Om betonspecie onder water te kunnen storten zonder dat het ontmengt, is er colloïdaal beton. CROW-CUR Aanbeveling 18 beschrijft de eisen aan deze verdikte beton. Recent is een derde herziene versie van deze Aanbeveling uitgekomen. Een mooie gelegenheid om weer
eens dieper op het onderwerp in te gaan.
CROW-CUR A ANBEVELING 18 HERZIEN
Om betonspecie onder water te kunnen storten zonder dat het
ontmengt, is er colloïdaal beton. CROW-CUR Aanbeveling 18 beschrijft
de eisen aan deze verdikte beton. Recent is een derde herziene versie
van deze Aanbeveling uitgekomen. Een mooie gelegenheid om weer
eens dieper op het onderwerp in te gaan.
Colloïdaal betonen de
strijd tegen het water
B
eton heeft water nodig; water om te
vloeien, water om te verharden. Niet te
veel en niet te weinig. Met water rege-
len we de verwerkbaarheid, de krimp, de con-
structieve eigenschappen en de levensduur
(milieuklasse). Ook andersom geldt: water
heeft beton nodig. In de vorm van dijkbekle- dingen, sluizen, rioolleidingen. Beton speelt
een cruciale rol bij de deltawerken en natte
infrastructuur.
Voor deze bouwwerken is het soms nodig
beton onder water te storten. Daarbij kan het
risico ontstaan op uitspoelen van de cement-
pasta. Om dit tegen te gaan kan de cement-
CROW-CUR Aanbeveling 18:2020
Colloïdaal beton
CROW-CUR Aanbeveling 18-2020 Colloi?daal beton_cv.indd 1-2 26-11-20 10:22
2 CROW-CUR Aanbeveling 18:2020
16 VAKBL AD 2 2021
Auteur Martin Verweij, Cementbouw
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 16BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 16 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
pasta worden verdikt. Dit doen we door het
toevoegen van een colloïdale hulpstof. Zo ont-
staat colloïdaal beton.
ONDERWATERBETON
De termen onderwaterbeton en colloïdaal
beton worden wel eens als synoniemen gehan-
teerd. Echter, niet alle beton dat onder water
wordt gestort, is colloïdaal beton. In rustig
water en met een beperkte valhoogte kan gewoon beton onder water worden gestort.
Zeker wanneer de Hop-dobber wordt toege-
past, is er nagenoeg geen contact tussen
betonspecie en water (fi g. 3). Dit gebeurt bij-
voorbeeld bij bouwkuipen die onder water
staan (foto 4). Zie ook Betoniek Standaard
16-23 Onderwaterbeton uit januari 2018 en
CUR-Aanbeveling 77.
Kenmerkend voor onderwaterbeton is de
slechte bereikbaarheid van het gestorte beton
en het ontbreken van mechanische verdich-
ting. De mengsels moeten nagenoeg zelfver-
dichtend zijn; de waterkolom boven het beton
verdicht de specie enigszins.
Recente ontwikkelingen zijn de toevoeging van
staalvezels respectievelijk glasvezels. Met staalvezels worden de constructieve eigen-
schappen van het beton verbeterd en kan een
kleinere vloerdikte worden toegepast. Ook
kunnen glasvezels worden toegepast als con-
structieve en krimpwapening, bijvoorbeeld in
de Onderdoorgangen in de N348 (zie het
Betoniek-artikel Onderwaterbetonvloer met
GFRP uit nieuws januari 2020).
COLLOÏDA AL BETON
Niet altijd kan met een hop-dobber worden
gestort, bijvoorbeeld wanneer het stempel-
raam van de bouwkuip in de weg zit. In dit geval
is colloïdaal beton een uitkomst. Maar ook bij
storten in (snel) stromend water of op oevers
rondom de waterlijn waarbij uitspoeling kan
optreden als gevolg van golfslag (scheep-
vaartgolven of windgolven). De eerste vraag is
dus: is colloïdaal beton nodig of niet? De
Betonbouwgids onderscheidt een aantal uit-
eenlopende toepassingen en functies van col-
loïdaal beton (tabel 1).
Volgens
Betoniek 7/22 is colloïdaal beton in
1983 in Nederland geïntroduceerd. Sindsdien
is er aan het principe weinig veranderd. Een
hulpstof zorgt voor een hoge viscositeit van de
betonspecie en voorkomt zo het uitspoelen tij-
dens het vallen in water of als gevolg van stro-
ming. De keuze en de dosering van deze hulp-
stof is cruciaal.
HULPSTOF
De toegepaste hulpstoff en in colloïdaal beton
(verdikkers) zijn meestal gebaseerd op cellu-
lose (ethers van cellulose), zoals methyl-
hydroxyethyl-cellulose. Ook polysacharides
kunnen worden toegepast, maar in Nederland
Tabel 1 Toepassingen colloïdaal beton
FUNCTIE T YPE CONSTRUCTIE
Oeverbescherming monoliet constructie in gesloten of open colloïdaal beton of breuksteen bestortingen,
deels of volledig gepenetreerd met gesloten of open colloïdaal beton
Bodembescherming open of gesloten colloïdaal beton op die plaatsen waar door snelstromend water gevaar
van sterke bodemerosie aanwezig is, zoals op de bodem van beken en rivieren of
voor stortbedden bij sluizen en stuwen. Dit kan ook in de vorm van een breuksteenlaag
die gedeeltelijk of volledig gepenetreerd is met colloïdaal beton.
Bodemafsluiting bij
bouwputten (gewapende) onderwaterbetonvloeren, aanbrengen van beton met kubel of betonpomp
zonder gebruik van speciale stortmethoden
Afdichten van funderingen vullen van lange holle buispalen in grondwater, toepassing in diepwanden bij hoge hydrostatische druk
Een colloïdale hulpstof zorgt voor een hoge taaiheid van de
betonspecie en voorkomt zo het uitspoelen tijdens het vallen in
water of als gevolg van stroming
De termen onderwaterbeton en
colloïdaal beton worden ten
onrechte nog wel eens als
synoniemen gehanteerd
1 Aanbrengen onderwaterbeton
Garenmarkt, foto: Hielco Kuipers Fotoproducties
3 De Hop-dobber, bron: Betonlexicon
17 VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 17BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 17 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
is dit niet de praktijk. De hulpstoffen moeten
zijn gecertificeerd op basis van EN 934-2 [5] en
BRL 1803 [4]. In deze BRL vallen ze onder vis-
cositeit modificerende hulpstoffen, met kleur -
code lila. Hierbij zijn ze getoetst op een aantal
aspecten, zoals de neiging tot segregatie, maar
ook mogelijk schadelijke bestanddelen en de
invloed op het luchtgehalte en op de druk -
sterkte. Deze toetsing wordt uitgevoerd met
referentiemengsels. Het is dus zaak om deze
aspecten ook te toetsen in de toe te passen
betonmengsels. Hier komt bij dat verdikkers in
het algemeen de cementreactie vertragen; een
vertraging van de binding en van de verharding
zijn dus te verwachten.
Een ander aspect is een praktische: hoe krijg je
de beoogde hulpstof op een veilige manier in
de juiste dosering homogeen door het beton?
Leveranciers van hulpstoffen adviseren vaak
om de hulpstof door het toeslagmateriaal te mengen. In de menger ontstaat dan echter een
zeer taai mengsel dat slecht te lossen is. Nog
los van het feit dat de menger in een betoncen-
trale vaak niet toegankelijk is voor handmatig
doseren van additieven. Een mogelijkheid is
dosering achteraf in de truckmixer. Voordeel is
dat de hoeveelheid te doseren hulpstof vaak
beperkt is. Maar het kan ook lastig zijn om juist
deze kleine hoeveelheid homogeen door het
beton te krijgen.
MENGSELONTWERP
Naast het type en hoeveelheid colloïdale hulp-
stof zijn ook andere aspecten van het mengsel-
ontwerp belangrijk, met name de hoeveelheid
fijn materiaal en de verwerkbaarheid (consis
-
4 Onder
waterbeton met Hop-dobber
5
Onderwaterbeton bij de Garenmarkt in Leiden
Naast het type en hoeveelheid colloïdale hulpstof zijn ook andere
aspecten van het mengselontwerp belangrijk, met name de
hoeveelheid fijn materiaal en de verwerkbaarheid
18 VAKBL AD
2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 18BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 18 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
tentiegebieden minimaal S4 tot maximaal SF1).
Bij lange transportafstanden naar afgelegen
werken is de terugloop van de verwerkbaarheid
in de tijd belangrijk en bij het verpompen door
lange leiding de terugloop onder druk.
Zeker bij het vullen van tussenruimten van
stortsteen op een helling zijn deze aspecten
van belang. Het beton moet tot onderin de
ruimte tussen de stortsteen vullen, maar mag
niet te sterk van de helling af lopen. Daar komt
nog bij dat de temperatuur van onderwaterbe-
ton, stortsteen en water kan wisselen door het
jaar en met name laag kan zijn. Dit is de reden
dat een proefvak kan worden voorgeschreven;
vaak een deel van het werk dat met bijzondere
aandacht wordt uitgevoerd en geëvalueerd.
UITSPOELPROEF
Wereldwijd zijn er uiteenlopende methoden
bedacht om de uitspoeling van cementpasta in water te meten; van troebelheid en pH van het
water tot gewichtsverlies. In Nederland wordt
een vrij strenge proef gehanteerd. Een korf met
2 kg betonspecie wordt drie keer op en neer
door een kolom water van 2 m hoogte bewogen.
Het gewichtsverlies wordt gemeten en mag
maximaal 5% zijn. Dit gewichtsverlies zal in de
praktijk niet vaak optreden, omdat de omstan-
digheden meestal minder belastend zijn. Alleen
hoge stroomsnelheden, golfaanval of een hoge
valhoogte van het beton door de waterkolom,
zullen dergelijke hoeveelheden uitspoeling tot
gevolg hebben. Met gewoon beton is het
gewichtsverlies tijdens de uitspoelproef trou-
wens in de ordegrootte van 25%.
Er is overwogen om een tweede uitspoelklasse
in te voeren; tussen 5 en 10%. Dit vanwege de
nadelen die aan de toevoeging van de hulpstof
kleven en de kosten. Echter, dan wordt het erg
ingewikkeld en kan er niet meer naar CROW-CUR Aanbeveling 18 zonder meer worden ver
-
wezen in bestekken e.d., maar moet daarbij
een klasse worden vermeld. Dit levert geheid
misverstanden op. Wanneer in de praktijk een
hoger uitspoelpercentage toelaatbaar is, kan
dit in overleg worden overeengekomen. Met
daarnaast verwijzing naar de CROW-CUR Aan-
beveling 18 voor alle overige aspecten.
Het verschil met gewone mengsels is dat de
deeltjes zo klein zijn dat ze niet uitzakken.
Denk aan mistdruppeltjes die blijven zweven
terwijl ze 775 keer zwaarder zijn dan lucht.
Wanneer deeltjes grover zijn, krijgt de zwaar -
tekracht invloed en zakken ze uit (regen). Er is
geen harde grens voor de deeltjesgrootte,
maar hij ligt globaal bij enkele micrometers tot
10 micrometer. Een deel van cement kan dus
colloïdaal worden genoemd.
De colloïdale hulpstoffen die worden toegepast
bij colloïdaal beton zijn oplosbaar in water en
vormen dus een oplossing. Dit is een 1 fase-sys -
teem; de opgeloste stof vormt géén aparte fase.
Het is dus officiee l niet colloïdaal te noemen.
Vuistregel is dat colloïdale systemen meestal
troebel zijn; ze laten geen licht door omdat dit
weerkaatst op de deeltjes. Oplossingen daar -
entegen zijn transparant; losse moleculen
kunnen geen licht weerkaatsen. Zie foto's 2
lijmsoorten hieronder (foto 7a en 7b).
Een uitzondering is een gel: hierin is water
gedispergeerd in een vaste stof. Deze vaste sof
bestaat uit een netwerk van deeltjes (zoals klei)
of polymeermoleculen (hydroxyethylcellulose).
6 Oe
ver langs het Julianakanaal
7 V
oorbeelden van stoffen in een verschillende toestand
IS DE COLLOÏDALE HULPSTOF WEL
COLLOÏDA AL?
Colloïden zijn mengsels van stoffen met een
verschillende toestand of fase; vast, vloeibaar
of gasvorming. Doordat de stoffen niet in elkaar
oplossen blijven ze als twee fasen aanwezig.
Voorbeelden van de verschillende colloïdale
systemen zijn gegeven in tabel 2 en foto 7.
Tabel 2 voorbeelden verschillende met verschillende toestand of fase
DEELTJES
MEDIUM VA S T
VLOEIBA ARGASVORMIG
VA ST Gietijzer
(koolstof in ijzer) Houtlijm
(polymeer in water)Rook
(roet in lucht)
VLOEIBA AR Kaas
(vet en water in eiwit) Mayonaise
(olie in water)Mist
(water in lucht)
GASVORMING Puimsteen
(lucht in lavasteen) Schuim
(lucht in water)Bestaat niet
(alle gassen mengen)
19
VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 19BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 19 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
De colloïdale hulpstof vormt in hoge dosering
een gel en in lagere dosering een polymere
oplossing.
Een spraakverwarring is dat de hulpstof een
waterretentiemiddel (WRT) wordt genoemd.
Waterretentiemiddelen voorkomen transport,
onttrekking en eventueel verdamping van
water. Bijvoorbeeld in een metselmortel waar-
aan een middel wordt toegevoegd om de ont-
trekking van water door droge metselstenen te
verminderen. De hoofdwerking van een colloï-
dale hulpstof is echter het verhogen van de vis-
cositeit van het beton (zie ook het kader Vloei-
stofdynamica). Veel retentiemiddelen
verhogen ook de viscositeit en viscositeitsver-
hogers (in het Engels: Viscosity Modifying
Agent (VMA)) houden ook wat water vast,
maar er is een verschil.
Ook in de BRL 1803 zijn dit twee verschillende
categorieën (VMA vs. WRT), met vrijwel
dezelfde kleurcode; lila vs. violet. Colloïdale
hulpstof is duidelijk een VMA.
TERMINOLOGIE
Zie ook fi g. 8:
Dispersie: fi jn verdeelde stof in een andere
stof of colloïdaal systeem
Disperse of gedispergeerde fase: de deeltjes
Continue fase: het medium
Suspensie: dispersie van vaste stof in een
vloeistof (ronde, hoekige, grillige, platte of
naaldvormige deeltjes)
Emulsie: dispersie van een vloeistof in een
andere vloeistof
Aerosol: dispersie van vloeistof of vaste stof in
een gas
Coaguleren: samenklonteren van gedisper-
geerde deeltjes
Coalesceren: samenvloeien van gedisper-
geerde vloeistof in een emulsie
Stabilisator: voorkomt coaguleren en
coalesceren
Sedimenteren: uitzakken (van grove of gecoa-
guleerde deeltjes)
v1
v2
D1
Fz
Fw
Fz
Betonspecie water
8 Verschillende fases in een mengsel 9 VLOEISTOFDYNAMICA
Betonspecie en water zijn vloeistoff en. De theorie voor stroming en menging van vloeistoff en heet
vloeistofdynamica. Vloeistofdynamica geeft ook inzicht in de fenomenen en invloedsfactoren bij het storten van
onderwaterbeton. Wanneer betonspecie (vloeistof 1) in water (vloeistof 2) valt, zakt hij naar de bodem ten
gevolge van de hogere volumieke massa van beton. De drijvende kracht hier voor is het dichtheidsverschil (maal
de zwaartekracht-versnelling)
VAKBL AD 2 2021
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 20BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 20 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
DE NIEUWE CROW-CUR A ANBEVELING
De richtlijn is om alle CUR(-CROW) Aanbeve-
lingen eens in de vijf jaar tegen het licht te hou-
den en na te gaan of een update nodig is. Voor
CUR-Aanbeveling 18 uit 2011 was dit het geval.
Om tot een nieuwe aanbeveling te komen is
een uitgebreide enquête gehouden onder pro-
ducenten, verwerkers en opdrachtgevers voor
colloïdaal beton. Voordat inhoudelijk naar de
Aanbeveling is gekeken, is de vraag gesteld op
welke schaal colloïdaal beton in Nederland
wordt toegepast en of de CUR-Aanbeveling
hierbij een rol speelde. Uit de enquête bleek
dat dit zeker het geval is en dit gold ook voor
colloïdaal beton met open structuur. Het
draagvlak voor een nieuwe Aanbeveling was
dan ook groot. Aan de hand van dezelfde
enquête zijn adviezen en commentaar opge -
haald onder de belanghebbenden. De Aanbe -
veling is aangepast aan de vigerende normen.
Zo wordt er verwezen naar de Eurocode 2 voor
betonconstructies NEN-EN 1992-1-1, normen
voor additieven NEN-EN 934-2, de uitvoe -
ringsnorm NEN-EN 13670 (2009) en Neder -
10 C
omputersimulatie van turbulente stroming
landse aanvulling NEN 8670. Daarnaast zijn er
praktijker varingen opgedaan waaruit de
behoefte naar voren kwam om bepaalde
onderwerpen aan te scherpen en eenduidiger
te formuleren.
Voor andere aspecten aan onderwaterbeton,
zoals de uitvoering en constructieve eisen,
wordt verwezen naar het Handboek Onder -
gronds Bouwen van het Centrum voor Onder -
gronds Bouwen (COB).
LITER ATUUR
? CR
OW-CUR Aanbeveling 18:2020 ? Colloïdaal beton.
? Be toniek 16/23 ? Tot op de bodem. Aeneas Media,
februari 2018.
?
CUR -Aanbeveling 77 ? Onderwaterbeton.
? BR L 1803: Hulpstoffen voor beton, mortels of
injectiemortel.
?
EN 934-2: A dmixtures for concrete, mortar and grout.
? H andboek Ondergronds Bouwen, deel 2 ? Bouwen
vanaf maaiveld. Centrum Ondergronds Bouwen, 2000.
Samen met Betoniek kennisdelen
in een webinar?
Wij stimuleren kennisuitwisseling in elke vorm, dus ook via een webinar of een andere vorm
van een evenement. Hoe we dat doen, bepalen we graag samen met jou.
Interesse? Neem contact op met Marjolein Heijmans via m.heijmans@aeneas.nl of via 06-57 67 63 51.
BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 21BV2-2021_3. coloIdaal beton.indd 21 05-07-21 13:4205-07-21 13:42
Reacties