Betoniek13|05 Betoniek mei 2004 1Een warm gevoel van binnenMeten is weten! En vaak willen we van alles weten, bijvoorbeeld hoe hoog is deconstructie, wat is de verwerkbaarheid van de betonspecie of de sterkteklassevan beton. Hiervoor zijn allerlei meettechnieken. Met een duimstok kunnenwe de hoogte van een constructie bepalen. Voor de verwerkbaarheid vanbetonspecie hebben we de schudmaat. En de sterkteklasse bepalen we viahet beproeven met kubussen die 28 dagen verhard zijn onder standaardomstandigheden. Maar wat als we nu de eigenschappen van het beton willenweten tijdens de verharding, bijvoorbeeld om het beton voor te spannen ofom het tijdstip te bepalen wanneer we kunnen stoppen met koelen. Voor eenantwoord op deze vragen meten we vaak de temperatuur in de constructie.Hoe doe je dat, wat meet je en wat zijn de resultaten van zo'n meting.Op deze vragen vind je het antwoord in deze Betoniek.13 05B A N D U I T G AV Emei 2 0 0 4 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O NDe verharding van cement en water is een chemi-sche reactie, waarbij warmte vrij komt. Een deelvan de warmte gaat verloren naar de omgeving.Toch is de productie van warmte zo groot dat detemperatuur in een constructie stijgt. Hoeveel dezetemperatuur stijgt is afhankelijk van de groottevan de constructie, het type bekisting, maar ook vande mengselsamenstelling zelf. Vanuit het tempera-tuurverloop kan een relatie gelegd worden naar deeigenschappen van het beton, bijvoorbeeld de druk-sterkte. Een bekend voorbeeld hiervan is de methodevan gewogen rijpheid. Met deze methode kan viaeen gemeten temperatuurontwikkeling een rijpheidbepaald worden, die weer een relatie heeft met dedruksterkte.Voor het meten van de temperatuur wordt veelalgebruik gemaakt van thermokoppels. Een thermo-koppel is snel gemaakt en de materialen zijn nietduur. Het is daarmee een eenvoudige manier omde temperatuur te meten.Werking thermokoppelEen thermokoppel wordt gemaakt van thermo-koppeldraad. Dit bestaat uit 2 draden van verschil-lend metaal met isolatiemateriaal eromheen.Aan één zijde wordt een meetpunt gemaakt door dedraden te strippen en de blootgelegde metalen goedmet elkaar te verbinden, zie foto 2. Aan de anderezijde wordt het thermokoppeldraad weer via deblootgelegde metalen draden aangesloten op eenmeetapparaat. Het resultaat is een stroomkring.Uit de natuurkunde weten we dat ieder metaal eenbepaald potentiaal heeft. Bij de combinatie van tweemetalen ontstaat een potentiaalverschil.13|05 Betoniek mei 20042Type thermokoppeldraadThermokoppeldraad is verkrijgbaar in verschillendetypen. Het type geeft aan uit welke metalen hetthermokoppeldraad is samengesteld. Het type datvoor temperatuurmetingen in beton veel gebruiktwordt is type J. Type J staat voor ijzer versus con-stantaan. Dit houdt in dat één ader een ijzerdraad isen de andere ader een constantaan draad. Een anderveel gebruikt type in de industrie is type K. Dit is eencombinatie van chroomnikkel versus aluminiumnikkel.Andere typen met metalen zijn: type T, E en N. Er zijnook thermokoppels met edelmetalen, type R, S en B.Type S bestaat bijvoorbeeld uit platina en rhodium.Een kostbaar thermokoppel dus.b. Foute thermokoppela. Goede thermokoppelTwee typen thermokoppeldraad, boven type J, onder type K13|05 Betoniek mei 2004 3Dit kunnen we als een spanningsverschil meten.Bij bepaalde combinaties van metalen is het poten-tiaalverschil temperatuurafhankelijk en kan uithet spanningsverschil de temperatuur afgeleid wor-den bij het meetpunt. Op dit principe berust de wer-king van het thermokoppel.Een veel gebruikte combinatie van metalen in debetonbouw is ijzer en constantaan, dit wordttype J thermokoppeldraad genoemd. Andere typenthermokoppeldraad staan genoemd in kader 1.Vaak wordt het thermokoppel voorzien van eenbescherming: een krimpkousje. Het krimpkousjewordt over het meetpunt geplaatst. Door deze teverwarmen, krimpt het kousje om het meetpunt enis deze min of meer beschermt. Deze beschermingbetreft de isolatie van andere metalen, zoals bij-voorbeeld de wapening. Dit kan de meting namelijkverstoren.Plaatsen van meetpuntenNadat het thermokoppel is gemaakt, kan het in deconstructie worden geplaatst. Veelal wordt gekozenvoor een bevestiging aan de wapening. Dit kan heeleenvoudig met een stukje tape, zie foto 3.Bij het plaatsen is het goed rekening te houdenmet het verdichten van het beton. Wanneer eentrilnaald het meetpunt raakt, beschadigt dezezodanig dat er geen temperatuur gemeten wordt.Een meetpunt wordt vaak bevestigd aan de wape-ning. Dit kan aan allerlei zijden van de staaf. Doorhet meetpunt aan die zijde van de staaf te plaatsenwaar de minste kans op raken van de trilnaaldbestaat, wordt de kans op beschadigingen kleiner.Helemaal uitgesloten is het nooit.Aansluiten thermokoppelsNu de thermokoppels in de constructie zijngeplaatst, moeten de draden uit de constructie naarde meetapparatuur worden geleid. Hiervoor wordthet thermokoppeldraad langs de wapening naareen zijde van de constructie geleid. Daar verlaathet thermokoppel het beton op weg naar de meet-apparatuur. Een nadeel van de meetmethode is datvoor ieder meetpunt een draad uit het beton komt.Dit kan in de praktijk leiden tot indrukwekkendeplaatjes, zie foto 4. Deze draden zijn kwetsbaar:er kan iemand op gaan staan en het zijn struikel-risico's. Dit maakt dat het punt waar de draden deMeetpunt ter plaatse van de betondekkingconstructie verlaten en de plaats van de meet-apparatuur enige aandacht vragen. Niet in een druk-betreden gebied, maar juist wat meer achteraf, waarniet vaak iemand komt. Natuurlijk moet de meetap-paratuur wel goed toegankelijk zijn voor controle.De verbinding van thermokoppeldraad aan demeetapparatuur vraagt enige aandacht. Het gaat ernamelijk om, de juiste verbinding te maken: deijzeren ader van het thermokoppel aan de min poolen de constantaan ader aan de plus pool, zie foto 5.Alleen op deze manier wordt een juiste temperatuurgemeten. Vaak wordt voor het maken van de verbin-ding een stekker bevestigd aan het thermokoppel-draad. Deze kan van tevoren worden aangebracht.De verbinding in het werk bestaat dan uit hetinpluggen van de stekkers in de meetapparatuur.MeetapparatuurDe meest bekende en gebruikte meetapparatuuris de rijpheidscomputer. Dit is een meetapparaatspeciaal ontwikkeld voor het meten van temperatu-ren en rijpheden van beton. De temperatuur wordtgeregistreerd en direct omgezet naar een gewogenrijpheid. De uitlezing kan zowel temperatuur alsrijpheid zijn. Hiermee is een directe koppeling naarde sterkteontwikkeling van het beton mogelijk.Op de rijpheidscomputer kunnen vier thermo-koppels worden aangesloten.Er is ook andere apparatuur voor het meten vantemperaturen, vaak met meer aansluitingen voorthermokoppels. Het nadeel hiervan is dat de uitle-zing alleen de temperatuur is. Voor de koppelingnaar de sterkteontwikkeling, moet de temperatuureerst omgerekend worden naar een gewogen rijp-heid. Dit kost tijd en kan vaak niet op de meet-locatie. Het maakt deze apparatuur minder geschiktvoor rijpheidsmetingen.Met de keuze voor een meetapparaat ligt in demeeste gevallen ook de keuze voor een type thermo-koppel vast. Ieder type draad heeft zijn eigen karak-teristiek. Dat heeft tot gevolg dat het thermokoppel-draad afgestemd moet zijn op de gebruikte meet-apparatuur. Soms heeft dit tot gevolg dat er maaréén type thermokoppeldraad gebruikt kan worden,bij andere meetapparatuur moet vooraf ingesteldworden welk type thermokoppeldraad wordtgebruikt.13|05 Betoniek mei 20044Bevestiging aan de wapeningStekker voor verbinding thermokoppeldraad aan de meetapparatuur13|05 Betoniek mei 2004 5NabehandelingIn de VBU 2002 wordt de lengte van nabehandelingvoorgeschreven tot 50% van de sterkteklasse is bereikt.Wanneer gekozen wordt voor het laten staan van debekisting als nabehandeling van het beton, heeft dittot gevolg dat het ontkisten niet afhankelijk is van deconstructieve sterkte van het constructieonderdeel,maar van de nabehandeling. In dat geval willen wegeen gemiddelde sterkte weten, maar de sterkte in dedekking. Deze is bepalend voor het tijdstip waarop debekisting verwijderd kan worden. De temperatuur inde dekking is dus van belang voor de lengte van nabe-handelen. Wanneer er verschillen verwacht worden inde temperatuurontwikkeling in de dekking, bijvoor-beeld aan de onder- en bovenzijde zal op beide loca-ties gemeten moeten worden.Voorgespannen balkVan belang is het te weten wanneer de sterkte van debalk voldoende is om de drukkrachten ten gevolgevan het voorspannen op te nemen. Om de sterkte tebepalen is gekozen voor de methode van de gewogenrijpheid. Er worden drie thermokoppels in de con-structie aangebracht. Omdat er toch één meetpuntover is, wordt het vierde meetpunt in de buitenluchtgeplaatst. Het is dan van belang de temperatuur endaarmee de sterkte te meten op het punt waar degrootste krachten te verwachten zijn. Dit is in hetgebied van de voorspankop.Voorbeeld locatie meetpunten voorgespannen balk50501234Locatie meetpunten in de constructieWaar plaats je nu meetpunten? Dat lijkt een een-voudige vraag, maar eigenlijk is dit de essentie vande temperatuurmeting. Je meet de temperatuurslechts op de plaats waar het meetpunt geplaatst is.Plaats je het thermokoppel in het hart van deconstructie, dan meet je de temperatuur daar.Deze temperatuur zal anders verlopen dan de tempe-ratuur in bijvoorbeeld de dekking van deze construc-tie. In beide gevallen meet je een temperatuur-verloop in de constructie, maar wel een verschillendtemperatuurverloop. Wanneer je hiervan een sterk-teontwikkeling afleidt, zal er dus ook een anderesterkteontwikkeling uit voortkomen. Het is dusvan belang van tevoren te bedenken waar de meet-punten moeten komen. In onderstaand kader staaneen tweetal voorbeelden om verschillen aan te gevenwaar meetpunten geplaatst kunnen worden. In heteerste voorbeeld spreekt de locatie van de meetpun-ten voor zich. In het tweede voorbeeld spreken weover het meten van de temperatuur in de dekking.Wat is nu meten in de dekking? Plaatsen we hetthermokoppel dan zo ver mogelijk naar buiten, bij-voorbeeld op 1 cm vanaf de buitenzijde of houdenwe nog een zekere afstand aan? Dat laatste is hetgeval. De dekking is er voor het realiseren van eenvoldoende duurzame constructie.Daar passen geen verstoringen in de vorm van ther-mokoppels in. Je kunt je voorstellen dat er ter plaat-se van een thermokoppel een directe verbindingvan buiten naar de wapening ontstaat. Als stelregelwordt daarom het buitenste meetpunt aan de bui-tenste staaf bevestigd. Hierdoor blijft de dekking instand en wordt toch op het uiterste punt gemeten.13|05 Betoniek mei 20046Aandachtspunten uitvoeringHiervoor hebben we beschreven hoe een tempera-tuurmeting op hoofdlijnen tot stand komt. Voor eensuccesvolle toepassing geven we nog een aantal aan-dachtspunten voor de uitvoering.ReserveEen groot voordeel van het gebruik van een thermo-koppel is, dat problemen vaak vrij eenvoudigkunnen worden opgelost. Een nieuw meetpunt is zogemaakt: je knipt het oude meetpunt en een stukthermokoppeldraad af, stript het draad zo dat demetalen weer blootliggen en maakt een nieuw meet-punt. Dit geldt ook bij problemen bij de aansluiting:knip een stuk thermokoppeldraad af en je kunt zoeen nieuwe aansluiting maken.Hiervan kun je ook gebruik maken bij belangrijketemperatuurmetingen. Je kunt daarbij alles dubbeluitvoeren, maar omdat de problemen vaak optredenbij het meetpunt kun je er ook voor kiezen eenreserveset thermokoppels in te storten. Wanneer eenthermokoppel niet functioneert, kan eenvoudigovergeschakeld worden naar het andere thermo-koppel. Op die manier kan de meting toch doorgaan.TestenEen veel voorkomende oorzaak van het mislukkenvan temperatuurmetingen is een niet-werkendthermokoppel. Vaak komt dit door het verkeerd omaansluiten van het thermokoppel in de stekker(plus en min omgedraaid). Dit kan heel eenvoudigvoorkomen worden door de thermokoppels na hetmaken te testen. De snelste methode is het thermo-koppel aan te sluiten op de meetapparatuur en evenhet meetpunt vastpakken. Door de warmere handenzal de temperatuur moeten stijgen. Bij een verkeerdeaansluiting van het thermokoppeldraad zal de tem-peratuur niet stijgen, maar dalen. In plaats van hetvastpakken van het meetpunt, kan deze ook in eenbekertje heet water geplaatst worden.HerkenbaarheidDe meetpunten zijn geplaatst en de draden komenuit de bekisting, gereed voor aansluiting aan demeetapparatuur. En dan, welke draad hoort nu bijwelk meetpunt? Om dit probleem te voorkomen ishet handig bij het maken van de thermokoppels eennummering aan te brengen. Iedere draad krijgt hetnummer van een meetpunt. Met een stukje tape eneen viltstift kan dit nummer aan het draad beves-tigd worden. Denk wel aan het aanbrengen van hetnummer op verscheidende plaatsen langs de draad:de thermokoppeldraden zijn vaak tussen de 10 en20 meter lang. Een nummer aan de zijde van hetmeetpunt evenals aan de zijde van de aansluiting isdaarbij onmisbaar.Lengte thermokoppeldraadAls de lengte van het thermokoppel te groot wordt,kan de interne weerstand van de draad de metinggaan beïnvloeden. Er is dus een grens aan de lengtevan een thermokoppel. Hierbij moet gedachtworden aan lengten van rond de 100 meter.Meetbereik en meetnauwkeurigheidIeder type thermokoppeldraad heeft een meet-bereik. Dit houdt in dat alleen temperaturengemeten kunnen worden die binnen dit bereikliggen. Nu is dit voor het meten van temperaturenin beton (tussen -10 en 100 °C) geen enkel probleem.Het meetbereik kan met elk type thermokoppel-draad worden gemeten.Wat wel een punt van aandacht kan zijn, is de meet-nauwkeurigheid. Deze hangt vooral af van de meet-apparatuur. Met de huidige meetapparatuur is eenaflezing op hele graden en een nauwkeurigheid van± 2 °C geaccepteerd. Dat is voldoende nauwkeurigvoor het bepalen van de sterkteontwikkeling.Gebroken draadEen breuk in het thermokoppeldraad wordt nietaltijd direct opgemerkt. Het is mogelijk met eenbreuk in het thermokoppeldraad toch temperaturente meten. Dit komt doordat een breuk soms leidt toteen nieuwe verbinding tussen de verschillendemetalen van het thermokoppeldraad. Hier ontstaateen nieuw meetpunt en de temperatuur wordt daarter plaatse gemeten. In de meeste gevallen zit debreuk in de draad buiten het beton en wordt daar-door de omgevingstemperatuur gemeten. Dit is danuiteraard een andere temperatuurontwikkeling dangedacht. Een zelfde probleem treedt op als de aan-sluiting aan de meetapparatuur wat slordig wordtuitgevoerd en het thermokoppeldraad al bij deaansluiting contact maakt.13|05 Betoniek mei 2004 7StralingEen volgend aandachtspunt is het gebruik vanthermokoppels in gebieden met sterke straling.Denk hierbij in de omgeving van radio-en tv-mastenof vliegvelden. Door de straling van deze mastenwordt een elektrisch veld in de omgeving opgewekt.Deze kan de stroom in het thermokoppel beïn-vloeden en daarmee de meting verstoren.Uit Denemarken komt de ervaring van een tempera-tuurmeting in de omgeving van de radiomast.Iedere avond wordt om middernacht het luidenvan de klok over de radio uitgezonden. In de tempe-ratuurmeting van een verhardende wand is hetluiden van deze klok ook zichtbaar door een piek inde temperatuur.RoestvormingHet veel gebruikte thermokoppeldraad type Jbestaat uit een constantaan en ijzer. En van ijzerweten we dat het kan roesten als het in de buiten-lucht geplaatst wordt. Dat geldt dus ook voor ditthermokoppeldraad. Ook dit kan, wanneer het langen onbeschermd in de buitenlucht geplaatst wordt,gaan roesten en daardoor niet meer optimaalwerken. Thermokoppels in de buitenlucht kunnenmet een krimpkousje redelijk beschermd worden.Roestvorming treedt uiteraard niet op bij thermo-koppels in het beton, deze zijn door het betonbeschermd tegen corrosie.Aan de andere zijde, de aansluiting van het thermo-koppeldraad aan de meetapparatuur, kan ook roest-vorming optreden. Wanneer de meting relatief langingezet wordt, kan dit probleem zich voordoen ende meting verstoren.De oplossing bij het optreden van roestvorming iseenvoudig: verwijder het gecorrodeerde deel vanhet thermokoppeldraad door het af te knippen enmaak een nieuwe aansluiting.VoorbeeldLaten we aan de hand van een voorbeeld eens zienhoe een temperatuurmeting er in de praktijk uit-ziet. We hebben gekozen voor een vloer van eenbouwput. Deze vloer heeft de volgende kenmerken:· de vloer wordt als onderwaterbeton gestort· het onderwaterbeton heeft een dikte van 1,50 m· de vloer wordt in februari gestort· wanneer de vloer een sterkte heeft van 25 N/mm2kan gestart worden met het afpompen.Er is gekozen de sterkteontwikkeling in de vloer viade methode van gewogen rijpheid te bepalen.Daarvoor is het nodig de temperatuurontwikkelingte meten via thermokoppels.Wat wordt nu het voorstel voor de locatie van demeetpunten? Daarvoor kijken we eerst naar wat wewillen weten van de meting. In dit geval gaat hetom een uitspraak over de sterkte van de vloer.We gaan ervan uit dat de gevraagde sterkte eengemiddelde sterkte van de vloer betreft. Het is dangoed om met meer dan 1 meetpunt te werken.Verder weten we dat er een temperatuurverschilover de vloer aanwezig is. Door het koude water zalde temperatuur aan de bovenzijde van de vloerlager zijn dan in het midden. Aan de onderzijde isgrond aanwezig, deze zal ook zorgen voor eenafkoeling. Deze temperatuurverschillen willen weook graag zien in de temperatuurmeting. Dus ligthet voor de hand te werken met 3 meetpunten in devloer:1. een meetpunt in de dekking aan de onderzijde,die de temperatuurontwikkeling aan de onderzij-de van de vloer meet;2. een meetpunt in het midden van de vloer;3. een meetpunt in de dekking aan de bovenzijde,die de temperatuurontwikkeling aan de bovenzij-de van de vloer meet.Als 4e meetpunt wordt de temperatuur van hetwater in de bouwkuip gemeten. In figuur 6 wordtde locatie van de meetpunten voor dit voorbeeldschematisch weergegeven.2002001234Locatie van meetpunten in onderwaterbeton13|05 Betoniek mei 20048In het onderwaterbeton is geen wapening aanwezigom de meetpunten aan te bevestigen. De meet-punten worden daarom na het storten door eenduiker aangebracht. Hij duwt een ijzeren staafmet daarop de thermokoppels in de betonspecie.Om de 3 meetpunten in de betonspecie te plaatsenwordt een veilige afstand van de buitenzijde van devloer tot aan de meetpunten aangehouden.Hierbij moet ook rekening gehouden worden metde tolerantie van de vloerdikte. Vandaar dat uit-gegaan wordt van een afstand van de buitenzijdevan de vloer tot aan het meetpunt van 200 mm opde theoretische vloerdikte.Na het plaatsen van de meetpunten wordt de tem-peratuurmeting gestart. In figuur 7 is het resultaatte zien van de eerste 5 dagen temperatuurontwik-keling.De eerste geregistreerde temperatuur in het betonis de specietemperatuur. Deze bedraagt 14 °C,het gemiddelde van de temperatuur in de 3 meet-punten. De temperatuur in meetpunt 4, het watervan de bouwkuip, is constant 9 °C.Na het storten loopt de temperatuur in het betonop, echter niet voor alle meetpunten hetzelfde.Uit de figuur blijkt dat de temperatuur aan debovenzijde van de vloer achterblijft bij de anderemeetpunten. De temperatuur in het midden looptop tot het hoogste maximum en de temperatuuraan de onderzijde volgt op enige afstand.Deze temperatuur blijft langer hoog, doordatde grond de warmte slechts langzaam afgeeft.De vloer koelt voornamelijk vanaf de bovenzijde af.Met deze temperatuurmeting is het mogelijk derijpheid van de verschillende meetpunten tebepalen. De ontwikkeling hiervan is gegeven infiguur 8. Zoals verwacht kon worden op basis vande temperatuurmeting loopt de ontwikkeling vande gewogen rijpheid uiteen voor de verschillendemeetpunten. Dit geldt dan uiteraard ook voor dedruksterkte.De vraag is: wat is nu de gemiddelde druksterktevan de vloer? We kunnen natuurlijk eenvoudig hetgemiddelde van de 3 meetpunten bepalen maar danhouden we geen rekening met het aanwezige tem-peratuurverloop in de doorsnede.Beter is een parabolische temperatuurverdeling.Met het maximum in het midden en aan de boven-en onderzijde de minima. Voor het berekenen vande gemiddelde waarde van een parabool geldt:· 1/6 * minimum links + 2/3 * maximum + 1/6 *minimum rechts.Voor de vloer wordt dit vertaald in:· 1/6 * waarde in dekking onderzijde + 2/3 * waardein midden + 1/6 * waarde in dekking bovenzijde.Deze benadering voor het bepalen van het gemid-delde kan ook voor andere constructies met eenbij benadering parabolische verdeling gebruiktworden. We gaan voor het bepalen van de gemiddel-de druksterkte uit van deze benadering.TEMPERATUURONTWIKKELING ONDERWATERBETON0510152025300 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120tijd in urentemperatuurin°Cmeetpunt 1 dekking onderzijde meetpunt 2 vloer middenmeetpunt 3 dekking bovenzijde meetpunt 4 water bouwkuipvloer bouwput in onderwaterbeton / stortdatum februari 2004Temperatuurmeting van 5 dagenONTWIKKELING GEWOGEN RIJPHEID ONDERWATERBETON050010001500200025003000350040000 12 24 36 48 60 72 84 96 108 120tijd in urengewogenrijpheidin°Chmeetpunt 1 dekking onderzijde meetpunt 2 vloer midden meetpunt 3 dekking bovenzijdevloer bouwput in onderwaterbeton / stortdatum februari 2004Rijpheidsmeting van 5 dagenUit de ijkgrafiek (niet afgebeeld) volgt dat degevraagde sterkte van 25 N/mm2 wordt bereikt bijeen rijpheid van 4360 °Ch. Na 5 dagen verhardingbedraagt de gemiddelde gewogen rijpheid 3275 °Ch.Dit is onvoldoende voor de gevraagde sterkte.Tot nu toe hebben we vooral naar de temperatuur-meting gekeken als registratie van temperatuur engewogen rijpheid. Maar we kunnen nog meer doenmet deze temperatuurmeting. We kunnen demeting ook gebruiken als we wat willen zeggen overde verwachte sterkteontwikkeling van het onder-waterbeton. Wanneer bereikt het onderwaterbetonde gevraagde sterkte van 25 N/mm2?Om antwoord te geven op deze vraag, zetten we eerstde uitgangspunten op een rij:· na 5 dagen verharding bedraagt de gewogenrijpheid 3275 °Ch;· de gevraagde rijpheid voor de sterkte van25 N/mm2 is 4360 °Ch;· er ontbreekt nog 1085 °Ch.Voor het realiseren van deze rijpheid moeten wede temperatuurontwikkeling afschatten. Hiervoormaken we gebruik van de temperatuurmeting tot nutoe. De gemiddelde temperatuur na 5 dagen is on-geveer 21 °C. De verwachting is dat deze verderdaalt, als veilige schatting wordt een gemiddeldetemperatuur van 18 °C aangehouden. Deze heeftper uur een bijdrage van 20,2 °Ch (C-waarde = 1,60).Hierdoor resteert een tijd van 54 uur voor het berei-ken van de ontbrekende 1085 °Ch. De verwachtingis dat gevraagde sterkte na 174 uur wordt bereikt.Dat hiermee een goede schatting gemaakt wordtblijkt uit de resultaten van de meting van gewogenrijpheid. In het werk is de gevraagde rijpheid van4360 °Ch na 168 uur bereikt.Voor de volledigheid is ook de temperatuurmetingweergegeven, zie figuur 9, deze heeft gedurendebijna 4 weken aangestaan. Let op de watertempera-tuur: na 8 dagen constant te zijn geweest, is hetafpompen zover gevorderd dat het meetpunt nietmeer in het water, maar in de open lucht hangt.Er treedt veel meer variatie in de temperatuur op.Tenslotte is in foto 10 het resultaat van het onder-waterbeton weergegeven, na het afpompen van debouwput.13|05 Betoniek mei 2004 9TEMPERATUURONTWIKKELING ONDERWATERBETON0510152025300 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28tijd in dagentemperatuurin°Cmeetpunt 1 dekking onderzijde meetpunt 2 vloer middenmeetpunt 3 dekking bovenzijde meetpunt 4 water bouwkuipvloer bouwput in onderwaterbeton / stortdatum februari 2004Temperatuurmeting van 28 dagenµ Resultaat van het onderwaterbeton na afpompen van bouwput13|05 Betoniek mei 200410ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied van debetontechnologie en verschijnt 10 keerper jaar. In de redactie zijn vertegen-woordigd: ENCI, MEBIN, CUR, BAM Civielen de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave: ENCI MediaPostbus 3532,5203 DM `s-HertogenboschRedactie: (073) 640 12 31E-mail: encimedia@enci.nlWebsite: www.enci.nlAbonnementen/adreswijzigingen:Abonnementen en adreswijzigingenvoor Betoniek worden verzorgd door:Betapress Abonnementen ServicesPostbus 97, 5126 ZH Gilzetel: (0161) 45 95 86fax: (0161) 45 29 13email: betoniek@Betapress.Audax.nlAbonnementsprijzen 2004:Nederland 1 19,00België 1 20,00Overige landen 1 27,00Aanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op ieder gewenstmoment ingaan en lopen per kalenderjaar.Zij worden automatisch voor een jaarverlengd, tenzij vóór 1 december van hetlopende jaar schriftelijk wordt opgezegd.Overname van artikelen en illustratiesis toegestaan, onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xDe druk neemt toeBekistingdruk, een item waar men zich niet altijd even druk om hoeft temaken.De optredende bekistingdruk kan worden bepaald volgens NEN 6722 Voorschriften Beton Uitvoering, maar er zijn ook andere bepalingsmetho-den. De NEN 6722 kan alleen worden toegepast voor betonspecie vallendin de consistentiegebieden 1 t/m 4. Past men echter betonspecie toe meteen hogere consistentie dan is de rekenmethode volgens de NEN 6722niet meer toepasbaar. Onder meer de steeds vaker toegepaste zelfver-dichtende betonspecie heeft een hoge vloeibaarheid en valt dus buitenhet bereik van de norm. Met deze betonsoorten worden wisselende erva-ringen opgedaan aangaande de daarbij optredende bekistingdrukken.Mede daarom is het zinvol de aspecten die de bekistingdruk bepalen weereens op een rij te zetten, evenzo de aspecten die al bekend zijn over bekis-tingdrukken bij de hoogvloeibare speciesoorten.In onze volgende uitgaveFoto pagina 1: De verharding van cement en water is een chemische reactie, waarbij warmtevrijkomt. Een deel van die warmte gaat verloren naar de omgeving (foto Steef Croonen, Malden)13|05 Betoniek mei 2004 11nieuwsBeton und Farbe : Farbsysteme Ausführung InstandsetzungFriedbert Kind-Barkauskas enanderenUitgegeven door DVA, 2003142 pagina'sISBN 3-421-03391-9Beton met een kleurtje is al langgeen nieuws meer. Toch verschij-nen er nog regelmatig publicatiesover dit onderwerp. Dit duitseboek is er zo een. Maar dit boekbehandelt niet alleen onder-werpen als bekistingen, beton-samenstellingen, toeslagmateri-aal, pigmenten en kleurstoffen.Het gaat voor ruim de helft vanhet aantal pagina's over coatingsdie gekleurd beton beschermenof grijs beton een kleur geven.Naast een groot aantal voorbeel-den (tekst + beeld) is er ookveel praktische informatie op-genomen, o.a. een overzicht vanleveranciers en hun producten.Hoofdstukindeling: Was ist Farbe? Wie entsteht Sichtbeton? FarbigeGesteinskörnungen Einfärben vonBeton Beschichtungen auf Beton Farbanwendung und Gestaltung Farben und Farbsysteme Anti-Graffiti-Systeme Instandsetzungvon Betonoberflächen Fachbegriffeund Normen Beispiele fürFarbgestaltungenBeton und Farbe kost ? 79,90 enis te bestellen via de reguliereboekhandel of via het internet:www.dva-buch.deRegelgevingCE-markering betonnen riool-buizen en -puttenBetonnen rioolbuizen en -puttenmogen na 31 oktober 2004 nietmeer op de Europese marktworden gebracht zonder CE-markering. Fabrikanten kunnentoetsen of hun putten en buizenvan (on)gewapend en staalvezel-beton voldoen aan voor een vrij-verval riolering vereiste waarden.Is dit het geval dan kunnen zevoor die waarden de CE-marke-ring op hun product aanbrengen.Dat product kan dan vrij wordenverhandeld op de Europesemarkt.Literatuuragenda1 juni 2004Avondcollege -Kennismanagement in debetonbranche, UtrechtMeer informatie:www.betonvereniging.nl9 juni 2004MBO docentendagMeer informatie:www.betonvereniging.nl10 juni 2004HBO docentendagMeer informatie:www.betonvereniging.nl16-18 juni 200414e ERMCO congres(European Congress on Ready-Mixed Concrete), helsinkiMeer informatie:www.ermco2004.org23 juni 2004Stutech jaarvergaderingMeer informatie: www.stutech.nl24 juni 2004Constructeursmiddag, EdeMeer informatie:www.constructeursplatform.nl16 september 2004Waterbouwdag, EdeMeer informatie: www.cur.nlseptember 2004Symposium vloeistofdichtevloeren, HarderwijkMeer informatie:www.nibv.nl13 05B A N D U I T G AV Emei 2 0 0 4De productspecificaties moeten voldoen aan de innovember 2002 gepubliceerde Europese normenNEN-EN 1916 en NEN-EN 1917. Vertalingen hiervanworden eind september verwacht. Voor deze pro-ductspecificaties kunnen fabrikanten voor deNederlandse markt gebruikmaken van Nederlandsenormen, in aanvulling op de Europese. De Europesenormen dekken gedeeltelijk de hieronder genoemdehuidige Nederlandse normen af.Als gevolg daarvan is Nederland verplicht de eigennormen in te trekken en al dan niet aan te passen.Marktpartijen in Nederland hebben daarop de wensuitgesproken om hetgeen niet afgedekt wordt innieuwe publicaties vast te leggen: NEN 7035 voorputten en NEN 7126 voor buizen.Deze normen zullen in september 2004 de versiesuit 1976, respectievelijk 1991 vervangen, alsmedeNEN 70 en NEN 71 uit 1959, N72 uit 1951 en N370uit 1954.De nieuwe ontwerpen voor NEN 7035 en NEN 7126zijn van belang voor leveranciers, fabrikanten, ont-werpers, uitvoerders en beheerders van buitenriole-ringen.Neem voor meer informatie contact op metJan-Willem Backer Mohrmann, tel. (015) 2690160,e-mail: b.mohrmann@nen.nl of met Bart van derVegte, tel. (070) 4144436, e-mail: bvdv@kiwa.nl.Bestellen van de normen kan bij NEN,tel. (015) 2690 391 of via www.nen.nlInternetTros Radar: gevaar voor radonDe laatste tijd is er nogal wat te doen rondom radon.Radon is een radio-actief gas. Bepaalde materialendie bij de bouw van woningen worden gebruikt,geven een constante hoeveelheid radon af. Beton iseen van die materialen.De Gezondheidsraad stelt op basis van een rapportvan de Academie voor Wetenschappen in de VS (hetzogeheten BEIR-VI-rapport) dat jaarlijks 800 mensenaan de gevolgen van Radon-straling overlijden.Het televisieprogramma Radar van de TROS heeft ineen recente uitzending aandacht besteed aan ditonderwerp. De redactie van het programma zochtuit welk type huizen een verhoogd risico lopen enwat bewoners kunnen doen om schadelijke gevolgenvan radon te verminderen. Aan de hand van inter-views met deskundigen wordt een beeld van de pro-blematiek geschetst.De uitzending is terug te zien op de website vanRadar, www.trosradar.nl. Ga via de button "uit-zending" naar 29 maart. Het item staat boven aande pagina.Het rapport van de Gezondheidsraad is te vindenop de website www.gr.nl, zoek naar het trefwoord"radon".13|05 Betoniek mei 200412
Reacties