Op het oppervlak van beton, blootgesteld aan buitencondities, kan biologische aangroei ontstaan. Dit bijvoorbeeld in de vorm van algen en mossen. In opdracht van Stutech is praktijkonderzoek uitgevoerd naar invloedsfactoren op dit fenomeen. Curing compound en het type cement blijken hierbij een belangrijke rol te spelen.
EXPOSITIE- EN L ABOR ATORIUMONDERZOEK
NA AR VERSCHILLENDE INVLOEDSFACTOREN
Op het oppervlak van beton, blootgesteld aan buitencondities, kan
biologische aangroei ontstaan. Dit bijvoorbeeld in de vorm van algen
en mossen. In opdracht van Stutech is praktijkonderzoek uitgevoerd
naar invloedsfactoren op dit fenomeen. Curing compound en het type
cement blijken hierbij een belangrijke rol te spelen.
BIOLOGISCHE
aangroei op beton
STUTECH STUDIEGROEP 64
Studiegroep 64 'Biologische aangroei van
beton', bestaat uit de volgend leden:
?
R
ene Albers - Ecocem
?
C
ees Cornet (tot december 2019)-
Van den Bergh & Co
?
Mar
no Dingenouts (tot mei 2018) - BASF
?
H
ans Huppertz (vanaf mei 2018) - Cugla
?
W
iljan de Moor (tot januari 2019) -
Movares Nederland
?
Mar
c Ottelé - TU Delft
?
An
gelo Sarabèr (voorzitter) ?
Vliegasunie / Sarabèr Consultancy
?
Maar
ten Swinkels - SGS INTRON
?
E
dwin Vermeulen - Betonhuis /
Cement&BetonCentrum
?
R
onald de Vree (rapporteur)
?
G
ert van der Wegen (mentor) -
SGS INTRON
H
et is de nachtmerrie van iedereen met
een terras op het noorden: algen en
mosgroei op terrastegels. Wat je er ook
aan doet, het komt terug. Steeds meer en sneller.
Maar we zien ook algen op gevels, zwarte
schimmels op geluidschermen en mosgroei op
betonwanden. Biologische aangroei op beton:
het is vaak lelijk, veroorzaakt gladde opper -
vlakken en tast soms zelfs het beton aan. En
het lijkt steeds meer voor te komen.
Mosaangroei op gebouwen wordt tegenwoordig ook wel als iets positiefs gezien: meer groen in
de stedelijk omgeving, waardoor de tempera
-
tuur daalt, CO
2 wordt verbruikt en water wordt
gebufferd [1]. Maar in het algemeen wordt
biologische aangroei (ook zwartkleuring,
biofilm geheten) meestal niet op prijs gesteld.
ONDERZOEK
De laatste jaren zijn er diverse publicaties over
aantasting van beton door biofilm verschenen.
Deze publicaties waren voor het merendeel
18 VAKBL AD 4 2023
Auteur ir. Maarten Swinkels, SGS INTRON, Stutech Studiegroep 64
18-23-Biologische aangroei op beton.indd 1818-23-Biologische aangroei op beton.indd 18 11-12-23 12:1911-12-23 12:19
1 Algen en kortmossen op een tegel
gebaseerd op er varingen en literatuurstudie
en maar weinig op vergelijkend onderzoek.
Ook is een CROW-CUR Aanbeveling opgesteld
met maatregelen om de aantasting door biolo-
gische aangroei te voorkomen [2]. De aandacht
werd getriggerd door mosaangroei die, enkele
jaren na oplevering, op diverse onderdelen van
kunstwerken in de HSL-spoorlijn [3] werd
geconstateerd.
Binnen Stutech werd in 2015 de behoefte
gevoeld aan een projectonafhankelijke werk-
groep die zich verdiept in het ontstaan van deze
biologische aangroei en de gevolgen er van.
Deze werkgroep heeft voornamelijk literatuur -
studie gedaan en in 2017 een rapportage
opgesteld. In deze rapportage worden diverse
hypothesen beschreven over het ontstaan
van biologische aangroei. Dit onderzoek is
beschreven in [4] en [5]. Als ver volg hierop is
deze studiegroep voortgezet en heeft SGS INTRON twee opdrachten gekregen om een
aantal van deze hypothesen te toetsen, een
met een expositieonderzoek en een met een
laboratoriumonderzoek.
Daarnaast is door de commissieleden ook nog
veldonderzoek aan verschillende objecten
gedaan.
Voor het expositieonderzoek betreft het de
volgende hypothesen:
1
Door v erandering in het milieu neemt de
groei van organismen toe.
Sinds 1980 is de pH van regenwater geste -
gen terwijl bekend is dat mossen en micro-
organismen niet van een zuur milieu houden.
2
Cur
ing compounds en ontkistingsmiddelen
vormen een voedingsbodem, waardoor de
biofilm sneller ontstaat.
Curing compounds en ontkistingsmiddelen
zijn middelen op een polymeer basis, deze
kunnen dienen als voedingsbodem.
3
Het bet
on wordt aangetast door de biofilm,
de aantastingssnelheid is echter laag.
In biofilms ont
staan zuren, deze kunnen het
betonopper vlak aantasten.
4
De aan
wezigheid van een mostapijt versnelt
de aantasting.
In een mostapijt blijft het betonopper vlak
vochtig en kunnen zuren lang werken.
5
De aant
asting verloopt minder snel bij een kwalitatief goed betonopper vlak door goede
nabehandeling en een lage water-cement
-
factor.
Bij een dicht betonopper vlak zijn er weinig
aanhechtingspunten voor een biofilm en
blijft het beton minder lang vochtig.
6
De aant
asting wordt beïnvloed door het type
bindmiddel.
Betonsoorten met minder klinker worden
normaal als dichter beschouwd, ze zijn ech-
ter gevoeliger voor slechte nabehandeling
en hebben minder alkalische buffer en een
andere poriestructuur.
7
Door het g
ebruik van strooizout ontstaat er
minder snel een biofilm.
Deze hypothesen zijn beoordeeld door 110
proeftegels met verschillende betonsamen-
stelling en verschillende nabehandeling te
maken en die gedurende drie jaar te exposeren.
Met het laboratoriumonderzoek aan diverse
prisma's is de invloed van het bindmiddel op de
zuuraantasting bepaald.
De hypothese die hiermee getoetst is, is de
volgende: beton met een bindmiddel met een
laag klinkergehalte (hoog percentage slak)
wordt, na slechte nabehandeling en bij
regelmatig ver versen van zuur, als gevolg van
de verminderde buffer aan kalk in het beton,
2 Mallen en aanbr engen
lossingsmiddel
19 VAKBL AD 4 2023
18-23-Biologische aangroei op beton.indd 1918-23-Biologische aangroei op beton.indd 19 11-12-23 12:1911-12-23 12:19
sneller door zuur aangetast dan beton met een
bindmiddel met een hoog klinkergehalte. Dit in
tegenstelling tot de gangbare verwachting dat
betonsoorten met een laag klinker gehalte als
dichter worden beschouwd. Het is bijvoorbeeld
bekend dat beton met CEM III (mits goed
nabehandeld) beter bestand is tegen biogene
zwavelzuuraantasting dan beton met CEM I.
Het veldonderzoek had als doel de hypothesen
ook in de praktijk te toetsen.
ONDERZOEKSOPZET
De proefopzet is binnen de studiecel uitgewerk t.
De tegels van 300 x 300 x 40 mm3
zijn in elf
verschillende storten in mallen van nieuw
betonplex gemaakt (foto 2). Voor de beton-
samenstelling is gekozen voor water-cement -
factoren van 0,45, 0,50 en 0,55 en voor portland -
cement (CEM I 52,5 N), hoogovencement (CEM
III/B 42,5 N) en portlandcement met vliegas.
Er is gebruikgemaakt van twee typen ontkis -tingsmiddelen: op basis van minerale olie en
plantaardige olie. Tot slot is met de nabehande
-
ling gevarieerd door niet na te behandelen, de
tegels zeven dagen onder folie te bewaren
(foto 3) of ze na twee dagen voor een deel met
polyvinylacetaat en een deel met acr ylaat
curing compound te behandelen. De tegels zijn
niet in de waterbak bewaard en na zeven dagen
buiten geplaatst.
De tegels zijn in Sittard achter het laboratorium
van SGS INTRON in een steeg tussen twee
gebouwen met een breedte van ongeveer 8 m
geplaatst (foto 4). Ze liggen tegen een oost -
gevel en zijn vrijwel horizontaal onder een
kleine hoek geplaatst. De tegels liggen hierdoor
vrij beschut tegen wind en regen, en in een
omgeving met maar een klein deel van de dag
zon. De omgeving kent geen hoge zuur- of
stikstofdepositie. Het milieu ter plekke wordt
met name beïnvloed door het verkeer.
Vooraf was het de wens om ook een deel van de
tegels in een milieu met veel of heel weinig
stikstofdepositie te leggen. Helaas lukte het
niet om medewerking van grondeigenaren
hier voor te krijgen.
Een aantal tegels is regelmatig, als er op straat
ook werd gestrooid, besproeid met een pekel-
oplossing om het strooien van dooizouten te
simuleren. Een andere set tegels is met een
afdakje voor de regen afgeschermd en is via
een druppelinstallatie kunstmatig beregend
met een oplossing van zwavelzuur, salpeter -
zuur en ammoniak met ongeveer een zelfde pH
en samenstelling als de 'zure regen' uit 1984.
Ver volgens zijn de tegels drie jaar gevolgd.
Hierbij is de verkleuring (grijs/zwart- en
groenverkleuring) en aangroei regelmatig
gemonitord. Het was opvallend dat het veel
langer dan verwacht duurde voordat er enige
verkleuring zichtbaar werd en dat er geen
aangroei van mos was opgetreden. Blijkbaar
was de situatie niet zo gunstig als verwacht,
terwijl er ter plekke wel op het oude beton
mosgroei aanwezig was. Op een andere locatie
[1] is in andere onderzoeken wel veel sneller
mosgroei vastgesteld.
Het bleek dat de verkleuring met de seizoenen
fluctueerde; veel verkleuring en toename in
het voor- en najaar en een achteruitgang in de
zomer.
De grijs/zwart- en groenverkleuring is subjectief
met het oog vastgesteld en gewaardeerd met
een score van 1-5. Daarnaast zijn de tegels
regelmatig gefotografeerd waarbij het daglicht
Het onderzoek is na 3 jaar expositie afgesloten
en de tegels zijn beoordeeld
3 Aanbrengen keukenfolie
20 VAKBL AD 4 2023
18-23-Biologische aangroei op beton.indd 2018-23-Biologische aangroei op beton.indd 20 11-12-23 12:1911-12-23 12:19
werd afgeschermd om vergelijkbare foto's te
kunnen maken.
Voor het laboratoriumonderzoek naar zuur-
aantasting zijn mortelprisma's gemaakt met
als bindmiddel CEM I 52,5 N en een zelf samen-
gestelde CEM III/C met 85% slak. Deze pris -
ma's zijn anders dan gebruikelijk niet 28 dagen
onder water maar respectievelijk twee of zeven
dagen bij >95% RV en 20 ?C bewaard. Ver vol-
gens zijn de prisma's drie maanden bij 65% RV
en 20 ?C bewaard. Aansluitend zijn de prisma's
zes maanden in een oxaalzuuroplossing met
een pH van 2 of in (kraan)water bewaard.
Om de vier weken werd het water en de oxaal-
zuuroplossing ver verst en zijn de prisma's
gewogen. Wekelijks is de pH van de vloeistof -
fen bepaald. Tot slot is de druksterkte en de
buigtreksterkte van de prisma's bepaald.
RESULTATEN
Het onderzoek is na drie jaar expositie voorlo-
pig afgesloten en de tegels zijn beoordeeld.
De groenverkleuring is bij tegels met portland-
cement veel minder, of is later op gang geko-
men, dan bij tegels met hoogovencement en in
minder mate bij portlandcement met vliegas.
De grijs/zwartverkleuring varieert veel minder.
De grijs/zwartverkleuring is echter moeilijk te
vergelijken omdat er direct na expositie al grote
verschillen in grijs/zwartverkleuring waren.
De verschillende water-cementfactoren zijn
alleen voor tegels met hoogovencement
onderzocht. Hierbij bleek dat er nauwelijks
verschillen zijn tussen de gebruikte water-
cementfactoren en dat de minste verkleuring
optrad bij een water-cementfactor van 0,50 en
niet bij 0,55. Dit wijkt af van de verwachting dat
door een poreuzer opper vlak bij een hoge
water-cementfactor meer verkleuring zou
ontstaan.
De tegels zijn zowel aan de stortzijde als de
kistzijde geëxposeerd. Het blijkt dat de stort -
zijde meer groenverkleuring laat zien, de grijs/
zwartverkleuring varieert nauwelijks.
Bij het gebruik van de ontkistingsmiddelen blij-
ken er nauwelijks verschillen tussen de twee
gebruikte middelen.
De wijze van nabehandelen bleek wel grote
verschillen te geven. Het bleek dat de met
curing compound nabehandelde tegels minder
groen verkleurde, terwijl ze juist meer grijs/
zwart verkleurde. De met zout besproeide
tegels blijken minder grijs/zwart- en groen-
verkleuring te geven. Tot slot bleek er nauwe - 4 Overzicht expositielocatie
5 Tegels met portlandcement na 2,5 jaar expositie, tegel linksonder en rechtsonder en -boven met curing
compound, andere tegels zonder curing compound
lijks verschil te zijn tussen tegels die behan-
deld waren met zure regen en die in de
normale regen hadden gelegen.
We hebben geen mossen aangetroffen en het
opper vlak bleek bij bestudering met het oog en
onder een microscoop niet aangetast te zijn. Een mossendeskundige heeft delen van de
tegels onderzocht en hij zag met name op
tegels en delen zonder curing compound algen
en korstmossen (groene algen, Trebouxia en
gele korstmossen, Xanthoria Parietina). Waar
wel curing compound aanwezig was, zag hij
21 VAKBL AD
4 2023
18-23-Biologische aangroei op beton.indd 2118-23-Biologische aangroei op beton.indd 21 11-12-23 12:1911-12-23 12:19
Tabel 1. Vergelijking tegels na 1 maand expositie, er zijn direct al grote kleurverschillen zichtbaar
PORTL ANDCEMENTHOOGOVENCEMENTPORTL ANDCEMENT MET VLIEGAS
53
63 73
2 dagen plasticfolie Acrylaat
54
64 74
2 dagen plasticfolie PVA
1
11 21
1 dag plasticfolie
2
12 22
2 dagen plasticfolie
90
100 110
Geen folie of nabehandeling
22
VAKBL AD 4 2023
18-23-Biologische aangroei op beton.indd 2218-23-Biologische aangroei op beton.indd 22 11-12-23 12:1911-12-23 12:19
geen of veel minder algen en korstmossen
maar wel zwarte schimmels.
Na twee jaar expositie is de carbonatatiediepte
van verschillende tegels bepaald. Hierbij bleek
dat de tegels met portlandcement nauwelijks
gecarbonateerd waren (0,5 mm), terwijl de
tegels met hoogovencement veel meer
gecarbonateerd waren (2-6 mm) en de carbo-
natatiediepte van tegels met portlandcement
met vliegas daartussen lagen (2-3 mm).
Uit het zuuronderzoek bleek dat de prisma's
die gemaakt zijn met een laag klinkergehalte,
na korte opslag in de nevelkamer en drie
maanden blootstelling aan 65% RV en 20 ?C,
een grotere carbonatatiediepte hadden en na
blootstellen aan het zuurbad een lagere druk-
en buigtreksterkte hadden dan de prisma's met
een hoog klinkergehalte.
Het veldonderzoek liet zien dat de porositeit
van het (beton)opper vlak maatgevend is voor
het al dan niet aangroeien van mos.
CONCLUSIES
Aan de hand van deze set tegels kan het
volgende worden geconcludeerd:
Omdat er nauwelijks verschil is aangetroffen
tussen tegels in normale en zure regen, kan
hypothese 1, dat door veranderingen in het
milieu de groei van organismen toeneemt, niet
worden bevestigd.
Curing compounds vormen een voedingsbodem
voor het ontstaan van grijs/zwarte aanslag of
schimmels. Er zijn geen aanwijzingen dat ze een
voedingsbodem voor algen vormen. Hiermee
wordt hypothese 2 voor schimmels bevestigd en
voor algen niet bevestigd. De gebruikte ontkis-
tingsmiddelen vormen geen voedingsbodem
voor algen of schimmels.
Doordat er geen mosgroei is geconstateerd
maar ook geen aantasting is ontstaan, kunnen
hypothesen 3 en 4, dat een biofilm het beton
aantast en dat de aanwezigheid van een mostapijt
dit versterkt, niet worden beoordeeld. Algen
en schimmels doen dit in de beproefde periode
niet.
Een goede nabehandeling zorgt voor minder
groenverkleuring, maar bij gebruik van curing
compound ontstaan schimmels. De gebruikte
water-cementfactor blijkt nauwelijks invloed
gehad te hebben, de commissie verwacht dat er
veel hogere water-cementfactoren noodzakelijk
zijn om een invloed te zien. Wel blijkt de poro-
siteit van het (beton)opper vlak essentieel te
zijn voor het ontstaan van mos. Hypothese 5 wordt hierdoor gedeeltelijk bevestigd.
Het gebruikte bindmiddel heeft een grote
invloed op het ontstaan van de biofilm. Hiermee
wordt hypothese 6 bevestigd. Bij gebruik van
hoogovencement ontstaat veel meer biofilm
dan bij portlandcement en in mindere mate bij
portlandcement met vliegas. De commissie wijdt
dit aan de grotere gevoeligheid voor nabehan
-
deling van mengsels met hoogovencement en
daardoor de grote carbonatatiediepte en
opener poriënstructuur, die bij carbonatatie
van beton met een laag klinkergehalte ontstaat,
bij aanvang van de expositie.
Tot slot wordt hypothese 7 bevestigd, bij gebruik
van strooizout ontstaat minder snel aangroei.
Omdat er na drie jaar nog niet veel aangroei is
opgetreden, heeft de commissie besloten om de
expositie in beperkte omvang nog enige jaren
voort te zetten om te beoordelen of de gecon-
stateerde verschijnselen ook op de langere duur
optreden.
Het laboratoriumonderzoek naar zuur-
aantasting bevestigde de hypothese dat het
mengsel met een laag klinkergehalte (dus met
een zeer hoog percentage slak) in de beproefde
omstandigheden en de gebruikte beproevings -
methode de zuuraantasting hoger is dan bij het
mengsel met een hoog klinkergehalte. Het -
geen kan worden verklaard door ten eerste de
carbonatatie en ten tweede door het lagere
neutraliserend vermogen. Dit is in tegenstelling
met de gangbare verwachtingen dat in beton
met slak een dichtere structuur ontstaat. Dit onderzoek is mogelijk gemaakt door de
financiële bijdrage van SKKB, de Vliegasunie,
Cement&BetonCentrum en Ecocem en de inzet
van de commissieleden. Op het moment werkt
de commissie aan het afronden van het Stutech-
rapport dat als resultaat van deze studie zal
verschijnen.
De resultaten van de dit onderzoek zijn onlangs
verschenen in Stutech-rapport 37: Biologische
aangroei op beton: fase 2: Laboratorium- en
praktijk onderzoek [7].
Literatuur[1] W esthoff, L., Spontaneous moss growth on concrete. Masterthesis TU Delft, 24 maart 2020
[2]
CR
OW-CUR Aanbeveling 125:2020: Maatregelen
voor het beperken van biologische aangroei op
beton.
[3]
CR
OW Onderzoeksrapport: CRW 1008: Verkennend
onderzoek naar betonaantasting in combinatie met
mosaangroei - Eindrapport; CROW 29-oktober
2018.
[4]
S
tutech-rapport 35: Biologische aangroei op beton
Stutech, 25 februari 2017.
[5]
V
ermeulen, E., Inzicht op biologische aangroei op
beton. Betoniek 2016/4.
[6]
S
arabèr, A., Vermeulen. E., Mosaangroei en
betonaantasting. Betoniek 2021/1.
[7]
S
tutech Rapport 37 'Biologische aangroei op beton,
Fase 2: Laboratorium- en praktijkonderzoek.
Er zijn 110 proeftegels met verschillende betonsamenstelling en
verschillende nabehandeling gemaakt
STUTECH R APPORT
Het rapport 'Biologische aangroei op beton,
Fase 2: Laboratorium- en praktijkonderzoek'
is voor leden van Stutech beschikbaar op
www.stutech.nl.
6 Bankjes met ernstige mosaangroei, in dit onderzoek is geen mosaangroei ontstaan
23 VAKBL AD 4 2023
18-23-Biologische aangroei op beton.indd 2318-23-Biologische aangroei op beton.indd 23 11-12-23 12:1911-12-23 12:19
Het is de nachtmerrie van iedereen met een terras op het noorden: algen en mosgroei op terrastegels. Wat je er ook aan doet, het komt terug. Steeds meer en sneller. Maar we zien ook algen op gevels, zwarte schimmels op geluidschermen en mosgroei op betonwanden. Biologische aangroei op beton: het is vaak lelijk, veroorzaakt gladde oppervlakken en tast soms zelfs het beton aan. En het lijkt steeds meer voor te komen. Mosaangroei op gebouwen wordt tegenwoordig ook wel als iets positiefs gezien: meer groen in de stedelijk omgeving, waardoor de temperatuur daalt, CO2 wordt verbruikt en water wordt gebufferd [1]. Maar in het algemeen wordt biologische aangroei (ook zwartkleuring, biofilm geheten) meestal niet op prijs gesteld.
Stutech Studiegroep 64
Studiegroep 64 'Biologische aangroei van beton', bestaat uit de volgend leden:
- Rene Albers - Ecocem
- Cees Cornet (tot december 2019)- Van den Bergh & Co
- Marno Dingenouts (tot mei 2018) - BASF
- Hans Huppertz (vanaf mei 2018) - Cugla
- Wiljan de Moor (tot januari 2019) - Movares Nederland
- Marc Ottelé - TU Delft
- Angelo Sarabèr (voorzitter) – Vliegasunie / Sarabèr Consultancy
- Maarten Swinkels - SGS INTRON
- Edwin Vermeulen - Betonhuis / Cement&BetonCentrum
- Ronald de Vree (rapporteur)
- Gert van der Wegen (mentor) - SGS INTRON
Reacties