BAND
UITGAV E
mei
2020
02 17
BAND
UITGAV E
Boren voor
druksterkte Aanpak bij twijfel
over de druksterkte
in een constructie
Betoniek Standaard 17-02.indd 1 04-05-20 11:48
2 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
Boren voor
druksterkte
In veruit de meeste gevallen is er vertrouwen dat de druksterkte van
het beton in een nieuw vervaardigd constructiedeel voldoet aan de
benodigde druksterkte. Dat vertrouwen is terecht als het beton is
gemaakt en geleverd conform de betonnorm, en de verwerking en
nabehandeling zijn gedaan conform de uitvoerings
nor
m. Maar er zijn
ook situaties waarbij twijfel ontstaat. Die twijfel kan verschillende
oorzaken hebben. Wat moeten we in die gevallen doen?
? Het k euren van
de kaas
foto: Fotopersburo
Dijkstra bv
Deze Betoniek gaat over de aanpak als er
twijfel is over de druksterkte van beton in
een nieuw ver vaardigde constructie. Dat kan
spelen bij een in het werk ver vaardigde
constructie maar ook bij prefab constructie
delen. Voordat we ingaan op testmethoden,
monstername en beoordeling van de test
resultaten, is het belangrijk meer te weten
over de achtergrond van de druksterkte van
beton in een constructie. Ook kijken we naar
de verschillende redenen tot twijfel.
ACHTERGROND DRUKSTERK TE
We kennen de druksterkteklassen, zoals
C30/37. Deze klassen geven aan wat de
karakteristieke cilinder
/kubusdruksterkte
(f
ck / fck,cube ) van het beton is na 28 dagen
verharden, onder voorgeschreven omstan
digheden: het beton is gestort in gestan
daardiseerde mallen, verdicht op een
triltafel, verhard bij een temperatuur van
20 ± 2 °C en een relatieve vochtigheid van
minimaal 95%, en heeft zonder schokken en
trillingen kunnen verharden. Om deze
omstandigheden te bereiken, wordt deze
druksterkte bepaald in het laboratorium. Deze voorgeschreven omstandigheden zijn
er om de druksterkten van verschillende
betonsamenstellingen onderling te kunnen
vergelijken. Maar het zijn ook omstandig
heden die er voor zorgen dat het beton na 28
dagen een relatief hoge druksterkte bereikt.
In een werkelijke constructie is de situatie
anders. Zelfs als beton wordt verwerkt en
nabehandeld conform de uitvoeringsnorm,
is de karakteristieke druksterkte van beton
in de constructie (f ck,is,28 / fck,cube,is,28 )
normaal gesproken wat lager dan de karak
teristieke druksterkte van hetzelfde beton
bepaald in het laboratorium. Redenen
hier voor zijn onder andere dat de plaatsing,
de verdichting, de temperatuur tijdens de
verharding en de nabehandeling in de prak
tijk anders zijn dan in het laboratorium. Ook
kan het beton in een constructie tijdens het
verharden te maken krijgen met schokken
Betoniek Standaard 17-02.indd 2 04-05-20 11:48
3 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
en te vermenigvuldigen met de factor acc.
De factor
gc heeft een waarde van 1,5. Door
f
ck te delen door deze factor, wordt rekening
gehouden met diverse mogelijke variaties in
de druksterkte, waaronder de eerder
beschreven normale invloeden tijdens de
uitvoering en verharding. Zoals uit figuur 2
blijkt, wordt aangenomen dat deze invloeden
er voor zorgen dat de druksterkte in de con
structie 15% lager is dan in het laboratorium
(vermenigvuldigingsfactor 0,85).
Door daarnaast f
ck te vermenigvuldigen met
de factor
acc, wordt rekening gehouden met
de volgende langeduureffecten:
?
fck wordt bepaald na 28 dagen verharden,
maar na deze periode neemt de druk
sterkte nog toe. Het beton in de construc
tie is ouder dan 28 dagen als het wordt
belast.
?
fck wordt bepaald bij een kortdurende
druksterktetest, wat positief is voor de
en trillingen door bijvoorbeeld bouwwerk
zaamheden of verkeer, die een negatieve
invloed hebben op de druksterkteontwikke
ling. Daar staat tegenover dat beton in een
constructie minder vochtig kan zijn dan het
beton in het laboratorium. Dit heeft juist een
positief effect op de druksterkte.
Uiteraard gaan we bij deze vergelijking
tussen de druksterkte in het laboratorium
en in de constructie uit van beton met een
vergelijkbare ouderdom.
In de berekeningen die de constructeur maakt
om een constructie te ontwerpen, gebruikt
hij de rekenwaarde van de druksterkte (f
cd),
die een stuk lager is dan f
ck. We kunnen
er van uitgaan dat het beton in de construc -
tie, minimaal deze druksterkte heeft.
Dat is ook nodig om veilige constructies
te ontwerpen en te bouwen. f
cd wordt
bepaald door f
ck te delen door de factor gc,
1
Betoniek Standaard 17-02.indd 3 04-05-20 11:48
4 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
gemeten druksterkte. Bij een langdurige
drukbelasting bezwijkt beton namelijk bij
een lagere waarde dan bij een kortdurende
drukbelasting. In de constructie kan de
belasting langdurig aanhouden.
Voor
acc wordt in Nederland een waarde van
1,0 aangehouden, waarin beide effecten zijn
verwerkt.
Voor het ver volg van deze Betoniek is het
belangrijk te onthouden dat de constructeur
er in zijn berekeningen van uitgaat dat:
?
het g
eleverde beton voldoet aan de druk
sterkteklasse, en dus: f
ck sluit aan bij de
druksterkteklasse;
?
het bet
on verwerkt en nabehandeld is
conform de uitvoeringsnorm, én de
omstandigheden tijdens uitvoering en
verharding niet significant afwijkend
waren, en dus: f
ck,is,28 is (minimaal) gelijk
aan 0,85 · f
ck. REDENEN TOT TWIJFEL
Als het geleverde beton niet voldoet aan de
druksterkteklasse, het beton niet is ver
werkt en nabehandeld conform de uitvoe
ringsnorm, of als er tijdens uitvoering en
verharding significant afwijkende omstan
digheden waren, gaat het genoemde uit
gangspunt van de constructeur niet meer
op. De kans bestaat dan dat de rekenwaarde
die hij gebruikt in zijn berekeningen te hoog
is. Met andere woorden: we kunnen er dan
niet meer van uitgaan dat het beton in de
constructie minimaal de rekenwaarde van
de druksterkte heeft. Hierdoor kan de
constructieve veiligheid van het ontwerp en
dus van de constructie in het geding zijn.
Daarom moeten de alarmbellen afgaan als
er twijfel is over het geleverde beton of over
de uitvoering van het beton.
2 Relatie tussen
karakteristieke
druksterkte en
rekenwaarde van
de druksterkte
(uitgaande van
cilinderdruk
sterkte)
delen door ?c
mogelijke variaties
vermenigvuldigen met 0,85
getallenvoorbeeld bv.
C30/37 30
N/mm
2 25,5
N/mm 2 20
N/mm 2 20
N/mm 2
30 / 1,5
30 · 0,85 20 · 1,0
druksterkte-
klasse f ck fck,is,28 fcd
vermenigvuldigen
met ?cc
uitvoering enverharding overige
variaties langeduur-
eecten
fck is karakteristieke cilinderdruksterkte
na 28 dagen onder voorgeschreven
omstandigheden (in het laboratorium)
fck,is,28 is karakteristieke cilinderdruksterkte
in de constructie bij een ouderdom
vergelijkbaar met een ouderdom na
28 dagen in het laboratorium
fcd is rekenwaarde druksterkte
gc is partiële veiligheidsfactor voor
beton, is materiaalfactor = 1,5
acc is factor die rekening houdt met lange
duureffecten = 1,0 (in Nederland)
Betoniek Standaard 17-02.indd 4 04-05-20 11:48
5 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
Voorbeelden van redenen tot twijfel zijn:
?
Er is iet
s misgegaan bij het productie
proces in de betoncentrale.
?
De door de bet
oncentrale gemeten
28
daagse druksterkten zijn te laag voor
de druksterkteklasse (geen conformi
teit).
?
De dr
uksterkteresultaten van op het werk
gemaakte proefstukken zijn te laag.
?
De v
isuele controle bij levering van de
betonspecie leidt tot twijfel, bijvoorbeeld
door veel lucht in de specie.
?
Er is w
ater toegevoegd aan de truckmixer
op het werk, zonder toestemming van de
betoncentrale.
?
Er is t
e lang gewacht met het storten,
waardoor de betonspecie niet meer goed
te verdichten was.
?
Er z
ijn fouten gemaakt of er is onzorgvul
dig gehandeld bij het plaatsen, verdichten
of nabehandelen.
?
T
ijdens (de vroege fase van) de verhar
ding was sprake van significante schokken
of trillingen.
?
De k
leur van één of meerdere constructie
delen wijkt af van die van de overige
constructiedelen.
De twijfel kan bestaan over een specifieke
batch of truckmixer, of over een specifiek
gedeelte van een constructie(deel). Maar
het is ook mogelijk dat het over grotere
hoeveelheden gaat.
De genoemde redenen tot twijfel kunnen
dus van invloed zijn op het uitgangspunt dat:
?
het g
eleverde beton voldoet aan de druk
sterkteklasse;
?
het bet
on is verwerkt en nabehandeld
conform de uitvoeringsnorm, bij normale
omstandigheden tijdens uitvoering en
verharding. Voor alle gevallen geldt dat moet worden
gecontroleerd of de druksterkte van het
beton in de constructie aansluit bij de door
de constructeur impliciet aangehouden
waarde voor f
ck,is,28 , die 15% lager is dan f ck.
Als dat het geval is, kan worden aangeno
men dat de rekenwaarde die hij gebruikt in
zijn berekeningen, juist is, zodat de veilig
heid van het ontwerp en ? dus van ? de
constructie niet in het geding zijn.
Overigens, als uit de controle blijkt dat de
druksterkte van het beton in de constructie
niet voldoet, kan de reden hier voor dus zowel
het geleverde beton als de uitvoering zijn.
De reden blijkt niet uit de controle; eventueel
kan aanvullend onderzoek worden gedaan
om dit te achterhalen. Ook kan de uitvoering
dusdanig goed zijn geweest dat de druk
sterkte van het beton in de constructie vol
doet, terwijl het geleverde beton niet voldoet
aan de druksterkteklasse. En vice versa.
NEN-EN 13791
Zoals gezegd, moet bij twijfel worden
gecontroleerd of de druksterkte van het
beton in de constructie aansluit bij de door
de constructeur impliciet aangehouden
waarde voor f
ck,is,28 . Voor deze controle kan
gebruik worden gemaakt van de norm NEN
EN 13791 (z
ie ook kader 'Algemene informa
tie NEN
EN 13791').
LEVENSDUUR
De redenen tot twijfel kunnen niet alleen
van invloed zijn op de druksterkte, maar ook
op de levensduur van het beton. Voldoet het
beton nog wel aan de eisen die bij de rele -
vante milieuklassen horen? Is de permea-
biliteit nog wel zo laag als beoogd? Ook dat
zijn belangrijke vragen, maar ze vallen
buiten het onderwerp van deze Betoniek.
Betoniek Standaard 17-02.indd 5 04-05-20 11:48
6 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
Verschillende methoden
NEN EN 13791 geeft verschillende metho
den als er t wijfel is over de druksterkte van
het beton in een nieuw ver vaardigde con
structie. Allereerst moet worden gekeken of
de betoncentrale aangeeft dat de door hun
gemeten 28
daagse druksterkten voldoen
aan de druksterkteklasse (conformiteit). Als
dit het geval is, kan worden gekozen uit de
volgende drie methoden:
1.
Indir
ecte testmethode, zoals de terugslag
waarde of de ultrasone pulssnelheid. Deze
methode geeft slechts een indicatie of de
druksterkte van het beton in de constructie
voldoet, waarbij de kalibratie van de appa
ratuur bepaalt hoe goed deze indicatie is.
Een indirecte testmethode is overigens wel een goede manier om de druksterkten op
verschillende locaties in een constructie
onderling te vergelijken, en kan de
genoemde twijfel versterken of wegnemen.
Dit staat echter los van NEN
EN 13791.
2.
G
eboorde kernen, waaruit proefstukken
worden gemaakt waar van de druksterkte
wordt bepaald.
3.
E
en combinatie van een indirecte test
methode en geboorde kernen. Vanwege
het gebruik van de indirecte testmethode
hoeven minder kernen te worden geboord
dan bij de methode met alleen geboorde
kernen.
Als de betoncentrale aangeeft dat geen
sprake is van conformiteit, geldt een aparte
aanpak, waarop we niet ingaan in deze Beto -
niek. Overigens, ook als de betoncentrale
aangeeft dat sprake is van conformiteit, kan
er toch twijfel zijn over het geleverde beton.
In deze Betoniek kijken we naar de methode
met geboorde kernen. Verderop leggen we
de aanpak uit aan de hand van een praktijk
voorbeeld. Eerst behandelen we nog een
paar uitgangspunten van NEN EN 13791.
Uitgangspunten
NEN EN 13791 heeft als uitgangspunt dat
de dr uksterkte van een geboorde betonnen
kern overeenkomt met de druksterkte van
dat beton in de constructie. In werkelijkheid
is dat niet vanzelfsprekend. De volgende
factoren hebben namelijk invloed op de
gemeten druksterkte van de geboorde kern.
Hierdoor is deze niet per definitie gelijk aan
de druksterkte van het beton in de construc
tie. Deze factoren zijn:
?
v
ochtgehalte van de kern (hoe droger, hoe
hoger de druksterkte);
?
w
apening loodrecht op de boorrichting
(negatieve invloed);
?
w
apening evenwijdig aan de boorrichting
(positieve invloed);
ALGEMENE INFORMATIE NEN-EN 13791
De titel van NEN-EN 13791 is: 'Beoordeling
van de druksterkte van beton in construc -
ties en vooraf vervaardigde elementen'. In
2019 is een nieuwe versie verschenen, met
een behoorlijk aantal veranderingen. Bij
NEN-EN 13791 hoort TR 17086 met voor -
beelden en achtergronden. Naar verwach-
ting wordt deze TR binnenkort door CEN
gepubliceerd. NEN-EN 13791 is bedoeld
voor druksterktebeoordelingen in twee
verschillende situaties:
1.
De sit
uatie waarbij de druksterkte van
het beton in een bestaande constructie
moet worden ingeschat als deze niet
bekend is, bijvoorbeeld voor construc -
tieve berekeningen bij herbestemming.
2.
De sit
uatie waarbij twijfel is over de
druksterkte van het beton in een nieuw
vervaardigde constructie.
In deze Betoniek kijken we alleen naar de
tweede situatie van nieuw vervaardigde
constructies.
Betoniek Standaard 17-02.indd 6 04-05-20 11:48
7 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
? lengte diameter verhouding (l : d) van de
kern (hoe hoger de verhouding, hoe lager
de druksterkte);
?
diamet
er van de kern in relatie tot de
grootte van het toeslagmateriaal (dit
heeft met name invloed op de variatie in
druksterkteresultaten: hoe kleiner de
diameter, hoe groter de variatie);
?
v
lakke zijden van de kern (tweevoudige
invloed: hoe ruwer het opper vlak, hoe
lager de druksterkte, en hoe groter de
afwijking van de parallelle vlakken, hoe
lager de druksterkte);
?
het bor
en zelf (kan negatieve invloed
hebben);
?
sc
heuren en relatief grote holten
(negatieve invloed).
De norm stelt daarom voorwaarden aan de
kernen. Als hier aan wordt voldaan, geldt het
genoemde uitgangspunt dat de druksterkte
van een geboorde betonnen kern overeen
komt met de druksterkte van dat beton in
de constructie. Deze voorwaarden zijn:
?
De k
ernen moeten worden verkregen,
bewaard, voorbereid en getest volgens
NEN
EN 12504 1, waarbij ze moeten
worden bewaard in afgesloten containers zodat het vochtgehalte aansluit bij het
vochtgehalte in de constructie.
?
K
ernen mogen geen wapening evenwijdig
aan de boorrichting en bij sterke voorkeur
geen wapening loodrecht op de boorrich
ting bevatten.
?
NEN
EN 13791 gaat uit van cilinderdruk
sterkten en daarom ook van kernen met
een (l : d)
v
erhouding van 2 : 1. Het is toe
gestaan kernen met een (l : d)
v
erhou
ding van 1 : 1 te testen; de gemeten druk
sterkte wordt dan vermenigvuldigd met
de factor 0,82 (bij normaal en zwaar
beton). Andere verhoudingen zijn niet
toegestaan (fig. 3).
?
De diamet
er van de kern is minimaal
75 mm. Als dit onmogelijk is vanwege
wapening, is een diameter van minimaal
50 mm toegestaan (bij een (l : d)
v
erhou
ding van 1 : 1) maar moeten meer kernen
worden getest.
Als er kernen met scheuren of relatief grote
holten zijn, moet dit worden vermeld bij het
testresultaat. In de praktijk worden van dit
soort kernen normaal gesproken geen druk
sterkten bepaald.
3 Toegestane
k ernafmetingen
diameter
75 mm
lengte : diameter = 2:1 lengte : diameter = 1:1
gemeten druksterkte · 0,82lengte : diameter = 1:1
gemeten druksterkte · 0,82
groter aantal kernen
als diameter 75 mm onmogelijk is vanwege wapening
lengte
diameter
lengte
diameter
75 mm
lengte
50 mm
< 75 mm
Betoniek Standaard 17-02.indd 7 04-05-20 11:48
8 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
Overigens is het verstandig van elk proef
stuk de volumieke massa te bepalen voordat
de druksterkte wordt bepaald. Een volu
mieke massa die lager is dan verwacht, kan
namelijk een indicatie zijn voor een druk
sterkte die lager is dan verwacht.
Ten slotte moeten de geboorde betonnen
kernen op het moment van testen een
ouderdom hebben die minimaal vergelijk
baar is met de ouderdom na 28 dagen onder
de eerdergenoemde voorgeschreven
omstandigheden (in het laboratorium)
(zie kader 'Ouderdom van beton'). A ANPAK MET PR AK TIJK VOORBEELD
We weten nu wat de voorwaarden aan de
kernen zijn, en wanneer ze moeten worden
getest. Nu gaan we kijken naar de daad
werkelijke aanpak volgens NEN
EN 13791.
Als eerste de monstername: hoeveel kernen
moeten worden geboord en waar moeten
deze worden geboord? Ver volgens de bepa
ling van de testresultaten en ten slotte de
beoordeling daar van. Om dit duidelijk te
maken, behandelen we de aanpak aan de
hand van een praktijkvoorbeeld.
OUDERDOM VAN BETON
De druksterkte van beton neemt toe in de tijd ('druk -
sterkteontwikkeling'). Niet alleen tot 28 dagen verhar -
den, maar ook nog daarna. Zoals eerder vermeld, wordt
bij het bepalen van de rekenwaarde van de druksterkte
rekening gehouden met deze toename na 28 dagen via
de factor
acc.
NEN-EN 13791 kan worden gebruikt om te controleren
of de druksterkte van het beton in de constructie aan-
sluit bij de door de constructeur impliciet aangehouden
waarde voor f
ck,is,28 . Voor een goede vergelijking is het
belangrijk dat de geboorde betonnen kernen op het
moment van testen een ouderdom hebben die vergelijk -
baar is met een ouderdom na 28 dagen onder voor
-
g
eschreven omstandigheden (in het laboratorium).
Als de test eerder plaatsvindt, is het mogelijk dat het
beton in de constructie wordt afgekeurd, terwijl het
eigenlijk wel voldoet. Als de test later plaatsvindt, heeft
de druksterktetoename na 28 dagen al gedeeltelijk
plaatsgevonden. Maar zoals uit figuur 1 blijkt, is deze
druksterktetoename (waarmee rekening wordt gehou-
den via de factor
acc) niet verrekend in de door de con-
structeur impliciet aangehouden waarde voor f
ck,is,28 . In
de praktijk kan het toch gebeuren dat de test pas later
kan plaatsvinden. Dan moet daar bij de beoordeling van
de testresultaten rekening mee worden gehouden.
We gaan daar in deze Betoniek niet verder op in. Maar hoe bepaal je wanneer de geboorde betonnen ker
-
nen een ouderdom hebben die vergelijkbaar is met een
ouderdom na 28 dagen in het laboratorium? We leggen
uit waarom die vraag niet eenvoudig te beantwoorden is.
Betontemperatuur
De snelheid van de druksterkteontwikkeling van een
bepaalde betonsamenstelling is afhankelijk van de
betontemperatuur tijdens de verharding. Voor jong
beton geldt: hoe hoger de betontemperatuur, hoe sneller
de druksterkteontwikkeling, en vice versa. De methode
gewogen rijpheid maakt gebruik van dit principe. Maar
het is ook bekend dat een hogere betontemperatuur
tijdens de (vroege) verharding resulteert in een lagere
druksterkte op langere termijn, en vice versa. Als de
betontemperaturen tijdens de verharding niet significant
afwijken van de voorgeschreven omstandigheden, kun-
nen de kernen worden getest na (circa) 28 dagen. Als de
betontemperaturen tijdens de verharding wel significant
afwijken, is het moeilijker te zeggen wanneer de kernen
moeten worden getest. Dit hangt af van het verloop van
de betontemperatuur tijdens de verharding en van de
betonsamenstelling. Maar ook dan is de keuze voor
testen na (circa) 28 dagen te rechtvaardigen, tenzij de
betontemperatuur tijdens deze periode (tijdelijk) zo laag
is geweest dat de hydratatiereactie van het cement niet
heeft kunnen plaatsvinden.
Betoniek Standaard 17-02.indd 8 04-05-20 11:48
9 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
Situatie
De situatie van het praktijkvoorbeeld is als
volgt. Er is een onderdoorgang die bestaat uit
verschillende moten, waarbij voor de wanden
van de onderdoorgang geldt: per stort(dag)
wordt een wand van één moot gestort. De
druksterkteklasse van het beton is C30/37. Bij
één van de storten leek het beton afwijkend
van het beton bij alle andere storten. Zowel bij
levering als tijdens het storten en verdichten
leek het beton relatief veel lucht te bevatten.
Bij navraag geeft de betoncentrale aan dat er
in het productieproces en bij de productie
controle geen afwijkingen zijn geconstateerd.
Om te controleren of de druksterkte van het
beton in deze specifieke wand voldoet, wordt
na overleg tussen de aannemer en de beton
centrale besloten de druksterkte te bepalen
van geboorde kernen, en deze te beoordelen.
Monstername
Om te bepalen hoeveel kernen moeten wor
den geboord en waar deze moeten worden
geboord, wordt in NEN
EN 13791 onder
scheid gemaakt in 'testregio's', 'volumes'
en 'testlocaties'. Hier voor geldt dat sprake
kan zijn van meerdere testregio's, dat een
testregio (normaal gesproken) meerdere
volumes bevat en dat een volume meerdere
testlocaties bevat. Ter plekke van elke test
locatie moeten één of meerdere kernen
worden geboord. We zullen dit nu toelichten
(tabel 1, fig. 4).
Tabel 1 Mons tername volgens NEN-EN 13791
(in rood: geldt voor het voorbeeld)
HOEVEELHEID TE CONTROLEREN BETON
circa 120 m³
CONTROLE PER TESTREGIO!
A ANTAL TESTREGIO'S (MA X 180 M³)
1)
120 < 180 ? 1
A ANTAL VOLUMES PER TESTREGIO (CIRCA 30 M³)
120 / 30 = 4
A ANTAL TESTLOCATIES PER VOLUME
aantal volumes
in testregio min aantal testlocaties
per volume
1
2) 3
2 - 4 2
5 - 6 2
A ANTAL KERNEN PER TESTLOCATIE
afmetingen kern min aantal
kernen
per testlocatie
diameter
l : d
50 mm 1 : 1
3) 3
? 75 mm 2 : 1
4) 1
1 : 1
3)
1. Een testregio mag maar één betonmengsel bevatten. Het beton in een testregio mag van
verschillende betoncentrales komen als sprake is
van hetzelfde recept en dezelfde grondstoffen.
Het beton in een testregio mag van verschillende
stortdata zijn.
2.
E
en testregio < 30 m³ mag gezien worden als één
volume als sprake is van één stortdag en geen
verschillen in ladingen bekend zijn.
3.
T
oegestane range: 0,90 : 1 ? 1,10 :1.
4.
T
oegestane range: 1,95 : 1 ? 2,05 : 1.
4 Monstername
v oorbeeldwand
wandlengte circa 24 m
testregio (circa 120 m < 180 m) wanddikte
gem. 900 mm
wandhoogtecirca 5,5 m
wand andere moot
wand andere moot
volume 1
(circa 30 m) volume 2(circa 30 m) volume 3(circa 30 m) volume 4(circa 30 m)
testlocaties ? 1b
? 1h testlocaties
? 2b
? 2h testlocaties
? 3b
? 3h testlocaties
? 4b
? 4h
Betoniek Standaard 17-02.indd 9 04-05-20 11:48
10 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
Ten eerste moet de hoeveelheid te controle
ren beton worden bepaald. De daadwerke
lijke controle of de druksterkte van het
beton in de constructie voldoet, gebeurt per
'testregio', waarbij een testregio maximaal
180 m³ beton mag bevatten. De wand in het
voorbeeld heeft een lengte van circa 24 m,
een gemiddelde dikte van 900 mm en een
hoogte van circa 5,5 m. In totaal bevat de
wand dus bijna 120 m³ beton, waardoor
sprake is van één testregio (blauw in fig. 4).
Als de wand meer dan 180 m³ zou bevatten,
zou deze moeten worden opgesplitst in twee
(of meer) testregio's. Ver volgens zou per
testregio afzonderlijk moeten worden
gecontroleerd of de druksterkte voldoet.
Elke testregio moet worden opgesplitst in
'volumes' van circa 30 m³ beton. In het voor
beeld wordt de wand in de lengte opge
splitst in vier gelijke volumes van bijna
30 m³ met elk een lengte van circa 6 m
(rood in fig. 4).
Per volume moet een aantal 'testlocaties'
worden aangewezen, waaruit de kernen
worden geboord. Het minimumaantal test locaties per volume hangt af van het aantal
volumes in de testregio (tabel 1). De voor
beeldwand heeft vier volumes waardoor
minimaal twee testlocaties per volume
gelden; er zijn dus in totaal minimaal acht
testlocaties (groen in fig. 4). Vanwege de
reden tot twijfel (veel lucht), wordt in over
leg besloten de testlocaties halverwege
('h') de wandhoogte en boven in ('b') de
wand te kiezen.
Ten slotte moeten ter plekke van elke test
locatie één of meerdere kernen worden
geboord. Het minimumaantal kernen per
testlocatie wordt bepaald door de afmetin
gen van de te testen kernen.
Bij de voorbeeldwand is de h.o.h.
af
stand van
de wapening dusdanig groot dat kernen met
een diameter van 90 mm kunnen worden
geboord. Let overigens op dat de diameter
van een geboorde kern per definitie kleiner is
dan de uitwendige diameter van de boor. Er
wordt gebruikgemaakt van een wapenings
detector om de locatie van de wapening te
bepalen. De kernen uit de wand worden
geboord met een lengte van circa 150 mm,
zodat uiteindelijk proefstukken met een
5
Betoniek Standaard 17-02.indd 10 04-05-20 11:48
11 MEI 2020 STANDA ARD 17 02
Tabel 2 R esultaten voorbeeldwandTESTREGIO VOLUMETESTLOCATIE TESTRESULTATEN
KERNWA ARDE f
C,IS 1)
n.v.t.1
1b 1b.1 35,1 28,8
1h 1h.1 37,7 30,9
2 2b 2b.1 34,4 28,2
2h 2h.1 36,3 29,8
3 3b 3b.1 32,8 26,9
3h 3h.1 31,0 25,4
4 4b 4b.1 39,1 32,1
4h 4h.1 36,5 29,9
gemiddeld 29,0
minimum 25,4
1) Inclusief vermenigvuldigingsfactor 0,82.
Tabel 3 Beoor deling volgens NEN-EN 13791
(in rood: geldt voor het voorbeeld)
BEOORDELINGSCRITERIA
aantal volumes
in testregio criterium voor gem
waarde van f
c,is
criterium voor min
waarde van f
c,is
1 geen criterium
2 - 4 ? 0,85 ? (f
ck + 1)? 0,85 ? (f ck - M) 1)
5 - 6 ? 0,85 ? (f ck + 2)
1) C8/10: M = 1 N/mm² C12/15: M = 2 N/mm²
(l : d) v erhouding van 1 : 1 kunnen worden
gemaakt en getest. Let hierbij op dat de norm
aangeeft dat de buitenste 30 mm van de
constructie geen onderdeel mag zijn van het
proefstuk, en dat een kern bijna nooit netjes
recht afbreekt in het beton. Uit tabel 1 volgt
dat bij deze diameter en (l : d)
v
erhouding
één kern per testlocatie voldoende is. Het is
wel verstandig na het boren van elke kern te
kijken of hier een goed proefstuk uit te maken
is. Dat wil zeggen: een proefstuk zonder
wapening, scheuren of relatief grote holten.
Bepaling f c,is
Ver volgens moeten de geboorde kernen
naar een laboratorium worden gebracht,
waar ze worden bewaard, voorbereid en
getest volgens NEN
EN 12504 1. Elke test
locatie levert uiteindelijk een druksterkte
('testresultaat') op (f
c,is). Dit is de gemid
delde waarde van de druksterkten van de
kernen die op die testlocatie zijn genomen.
Deze moet zijn uitgedrukt in een druksterkte
behorend bij een kern met (l : d)
v
erhouding
2 : 1. Als sprake is van een kern met een
(l : d)
v
erhouding van 1 : 1, moet de gemid
delde druksterkte dus nog worden verme
nigvuldigd met de eerdergenoemde factor
van 0,82. Tabel 2 geeft de resultaten voor de
kernen uit de voorbeeldwand, die zijn getest
bij een ouderdom van het beton van 28 dagen.
Beoordeling
Er is nu voor alle testlocaties van de te con
troleren testregio een testresultaat f
c,is.
Om te controleren of de druksterkte van het
beton in de testregio voldoet, moeten de
gemiddelde en de minimumwaarde van f
c,is
worden beoordeeld conform de criteria in
tabel 3. Uit deze tabel blijkt dat deze criteria
afhangen van het aantal volumes in de test
regio. Als wordt voldaan aan beide criteria,
kan worden aangenomen dat de druksterkte
van het beton in de constructie aansluit bij de door de constructeur impliciet aangehou
den waarde voor f
ck,is,28 . De oplettende lezer
ziet de vermenigvuldigingsfactor 0,85 in
figuur 1 (voor uitvoering en verharding) ook
terugkomen in de criteria in tabel 3!
Voor de voorbeeldwand geldt:
?
4 v
olumes in testregio
?
fck = 30 N/mm² voor C30/37
?
g
emiddelde waarde f
c,is = 29,0 N/mm²
?
minimum
waarde f
c,is = 25,4 N/mm²
?
29,0 ? 0,85 · (30 + 1) = 26,4 N/mm²
?
25,4 ? 0,85 · (30 ? 4) = 22,1 N/mm²
Er w
ordt voldaan aan beide criteria.
De druksterkte van het beton in de wand
voldoet.
C16/20: M = 3 N/mm²
? C20/25: M = 4 N/mm²
Betoniek Standaard 17-02.indd 11 04-05-20 11:48
12 MA ART 2020 STANDA ARD 17 02
KENNISDELING VIA BETONIEK, DANKZIJ ONZE PARTNERS
BETONIEK = STANDAARD + VAKBLAD
Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook Betoniek Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie wordt geschreven. Betoniek Vakblad verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn te raadplegen op www.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dat gratis!
BETONIEK = STANDAARD + VAKBLAD
Onderdeel van het
Vakblad
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 1 2020
Goud voor Betoniek INNOVATIEF RECYCLEN DIGITA AL BETON
ONDERWATERVLOER MET GFRP KEURMERK VOOR BETONPRESTATIES
BV1-2020-cover.indd 1 03-02-20 13:38
Lidmaatschap 2020
Kijk voor meer informatie over
onze lidmaatschappen op
www.betoniek.nl/lidworden
of neem contact op via lezers
ser vice@aeneas.nl of
073 205 10 10.
Voorwaarden
Je vindt onze algemene
voorwaarden op
www.betoniek.nl/algemene
publicatievoorwaardenbetoniek.
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over
technologie en uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is
een uitgave van Aeneas Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de
redactie zijn vertegenwoordigd: BAM Infraconsult, ENCI, Mebin, Mobile Concrete
Group, SKGIKOB, Consolis Spanbeton en TNO.
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 'sHertogenbosch
Website
www.betoniek.nl
Lezersservice
T: 073 205 10 10
E: lezersser vice@aeneas.nl Vormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
T: 073 205 10 27
E: betoniek@aeneas.nl
Hoewel de grootst mogelijke zorg
wordt besteed aan de inhoud van
het blad, zijn redactie en uitgever
van
Betoniek niet aansprakelijk
voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslis
singen gebaseerd op de informatie
in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden
van gebruikt beeldmateriaal
worden achterhaald. Belang
hebbenden kunnen contact
opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2020
ISSN: 23521090
DANK WOORD
De redactie van Betoniek bedankt Jan Gijs
bers (TNO) voor het inbrengen van zijn kennis
en expertise bij de totstandkoming van dit
nummer. Jan Gijsbers was namens CEN/
TC250/SC2 lid van CEN/TC104/SC1/TG11
die de nieuwe EN 13791 heeft opgesteld.
TOT SLOT
In deze Betoniek hebben we geleerd dat de
constructeur er bij zijn berekeningen niet
alleen van uitgaat dat het geleverde beton
voldoet aan de druksterkteklasse, maar dat
hij ook uitgaat van normale invloeden tijdens
de uitvoering en de verharding. Als er in de
praktijk twijfel is aan het geleverde beton
en/of aan de uitvoering, moet worden
gecontroleerd of de druksterkte van het
beton in de constructie aansluit bij de door
de constructeur aangehouden waarde. Voor
deze controle kan gebruik worden gemaakt
van de norm NENEN 13791.
Betoniek Standaard 17-02.indd 12 04-05-20 11:48
Reacties