4 2024
Buitenlandse les in
verhardingsbeheersing
KOUDGEDEUK T BETONSTA AL B500B ? DE 5 VOORWA ARDEN VOOR THAUMASIET? HOE MA AK JE K ABELTREKPUTTEN EXTR A WATERDICHT?
BV-4_Cover.indd 1BV-4_Cover.indd 1 22-11-2024 12:3722-11-2024 12:37
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD
Partner uitgelicht
Ingenieursbureau Maters en De
Koning staat al 28 jaar klaar voor
klanten in de bouw- en civiele tech-
niek. Het bedrijf, met vestigingen in
Roosend
aal en Rotterdam, verzorgt
onder andere ontwerp, technisch
advies, detachering en contracte -
ring voor de markten waterbouw,
infr a
structuur, bouw & industrie.
Maters en De Koning
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Coen Smets, 06 107 057 80 of c.smets@aeneas.nl.
Ook partner van Betoniek worden?
Met het delen van kennis draagt Betoniek al sinds 1970 bij aan een goede kwaliteit van de bouw in
Nederland. Dit doen we met hulp van onze partners, die net als wij het belang van kennis inzien.
Tegenover deze ondersteuning staan een aantal privileges, zoals een hoge korting op licenties, aandacht in het vakblad en online en gratis gebruik van de vacaturebank.
gedetailleerde berekeningen en tekeningen.
Hiermee worden totale projectkosten gemini-
maliseerd en wordt kwaliteit geborgd.
Maters en De Koning streeft ernaar een
betrouwbare partner te zijn voor zijn klanten
en een aantrekkelijke werkgever voor mede -
werkers.
C
onstructieve expertise is de grootste
kracht van het team, dat uit zo'n vijftig
deskundige en enthousiaste collega's
bestaat. Door te investeren in kennis, innovatie,
talent en ontwikkeling wordt deze expertise
blijvend gegarandeerd, zodat de beste adviezen
en ontwerpen kunnen worden geleverd.
DESKUNDIG
Het ingenieursbureau beschikt over de
deskundigheid om volledige projecten voor te
bereiden, vanaf het initiële schetsontwerp tot
2 VAKBL AD 4 2024
BV-4_Partnerpagina-uitgelicht.indd 2BV-4_Partnerpagina-uitgelicht.indd 2 22-11-2024 13:2122-11-2024 13:21
Alfred Lagarde
Laat ik met een bekentenis beginnen: zelfs een
hoofdredacteur heeft weleens een writer 's block.
Tot zojuist, want met hulp van onze content mana
ger en eindredacteur Janneke blies de inhoud van
deze uitgave mij alle benodigde inspiratie in.
Op het gevaar af dat enkele jongelingen onder jul
lie de portee van de titel van dit voorwoord missen:
we hebben voor het image van de betonsector veel
aan deze vroeg verscheiden dj te danken. Al was
het maar de term beton rock. Ja, beton rockt! Het is
dan ook een plezier om in deze uitgave een aantal
effecten en ontwikkelingen van ons lievelings
materiaal te presenteren die bij velen ? ook bij mij ?
de oren doen spitsen.
Thaumasiet, ooit van gehoord? Een mogelijke
bedreiging voor de spreekwoordelijke onwrik
baarheid van beton. Koudgedeukt betonstaal? Ik
ben er fier op ? ja ik ver vlaams de laatste tijd een
beetje ? dat in deze Betoniek ook de ruggengraat
van het gewapend beton in de kijker staat. Een
goed moment om te reflecteren: ken ik zelf de
'streepjescode' wel van de wapening die ik specifi
ceer of verwerk? En beton en AI? Al zit er ruim
anderhalve eeuw tussen de lancering van gewa
pend beton en artificiële intelligentie, toch blijkt
dat adequate betontechnologie de basis vormt
voor het operationeel maken van internet en AI ?
Alfred en verhardingsbeheer. Lang voordat elke
leuke woordgrap werd 'weggewoked' was zijn
bekende radiojingle: 'Alfred Lagarde, 's morgens een
zachte, 's avonds een harde!' Een mooie brug naar
ons eerste artikel over verhardingsbeheer; de woor
den cultuur en context blijken grote invloed te heb
ben op het gedrag van het onverwoestbare beton.
Tot slot wens ik jullie, mede namens mijn redactie
collega's, fijne feestdagen. Op naar een vrolijke,
gezonde en succesvolle start van een hydraulisch
verbonden 2025.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nl VERHARDINGSBEHEERSING OVER DE
GRENZEN
De 18 km lange Fehmarnbelttunnel tussen
Duitsland en Denemarken bestaat uit 89
betonnen afzinkelementen tussen twee
betonnen toeritten. Om de waterdichtheid
van de betonconstructie te garanderen zijn
maatregelen tijdens het verhardingsproces
van jong beton nodig. Nederland kan leren
van de Duitse en de Deense aanpak.
4
ONT
WIKKELING BIJ BETONSTA AL B500B
Betonstaal is een essentieel onderdeel van
gewapende betonconstructies. Productie
methoden van betonstaalsoorten zijn voort
durend in ontwikkeling. Om betonstaal beter
te kunnen verwerken en maatvoeren, ontwik
kelden Van Merksteijn International en Inter
sig een EMB
pr
ofiel voor rollen koudgewalst/
gedeukt betonstaal B500B.
12
VI
JF VINK JES VOOR THAUMASIET
Betonschademechanisme Thaumasite Sulfate
Attack (TSA) is in ons land nog niet geconsta
teerd. Sulfaataantasting door thaumasiet kan
alleen onder specifieke omstandigheden
optreden. Het cementsteen in beton wordt
omgezet in een niet
c
oherente, zachte
massa. Moeten we in de toekomst rekening
houden met TSA in Nederland?
18
WA
TERDICHTE K ABELTREKPUT TEN
Ondergrondse betonnen kabeltrekputten zijn
onmisbaar bij kritische infrastructuur. Bij de
bouw van een tweede Google datacenter in
Eemshaven moeten de kabeltrekputten extra
waterdicht zijn. Voor de opleiding
Betontechnologisch Adviseur is onderzocht
welke additieven in het betonmengsel en
uitvoeringstechnieken geschikt zijn om dat
voor elkaar te krijgen.
25
DE
CEMBER 2024
JA ARGANG 11
EN VERDER
Partner uitgelicht 2 Verankering met T-heads 24 Gestroomlijnde
processen
31 Colofon 31
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 4 2024
Buitenlandse les in
verhardingsbeheersing
KOUDGEDEUK T BETONSTA AL B500B ? DE 5 VOORWA ARDEN VOOR THAUMASIET
? HOE MA AK JE K ABELTREKPUTTEN EXTR A WATERDICHT?
BV-4_Cover.indd 1BV-4_Cover.indd 1 22-11-2024 12:3722-11-2024 12:37
Aanzicht toerit Fehmarn
belttunnel Puttgarden (DU) (foto: Femern A/S)
3 VAKBL AD 4 2024
INHOUD
BV-4_Voorwoord en Inhoud.indd 3BV-4_Voorwoord en Inhoud.indd 3 22-11-2024 12:3922-11-2024 12:39
De Fehmarnbelttunnel verbindt het Duitse eiland Fehmarn met het Deense eiland Lolland.
Deze 18 km lange tunnel voor auto- en treinverkeer bestaat uit 89 betonnen afzinkelementen
tussen twee eveneens betonnen toeritten. Om de waterdichtheid van de betonconstructie te
garanderen, moeten doorgaande scheuren in de buitenschil van de tunnel en de toeritten
worden voorkomen. Daarvoor zijn maatregelen tijdens het verhardingsproces van jong
beton nodig. Voor de tunnel is daarbij de Deense aanpak gekozen; voor de kunstwerken in
het onderliggende Duitse wegennet (ook onderdeel van het project) de Duitse aanpak.
In dit artikel worden de inzichten en praktijkervaringen met beide manieren van
verhardingsbeheersing gedeeld en vergeleken met de Nederlandse aanpak, die mogelijk
niet de meest effectieve is.
Verhardingsbeheersing
over de grenzen
LEREN VAN DE DEENSE EN DUITSE A ANPAK VAN
VERHARDINGSBEHEERSING IN JONG BETON BIJ DE
FEHMARNBELT VERBINDING
4 VAKBL AD 4 2024
Auteurs 1 Bas Albers, BAM Infraconsult ? Jeannette van den Bos, Rijkswaterstaat 1) De auteurs van dit artikel waren, beiden namens BAM Infraconsult, verantwoordelijk voor de verhardingsbeheersing van de Fehmarnbeltverbinding. Het idee voor dit artikel is tijdens deze samenwerking ontstaan.
VERHARDINGSBEHEERSING
Om de verschillen in aanpak te kunnen duiden,
volgt eerst een korte introductie op het feno
meen verhardingsbeheersing. Beton verhardt
doordat cement, of beter gezegd het bindmid
del, reageert met water. De reactie van bind
middel en water is een chemische reactie, waar
bij warmte vrijkomt. Deze warmte leidt tot een
temperatuurstijging van het nog jonge beton.
Als de reactie begint af te remmen, zal geleide
lijk de warmte aan de omgeving worden afgege
ven tot het beton de omgevingstemperatuur
heeft bereikt. Als gevolg van de verharding en
bijbehorende temperatuurontwikkeling zal
beton eerst willen uitzetten en daarna weer
willen krimpen. Over het algemeen kan een
constructieonderdeel echter niet vrij uitzetten
en krimpen omdat een gestort onderdeel wordt
verhinderd door een al eerder gestort onder
deel (zie kader 'Externe en interne verhinde
ring'). Dit leidt tot spanningen in het onderdeel:
drukspanningen als het uitzetten wordt
verhinderd en trekspanningen als het krimpen
wordt verhinderd. Daarbij ontwikkelen de
eigenschappen zich tijdens de verharding:
bij het uitzetten is de stijfheid van het beton,
uitgedrukt in de elasticiteitsmodulus (zie kader
'Emodulus en autogene krimp') nog relatief
laag, maar tijdens de krimp is deze veel hoger.
Hierdoor zijn de drukspanningen tijdens het
uitzetten veel kleiner dan de trekspanningen
tijdens het krimpen.Daarnaast speelt er nog een
ander fenomeen dat invloed heeft op de span
ningen. Tijdens het verhardingsproces treedt
naast thermische krimp ook autogene krimp op
(zie kader 'E modulus en autogene krimp').
Hierdoor nemen de trekspanningen verder toe.
Anders gezegd: over het algemeen leidt het
verhardingsproces in eerste instantie tot een
opbouw van drukspanningen en ver volgens,
tijdens de krimp, tot een opbouw van trekspan
ningen. Met name deze trekspanningen kunnen
zo groot worden dat de treksterkte van het
beton wordt overschreden, waardoor scheur
vorming optreedt.
DOORGA ANDE SCHEUREN VERSUS
BUIGSCHEUREN
Het feit dat er scheur vorming optreedt in beton
is gebruikelijk. Het is zelfs zo dat scheur vor
ming moet optreden voordat de wapening
effectief wordt en gaat bijdragen aan de
krachtswerking. Over het algemeen betreft de
scheur vorming waar constructeurs aan reke
nen echter buigscheuren, die slechts over een
gedeelte van de doorsnede ontstaan. Dit in
tegenstelling tot scheuren die kunnen ont
staan tijdens het verharden van beton. Dit zijn
scheuren die ontstaan over de gehele door
snede, de zogenaamde doorgaande scheuren.
Het onderscheid tussen deze twee scheuren is
relevant in de berekening van de wapening.
Bij een trekspanning over de gehele doorsnede
is de trekkracht, die bij scheur vorming door de
wapening moet worden opgenomen, groter.
Dit betekent dat bij zuivere trek meer wapening
nodig is dan bij buiging om de scheurwijdte te
beperken.
Daarnaast is het onderscheid tussen door
gaande en buigscheuren relevant bij (grond)
waterkerende constructies. Alleen bij door
gaande scheuren kan immers een significant
watertransport door de betonnen doorsnede
plaatsvinden. Dit watertransport zorgt voor
lekkage van water door de scheur en geeft een
aftekening (vochtplek) op de wand. Nog
belangrijker is dat de continue toevoer van vers
water en zuurstof de kans op corrosie van de
wapening behoorlijk kan vergroten.
SELF-HEALING VAN BETON
De continue aanvoer van water door een
scheur kan ook een positief effect hebben.
Self-healing (zelfheling) is een fenomeen
dat kan optreden in beton, waarbij scheuren
in het beton zich in de tijd sluiten door een
combinatie van:
? de voortgaande reactie van cement met
water;
? een aanvullende reactie van aanwezig
calciumhydroxide met water en CO 2; en
? een blokkade van de scheur door kleine
deeltjes.
Om self healing mogelijk te maken, is een
beperkte scheurwijdte een voorwaarde. Er zijn
diverse modellen die hier voor richtlijnen
geven, waaronder in de Eurocode 2, NENEN
19923 (Constructies voor keren en opslaan
van stoffen). Deze norm geeft, afhankelijk van
de dikte van de constructie en de waterdruk,
een maximum aan de scheurwijdte waarbij
selfhealing kan optreden. Er staat 'kan optre
den', omdat beperking van de scheurwijdte
geen garantie is op self healing. Hierbij zijn
andere factoren ook van belang [1]. Verder is
het goed om te beseffen dat voorafgaand aan
de selfhealing scheur vorming en lekkage
EXTERNE EN INTERNE VERHINDERING
Verhinderde vervorming kan worden gesplitst in externe en interne verhindering. We spreken van
externe verhindering wanneer een onderdeel wordt verhinderd door een eerder gestort onderdeel dat
al is afgekoeld. Het klassieke voorbeeld is een wand die op een al verharde vloer wordt gestort. In dit
artikel ligt hier de nadruk op. Daarnaast kan er, met name bij dikke onderdelen, sprake zijn van interne
verhindering. Deze verhindering ontstaat door temperatuurverschillen in de doorsnede zelf. Over het
algemeen zal de kern van de doorsnede warmer worden dan de randzones, en ook pas later afkoelen.
Dit betekent dat de kern meer zou moeten uitzetten en pas later zou moeten gaan krimpen, maar dit
wordt verhinderd door de randzones. Dit verschil in uitzettingsgedrag leidt tot interne druk- en
trekspanningen.
E-MODULUS EN AUTOGENE KRIMP
Meer over de
elasticiteits -
modulus van beton
lees je in Betoniek
Standaard 17/19:
Beton, een rekbaar
begrip.
Autogene krimp in
beton is het onder -
werp van Betoniek
Standaard 17/20:
Sturen op krimp.
Self-healing van beton kan uitkomst bieden bij
scheurvorming, maar er zijn nog geen garanties te geven
in hoeverre dat werkelijk zo is
6 VAKBL AD 4 2024
optreden. Pas na verloop van tijd zal het sluiten
van de scheuren door selfhealing zover
zijn gevorderd dat de lekkage afneemt, de
scheuren niet meer aftekenen en de vochtige
plekken verdwijnen.
In het geval dat selfhealing binnen enkele
weken tot maanden uitblijft, is het realiseren
van de waterdichtheid alsnog gewenst. Als
reparatiemethode worden water voerende
scheuren over het algemeen geïnjecteerd.
Doorgaans is het niet toegestaan om het injec
teren van scheuren al tijdens het ontwerp als
strategie te hanteren. Er kunnen namelijk
enkele kritische vragen worden gesteld bij
injecteren.
? Kunnen water voerende scheuren met
een kleine scheurwijdte goed worden
geïnjecteerd?
? Wat is de levensduur van de reparatie?
? Zijn de scheuren bereikbaar en is er vol
doende tijd in de planning om te repareren?
Ten slotte kan nog worden opgemerkt dat het
injecteren van scheuren een arbeidsintensieve
en relatief dure maatregel is. Kortom, self
healing lijkt uitkomst te kunnen bieden bij
scheur vorming ten gevolge van de verharding,
maar er zijn nog geen garanties te geven in
hoeverre dat werkelijk zo is.
VOORKOMEN OF BEHEERSEN
Voor het omgaan met het risico op scheur
vorming ten gevolge van de verharding zijn
er twee benaderingen aan te geven.
1 Voorkomen: het reguleren van de tempera
turen in de constructie om daarmee (door
gaande) scheur vorming te voorkomen.
2 Beheersen: voldoende wapening opnemen
om de scheurwijdte van doorgaande scheu
ren te beheersen.
De keuze voor voorkomen of beheersen
beïnvloedt de waterdichtheid van (grond)
waterkerende betonnen constructies. Indien er
wordt gekozen voor het voorkomen van scheu
ren, zal er geen lekkage optreden.
Bij het beheersen van scheuren zullen er wel
doorgaande scheuren ontstaan, met als gevolg
een risico op watertransport door de scheur.
Om dit watertransport volledig tegen te gaan,
kunnen er aanvullende maatregelen worden
genomen, zoals het instorten van rubberpro
fielen of toepassen van drainage. In de praktijk
worden deze aanvullende maatregelen echter
2 Aanzicht toerit Fehmarnbelttunnel Puttgarden (DU), juli 2024 (foto: Femern A/S)
3 Brug onderliggende wegennet, Puttgarden (DU), september 2024 (foto: Femern A/S)
7 VAKBL AD 4 2024
vaak achterwege gelaten en wordt er van
uitgegaan dat het watertransport wordt gemi
nimaliseerd, enkel en alleen door het optreden
van selfhealing van het beton. De scheur
wijdte wordt dan voldoende klein gehouden
om watertransport in eerste instantie te
beperken. Op de langere termijn wordt er van
uitgegaan dat de scheuren zichzelf sluiten,
waarmee het watertransport voldoende klein
wordt.
De twee verschillende benaderingen kunnen
ook worden teruggevonden in NENEN 19923.
In artikel 111 wordt een indeling gemaakt in vier
waterdichtheidsklassen, van klasse 0 (minst
strenge eis) tot klasse 3 (meest strenge eis):
? Waterdichtheidsklasse 0: lekkage is tot op
zekere hoogte acceptabel of lekkage is
irrelevant.
? Waterdichtheidsklasse 1: lekkage mag
beperkt aanwezig zijn, vochtaftekening of
vochtplekken zijn acceptabel.
? Waterdichtheidsklasse 2: lekkage moet
minimaal zijn, vochtplekken zijn niet
toegestaan.
? Waterdichtheidsklasse 3: lekkage is niet
toegestaan.
Afhankelijk van de waterdichtheidsklasse zijn
er verschillende oplossingen mogelijk, zoals
hierna weergegeven.
Waterdichtheidsklasse 0 en 1 geven de
mogelijkheid scheur vorming te beheersen
door met toepassing van voldoende wapening
de scheurwijdte te beperken. Alleen in water
dichtheidsklasse 1 is het optreden van
5 Twee versies van het standaarddetail van een scheurinleider (Duitse aanpak) conform ZT V ING Teil 3 Massivbau
4 Overzicht eerste afzinkelementen Rødbyhavn (DK) , juni 2024 (foto: Femern A/S)
8 VAKBL AD 4 2024
selfhealing relevant, omdat in deze klasse de
lekkage moet worden beperkt. De scheur
wijdte moet dan worden beperkt tot wk1
(zie kader ' Toegestane scheurwijdte conform
de Eurocode'). Vanzelfsprekend kan er bij
waterdichtheidsklasse 0 en 1 ook voor worden
gekozen scheuren te voorkomen.
Waterdichtheidsklasse 2 en 3 gaan uit van het
voorkomen van doorgaande scheur vorming.
Bij waterdichtheidsklasse 2 moeten door
gaande scheuren in het algemeen worden
voorkomen, tenzij geschikte maatregelen
worden getroffen, zoals een membraan. Bij
waterdichtheidsklasse 3 zijn speciale maatre
gelen, zoals het eerder genoemde membraan
of voorspanning, in principe zelfs noodzakelijk.
A ANPAK IN VERSCHILLENDE L ANDEN
Terug naar de Fehmarnbeltverbinding. De
er varing in dit grensoverschrijdende tunnel
project leert dat de aanpak bij scheur vorming
tijdens de verharding verschilt per land.
? Voor de tunnel wordt er voor gekozen om
scheur vorming te voorkomen . De achterlig
gende redenatie is dat voor relatief lage kos
ten een niet gescheurde constructie na het
verharden kan worden verkregen. Dit geeft
een betere startpositie voor de technische
levensduur. Berekeningen van de tempera
turen en spanningen tijdens de verharding
(om het risico op scheur vorming in een con
structieonderdeel te bepalen) en toepassing
van verhardingsbeheersingsmaatregelen,
zoals het instorten van koelbuizen, zijn
gebruikelijk.
? Voor de kunstwerken in het onderliggende
Duitse wegennet daarentegen wordt er voor
gekozen om scheur vorming te beheersen .
De eerste maatregel is dat door toepassing
van voldoende langswapening scheurwijd
ten worden beperkt, waarmee de kans op
self healing wordt vergroot. In de Duitse
toerit wordt echter conform ZT V ING Teil 3
Massivbau ook om de 4 tot 8 m een scheurin
leider toegepast. Dit standaarddetail (fig. 5)
bestaat uit een versmalling van de beton
doorsnede in combinatie met een ingestort
rubberprofiel. Dit detail zorgt er voor dat de
te verwachten doorgaande scheuren ter
hoogte van de versmalling in de betondoor
snede ontstaan en niet in de constructie
delen tussen de scheurinleiders. Eventueel
watertransport wordt daar voorkomen door
de rubberprofielen.
Hoewel de aanpak in beide landen verschilt, is
het doel hetzelfde: het verkrijgen van een
waterdichte constructie, zonder lekkage
door doorgaande scheuren als gevolg van de
verharding van het beton.
KRITISCHE VR AGEN NEDERL ANDSE A ANPAK
En wat is de aanpak rond spanningen en moge
lijk risico op scheur vorming ten gevolge van de
verharding in Nederland? In ons land wordt
zowel het voorkomen van scheur vorming als
het beheersen van scheur vorming toegepast.
Bij de optie voorkomen zijn we gewend bere
keningen van de temperaturen en spanningen
tijdens de verharding te maken om het risico op
scheur vorming te bepalen en maatregelen toe
te passen, zoals het instorten van koelbuizen.
Bij de optie beheersen van scheur vorming
valt op dat er, in tegenstelling tot de Duitse
aanpak, in Nederland geen scheurinleiders
worden toegepast. Het gevolg van deze keuze
is dat de locatie waar de scheuren zullen ont
staan niet vastligt en er voor de waterdicht
heid moet worden vertrouwd op het optreden
van selfhealing. Om deze redenen kun je je
afvragen of de huidige Nederlandse aanpak bij
6 Overzicht productiefaciliteit afzinkelementen Rødbyhavn (DK), maart 2024 (foto: Femern A/S)
9 VAKBL AD 4 2024
deze optie de meest optimale keuze is. Terwijl
er over het algemeen meer wapening moet
worden toegepast, biedt de aanpak geen
garantie op succes. Er wordt van uitgegaan dat
de scheuren met een kleine scheurwijdte zich
zullen afsluiten door selfhealing, echter het
optreden van dit fenomeen is geen zekerheid.
Als de scheuren zich niet afsluiten, rest alleen
injecteren als oplossing. Zoals eerder gesteld
kunnen er kanttekeningen worden geplaatst
ten aanzien van de technische duurzaamheid
van deze injecties en de praktische uitvoer
baarheid (bereikbaarheid van de scheur en
planning).
VOORKOMEN IS BETER DAN BEHEERSEN
De vraag is dan ook of het niet wenselijker is
om in waterkerende constructies (bij perma
nente waterdruk) te kiezen voor het voor
komen van scheur vorming. Een constructie
zonder doorgaande scheuren geeft immers de
beste startpositie voor het realiseren van een
lange levensduur. Bij de keuze voor beheer
sing van de scheurwijdte kunnen maatrege
len, zoals een combinatie met waterafdich
tende scheurinleiders, voor de gewenste
waterdichtheid zorgen. Door deze keuze te
maken, hoeft er niet te worden vertrouwd op
de mogelijkheid dat selfhealing optreedt.
Dit leidt uiteindelijk tot duurzame construc
ties, omdat potentiële wapeningscorrosie
hiermee wordt voorkomen en daarmee de
vereiste levensduur wordt gerealiseerd. In het
geval van een nietwaterkerende constructie
kan er natuurlijk wel worden gekozen voor
beheersen van de scheurwijdte, omdat
lekkage en een verhoogd risico op corrosie
dan niet relevant zijn.
Of het voorkomen van scheur vorming ook een
duurzame keuze is in het kader van milieu
belasting, is sterk afhankelijk van de randvoor
waarden. Als de warmteontwikkeling wordt
beperkt door toepassing van minder (port
land)cement, beperkt dit de milieubelasting
aanzienlijk. Er hoeft bovendien minder langs
wapening te worden toegepast. Anderzijds
leidt het koelen/verwarmen van beton tijdens
de verharding tot een grotere milieubelasting.
Het verlengen van de levensduur van betonnen
constructies door het voorkomen van poten
tiële wapeningscorrosie, zal echter zwaarder
wegen dan de tijdelijke maatregelen tijdens
de bouw.
CONCLUSIE
Werken over de grens is interessant en uit
dagend, zeker bij een project als de Fehmarn
belttunnel. Daardoor ga je ook over je grenzen
kijken en zie je de verschillen en overeenkom
sten in de aanpak van scheur vorming tijdens de
verharding van beton. Dat leidt tot een kritische
blik op onze eigen gewoonten en tot de vraag of
onze aanpak moet worden verscherpt, ook in
het kader van het bouwen van duurzame con
structies. Vandaar het pleidooi om beheersen
van scheurwijdten te beperken tot constructies
TOEGESTANE SCHEURWIJDTE CONFORM DE EUROCODE
Bij toepassing van de Eurocode 2, NEN-EN 1992-3 (Constructies voor keren en opslaan van stoffen)
kan het beheersen van scheurwijdte alleen worden gekozen voor waterdichtheidsklasse 0 en 1.
De situatie behorende bij waterdichtheidsklasse 1 komt regelmatig voor in de praktijk. De eis daarbij
is dat lekkage wordt beperkt tot een kleine hoeveelheid. Dat kan worden bereikt door de scheurwijdte
voldoende klein te houden.
Twee auteurs, Lohmeyer [2] en Meichsner [3], hebben een relatie gelegd tussen de kritische scheur -
wijdte (wcrit) enerzijds en de verhouding van de hoogte van de waterkolom, ofwel drukhoogte (hd),
en de dikte van de constructie (hw) anderzijds. In de Eurocode is dit versimpeld tot één eis (fig. 7).
Bij toepassing van dit artikel uit de Eurocode kunnen enkele vragen worden geplaatst.
? Conform regel (113) in paragraaf 7.3.2 mag er worden uitgegaan van self-healing als de
scheurwijdten klein genoeg zijn. De vraag is of dit nog steeds opgaat met de tegenwoordige beton -
samenstellingen. In de praktijk ziet men dat self-healing niet altijd optreedt en een van de gedach -
ten is dat dit komt door de fijnere maling van het cement. Onderzoek om dit aan te tonen ontbreekt
echter nog.
? Bij dikwandige constructies zijn alleen de randzones gewapend. Als de verhouding waterdruk/
wanddikte wordt bepaald, moet er dan niet worden uitgegaan van de opgetelde dikte van de
gewapende randzones? In de kern van de doorsnede ontstaan namelijk verzamelscheuren met een
grotere scheurwijdte die nauwelijks weerstand bieden tegen stromend water.
? In de norm wordt gesteld dat er geen significante belastings- of temperatuurwisselingen mogen
optreden. Kan dit in de praktijk wel worden geborgd?
? In de norm wordt gesteld dat als self-healing niet optreedt, er onafhankelijk van de scheurwijdte
lekkage zal ontstaan. De vraag is of er dan nog wel aan waterdichtheidsklasse 1 wordt voldaan.
Ten slotte moet nog worden opgemerkt dat het berekenen van de scheurwijdte onder invloed van ver -
hinderde vervorming en opgelegde belastingen niet eenduidig is. De Eurocode 1992-1-1, Eurocode
1992-3, Ciria 766, het boek Concrete structures under imposed thermal and shrinkage deformation
van professor Van Breugel en het recente CUR-CROW rapport 1:2020, bieden alle verschillende
rekenregels met sterk variërende uitkomsten. Bovendien is de relatie met in de praktijk gemeten
waarden niet eenduidig.
hw
hd / hw [?]
wcrit. / [mm]
0,25
0.20
0,15
0,10
0,05 00 5 10 \
15 20 25 30 35 se lfhe aling uitgeslo ten
se lfhe aling z eer w aar schijnlijk Lohme
yer
M
eichsne r
hd
Eurocode 1992-3
7 Eis voor het beperken van lekkage conform de Eurocode 2, NENEN 19923
10 VAKBL AD 4 2024
zonder permanente waterdruk en om er bij
constructies met permanente waterdruk voor te
kiezen om scheur vorming te voorkomen. Bij de
keuze voor beheersen van scheurwijdten
kunnen maatregelen, zoals wapenen met water
afdichtende scheurinleiders, zorgen voor de
gewenste waterdichtheid. Deze aanpak geeft de
beste startpositie voor een lange levensduur.
Literatuur1 Edvardsen, C., On the autogenous healing of cracks in waterproof concrete structures ? experiences in the field and conclusions drawn. GeoResources Journal, 2022. 2 Lohmeyer, G., Wasserundurchlässige Betonbauwerke ? Gegenmaßnahmen bei Durchfeuchtungen. Beton 2/1984 vanaf pagina 57. 3 Meichsner, H. , Über die Selbstdichtung von Trennrissen in Beton. Beton- und Stahlbetonbau, vol. 87, no. 4, 1992.
VERHARDINGSBEHEERSING IN DE BETONDRIEHOEK
Een effectieve verhardingsbeheersing vraagt om een goede samenwerking in de betondriehoek
tussen constructeur, betontechnoloog en uitvoering.
? De constructeur heeft invloed op de algemene uitgangspunten, zoals de afmetingen van de constructie -
onderdelen, de wijze waarop onderdelen worden verbonden, de bouwvolgorde en de vereiste beton -
druksterkte. In het constructief ontwerp wordt ook een keuze gemaakt ten aanzien van de vereiste
waterdichtheid van het beton; watertransport kan immers ook worden voorkomen door toepassing van
voorspanning, waterdichte membranen of dilataties/scheurinleiders met een rubberen afdichting.
? De betontechnoloog stelt naar aanleiding van de vereiste druksterkte en milieuklassen een beton -
mengsel samen dat geschikt is voor de gewenste uitvoeringswijze. Door beperking van de hoeveel -
heid (portland)cement kan de warmteontwikkeling en daarmee de spanningsopbouw worden ver -
minderd. Andere maatregelen die in de praktijk vaak worden toegepast zijn het koelen van het
betonmengsel en toepassing van ingestorte koelbuizen. In sommige bijzondere gevallen kan de
spanningsopbouw ook worden verminderd door toepassing van isolatie of verwarming.
? De uitvoering heeft invloed op de verhardingsbeheersing door de keuze voor stortvolgorde, bouw -
snelheid, bekistingstype en ontkistingssnelheid.
Het is de vraag of de
Nederlandse aanpak
optimaal is. Over het
algemeen moet er meer
wapening worden
toegepast, maar is er nog
geen garantie op succes
8 Toerit Fehmarnbelttunel, Puttgarden (DK), september 2024 (foto: Femern A/S)
11 VAKBL AD 4 2024
KOUDGEDEUK T BETONSTA AL B500B OP ROLLEN BETER TE
VERWERKEN TOT WAPENINGSCONSTRUCTIES DANKZIJ EMB-PROFIEL
Betonstaal is vanwege zijn goede
aanhechting, hoge sterkte en
goede rek een essentieel onder-
deel van gewapende betoncon-
structies. Gedurende vele jaren
zijn productiemethoden van
betonstaalsoorten in ontwikkeling
met als doel lage productiekosten,
goede lasbaarheid en een betere
verwerking tot wapeningscon-
structies. Zo wordt betonstaal
t/m 16 (20) mm nog vrijwel alleen
op rol geproduceerd, omdat het
continue machinale verwerking
mogelijk maakt. Het geprofileerde
oppervlak van betonstaal is van
belang voor een goede betonaan-
hechting, maar kan soms beper -
kingen opleveren bij de verwer -
king. Om betonstaal beter te
kunnen verwerken en maatvoeren,
hebben Van Merksteijn Internatio-
nal en Intersig een zogenoemd
EMB-profiel ontwikkeld voor rol-
len koudgewalst/gedeukt beton
-
st
aal dat voldoet aan de hoge eisen
behorende bij ductiliteitsklasse
B500B.
Ontwikkeling
bij betonstaal
B500B
12 VAKBL AD 4 2024
Auteur John Booijink, Van Merksteijn International Nederland ? Wim Baudet, Intersig België/Frankrijk ? Theo Breedijk, onafhankelijk expert betonstaal
BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 12BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 12 22-11-2024 13:3322-11-2024 13:33
13 VAKBL AD 4 2024
BETONSTA ALSOORTEN
Voor betonstaal wordt in Nederland de leve
ringsnorm NEN 6008 gebruikt. De eerste versie
dateert uit 1968 en bevat drie soorten beton
staal:
?
st
aven warmgewalst/luchtgekoeld geribd
(FeB220HW/FeB400HW);
?
s
taven warmgewalst/koudgetordeerd
geribd (FeB500HK);
?
gepuntla
ste wapeningsnetten gefabriceerd
van rollen koudgewalst geribd
(FeB500HKN) t/m 16 mm.
Het getal in deze coderingen geeft de minimum
vloei(rek)grens aan in MPa en de letters daar
achter de leveringstoestand, ofwel de hier voor
aangegeven productiewijze van het beton
staal.
Omstreeks 1980 kwam warmgewalst/water
gekoeld FeB500HWL als staven beschikbaar
en werden alle betonstaalsoorten lasbaar met
maximaal 0,22% C. Dit heeft het FeB400HWL
en koudnagerekt (koudgetordeerd) FeB500HK
geheel ver vangen. Vanaf 1980 was het verwer
ken vanaf rollen betonstaal in opmars vanwege
de toename van prefabricage van wapenings
constructies in wapeningscentrales. Deze
productiewijze levert na het mechanisch rich
ten ?het verwerken tot recht staafmateriaal ?
namelijk continue machinale verwerking (met
onder andere buigmachines) en weinig knip
verlies op.
Het produceren van warmgewalst/waterge
koeld FeB500HWL op rollen bleek echter nog geruime tijd niet mogelijk. Wel kon deze kwali
teit op rollen worden geleverd in warmgewalst/
koudnagerekt betonstaal (HK). Maar daar
kleefde weer het nadeel aan dat producenten
zonder draadwalserij hun vereiste onderschei
dende walsmerk (zie kader ' Walsmerk') vooraf
in het warmgeribde halffabricaat moesten laten
walsen. Dat was alleen voor grote producenten haalbaar. Voor koudgeribd betonstaal (HKN)
speelt deze handicap niet.
INDELING OP BASIS VAN
DUCTILITEITSKL ASSE
Vanaf 2008 zijn in NEN 6008:2008 Betonstaal
de nieuwe Europese betonstaalaanduidingen
uit ENV 10080:1995 overgenomen, waarbij de
leveringstoestanden zijn ver vangen door
ductiliteitsklassen:
?
B500A
(HKN)
?
B500B
(HWL/HK)
?
B500C
(HWL)
De codes A, B en C leveren de onderlinge
verschillen in minimumverhouding vloei(rek)
grens/treksterkte (R
m/Re) en minimum gelijk
matige rek (A
gt). Die zijn voor B500A het laagst
en voor B500C het hoogst (fig. 1). De beton
staalsoorten B500A en B500B worden in
Nederland het meest toegepast. Type B500C
wordt doorgaans alleen toegepast in construc
ties in aardbevingsgebieden of constructies
waaraan om andere redenen bijzondere
ductiliteitseisen worden gesteld.
De in 2020 herziene en vigerende NEN
6008:2020 sluit aan op de Europese norm NEN
EN 10080:2005 St
aal voor het wapenen van
1 Ductiliteit van betonstaal, met een gelijke minimum vloei(rek)grens van 500 MPa en verschillen in
minimum verhouding vloei(rek)grens/treksterkte (R
m/Re)
WALSMERK
Betonstaal moet verplicht worden voorzien van een onderscheidend walsmerk, dat via walsrollen
wordt aangebracht op een onderlinge afstand van maximaal 1,5 m. Het walsmerk geeft aan in welk
land het betonstaal is vervaardigd en van welke producent het afkomt. De herleidbaarheid van het
betonstaal is van belang wanneer er een gebrek of schade aan een bouwwerk is. Het walsmerk
bestaat uit de volgende onderdelen:
?
Star
t walsmerk = twee verdikte dwarsribben;
?
Landnummer = aant
al normale dwarsribben (staal uit Nederland en België heeft nummer 2),
gevolgd door een verdikte dwarsrib;
?
Produc
entnummers 1 t/m 12 = aantal normale dwarsribben, gevolgd door een verdikte dwarsrib;
?
Produc
entnummers vanaf 13 via decimaal talstelsel = twee rijtjes van normale dwarsribben, met
daartussen een verdikte dwarsrib en gevolgd door een verdikte dwarsrib. Daarbij moet het aantal rib-
ben in de eerste rij worden vermenigvuldigd met tien. Bijvoorbeeld twee normale dwarsribben,
gevolgd door een verdikte rib en vervolgens één normale rib (tot aan de laatste verdikte rib), geeft
aan dat het om producent nummer 2 x 10 + 1 = 21 gaat (fig. 2).
In het 'Overzicht van gecertificeerde bedrijven volgens BRL 0501 Betonstaal' van Kiwa staat een han-
dige lijst met walsmerken van betonstaal dat voldoet aan de Europese betonstaalnorm.
2 Walsmerk van Van Merksteijn
start 2 = NL 2 (x 10) + 1 = 21
BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 13BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 13 22-11-2024 13:3322-11-2024 13:33
14 VAKBL AD 4 2024
beton, Lasbaar betonstaal ? Algemeen. In deze
norm worden de betonstaalsoorten zelf niet
gedefinieerd, alleen de testmethoden en de
merking (het walsmerk).
ONTWIKKELING EN VERWERKING VAN
BETONSTA AL OP ROLLEN
Prefabricage van wapeningsconstructies in
wapeningscentrales levert belangrijke voor
delen op voor de uitvoering van betoncon
structies op de bouwplaats; in tijd, kwaliteit en
arbeidsomstandigheden. In de wapeningscen
trales is de toepassing van rollen betonstaal
om zowel technische als economische redenen
gewenst en is dan ook al jaren ingeburgerd.
Twee productietechnische ontwikkelingen van
betonstaal op rollen zijn daarbij van belang.
1
Proc
escontrole van het mechanisch richten
van rollen tot recht staafmateriaal met
beperkt effect op de door de producenten
van rollen statistisch gecontroleerde pres
tatie
ei
genschappen.
2
Aan
passing van de profilering van het
betonstaalopper vlak voor goede mechani
sche richtbaarheid van de rollen met onder
andere geringe beschadiging van het gepro
fileerde betonstaalopper vlak.
Procescontrole van het mechanisch richten
Het mechanisch richten van rollen tot recht
staafmateriaal zou geen wijziging moeten aan
brengen in de prestatie
ei
genschappen van het
betonstaal. Het mogelijke beperkte effect op
bepaalde prestatie
ei
genschappen moet daar
voor doorlopend worden gecontroleerd. Echter,
er zijn vele kleine en grotere wapeningscentra
les zonder trekbanken voor dagelijkse controle
trekproeven. In die gevallen kan het staal alleen
achteraf worden getest via derden. En waar het
gaat om beperkte aantallen, kan van de contro
letrekproeven bovendien geen statistische
onderbouwing worden geleverd.
Daarom wordt uitgegaan van rollen betonstaal
conform NEN 6008 en NEN
EN 10080:2005 met
s
tatistisch onderbouwde prestatie
ei
gen
schappen die ook na mechanisch richten met
pr oc
escontrole nog van toepassing zijn. Dit is in
Nederland al lange tijd goed geregeld met de
BRL 0503 van Kiwa: Wapeningsconstructies en
buig
en v
lechtwerk. Inmiddels staan in NEN
6008:2020 ook toeslagen bij rollen voor
bepaalde prestatie
ei
genschappen. Hiermee
loopt Nederland in Europa voorop. In Europees
verband wordt gewerkt aan een CEN
Tec
hnical Report met aanbevelingen voor de gewenste
nationale richtlijnen, aansluitend op de Euro
pese betonstaalnorm prEN 10080 (pr = ont
werp).
Aanpassing van de profilering van warmgeribd
betonstaal voor rollen
Het al sinds jaren als staven geproduceerde
warmgeribd betonstaal (nu B500B/C) heeft
twee dwarsribrijen (fig. 3). Het al meer dan 50
jaar als rollen geproduceerde koudgeribd
betonstaal (nu B500A) heeft drie dwarsribrijen
(fig. 4). Deze rollen B500A zijn goed mecha
nisch richtbaar vanwege de drie dwarsribrijen
(meer ronde vorm), de bredere dwarsribtop
pen als gevolg van koudprofileren (meer
draagvlak) en het gladdere staafopper vlak als
gevolg van het koudwalsen. In beide profile
ringen gaan de sikkelvormige dwarsribben
over in het staafopper vlak.
Omstreeks 1985 begon de ontwikkeling van
rollen warmgeribd betonstaal. Vanwege de
stugheid van dit type staal was het voor de
draadwalserijen echter niet eenvoudig deze
op rollen te haspelen. Daarom is toen geko
zen voor de combinatie met beperkt koud
nar e
kken in doorloop tussen buigrollen om
de sterkte aanvullend te verhogen. Dit
warmgeribd/koudnagerekt betonstaal (nu
B500B) wordt vooral in West
Eur
opa toege
past. Voor een betere mechanische richt
baarheid (meer ronde vorm) zijn de bij
w ar
mgeribd gebruikelijke twee dwarsrib
rijen (fig. 3) later verder aangepast tot quasi
vier dwarsribrijen (twee halve dwarsribben
per walszijde) (fig. 5).
Dankzij de ontwikkeling van een speciale sta
venopwikkelmachine, kwamen vanaf
omstreeks 2000 ook rollen warmgeribd/
watergekoeld betonstaal (nu B500B/C) op de
markt. Deze productiewijze wordt vooral in
Zuid
en N
oord
Eur
opa toegepast. Bij de
snelle afkoeling van het staal ontstaat hierbij
een harde buitenschil, een zogenoemde koel
schil (Quenched and Self
Tem
pered, QST).
Omdat deze koelschil het staal relatief stug
maakt, is de profilering verder aangepast. De
tot dan toe gebruikelijke, sikkelvormige dwars
ribben zijn ver vangen door wat bredere dwars
ribben (de ribtoppen) met een constante, wat
lagere hoogte, welke doorlopen tot in de vier
quasi langsribben (fig. 6). Het relatieve ribop
per vlak f
R blijft gelijk.
Vanaf omstreeks 2014 wordt deze profilering
ook veel toegepast voor het warmgeribd/
koudnagerekt betonstaal (fig. 7). De nu al
jaren specifiek voor rollen warmgeribd/koud
nagerekt (nu B500B) en warmgeribd/water
gekoeld (nu B500B/C) betonstaal toegepaste
r ibpr
ofileringen, zien er allebei uit als quasi
'warm gedeukt'.
3 Staven warmgeribd, twee sikkelvormige
d warsribrijen
4 Rollen koudgeribd, drie sikkelvormige
dwarsribrijen
5 Rollen warmgeribd, vier sikkelvormige
dwarsribrijen
6 Rollen warmgeribd/watergekoeld, vier
rechthoekige dwarsribrijen
7 Rollen warmgeribd/koudnagerekt, vier
rechthoekige dwarsribrijen
BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 14BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 14 22-11-2024 13:3322-11-2024 13:33
15 VAKBL AD 4 2024
ONTWIKKELING VAN KOUDGEDEUK T
BETONSTA AL B500B
In navolging van de voordelen van B500A
(goed mechanisch richtbaar en zelf koudge
walst walsmerk) en de toenemende vraag naar
de hogere B500B
k
waliteit, is Van Merksteijn
omstreeks 2000 gestart met de ontwikkeling
van rollen koudgedeukt betonstaal (B500B).
Daarbij moet worden opgemerkt dat koudge
deukt betonstaal al is opgenomen in de Euro
pese betonstaalnorm EN 10080:2005. Echter,
dit betreft zwak gedeukt betonstaal met
beperkte deukdiepten en zonder f
Peis voor
het re
latieve opper vlak van de gedeukte profi
lering (f
P). Deze variant werd voornamelijk in
Duitsland toegepast (profiliertem Bewehrung
draht B500A+P ).
Europrofil
Van Merksteijn ontwikkelde koudgedeukt
betonstaal met f
Peisen gelijk aan de f Reisen
voor g
eribd betonstaal: het zogenoemd Euro
profil. Na uitgebreid onderzoek door de Tech
nische Universiteit Stuttgart (2004) werd voor
koudgedeukt betonstaal met diameters van
6 t/m 12 mm (fig. 8) Zulassung in Duitsland
verkregen. De prestatie
eis
f
P = f R is ook in NEN
6008:2008 opgenomen (voor koudgedeukt
betonstaal B500A/B). De realisatie van de ver
eiste f
Pwaarde bij de vereiste A gt bleek voor
grotere diameters echter nog lastig, vanwege
de relatief langere ribafstand en daardoor klei
nere f
R.
EMB-PROFIEL
Omstreeks 2005 zijn Van Merksteijn en zijn
Belgische partner Intersig gestart met de ont
wikkeling van rollen koudgedeukt betonstaal
B500B met een zogenoemd EMB
pr
ofiel voor
diameters van 5 t/m 20 mm (fig. 9). EM staat
voor het Franse woord empreinte (gedeukt/
afdruk) en B voor ductiliteitsklasse B500B. Bij
dit EMB
pr
ofiel zijn de sikkelvormige dwars
ribben van koudgeribd betonstaal ver vangen
8 In 2004 verkreeg Van Merksteijn Zulassung in
Duit sland voor koudgedeukt betonstaal met
prestatie
eis f P = fR voor diameters van 6 t/m
12 mm
9 Koudgedeukt B500B betonstaal met EMB pr ofiel
Betonstaal t/m 16 (20) mm wordt in wapeningscentrales
standaard vanaf rollen verwerkt, omdat het continue
machinale verwerking mogelijk maakt
BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 15BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 15 22-11-2024 13:3322-11-2024 13:33
16 VAKBL AD 4 2024
door koude indeukingen tussen dwarsribben
(protrusions, ofwel dammen). Deze dwarsrib
ben hebben een constante, wat lagere hoogte
dan bij koudgeribd en lopen door tot in drie
langsribben. Hierbij is het relatieve rib/deuk
opper v
lak (f
P = f R) gelijk gebleven. Met dit
EMB
pr
ofiel is een volwaardig alternatief voor
rollen warmgeribd/koudnagerekt B500B ver
kregen dat met een zelf aangebracht walsmerk
kan worden geproduceerd (zie kader ' Voorde
len EMB
pr
ofiel').
Door de Technische Universiteit Gent is uitge
breid vergelijkend onderzoek gedaan naar rol
len koudgeribd en koudgedeukt betonstaal
met diameters van 8 en 16 mm. Dit onderzoek
is in 2017 in Stuttgart geëvalueerd door een
betonaanhechtingsexpert. Het onderzoek
heeft geresulteerd in Zulassung in Duitsland
voor het koudgedeukt betonstaal met diame
ters van 5 t/m 20 mm. Ook is voor koudgedeukt
betonstaal met een diameter van 16 mm toe
gepast in beton vermoeiingsonderzoek en
kruiponderzoek gedaan, met goede resultaten.
Ver volgens is een tweede uitgebreid vergelij
kend betonaanhechtingsonderzoek gedaan
door de Technische Universiteit Gent, tussen
rollen geribd (16 mm koudgeribd, 20 mm
warmgeribd/koudnagerekt) en koudgedeukt
betonstaal (16 en 20 mm). Dit onderzoek is in
samenhang met het eerste onderzoek geëva
lueerd door een betonaanhechtingsexpert van prEN 1992
11:2023. De r
esultaten tonen voor
het geribde en het gedeukte betonstaal verge
lijkbare betonaanhechtingseigenschappen.
Het koudgedeukt betonstaal met EMB
pr
ofiel en diameters t/m 20 mm wordt inmiddels
gecertificeerd geleverd in Nederland (Kiwa),
België (Procertus), Frankrijk (Afcab) en Duits
land (Dibt).
ONTWIKKELINGEN VAN DE
BETONSTA ALNORMEN
Met de komst van NEN 6008:2020 zijn diverse
prestatie
eisen aan
gepast, zoals nieuwe eisen
voor de vermoeiingssterkte en invoering van
de eerder genoemde toeslagen op bepaalde
prestatie
eisen v
oor rollen betonstaal. De her
ziening van EN 10080:2005 is, ondanks jaren
lange actieve inzet, nog steeds gaande. Deze
Europese betonstaalnorm toont de vereiste
prestatie
ei
genschappen met testeisen, maar
zonder de bijbehorende getalwaarden als
gevolg van de (te) vele op de markt zijnde
Europese betonstaalsoorten (tabel 1).
Enige tijd geleden is voor prEN 10080 de dis
cussie gestart over voor de betonaanhechting
vergelijkbare profilering van koudgedeukt en
warm
/
koudgeribd betonstaal (f
P = f R). Dit
heeft geleid tot prEN 10080:2023 met alleen de
prestatie
eis f R (geen f P), waarbij de protrusi-
Tabel 1. Overzicht huidige betonstaalsoorten in prEN 10080:2023
BETONSTA AL-
SOORT
1) PRODUCTIE-
WIJZE/
VORM DIAMETER-
R ANGE
(MM) PRODUCTIE - MET
HODEDWARSRIBVORM
(A ANTAL RIJEN) DWARSRIBTOP - BREED
TE/
RIBAFSTAND (b
r/ c )2)
B500A rollen 5 - 20 koudgeribd sikkel (3) 0,35 - 0,55
B500B rollen 5 - 20koudgedeukt rechthoek (3) 0,40 - 0,60
B500B rollen 6 - 20 (25) warmgeribd/
koudnagerekt sikkel (4) 0,20 - 0,35
rechthoek (4) 0,25 - 0,40
B500B
B500C rollen
6 - 20 (25) warmgeribd/
watergekoeld (QST
3))rechthoek (4) 0,25 - 0,40
B500B
B500C staven
20 (16) - 50warmgeribd/
watergekoeld (QST
3))sikkel (2) 0,15 - 0,30
1) De f R (fP) eis conform Eurocode 2 is voor alle betonstaalsoorten gelijk 2) Globale range onder voorbehoud3) QST = Quenched and Self-Tempered
VOORDELEN EMB-PROFIEL
? Door de ronde vorm van het EMB-profiel is de massa van het materiaal gelijkmatiger verdeeld.
D
aardoor treedt er bij het richten minder torsie op en kan een betere maatvoering worden bereikt
bij het buigen van beugels (foto 10).
?
Het r
ondere, gladde materiaal levert minder lawaai en slijtage van verwerkingsmachines op.
?
Ti
jdens de productie hoeven de rollen van de richtmachines, bij het wisselen tussen betonstaal
B500A en B500B met EMB-profiel, niet te worden gewisseld.
?
Koud
gedeukt betonstaal met EMB-profiel is, in tegenstelling tot warmgeribd betonstaal, ook ver -
krijgbaar in de tussendiameters 5, 7 en 9 mm. Ook is de diameter 6 mm beter beschikbaar.
?
Met k
oudgedeukt B500B wordt de keuze van B500B ten opzichte vab B500A makkelijker.
10 Door de ronde v orm van het EMB pr ofiel (rechts) is koudgedeukt betonstaal beter te richten en
maatvoeren dan warmgeribd betonstaal (links)
11. Profilering van betonstaal zoals weergegeven in prEN 10080:2023. Links voorbeeld tweezijdig (ook quasi
vierzijdig) geribd. Rechts voorbeeld driezijdig gedeukt (bron: conceptnorm prEN 10080:2023, European
Committee for Standardization)
BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 16BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 16 22-11-2024 13:3322-11-2024 13:33
17 VAKBL AD 4 2024
ons, de dammen van het koudgedeukte profiel,
als ribben worden beschouwd (fig. 11). Naast
het relatieve ribopper vlak f
R, is eveneens de
nieuwe prestatie
eis
b
r/c ingevoerd; de maxi
mum verhouding tussen dwarsribtopbreedte
b
r en ribafstand c, waarbij nog voldoende
staafopper vlak voor het beton tussen de
dwarsribben beschikbaar is.
ONTWIKKELING VAN BETONSTA AL IN
EUROCODE 2
EN 1992 11:2004 (NEN EN 1992 11:2011
met nat ionale bijlage NB:2016) toont alleen
geribd betonstaal met f
Reisen. In prEN 1992
11:2023 w
ordt onderscheid gemaakt tussen
gedeukt en geribd betonstaal, waarbij
gedeukt betonstaal met diameters t/m 14 mm
is toegestaan. Voor beide geldt dezelfde
f
Reis. De wens of discussie om dit uit te brei
den naar gedeukt betonstaal met diameters
t/m 20 mm, is r ec
ent ingehaald door de discus
sie over de bredere dwarsribtopbreedte (gro
tere b
r/c) voor vrijwel alle rollen betonstaal
met diameters t/m 20 (25) mm versus de
smallere dwarsribtopbreedte (kleinere b
r/c)
bij warmgeribde staven betonstaal t/m 50 mm. Naast de minimum f
Reis, moet dit ook leiden
to
t ook een te stellen minimum b
r/ceis (voor
het re
latieve staafopper vlak zonder dwarsrib
ben of dwarsdammen f
s). Hoewel koudgeribd
betonstaal al vele jaren en warmgeribd
betonstaal op rollen al circa 20 jaar worden
toegepast met grotere b
r/c, blijkt de beton
aanhechting conform prEN 1992
11:2023
nog voor namelijk te zijn gebaseerd op oude
datasets van alleen staven warmgeribd
betonstaal met kleinere b
r/c. Daarnaast is er
sprake van meer kritische betonaanhechtings
regelgeving ten opzichte van de vigerende
NEN
EN 1992 11:2011, het
geen nu voorligt
bij de herziening van NB 2016. Voor prEN
1992
11:2023 is w
ellicht nader betonaan
hechtingsonderzoek en/of enige aanpassing
v an de bet
onaanhechtingsregelgeving vereist. Hierbij is van belang dat de prestatie
eis v
an
de maximum verhouding b
r/c (f s) wordt vast
gesteld via testen met voor de praktijk repre
sentatieve betonaanhechtingscondities.
TOT SLOT
De productie van betonstaal kent een lange
geschiedenis en is nog altijd in ontwikkeling.
Het relatief nieuwe koudgedeukte betonstaal
B500B met EMB
pr
ofiel levert een volwaardig
alternatief voor rollen warmgeribd/koudnage
rekt en warmgeribd/watergekoeld B500B met
de voordelen van een betere mechanische
richtbaarheid en verwerkbaarheid tot wape
ningsconstructies. Deze variant is beschikbaar
in rollen met diameters tot en met 20 mm en
wordt al geruime tijd in Nederland en de ons
omringende landen met certificaat geleverd.
Door de ronde vorm van het EMB-profiel treedt er minder
torsie op bij het richten en kan een betere maatvoering
worden bereikt bij het buigen van beugels
BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 17BV-4_Ontwikkelingen in betonstaal.indd 17 22-11-2024 13:3422-11-2024 13:34
SULFA ATA ANTASTING DOOR THAUMASIET:
EEN ONBEKEND BETONSCHADEMECHANISME IN NEDERL AND
In Nederland is het betonschademechanisme Thaumasite Sulfate
Attack (TSA), oftewel sulfaataantasting door thaumasiet, relatief
onbekend en nog niet geconstateerd. TSA komt slechts in enkele
andere landen voor, omdat het schademechanisme alleen onder
zeer specifieke omstandigheden kan optreden. Bij dit type
sulfaataantasting wordt het cementsteen in beton omgezet in een
niet-coherente, zachte en weke massa, vergelijkbaar met moes
(foto 2). Aangezien de cementsteen het belangrijkste
bindingsmateriaal is, leidt het verdwijnen ervan tot een
(volledig) verlies aan sterkte en duurzaamheid van het beton.
Gezien de verwachte veranderingen in de samenstelling van
beton in de komende jaren, rijst de vraag of we extra rekening
moeten houden met dit relatief onbekende schademechanisme.
In dit artikel wordt uitgelegd wat TSA precies is, waar en wanneer
het kan optreden, en wordt een potentiële casus besproken.
Vijf vinkjes
voor
THAUMASIET
? ? ? ? ?
18 VAKBL AD 4 2024
Auteur Felix Leenders, Van Hattum en Blankevoort
1 Herstelwerkzaamheden na schade door thaumasiet langs de M5 in Gloucestershire (foto: Newcivilengineer.com)
19 VAKBL AD 4 2024
SULFA ATA ANTASTING ALGEMEEN
TSA is een bijzondere, nog relatief onbekende
vorm van sulfaataantasting. Om deze goed te
kunnen begrijpen, volgt hieronder eerst een
korte opsomming van de verschillende vormen
van sulfaataantasting die beter bekend zijn [1].
1 Aantasting door sulfaat uit de omgeving
van beton
Externe sulfaataantasting kan optreden in
milieus met hoge concentraties sulfaten in
aanwezigheid van water, bij hoge permeabi -
liteit van het beton en voldoende C 3A-
gehalte in het cement. Daarbij is het klinker -
materiaal C 3A ofwel tricalciumaluminaat, de
verbinding tussen calciumoxide en alumina.
Denk hierbij aan omgevingen als zeewater -
constructies, rioolsystemen, gebieden met
kunst- en natuurlijke mest, en bepaalde
locaties in (grond)water. Dit aantastingsme -
chanisme leidt tot de vorming van ettringiet,
wat een sterk zwellende reactie veroorzaakt
in reeds verhard beton. De inwendige span -
ningen kunnen leiden tot scheur vorming en
destructie van het beton [2].
2 Aantasting door hoge temperaturen tijdens
het verharden van beton
Wanneer beton tijdens het verharden warmer
wordt dan 70 °C, ontstaat er een mechanisme
waarbij het in de betonspecie aanwezige
ettringiet uiteenvalt in sulfaatvormen. Als er
later weer water bij komt, vormt zich opnieuw
ettringiet, wat leidt tot een zwellende reactie
in reeds verhard beton. Dit fenomeen staat
bekend als Delayed Ettringiet Formation
(DEF). In NEN-EN 13670 Het ver vaardigen
van betonconstructies, is daarom aangegeven
dat de temperatuur in verhardend beton niet
boven de 70 °C mag stijgen.
3 Aantasting door het inbrengen van sulfaat -
houdend materiaal in beton
Wanneer granulaten bijvoorbeeld ver vuild
zijn met restanten gips, wordt er onbedoeld
een lokale sulfaatbron ingebracht. Bij aan -
wezigheid van voldoende water kan dit lei -
den tot schadelijke zwelling.
Bij TSA komen de sulfaten ook van buitenaf,
en behoort daarmee dus in de eerste categorie
'aantasting door sulfaat uit de omgeving
van beton'. Echter vormt er zich geen ettringiet,
maar het veel schadelijker product thaumasiet.
WAT IS THAUMASIET?
Thaumasiet is een mineraal (calciumsulfaat-
carbonaatsilicaathydraat, foto 6) dat ontstaat
door de reactie van sulfaten met silicaat en car -
bonaat in beton dat wordt blootgesteld aan
koude en vochtige omstandigheden. Deze reac -
tie kan leiden tot het verweken, uitzetten en
scheuren van het beton.
In tegenstelling tot een conventionele
(externe) sulfaataanval, waarbij calcium-
hydroxide en calciumaluminaathydraten (C 3A)
reageren met sulfaten om gips en ettringiet te
vormen, kunnen bij de vorming van thaumasiet
ook de calciumsilicaathydraten in het cement -
steen (C-S-H) worden aangetast. Hierdoor
wordt zelfs beton dat is gemaakt met sulfaat -
bestendige portlandcement (CEM I SR, met
weinig C 3A) aangetast [3].
GEVALLEN VAN THAUMASIET
In Nederland zijn nog geen gevallen van thauma -
siet geconstateerd. Tot nu toe is thaumasiet
geïdentificeerd in verschillende landen wereld -
wijd, waaronder de VS, Canada, Zuid-Afrika,
Frankrijk, Duitsland, Noorwegen, Denemarken,
Zwitserland, Italië, Slovenië, en vooral Engeland.
In Engeland werden begin jaren negentig de
eerste gevallen van thaumasiet ontdekt in
meerdere funderingsconstructies. Het nieuws
beperkte zich destijds tot enkele specifieke
tijdschriften en conferentieartikelen. Toen in
1998 thaumasiet werd aangetroffen in de
betonnen funderingen van een dertig jaar oude
brug in Gloucestershire over de M5-snelweg
(foto 1), kreeg het nieuws brede aandacht.
In de jaren die volgden, zijn al vijftig betonfun -
deringen van snelwegen aangetast, evenals
meerdere betonfunderingen van woningen,
3 Scheikundige reactie van thaumasiet
2 TSA in een afvoergoot [18]
20 VAKBL AD 4 2024
scheikundige reactie:
+ + + +
T h au m asie t
water
sulfaten
temp.
Reacties