, Belgium
800 kt CO 2 p.a.
11 |CCS 2029*Geseke, Germany
700 kt CO 2 p.a.
12 | CCS 2030Slite, Sweden
1,800 kt CO 2 p.a.
13 | CCUS 2030Mitchell, USA
2,000 kt CO 2 p.a.
14 | CCS 2030Air vault, France
1,000 kt CO 2 p.a.
7 Geplande CC-installaties van Heidelberg Materials wereldwijd
6 Bouw van de CC-installatie in Brevik
8 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 8BV 2024-03_art-net-zero-cement.indd 8 05-09-2024 12:3005-09-2024 12:30
De weg naar een klimaatneutrale bouwomgeving vereist een aanpak waarin innovatie en samenwerking
binnen \fe bouw- en infrasector centraal staan\b Tij\fens het C&BC Symposium Roadmap CO-Neut\faal
Cement op 1\b novembe\f wor\ft \fe CO Roa\fmap van C&BC voor cement en beton gevier\f en na\fer inzicht
ge\feel\f in \fe hui\fige stan\f van zaken en \fe toekomst van CO-neutraal cement en beton\b Mis \feze kans
niet om inzicht te krijgen en bij te \fragen aan een \fuurzame toekomst voor \fe bouwsector\b Mel\f je aan via
cementenbeton.nl/symposium
Uitnodiging
1\b novembe\f 2024
Symposium Roadmap CO
2 -neut\faal cement
Cement en Beton:
de basis voo\f klimaat-
neut\faal bouwen
CBC_UITNODIGING_ADV_225x297.indd 1CBC_UITNODIGING_ADV_225x297.indd 1 27/08/2024 09:0927/08/2024 09:09 adv_CBC.indd 2adv_CBC.indd 2 27-08-2024 15:4227-08-2024 15:42
SLIJT VASTE EN DUURZAME MONOLITISCH AFGEWERK TE
BETONVLOEREN MET OF JUIST ZONDER INSTROOIMATERIA ALBeton is van nature een duurzaam en slijtvast product. Voor zwaar
belaste industrievloeren wordt soms de toepassing van een toplaag
met harde instrooimaterialen voorgeschreven. Dat is echter niet
altijd nodig en kan soms juist leiden tot uitvoeringstechnische
problemen zoals delaminatie. In dit artikel wordt aan de hand van
enkele voorbeelden duidelijk waarom en wanneer het zinvol is om
slijtvaste instrooimaterialen te gebruiken en wanneer niet. De focus
ligt daarbij op monolitisch afgewerkte betonvloeren.
Zin en onzin van een
INSTROOILA AG
SLIJT VASTHEID MONOLIET VLOEREN
Een monolietvloer is een betonvloer waar van
het opper vlak, direct aansluitend aan het stor -
ten, in één arbeidsgang glad wordt afgewerkt
door mechanisch afspanen (vlinderen).
De vloeren kunnen worden onder verdeeld in
vier slijtvastheidsklassen (tabel 1). De klassen
geven de maximaal toelaatbare afslijting (in
mm) aan bij beproeving volgens NEN 2874 [1].
Deze zijn gebaseerd op Amsler slijtproeven,
waar van referentiegegevens beschikbaar zijn.
De norm is echter per 25 juli 2017 ingetrokken.
Bij vloeren met een toplaag van ingestrooide
materialen worden de klassen nog wel regel-
matig toegepast. Monolietvloeren, mits goed
uitgevoerd, zijn in principe al voldoende slijt -
vast. Daar voor is het hanteren van een slijt -
vastheidsklasse overbodig.
Tabel 1. Slijtvastheidsklasse
SLIJTVASTHEIDS-
KL ASSE MA XIMA AL TOEL A ATBARE
GEMIDDELDE AFSLIJTING (MM)
I 1,0
II 1,5
III 2,0
IV geen eis
Doorgaans bestaat betonmortel, dat door de
betoncentrale wordt geleverd, voor ongeveer
70% uit slijtvast materiaal, namelijk zand,
grind en/of een ander hard steenachtig materi-
aal. De uiteindelijke slijtvastheid van de
gestorte vloer hangt af van het basismengsel,
met name van het toegepaste bindmiddel, het
type plastificeerder, de consistentieklasse en
de verwerking zoals verdichtingsenergie en
nabehandeling. Als alles goed is gegaan tij-
dens de verwerking van de betonmortel, zal de
uitgeharde vloer een hardheid behalen van 6 of
7 Mohs (zie kader 'Hardheidsschaal van Mohs')
en daarmee voor de meeste toepassingen vol-
doende slijtvast zijn (foto 1).
JUISTE VERWERKING
Voor de kwaliteit en uitvoering van monoliet -
vloeren is NEN 2743 [2] van toepassing. In
sommige gevallen gaat de uitvoering echter
niet goed en komt de gevraagde slijtvastheid in
gevaar. Het instrooien van harde materialen,
zoals kwarts (7 Mohs), korund (8-9 Mohs) of
siliciumcarbide (9-9,5 Mohs), in de toplaag van
de betonmortel kan dan uitkomst bieden. Maar
voordat we naar deze oplossing grijpen, is het
HARDHEIDSSCHA AL VAN MOHS
De hardheidsschaal van Mohs is een schaal van 1
tot 10, die de relatieve hardheid van een mineraal
aangeeft. De schaal is empirisch en niet lineair.
Het mineraal diamant heeft de hoogste waarde
(10), talk de laagste (1). Orthoklaas heeft een
hardheid van 6 Mohs, kwarts 7 Mohs. De absolute
hardheid van talk is 1, van orthoklaas 72, van
kwarts 100 en van diamant 1500.
van belang te snappen waarom de slijtvastheid
in gevaar is gekomen. Met een juiste kennis van
betontechnologie en juiste uitvoering had dit
namelijk in veel gevallen voorkomen kunnen
worden.
HOMOGEEN EN STABIEL MENGSEL
Het verkrijgen van een goede, slijtvaste mono-
lietvloer begint met het betonmengsel. De
betontechnoloog zal streven naar een homo-
geen en stabiel mengsel. Voor een optimale
slijtvastheid moet de korrel- en lijmverdeling
in de gehele doorsnede van de vloer namelijk
gelijk zijn. Zo'n mengsel laat zich prima ver -
10 VAKBL AD 3 2024
Auteur Jurjen Talsma, Kwaliteitsdienst Beton
BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 10BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 10 05-09-2024 12:3705-09-2024 12:37
1 Voor het verkrijgen van een goede, slijtvaste monolietvloer is instrooimateriaal in veel gevallen niet nodig (foto: Ryan Smith)
werken (foto 2, links). Bij een instabiel meng-
sel ontstaat boven in het mengsel een over-
maat aan cementsteen. Cementsteen is al de
zwakste schakel, maar bij een instabiel meng-
sel neemt ook het watergehalte en daarmee de
water-bindmiddelfactor toe en dat is dubbel
negatief voor de hardheid en slijtvastheid.
VERDICHTEN
Een ander aandachtspunt tijdens de uitvoering
is verdichting. Dit is niet iets dat je zomaar
beheerst. Verdichten vergt vakmanschap en
het kennis hebben van de eigenschappen. De
verdichtbaarheid hangt sterk af van type bind-
2 Een homogeen en stabiel mengsel (links) en een ontmengd mengsel (rechts) (foto: Dekker BetonAdvies BV)
11 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 11BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 11 05-09-2024 12:3705-09-2024 12:37
middel, water-bindmiddelfactor (weinig water
en veel plastificeerder geven vaak een taai
mengsel), verhouding cementpasta/toeslag-
materiaal, korrelvorm van het toeslagmateri-
aal, hulpstoftypen en de temperatuur van
zowel de betonspecie als de omgeving. Zo is
bijvoorbeeld een mengsel met graniet in plaats
van grind over het algemeen stabieler, maar
vraagt het andere verdichtingsenergie.
Bij te lang verdichten kan ontmenging optre-
den en kan een 5 tot 20 mm dikke laag cement -
pasta ontstaan waarin weinig of geen grof toe -
slagmateriaal aanwezig is (zie alinea
'Praktijkvoorbeeld 1: papperig opper vlak').
Na verharding is cementsteen in principe altijd
de zwakste schakel, met relatief weinig sterkte
en veel krimp. Voor een voldoende slijtvaste
monolietvloer is het van belang dat de toplaag
juist voldoende (grof) toeslagmateriaal bevat.
SCHUREN EN VLINDEREN
Het afwerken van de monolietvloer, het vlinde -
ren, wordt succesvol als er voldoende cement -
pasta in de top aanwezig is. Schrale mengsels
met weinig fijne delen (< 0,250 mm) laten zich
lastiger afwerken/vlinderen dan de vettere
mengsels. Niet-plastisch toeslagmateriaal,
zoals grind of graniet, laat zich moeilijk schu-
ren. Maar, zoals gezegd, te veel cementpasta
bovenin is ook niet goed. Het is de kunst om
voor elkaar te krijgen dat er tijdens het schuren
van de vloer een klein beetje cementpasta
omhoog wordt gewerkt, of ? anders gezegd ? dat het toeslagmateriaal naar beneden wordt
gedrukt. In beide gevallen ontstaat er een
paplaagje dat zich goed laat schuren en vlinde
-
ren. In deze fase komt het echt op vakman-
schap en specialisme aan. In het dunne laagje
cementpasta aan het opper vlak van de vloer,
net boven het toeslagmateriaal, zit zand
(kwarts, 7 Mohs) en dat zorgt in belangrijke
mate voor de slijtvastheid van de vloer.
PR AK TIJK VOORBEELD 1:
PAPPERIG OPPERVL AK
Een praktijkvoorbeeld. Tijdens een werkbe -
zoek viel op dat het opper vlak van de pas
gestorte vloer er papperig uitzag (foto 3).
Er was geen bleeding zichtbaar. De toplaag
bestond uit bindmiddel, water, plastificeerder
en fijn zand, zonder groter toeslagmateriaal.
Om erachter te komen wat de dikte van deze
snotterige toplaag was, volstond het insteken
van de vinger in de laag totdat er groter toe -
slagmateriaal voelbaar werd (foto 4). Dat
bleek zich op zo'n 4 cm onder het opper vlak te
bevinden. Als deze toplaag zonder ingrijpen
zou zijn verhard, had dat geleid tot een erg
slechte kwaliteit: weinig slijtvast en met fors
meer krimp dan in het onderliggende beton.
Even werd overwogen om grof toeslagmateri-
aal in de paplaag in te strooien en dit in te schuren. Maar dat zou niet hebben geleid tot
dezelfde kwaliteit en slijtvastheid als van nor
-
maal beton.
Uiteindelijk is gekozen voor het ver vangen van
de ontmengde toplaag met een nieuwe laag
betonmortel. Het volume werd berekend
(dikte ontmengde laag × opper vlak vloer) en
het nieuwe homogene betonmengsel werd
vanuit het midden van de vloer aangebracht
(foto 5). Daardoor werd de pap naar buiten
gedreven tot over de bekisting. De pap werd na
uitharden opgeruimd en de nieuwe vloer vol-
deed aan de verwachtingen.
VOORGESCHREVEN HOEVEELHEID
INSTROOIMATERIA AL
Het komt (helaas) vaak voor dat in een bestek
een bepaalde hoeveelheid instrooimateriaal
wordt voorgeschreven. Het is goed je eerst af te
vragen waarom dat gebeurt en of het wel nodig
is. Gaat de constructeur er van uit dat de verwer -
king niet goed zal gaan? Of kan de gewenste
hardheid niet worden behaald met het normale
zand en grind, bijvoorbeeld omdat het gaat om
zeer zwaar belaste industrievloeren? De toe -
passing van harde instrooimateriaal kan inder -
daad nodig zijn. De ver volgvraag is: waar moet
je dan op letten? (Zie volgende alinea.)
4 Vingerpoef: groter toeslagmateriaal bevond zich 4 cm onder het opper vlak Het gebruik van een handschoen in plaats van beschermende crème wordt aangeraden 3 Te lang verdichten leidde tot een papperig opper vlak van deze pas gestorte vloer
Als alles goed gaat tijdens de verwerking van de betonmortel, zal de
vloer zonder instrooimateriaal voor de meeste toepassingen
voldoende slijtvast zijn
12 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 12BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 12 05-09-2024 12:3705-09-2024 12:37
PR AK TIJK VOORBEELD 2: KORST
Nog een praktijkvoorbeeld. Soms staan op een
werk pallets klaar met instrooimateriaal,
cement en een menger. De bedoeling is dat
droog kwarts en cement worden gemengd en
ver volgens worden verdeeld over de vloer.
Wanneer het mengsel in meerdere stroken
wordt aangebracht, overlappen de stroken
elkaar vaak (deels), wat kan leiden tot een
lokale verstoring in de water-bindmiddelfactor
en daarmee de kwaliteit (en kleur) van het
opper vlak. Omdat in het mengsel van kwarts
(zand) en cement geen water zit, wordt voor de
hydratatie van het cement water onttrokken uit
de eerder aangebrachte onderliggende beton-
laag (foto 6). Bij dit (stabiele) betonmengsel
ontstaat hierdoor in de toplaag een verlaging
van het watergehalte. Dat lijkt op een korst.
Deze zit in een relatief droog deel in de vloer.
Het betreft een ander fenomeen dan de
cementsteen boven in het eerder beschreven
ontmengde mengsel (foto 2, rechts).
Vaak vinden de afwerkers dit prettig, want dan
kan het vlinderen eerder plaatsvinden. Maar de
dieper gelegen betonmortel is plastischer en
natter. Tijdens beweging in de toplaag kan
deze nattere betonmortel water en/of lucht
loslaten. Dit wil opstijgen, maar vaak is het
doorlaten van water en/of lucht niet meer
mogelijk en wordt het opgesloten onder de
toplaag. Dit fenomeen is een van de oorzaken
voor delaminatie, ofwel een losse toplaag.
6 Het instrooien met zand en cement kan ertoe leiden dat water wordt onttrokken uit de eerder aangebrachte onderliggende betonlaag, met als mogelijk gevolg delaminatie
5
E
en nieuw homogeen betonmengsel wordt vanuit het
midden van de vloer aangebracht en drijft de pap naar
buiten tot over de bekisting
PANTSERL A AG
In situaties waarbij een vloer met hoge slijtvast -
heid wordt gevraagd, kan worden afgeweken van
het monolit
hisch systeem en gekozen voor een
dunne pantserlaag. Bij deze alternatieve oplos -
sing wordt allereerst de constructievloer tot
on
geveer 40 mm onder het opper vlak afgereid.
Ook wordt de vloer op de dag van de stort met een
stalen bezem opgeruwd. Dit om een optimale
aanhechting te kunnen garanderen met de
bovenliggende laag. De schone onder vloer wordt
eerst ingewassen met een cementpasta (de vloer
wordt hierdoor 'aangebrand'). Ver volgens wordt
een tussenlaag van aardvochtig kifgrindbeton
(grind 3-8 mm of 2-5 mm) erbovenop aange -
bracht en met een trilplaat goed dicht getrild.
De tussenlaag heeft een dikte van circa 30 mm en
een dr
uksterkte van minimaal 40 N/mm
2.
Direct na het trillen wordt een pantserlaag
aangebracht in de volgende samenstelling:
1 deel portlandcement, 0,5 deel grof zand en
1,5 deel kifgrind. De pantserlaag wordt met
een speciale trilbalk met een stalen guide vast
getrild. In deze laag wordt een ongeveer 3 mm
dikke slijtlaag ingestrooid, bestaande uit
3 à 4 kg/m
2 hard instrooimateriaal. De pantser -
laag is in totaal 10 mm dik en heeft een druk -
sterkte van minimaal 75 N/mm
2. De pantserlaag wordt machinaal dicht
geschuurd en met een pleistermachine afge
-
pleisterd. Hierna wordt de vloer aan de randen
en hoeken met de hand nagepleisterd. Een
hele klus! Ver volgens wordt de vloerproductie
natgespoten en ? om uitdroging te voorkomen
? met een dampdichte folie afgedekt, om zo
door langzame uitharding een optimale ver -
harding te verkrijgen. De folie moet zo lang
mogelijk blijven liggen (minimaal 10 dagen).
TOT SLOT
Het verkrijgen van een goede, slijtvaste beton-
vloer kan op verschillende manieren: monoli-
tisch met, maar heel vaak ook zonder instrooi-
laag, of met een nadien aangebrachte dunne
pantserlaag. In alle gevallen geldt dat de uit -
voerenden verstand van zaken moeten hebben
en nauwkeurig te werk moeten gaan. Van
mengselsamenstelling, storten tot nabehan-
delen. Het is vakwerk.
Literatuur1. NEN 2874:1982 nl Bepr oeving van steenachtige
materialen - Slijttoestel volgens Amsler en bepaling
slijtweerstand
2.
N
EN 2743:2003 nl In het werk vervaardigde vloeren -
Kwaliteit en uitvoering van monolithisch afgewerkte
betonvloeren en -verhardingen
Het verkrijgen van een goede, slijtvaste betonvloer
kan op verschillende manieren, maar is in alle
gevallen vakwerk
13 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 13BV 2024-03_art-instrooilaag-monolietvloeren.indd 13 05-09-2024 12:3705-09-2024 12:37
INDRUK WEKKENDE, TIJDELIJKE OPVANGCONSTRUCTIES
VOOR TUNNELGIETBOUWMETHODE
Het project Piekstraat is een 74 m hoge toren waarin horeca,
parkeren en wonen worden gecombineerd. De toren is omringd door
water en bestaat uit gestapelde blokken die ten opzichte van elkaar
verspringen. Dit is constructief opgelost door vernuftig gebruik te
maken van uitkragende vloeren, terwijl de constructieve draaglijnen
van boven naar beneden doorlopen. Om de overstekken mogelijk te
maken binnen de tunnelgietbouwmethode, zijn indrukwekkende
tijdelijke opvangconstructies nodig.
VERBORGEN PAREL
aan de Piekstraat
D
e woontoren Piekstraat in Rotterdam
ligt op een bijzondere locatie in
Rotterdam-Zuid, op een bijna
on
ont
dekte plek in de wijk Feijenoord (fig. 2).
Te midden van oude fabrieken, industriële pakhuizen en robuuste kranen, op de
punt van het 'Feijenoord-eiland', verrijst
de
ze 74 m hoge woontoren met een prachtig
uitzicht op de Maas en de skyline van de
stad.
WOONTOREN MET (DRIVE-IN) LOFTS
Piekstraat biedt een breed scala aan woningty -
pen: 142 appartementen variërend van 55 tot
235 m
2 met grote differentiatie in de platte -
gronden. Onderscheiden worden waterlofts,
PROJECTGEGEVENS
Project Piekstraat
Opdrachtgever Heijmans Vastgoed
Architect KCAP
Constructeur IMd Raadgevende Ingenieurs
Aannemer Heijmans
Fundering Heijmans Funderingstechnieken
Leverancier stalen bekisting Hendriks
stalen bekistingtechniek
Leverancier bekisting kern
NOE-Bekistingtechniek
Ondersteuningsconstructie Matemco
Oplevering derde kwartaal 2025
1 Piekstraat in uitvoering; er wordt op vier niveaus tegelijk gewerkt
14 VAKBL AD 3 2024
Auteurs Marco van den Burg, Heijmans Woningbouw ? Jacques Linssen, Betoniek / Aeneas Media
BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 14BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 14 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
drive-in lofts, panorama lofts en sky lofts
(fig. 3). Opvallend zijn vooral de drive-in lofts
op de vierde tot en met zesde verdieping. Hier
kunnen bewoners via een autolift hun auto
voor het appartement parkeren. Op de begane
grond is horeca voorzien en daarboven twee
parkeerlagen. Het ontwerp bestaat uit drie ten
opzichte van elkaar versprongen volumes
(fig. 4) en verwijst naar opgestapelde zeecon-
tainers in de haven.
BOUWPL A ATS
Het project heeft een bijzonder krappe bouw-
plaats, ingeklemd tussen een weg (de Piek -
straat) en het water (Persoonshaven). Met de
gemeente werden veel discussies gevoerd over
wat er precies bij het bouwterrein mocht wor -
den betrokken en wat niet. Aanvankelijk moest
het verkeer op de Piekstraat doorgang kunnen
vinden, maar uiteindelijk werd overeenstem- ming bereikt dat de weg mocht worden afgeslo-
ten, mits de poort 24/7 open zou kunnen in
geval van calamiteiten. Al het materiaal wordt
via de weg aangevoerd. Opslag vindt deels
plaats op een ponton in de Persoonshaven. Veel
bouwdelen worden just in time aangeleverd,
onder meer de gevels en balkons.
FUNDERING
Omdat het gebouw deels in het water staat, is
begonnen met het aanbrengen van een dam-
wand. Op het terrein binnen deze damwanden
zijn de funderingspalen aangebracht. Ter
plaatse van het zandpakket zijn HGSI palen
(Heijmans grondverdringende schroefpaal met
groutinjectie) toegepast en ter plaatse van het
water Tubexpalen (trillingsvrije, grondverdrin-
gende paal met permanente stalen buis). Op de
palen is een funderingsconstructie aange
-
bracht, die ter plaatse van de waterlofts uit -kraagt over het water (foto 5). De grond onder
deze uitkraging is uitgegraven en aangevuld
met basaltblokken, die het talud vormgeven en
bescherming bieden aan de kade onder het
gebouw. De Tubexpalen blijven hier in het zicht.
2 Ligging Piekstraat op het Feijenoord-eiland
3
V
erschillende woningtypes verdeeld over de hoogte (bron: KCAP) 4 Impressie woontoren
Piekstraat met drie ten opzichte van elkaar
verspringende volumes
(bron: IMd Raadgevende Ingenieurs)
PROJECTBEZOEK STUBECO
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwer -
king met Stubeco. De studievereniging, part -
ner van
Betoniek , bracht op 14 maart 2024 een
bezoek aan de woontoren aan de Piekstraat.
Dit artikel is mede gebaseerd op de informatie
die tijdens dat bezoek werd gedeeld.
15 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 15BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 15 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
TUNNELGIETBOUW
Op de fundering is een beganegrondvloer aan-
gebracht met kanaalplaatvloeren. Mede omdat
de draaglijnen van het casco van boven naar
beneden doorliepen (fig. 6), kon de ruwbouw
verder worden uitgevoerd in (koude) tunnel-
gietbouw. Het ontwerp leek zich op het eerste
oog niet direct voor deze bouwmethode te
lenen ? er zijn flinke uitkragingen en veel
sparingen in de gevel en de parkeerlagen
(foto 7). Toch had deze de voorkeur boven andere bouwmethodes, vooral vanwege de
bouwsnelheid. Prefab viel af vanwege de ver
-
springingen.
VERDIK TE VLOEREN
Grote uitdaging was het door de architect
gewenste lijnenspel. Ter plaatse van de ver -
springingen moest een duidelijke horizontale
lijn zichtbaar blijven: het dak boven laag 7 en 15
moest gelijklopen met de onderzijde van de
uitkragende delen van laag 8 en 16. Dit is opge -lost met verdikte vloeren op de 7e en 15e ver
-
dieping. Hiertoe is op die lagen een balken-
structuur gemaakt, die is opgevuld met
schuimbeton om gewicht te besparen. De tun-
nel rust op deze balken zodat de hoogte niet
hoefde te worden aangepast (foto 8).
UITKR AGINGEN
Kenmerkend voor het gebouw zijn de uitkragin-
gen in beide richtingen. De uitkragingen in de lijn
v
an de tunnelwanden zijn gerealiseerd door de
tunnels in de onderliggende beuk uit te laten
steken. De tunnel zelf is tijdelijk opgevangen
door een ondersteuningsconstructie (foto 9).
Om de grote stortbelastingen van de meerdere
5 Deels uitkragende fundering voor de balkons van de waterlofts;
de Tubexpalen onder de waterlofts blijven in het zicht (foto: Jan Tol) 6
C onstructiemodel. Draaglijnen lopen door tot in
de fundering (bron: IMd Raadgevende
Ingenieurs)
7
Gr
ote sparingen in de parkeerlagen (foto: Jan Tol)
8 Balkenstructuur voor verdikte lagen met daarop de tunnelbekisting
Hoewel het ontwerp zich er op het eerste oog niet direct
voor leende, is de ruwbouw uitgevoerd in tunnelgietbouw
16 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 16BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 16 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
lagen erboven op te vangen, is een tijdelijke
hoekconstructie aangebracht. Deze belasting
kon niet met de ondersteuningsconstructie wor-
den opgevangen omdat deze afsteunde op de
pr
efab balkons van de waterlofts en die waren
niet sterk genoeg om deze belasting te dragen.
Voor de uitkraging haaks op de tunnelwanden,
ter plaatse van de kopgevels, is een halftunnel
ingezet. Om deze op te vangen is een construc -
tief kopgevelsteiger gebruikt, waarmee een 4 m
br
eed platform is gecreëerd (foto 10). Deze
steiger is aan de vloer bevestigd met een beves -
tigingsconstructie, die met een anker door en
door aan de v
loer is gekoppeld. Nadat de uitkra -
gingen waren gestort, zijn op het platform vei-
ligheidsvoorzieningen (eindgevelsteiger) voor
de la
gen erboven aangebracht (foto 1).
Het veilig verwijderen van de kopgevelsteiger
langs de uitkragende vloer, kostte de nodige
hoofdbrekens. Hiertoe is aan de steiger een
soort verlengpoot aangebracht, waarmee kon worden voorkomen dat de steiger zou kantelen
voordat de twee compensatiecilinders hem
over konden pakken (fig. 11). Voor extra veilig-
heid is hierbij gebruikgemaakt van remkettin-
gen en een klapschuif.
TOLER ANTIES
Grote uitdaging in het project waren de relatief
lage toleranties. Extra aandacht ging uit naar
de ver vorming van de uitkragingen. In de prak
-
tijk bleek die met het toegepaste koudegiet -
bouwmengsel erg mee te vallen. Direct na ont -
kisten was deze slechts een paar millimeter.
De uiteindelijke ver vorming is afhankelijk van
de totale belasting en kruip. GEVELSTEIGER
Vanwege de beperkte ruimte op de bouwplaats
en de voordelen ten aanzien van de planning, is
gewerkt met een gevelsteiger die met de ruw
-
bouw mee klimt. Beperkende factor hierbij was
de relatief dikke HSB-gevel. Normaal hangt
het toegepaste systeem aan een zogenoemde
papegaaienbek aan de bovenste vloer. Omdat
door de dikte van de gevel de steiger ver uit de
vloer moest hangen, zouden de krachten te
groot worden. Daarom moest het beschikbare
standaard systeem iets worden gemodificeerd
en is gekozen de steiger op te vangen op een
hoeklijn aan de onderliggende vloer (foto 12,
fig. 13). Deze hoeklijnen nemen de volledige
belasting op. De papegaaienbek dient er alleen
voor om de steiger tegen te houden (foto 14).
Vanwege variatie in verdiepingshoogtes moet
ook de hoogte van de gevelsteiger kunnen
worden aangepast. Het toegepaste systeem is
hydraulisch in hoogte verstelbaar.
PREFAB BETON
Het prefab beton voor de inpandige balkons is
meegenomen in de tunnelcyclus. De balkons
zijn op de tunnel aangebracht en met Isokorf
9 Tijdelijke ondersteuningsconstructie onder tunnelbekisting
11
Door
snede kopgevelsteiger ten tijde van het uithijsen
10 Halftunnel op constructief kopgevelsteiger
Voor de verdikte vloeren op laag
7 en 15 is een balkenstructuur
gemaakt die is opgevuld met
schuimbeton
17 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 17BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 17 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
gekoppeld aan de tunnelvloeren. Ook de
gevels, uitgevoerd in houtskeletbouw, zijn
meegenomen in de tunnelcyclus.
STABILITEITSWANDEN
Haaks op de tunnelwanden bevinden zich
enkele stabiliteitswanden. Vanwege de dimen-
sies van die wanden, de grote hoeveelheid
wapening en de hoeveelheid sparingen erin,
zijn die ter plaatse gestort met een handzaam
paneelbekistingssysteem (foto 15). De wan-
den voor de autoliften zijn uitgevoerd met een
hollewandsysteem.
CYCLUS
In de ruwbouw zijn vier modulaire voltunnels
gebruikt en één halftunnel. Deze worden in
lengterichting door de beuk geschoven, waar-
bij het aantal doorschuiffases varieert, afhan-
kelijk van de totale beukdiepte. De cyclus voor
de tunnels bestaat globaal uit het storten van
de kim, het aanbrengen van de wandwapening
(inclusief installaties), het doorschuiven van
de tunnel, het aanbrengen van de vloerwape -
ning (ook weer inclusief installaties), het
plaatsen van het prefab beton en het storten
van het beton in de tunnel. Dagelijks worden
twee tunnels gestort; twee tunnels doen dienst
als werktunnel (voorbereidingswerkzaamhe -
den installateur en vlechter). Voor het tunnel-
proces zijn in principe zes dagen nodig. In de
totale cyclus moesten verder onder meer de
kernen, de gevelsluiting en de veiligheidsvoor -
zieningen worden gerealiseerd.
Het uitkienen van de ideale planning was een
flinke puzzel ? vele lean-sessies zijn eraan
besteed. Vooral de onderdelen die niet in de
werkelijke tunnelcyclus zaten, waren hierbij
bepalend. Uiteindelijk was de oplossing een
negendaagse cyclus en zes stortfases
(fig. 16). Deze is gedetailleerd uitgewerkt met
per dag een afbeelding waarop alle activitei -
ten in de juiste volgorde zijn aangegeven.
TOT SLOT
Op het oog lijkt het een simpele woontoren,
echter door een aantal eisen vanuit het ont -
werp werd de uitvoering van de Piekstraat een
flinke puzzel. De ruwbouw is inmiddels over de
helft. Vanaf het derde kwartaal van 2025
nemen de eerste bewoners hun intrek in deze
opzienbarende woontoren.
12 Gevelsteiger aan de onderzijde opgelegd op hoeklijnen
13
Pr
incipe gevelsteiger met aan de bovenzijde de papegaaienbek en aan de onderzijde de hoeklijn
15
S
tabiliteitswanden haaks op de tunnelwanden zijn
uitgevoerd met een handzame paneelbekisting
Voor het opvangen van de halftunnels is een constructief
kopgevelsteiger gebruikt
14 Papegaaienbek aan bovenzijde; werkt alleen om de steiger op zijn plek te houden
18 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 18BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 18 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
GS 3C
350
GS 1J
450
450400
300GS 1G
GS 1F
400
450
GS 5A 400 GS 3B 400
Prefab balkon Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon Prefab balkon
Kraan
7800
23
8100
4
8100
5
7800
630757
E F3400
30751
B 10875 G 7575 A2875 D950 H 6800
C
1000 D'200
42562950250
7550
7850
7550
7850
250
250
250
2950
LV1LV2
THV2
THV1
Gewicht 7000 kgE1
E2 E3 Gewicht 7000 kgE5
E4 E6
Gewicht 11700 kg D1
D2 D3 Gewicht 11700 kgD5
D4 D6
Gewicht 11800 kg C1
C2 C3 C6
C4 Gewicht 11800 kgC5
Gewicht 11700 kg A1
A2 A3
B1
B2
B3 Gewicht 11800 kg
A4A5 A6Gewicht 11700 kg
Gewicht 11600 kgB5
B4 B6
Prefab balkon
Prefab balkon
GS 3B 400 400
GS 3A
350
400
450GS 1EK
GS 3D GS 3D GS 3D
400
300GS 1BK
400
450GS 1EK
D--55
D--58 Prefab balkon
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310
9 Prefab balkons
plaatsen (Stelnivo tunnels +1)
2 4
3Lift-/trappenhuiswand (Stelnivo tunnels-1): - Paneelkist ontkisten
Trappenhuis (Stelnivo tunnels-1):
- Prefab wanden plaatsen
- Hoeklijnen monteren
- Prefab trappen en bordessen plaatsen
Trappenhuisvlonder terugplaatsten (Stelnivo tunnels):
Liftschachtvlonder omhoog halen
(Stelnivo tunnels)
Na ontkisten tunnel stempels plaatsten op
onderliggende vloer
(Stelnivo tunnels) + stalen opvangbalken verwijderen7
Steun hoekkolom plaatsen
(Stelnivo tunnels -1)6
1 Tunnel transporteren 10Kim storten
10
Wand vlechten
Kim storten Koppelstrippen monteren (zie tek. RB-09/10/11/12)
Loggia balkons bevoorraden 8
5
Gevelsluiting (Stelnivo tunnels-1):
- Beugels maatvoeren en monteren
- Gevelsluiting monteren
Prefab balkon Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon Prefab balkon
Kraan
7800
2
3
8100
4
8100
5
7800
630757
E F3400
30751
B 10875 G 7575 A2875 D950 H 6800
C
1000D'200
2502950250
7550
7850
7550
7850
250
250
250
2950
LV1LV2
THV2
THV1
Gewicht 7000 kgE1
E2 E3 Gewicht 7000 kgE5
E4 E6
Gewicht 11700 kg D1
D2 D3 Gewicht 11700 kgD5
D4 D6
Gewicht 11800 kg C1
C2 C3 C6
C4 Gewicht 11800 kgC5
Gewicht 11700 kg A1
A2 A3
B1
B2
B3 Gewicht 11800 kg
A4A5 A6Gewicht 11700 kg
Gewicht 11600 kgB5
B4 B6
Prefab balkon
Prefab balkon
GS 3B 400 400 GS 5A 400 GS 3B 400
GS 3A
350
GS 3C
350
400
450GS 1EK GS 1J
450
450400
300GS 1G
GS 1F
400
450
GS 3D GS 3D GS 3D
400
300GS 1BK
400
450GS 1EK
Vloer voor ontkisten
tijdelijk opvangen
m.b.v. stalen balken
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310
Tunnels storten5
4
Gevelsteieger omhoog halen
Ew1 Prefab balkon
Prefab balkon
2 Sluitwand plaatsen
(Stelnivo tunnels)
Wand vlechten
Wand vlechten
3
Prefab kolom stellen
(Stelnivo tunnels) 1
Prefab balkonplaatsen (Stelnivo
tunnels+1)
GS 3B 400 400 GS 5A 400 GS 3B 400
GS 3A
350
GS 3C
350
400
450GS 1EK GS 1J
450
450400
300GS 1G
GS 1F
400
450
GS 3D GS 3D GS 3D
400
300GS 1BK
400
450GS 1EK
Prefab balkon Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon Prefab balkon
Gewicht 7000 kgE5
E4 E6
Gewicht 11700 kg D1
D2 D3
Gewicht 11800 kg C1
C2 C3
2502950250
7550
7850
7550
7850
250
250
250
2502950
Kraan
7800
2
3
8100
4
8100
5
7800
630757
E F3400
30751
B 10875 G 7575 A2875 D950 H 6800
C
1000 D'200
LV1
THV1
Ew1
Gewicht 7000 kgE1
E2 E3
Gewicht 11700 kgD5
D4 D6
C6
C4 Gewicht 11800 kgC5
Gewicht 11700 kg A1
A2 A3
B1
B2
B3 Gewicht 11800 kg
A4A5 A6Gewicht 11700 kg
Gewicht 11600 kgB5
B4 B6
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310
+32010/+35110/+38210
/+41310/+44410
Gevelsluiting
maatvoeren en beugels monteren
(Stelnivo tunnels) 5
Stelkozijn
maatvoeren en beugels monteren
(Stelnivo tunnels) 5
Vloer voor ontkisten
tijdelijk opvangen
m.b.v. stalen balken
Na doorschuiven tunnel stempels plaatsten op
onderliggende vloer
(Stelnivo tunnels) + stalen opvangbalken verwijderen 4
Tunnels storten7
Vloer voor ontkisten
tijdelijk opvangen
m.b.v. stalen balken
D--10
ST--02
2
3
Tunnel door- schuiven
Tunnel door-schuiven
1Tunnel door-schuiven
8 Kim storten
Koppelstrippen monteren
(zie tek. RB-10/11/12/13)
Loggia balkons bevoorraden 6
GS 3B 400 400 GS 5A 400 GS 3B 400
GS 3A
350
GS 3C
350
400
450GS 1EK GS 1J
450
450400
300GS 1G
GS 1F
400
450
GS 3D GS 3D GS 3D
400
300GS 1BK
400
450GS 1EK
Prefab balkon Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon Prefab balkon
Gewicht 7000 kgE5
E4 E6
Gewicht 11700 kg D1
D2 D3
Gewicht 11800 kg C1
C2 C3
Gewicht 11700 kg A1
A2 A3
B1
B2
B3 Gewicht 11800 kg
Kraan
7800
2
3
8100
4
8100
5
7800
630757
E F3400
30751
B 10875 G 7575 A2875 D950 H 6800
C
1000 D'200
2502950250
7550
7850
7550
7850
250
250
250
2502950 Gewicht 7000 kgE1
E2 E3
Gewicht 11700 kgD5
D4 D6
C6
C4 Gewicht 11800 kgC5
A4A5 A6Gewicht 11700 kg
Gewicht 11600 kgB5
B4 B6
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310 +32010/+35110/+38210
/+41310/+44410
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310 +32010/+35110/+38210
/+41310/+44410
Gevelsluiting plaatsen
(Stelnivo tunnel) 4
Na doorschuiven tunnel stempels plaatsten op
onderliggende vloer
(Stelnivo tunnels) + stalen opvangbalken verwijderen 3 Vloer voor ontkisten
tijdelijk opvangen
m.b.v. stalen balken
Stelkozijn plaatsen
(Stelnivo tunnel) 4
Na doorschuiven tunnel stempels plaatsten op
onderliggende vloer
(Stelnivo tunnels) + stalen opvangbalken verwijderen 3
Tunnels storten5
D--10
ST--02
1
2
Tunnel door- schuiven
Tunnel door-schuiven
Steun hoekkolom plaatsen
(Stelnivo tunnels). T.p.v. 12e &
13e verd. ook aan tunnelvloer vastzetten 7
6
Wand vlechten
Wand vlechten
Koppelstrip monteren (zie
tek. RB-10/11/12/13)
Loggia balkons bevoorraden
Koppelstrippen monteren
(zie tek. RB-10/11/12/13)
Loggia balkons bevoorraden 6
9 Kim storten
Koppelstrippen monteren
(zie tek. RB-10/11/12/13)
Loggia balkons bevoorraden 6
GS 3B 400 400 GS 5A 400 GS 3B 400
GS 3A
350
GS 3C
350
400
450GS 1EK GS 1J
450
450400
300GS 1G
GS 1F
400
450
GS 3D GS 3D GS 3D
400
300GS 1BK
400
450GS 1EK
Prefab balkon Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon Prefab balkon
Gewicht 7000 kgE5
E4 E6
LV2
THV2
Gewicht 11700 kg D1
D2 D3
Gewicht 11800 kg C1
C2 C3
Gewicht 11700 kg A1
A2 A3
B1
B2
B3 Gewicht 11800 kg
isokorf
2502950250
7550
7850
7550
7850
250
250
250
2502950
Kraan
7800
2
3
8100
4
8100
5
7800
630757
E F3400
30751
B 10875 G 7575 A2875 D950 H 6800
C
1000 D'200
Gewicht 7000 kgE1
E2
E3
Gewicht 11700 kgD5
D4 D6
C6
C4 Gewicht 11800 kgC5
A4A5 A6Gewicht 11700 kg
Gewicht 11600 kgB5
B4 B6
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon Ew1
+28910/+32010/+35110/
+38210/+41310
+32010/+35110/+38210
/+41310/+44410
+32010/+35110/+38210
/+41310/+44410
3
4
Tunnel door-schuiven
Tunnel door-schuiven
2 Tunnel door-schuiven
5
D--10
ST--02
Gevelsluiting
maatvoeren en beugels monteren
(Stelnivo tunnel) 6
Gevelsluiting
maatvoeren en beugels monteren
(Stelnivo tunnel) 6
Gevelsluiting
maatvoeren en
beugels monteren
(Stelnivo tunnel) 6
Tunnels storten8
D--03 D--07
D--04
D--25
D--81 Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkons plaatsen(Stelnivo tunnels +1)7
Lift-/trappenhuiswand (Stelnivo tunnel): - Hoeklijnen maatvoeren + monteren
- Plaatsen stelkist
- Aanbrengen Demu's en wapening
- Aanbrengen sparingen op stelkist
1 Sluitwand plaatsen
(Stelnivo tunnels)
Kim storten 9
Wand vlechten
Wand vlechten
GS 3B 400 400 GS 5A 400 GS 3B 400
GS 3A
350
GS 3C
350
400
450GS 1EK GS 1J
450
450400
300GS 1G
GS 1F
400
450
GS 3D GS 3D GS 3D
400
300GS 1BK
400
450GS 1EK
Prefab balkon Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon Prefab balkon
LV1LV2
THV2
THV1
Gewicht 7000 kgE5
E4 E6
Gewicht 11700 kg D1
D2 D3
Gewicht 11800 kg C1
C2 C3
Gewicht 11700 kg A1
A2 A3
B1
B2
B3 Gewicht 11800 kg
2502950250
7550
7850
7550
7850
250
250
250
2502950 Gewicht 7000 kgE1
E2 E3
Gewicht 11700 kgD5
D4 D6
C6
C4 Gewicht 11800 kgC5
A4A5 A6Gewicht 11700 kg
Gewicht 11600 kgB5
B4 B6
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Prefab balkon
Kraan
7800
2
3
8100
4
8100
5
7800
630757
E F3400
30751
B 10875 G 7575 A2875 D950 H 6800
C
1000 D'200
D--10
ST--02
D--25
D--03
D--07
D--04
D--81
D--80
D--79
1
2
Tunnel door-
schuiven
Tunnel door-schuiven
Tunnels storten10
Prefab balkon
7
Prefab kolom stellen
(Stelnivo tunnels)3
Vloer voor ontkisten
tijdelijk opvangen
m.b.v. stalen balken
+32010/+35110/+38210
/+41310/+44410
+32010/+35110/+38210
/+41310/+44410
5
6
Gevelsluiting
maatvoeren en
beugels monteren
(Stelnivo tunnels) 8
Gevelsluiting plaatsen
(Stelnivo tunnels) 9
Gevelsluiting plaatsen
(Stelnivo tunnels) 9
Gevelsluiting plaatsen
(Stelnivo tunnels) 9
Lift-/trappenhuiswand (Stelnivo tunnels): - Paneelkist sluiten
- Wand storten
Lift-/trappenhuiswand (Stelnivo tunnels):- Hoeklijnen maatvoeren + monteren
- Plaatsen stelkist
- Aanbrengen Demu's en wapening
- Aanbrengen sparingen op stelkist
Wand vlechten
Wand vlechten
11Kim storten
Ew1
4 Sluitwand plaatsen
(+25810P)
Prefab balkon
Prefab balkons plaatsen (Stelnivo tunnels +1)
16 De tunnelcyclus bedraagt zes stortfases in negen dagen. In blauw het te storten opper vlak
Fase 1
Fase 3
Fase 5
Fase 2
Fase 4
Fase 6
19 VAKBL AD 3 2024
BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 19BV 2024-03_Art-toren-piekstraat.indd 19 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
HERSTELWERKZA AMHEDEN VOOR VIADUCT
OVER WILSELE VA ART VANAF INNOVATIEF HANGSTEIGERSYSTEEM
Renoveren vanaf een
HANGSTEIGER
20 VAKBL AD 3 2024
Auteurs Marc Vogely, Scafom-rux ? Jack Heijmans, Scafom-rux ? Jacques Linssen, Betoniek / Aeneas Media
BV_2024-03-art-ringscaff-sky.indd 20BV_2024-03-art-ringscaff-sky.indd 20 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
N
et als vele andere Europese landen
gaat er in België de laatste jaren veel
aandacht uit naar ver vanging en reno-
vatie van bestaande infrastructuur. De reden:
veel bruggen en viaducten uit de jaren zestig en zeventig zijn sterk verouderd. De Vlaamse
overheid is een grote inhaalslag begonnen
voor het herstellen en ver vangen van deze
kunstwerken, waarmee een bedrag van in
totaal ? 1,6 miljard is gemoeid. Voor een snelle aanpak is het ver vangings- en renovatiepro-
gramma OverBruggen gestart, waarmee onder
andere via een publiek-private samenwerking
(PPS) op grote schaal een reeks bruggen
wordt aangepakt.
Onderdeel van dit programma is viaduct Wil-
sele in de E314, een snelweg tussen Leuven en
Aken. Het viaduct in Wilsele (foto 1), een deel-
gemeente van Leuven, heeft een lengte van
800 m en bestaat uit betonnen en stalen lig-
gers. Het loopt over twee belangrijke spoor
-
wegen en over het Kanaal Leuven-Dijle, beter
bekend als de Vaart.
Begin dit jaar is de renovatie afgerond van zowel de onder- als
bovenzijde van het viaduct Wilsele in de E314 in Vlaanderen. Om de
herstelwerkzaamheden aan de onderzijde te kunnen uitvoeren, is een
nieuw hangsteigersysteem gebruikt dat vanaf een basissteiger rond
de pijlers is uitgebouwd.
1 Renovatie aan het viaduct Wilsele (foto: AW V2024/Tristan Collart)
21 VAKBL AD 3 2024
BV_2024-03-art-ringscaff-sky.indd 21BV_2024-03-art-ringscaff-sky.indd 21 05-09-2024 12:2305-09-2024 12:23
RENOVATIE
Onderdeel van de renovatie was, naast het ver-
breden van het viaduct voor een nieuwe spits -
strook en de vernieuwing van het wegdek, het
herstel van de onderzijde. Die moest onder
meer volledig worden gestraald en opnieuw
geverfd. Bij het stralen van de stalen onderde -
len is 35.000 m
2 loodverf verwijderd en ver vol-
gens is nieuwe verf aangebracht. Voor de
sanering van de betonnen constructie werd
meer dan 100.000 m
2 beton gereinigd. Ook hier
werd een nieuwe, beschermende verflaag aan-
gebracht (foto 7).
HANGSTEIGER
Om de werkzaamheden aan de onderzijde van
een viaduct uit te kunnen voeren, is doorgaans
een tijdelijke steiger nodig. Deze kan vanaf de
grond worden opgebouwd. Hier voor is een
groot volume aan steigermateriaal nodig (à
circa 20 kg/m3), wat de nodige kosten met zich
meebrengt voor huur of koop, en wat de nodige
arbeid vraagt. Bovendien staan de steigers
vaak in de weg of is er helemaal geen plek voor, bijvoorbeeld als er boven het water moet wor
-
den gewerkt en er een door vaartmogelijkheid
moet blijven behouden. Een alternatief is het
ophangen van de steiger aan het viaduct. Hier -
voor zijn verschillende systemen beschikbaar.
Vaak is het aanbrengen van zo'n steiger een
complexe aangelegenheid waar niet zelden
gespecialiseerde rope access-mensen (indus -
triële alpinisten) voor nodig zijn. Veel oplos -
singen zijn ook maar eenmalig inzetbaar, waar -
bij ook nog wel eens wat improvisatie komt
kijken.
Bij het viaduct Wilsele is een relatief nieuw
standaard systeem toegepast: het Ringscaff
Sky-systeem van Scafom-rux. Het is een uit -
breiding van het bestaande Ringscaff-sys -
teem. Het principe is dat met de standaard en
een aantal nieuwe elementen, vanaf een basis -
steiger op een veilige manier een complete
hangsteiger kan worden uitgebouwd. WERKING
Het systeem wordt opgebouwd vanaf een vaste
basissteiger die op de grond staat en die is ver
-
ankerd aan een achterconstructie. Hier voor
kan in principe elk steigersysteem worden
gebruikt. Bij Wilsele is een systeem uit
dezelfde serie gebuikt, dat rondom de brugpij-
lers is gebouwd en hieraan is verankerd
(foto 2). Belangrijk onderdeel van het Ring-
scaff Sky-systeem is een draai-tralieligger
(swing girder). Deze wordt door twee (aange -
lijnde) steigerbouwers bevestigd aan de basis -
steiger, of aan een reeds gerealiseerd deel van
het systeem. Aan het einde van deze liggers
worden standaard staanders bevestigd en
boven de ligger extra leuningdelen (fig. 3a). Na
een eerste ligger wordt ook een tweede draai-
tralieligger aangebracht. Samen worden ze
uitgedraaid. Voor de horizontale stabiliteit
wordt een diagonaal aangebracht. Ver volgens
Vanaf een basissteiger kan met standaard elementen op een veilige
en snelle manier een complete hangsteiger worden uitgebouwd
2 Basissteiger rond de pijler
(foto: AW V2024/Tristan Collart)
22 VAKBL AD 3 2024
BV_2024-03-art-ringscaff-sky.indd
Reacties