'-E N M A A N 0 . I K S u T G A V E V A N oVERENIGING NEDERLANDSE CEMENTINDUSTRIEI ! ! lllI POSTBUS 3011'I 5203 DA 's HERTOGENBOSCH.E.uropees betonVanaf I januari 1993 moet de open Europese markt gaanfunctioneren. Wat betekent dit voor de Nederlandsebetontechnoloog? Wat gaat er op zijn vakgebiedveranderen? Met de aanvaarding van een Europesebetonnorm worden geen fundamentele zaken gewijzigdmaar wel details, al zal de invoering nog wel iets langerduren dan I januari 1993. Een beschouwing van devoorlopige Europese norm voor beton zal dat leren.Totstandkoming van vrij handels-verkeer in de Europese Gemeen-schap kan alleen geschiedenwanneer de uiteenlopende admini-stratieve en technische bepalingenvan de verschillende landen gehar-moniseerd zijn.Voor de bouw in zijn algemeenheiden voor bouwprodukten in hetbijzonder is de Europese RichtlijnBouwprodukten opgesteld. Hierinzijn de fundamentele eisen vastge-legd voor bouwprodukten die inaanmerking komen voor acceptatiein alle landen van de gemeenschap.Die eisen betreffen:- veiligheid en duurzaamheid;- brandveiligheid;- gezondheid en milieu;- energie-zuinigheid;- bruikbaarheid.Andere Europese normen formu-leren deze fundamentele eisen perprodukt en geven daarbij tevensmeetmethoden en keuringscriteria.De Europese normen zullen denationale normen binnen zesmaanden na publikatie vervangen.Wie stellen deze normensamen?Normen op ons vakgebied wordenopgesteld door het CEN (CentreEuropéen de Normalisation). Dezeorganisatie is vergelijkbaar met hetNederlandse NNI.Het CEN heeft voor ieder onder-werp een commissie samengesteldwaarin vertegenwoordigers van denationale normalisatie-institutenkunnen plaatsnemen. De Neder-landse achterban wordt gevormddoor het NNI, die voor de onder-werpen met betrekking tot debetonsectorgebruik maakt van dediverse CUR-voorschriftencom-missies. De afgevaardigden namenshet NNI zijn vaak specialisten vanuiteen belanghebbende organisatie.206Inmiddels is door het werk binnende CEN Technische Commissie104 een Europese betonnormgereedgekomen: de ENV 206. DeV benadrukt dat het gaat om eenvoorlopige norm; het is nog eenconcept. Binnen de technischecommissie zijn een tiental taak-groepen actiefom diverse onder-werpen en voorschriften uit deENV 206 te beoordelen op hunoktober 1992 [!Je?]------------0------------bruikbaarheid. Dit betekent dat eenaantal onderwerpen binnen de ENVnog kunnen veranderen voordat deVer af kan en de definitieve Euro-pese norm, de EN 206, van krachtwordt.De huidige versie van de ENV 206 isverschenen in maart 1990. Deverschijningsdatum van de defini-tieve versie is voorlopig vastgesteldop maart 1993. Vanafdie datum iseen CEN-norm meteen een natio-nalenorm.De ENV 206 dekt ongeveer deonderwerpen die in ons land behan-deld worden in de VBT 1986, deVBU I988 en de norm 'Levering vanBetonmortel'. De eisen aan degrondstoffen voor beton, zoalscement, toeslagmaterialen, hulp-stoffen en vulstoffen, worden inaparte normen behandeld.Het toepassingsgebied van deENV 206 betreft zowel ter plaatsegestort beton als geprefabriceerdbeton voor gebouwen en civiel-technische constructies in ongewa-pend, gewapend en voorgespannenbeton. De norm is niet van toepas-sing op kleine betonwaren, buizene.d.In het verdere verloop van ditartikel zal een vergelijking wordengemaakt tussen de ENV 206 en deVoorschriften Beton Technologie(VBT 1986), met name met betrek-king tot de volgende onderwerpen:- sterkteklassen;- milieuklassen;- duurzaamheid;- kwaliteitsbeheersing;- keuring en controle.De VBT formuleert eisen tenaanzien van de water-cementfactor,minimum cementgehalte en lucht-gehalte, afhankelijk van demilieuklassen. Deze eisen zijn derandvoorwaarden met betrekkingtot het ontwerpen van een beton-samenstelling en zijn geformuleerdmet het oog op de duurzaamheid.De nadruk op de duurzaamheid vanbeton betekende een vernieuwingop normalisatiegebied, ook interna-tionaal gezien. Het is verheugenddat deze filosofie ook voor deENV 206 is overgenomen.kteklassenDe sterkteklassen in de ENV 206zijn gebaseerd op de cylinderdruk-sterkte met een daarvan afgeleidekubusdruksterkte (tabell).In de aanduiding C 20/25 bijvoor-beeldgeeft het getal 20 de karakte-ristieke cilinderdruksterkte weeren het getal 25 de karakteristiekekubusdruksterkte. Herkenbaarhierin is de vuistregel dat de kubus-druksterkte 80% is van de cilinder-druksterkte.Overigens: de C staat voorConcrete, zoals onze B-waardestaat voor Beton.Het ligt overigens voor de hand datwij in Nederland gebruik zullenblijven maken van de kubusdruk-sterkte, dus het tweede getal in deaanduiding voor de sterkteklasse.De C-waarden vormen een keurigeopklimmende reeks 5-tallen. AlleenC30/37 is een dissonant. Onze B35moet worden vervangen doorC37.MflieuklassenTabel 2 geeft een vergelijking van demilieuklassen volgens de ENV enVBT. Omdat Zuid-Europese landenuiteraard weinig met vorst temaken hebben, wordt in de Euro-pese norm onderscheid gemaakttussen een vochtig milieu zonder enmet vorst, milieuklasse 2a en 2b.Hetzelfdegeldt voor de situatie inzeewater, milieuklasse 4a en 4b.=Voor het overige is de indeling minof meer hetzelfde.n voor duurzaamheidIn de VBT is het aspect duurzaam-heid verdisconteerd in een drietaleisen ten aanzienvan de beton-samenstelling:maximum water-cementfactor;minimum cementgehalte;luchtgehalte.Water-cementfactorTabel 3 toont de eisen die wordengesteld aan de maximum water-cementfactor in beide voor-schriften. In de ENV 206 is demaximum water-cementfactor inde milieuklasse I en 2agerelateerdaan de gebruikssituaties (ongewa-pend, gewapend en voorgespannenbeton). De VBT maakt alleen inmilieuklasse I een onderscheidtussen gewapend en voorge-spannen beton. De essentiëleverschillen komel'l eigenlijkalleenvoor in milieuklasse 3en 4b, waarbijde VBT een water-cementfactorvan 0,45 vereist, respectievelijk0,55 indien een luchtbelvormerwordttoegepast. Het Europesevoorschrift stelt 0,50 als maximumwater-cementfactor,inclusiefdetoepassing van een luchtbelvormer.LuchtbelvormerOok milieuklasse 2b is duidelijkafwijkend van wat wij in Nederlandgewoon zijn. Het grootste deel vanonze betonconstructies valt binnenmilieuklasse 2, hetgeen betekenteen maximaal toelaatbare water-cementfactor van 0,55.Volgens de ENV 206 valt onzemilieuklasse 2 in de categorie 2b,een vochtig milieu en blootgesteldaan vorst. De maximaal toelaatbarewater-cementfactor is eveneens0,55, echter met verplichte toepas-JJ JJJJJJJJDbg JJJJJJJJJJJJJTabel IIndeling in sterkteklassenTabel 2Indeling in milieuklassenmilieu ENV206 VBT 1986droogvochtig- geen vorst 2a 2- wel vorst 2b 2vochtig- dooizouten 3 3zeewater- geen vorst 4a 4- wel vOrst 4b 4agressief- zwak Sa Sa-matig Sb Sb- sterk Sc 5c- zeersterk 5dENV206 VBT 1986sterkteklasse karakteristieke karakteristieke sterkteklasse karakteristiekecilinder- kubus" kubus-druksterkte druksterkte druksterkte(N/mm2) (N/mm2) (N/mm2)- - - B 5 5C 12115 12 15 BI5 15C 16/20 16 20 - -C 20/25 20 25 B25 25C25/30 25 30 - -C 30137 30 37 B35 35C35/45 35 45 B45 45C40150 40 50 - -C45/55 45 55 B55 55C50/60 50 60 - -Tabel 3Maximale water-cement(ador, afhankelijk van de milieuklassemaximumvvater-cementfactorENV206 VBT 1986voor- voor-milieuklasse ongewapend gewapend gespannen gewapend gespannenbeton beton beton beton betonI - 0,65 0,60 0,65 0,602a 0,70 0,60 0,60 . 0,552b 0,5530,500,45of0,55 metLv.b.4a 0,55 0,454b 0,50 of0,55 metl.v.b.Sa 0,55 0,55Sb 0,50 0,50Sc 0,45 0,45 (5c en 5d)sing van een luchtbelvormer. Velenvragen zich af ofdit dit laatste welnodig is. Slechts de Scandinavischelanden, Oostenrijk en Zwitserlandpassen bijna altijd een luchtbel-vOrmer toe. Voor landen als Duits-land, Engeland, Frankrijk en onsland lijkt dit niet zo erg zinvol.Mogelijk verandert deze bepalingnog.Minimum cementgehalteIn tabel 4 is een overzichtgegevenvan het vereiste minimum cement-gehalte in beide normen. Bij deEuropese nOrm is weer een onder-verdeling gemaakt in ongewapend,gewapend en voorgespannenbeton. In de VBT wordt hetminimum cementgehalte gekoppeldaan het graderingsgebied A-B ofA-C. De achtergrond hiervan is dateen fijnere gradering een hogerewaterbehoefte veroorzaakt en inhet kader van de duurzaamheiddientengevolge meer cementvraagt. Dergelijke graderings-gebieden komen we in de ENV 206niet tegen. De relatie tussencementgehalte en waterbehoefteblijft natuurlijk in de maximaaltoelaatbare water-cementfactorwel bestaan.VliegasIn een aparte taakgroep wordtthans bestudeerd op welke manieraan vliegas een bindmiddelfunctiekan worden toegekend, waardoorJJJ JJJ JJJJJfbgfJJ JJJ JJJJLU mmTabe/4Minimum cementgehalte, afhankelijk vande mi/ieuk/asseTabe/SVereist luchtgeha/te, afhankelijk van demilieuklasseminimum cementgehalte (kg/m3)ENV206 VBT 1986voor-milieu- ongewapend gewapend gespannen gradering graderingklasse beton beton beton A-B B-CI 150 260 300 280 2802a 200 280 300280 3002b 200 280 3003 300 280 3004a 300280 3004b 300Sa 200 280 300 280 300Sb 300 300 300Sc 300 300 300vereist luchtgehalte (%)ENV206 VBTI986milieuklasse Dmax=32 16 8mm Dmax=32 16 8mm2b 4 5 6 - - -3 4 5 6 3,5 4,0 5,04b 4 5 6 3,5 4,0 5,0keurings--0/+3% -0,5/+2%criteriumeen gedeelte van cement zoukunnen worden vervangen doorvliegas.Luchtgeha/teTabel 5geeft een overzicht van deeisen aan het luchtgehalte. Dezeeisen worden alleen gesteld inmilieuklasse 2b, 3 en 4b, volgens deindeling van de ENV 206. Zowel tenaanzien van het vereiste lucht-gehalte als de keuringscriteria zijner kleine verschillen te constateren.Echt afwijkend voor ons is de aleerdergenoemde toepassing vaneen luchtbelvormerin milieuklasse2b.IiteitsbeheersingHet hoofdstuk kwaliteitsbeheersingis opgedeeld ineen deel produktiecontrole, hoofdzakelijk gebaseerdop kwaliteitsbeheersing en een deelkeuring. De produktiecontrolebetreft alle maatregelen die nodigzijn om de kwaliteit van het betonte handhaven en te sturen. Produk-tiecontrole gaat hierbij verder danalleen de fabricage van betonspecie.Het betreft maatregelen die in achtmoeten worden genomen voordathet betonstorten begint, tijdens hetstorten, verdichten, afwerken ennabehandelen. Inspecties enproeven, in het kader van deproduktiecontrole, worden dusniet alleen door de leverancier vande betonspecie uitgevoerd, maarook door de aannemer en indienvan toepassing de onderaannemer.In uitvoerige en gedetailleerdetabellen wordt ingegaan op deproduktiecontrole op de grond-stoffen, het te gebruiken materieelen de controle op hetproduktie-proces en te meten eigenschappen.Steeds wordt aangegeven welkeproefof inspectie uitgevoerd moetworden, met welk doel en metwelke frequentie.Dit is meer dan wat wij tot nu toegewend zijn. In de nabije toekomstzal op de bouwplaats de aannemerextra maatregelen moeten nemenom te kunnen waarborgen dat hetbeton aan de kwaliteitseisenvoldoet.Keuring en contro,leOm te kunnen controleren ofdevervaardigde betonspecie voldoetaan de gestelde eisen, geeft de VBT1986 twee mogelijkheden aan:- certificatie-regeling;JJJJJJJJNaJJJJJJJJJJJJkeuringscriterium voor de sterktekeuringscriterium voor de sterkteTabel 6Keuringscriterium voor sterkte, normalemethodeTabel 7Keuringscriterium voorsterkte, eenvoudigemethodeafnamecontrole door middel vanpartijkeuring.Voor dezl= laatste ml=thodl= gl=l=ft dl=VBT 1986 dl= frequentil=s van dl=verschillende uit te voerenproeven.In Nederl,md beschikkl=n we aljaren over el=n systel=m waarbijverreweg de meestl= betonspecieonder certificaat wordt geleverd.De produktie van betonspecie staathierbij onder toezicht van een certi-ficatie-instelling, de Stichting BMC.Afnamecontrole op de bouwplaatskomt hier nog zl=lden voor. In hetbuitenland is men nog lang nietoveral zover en veelal wordt af-namecontrole op het werk verl=ist.ENV 206 formuleert de mogelijkENV206X"" rek + À ·Snu D JIJn À k6 1,87 37 1,77 38 1,72 39 1,67 310 1,62 411 1,58 412 1,55 413 1,52 414 1,50 415 1,48 4ENV206uPHRXmin JNheden voor keuring en controle alsvolgt:- keuring en controle door eencertificerende instelling waarbijgebruik wordt gemaakt van deresultaten van de produktiecon.trole;keuring en controle door deopdrachtgever ofeen vl=rtegen-woordiger namens de opdracht-gever.Ook in dit geval kan voor eenbelangrijk deel gebruik wordengemaakt van de resultaten van deproduktiecontrole.De frequentie waarmee ingeval vanafnamecontrole de druksterkte vanhet beton gecontroleerd mOl=tworden, is afhankelijk van desituaties waaronder de betonspecieVBT 1986VBT 1986X6 +8Xmin·;;3 0,9 f'ckwordt geproduceerd en verwerkt.Er wordt een onderscheid gemaakttussen betonspl=cie die op debouwplaats wordt vervaardigd enbetonspecie die afkomstig is vaneenbetoncentrale.Zonder'hil=rop in detail in te gaankan worden opgemerkt dat devoorgeschreven frequentie vanbl=paling van de betondruksterktebij de afnalllecontroie volgens deENV 206 lager is dan in de VBT1986 is aangegeven.Het keuringscriterium dat inNederland wordt gehanteerd isgebaseerd op een steekproef-grootte van 12 resultaten l=n eengoedkeurkans van 5% voor eenpopulatie met een ondeugdelijk-heidspercentage van 20%.JJJJJJJJJJJfafJJJJJJJIn formulevorm:X12 D ck +1,53S12·De Europese norm laat het aantalvrij, maar hanteert voor hetkeuringscriteriüm wel hetzelfdeprincipe. Dit betekent dat dewaarde van À wijzigt bij veranderingvan de steekproefgrootte, zietabel 6.Uit deze tabel blijkt tevens dat, integenstelling tot de VBT1986, bijeen normale keuring de Europesenorm een eis heeft voor deminimum waarde. De VBT 1986kent dit criterium alleen bij deeenvoudige keuring.De ENV 206 staat wel een eenvou-dige keuring toe voor een bouw·werk waarbij de veiligheid eenminder prominente rol speelt.Tabel 7 geeft daarvoor hetkeuringscriterium.ehandelingIn de ENV 206 wordt uitgebreidingegaan op de nabehandeling vanpas gestorte betonconstructie. Inde Voorschriften Beton Uitvoering(VBU 1988) is voorgeschreven datbeton moet worden nabehandeldtotdat een druksterkte is bereiktvan minimaal 14 N/mm2·Om de duur van de nabehandelingte kunnen vaststellen kan volgensde ENV 206 worden gewerkt met:- een rijpheidsconcept;- nationale eisen;een minimum aantal dagen na-behandeling.In het laatste geval is het aantaldagen dat de nabehandeling moetvoortduren afhankelijk van weers-omstandigheden en desterkteont-wikkeling van de betonspecie(tabe/8). De sterkteontwikkelingwordt in dit geval bepaald op basisvan de normsterkte van hetgebruikte cement en de water-cementfactor van de betonspecie(tabe/9).lotSamenvattend kan worden gezegd,dat de ENV 206 een moderneaanpak te zien geeft, die redelijkparallel loopt met de VBT 1986.Momenteel wordt er nog in eentiental taakgroepen gewerktaanonderwerpen waarin door diverselidstaten een voorbehoud werdgemaakt.We kunnen er namelijk nietomheen dat er ook binnen eenverenigd Europa van noord naarzuid grote verschillen blijvenbestaan in klimatologische omstan-digheden. Dit betekent onvermij-delijk dat in de Scandinavischelanden anders over betonspecieenverhard beton wordtgedacht dan inde landen rond de MiddellandseZee. En toch zullen alle lidstatenzich in de nieuwe Europese normmoeten kunnen vinden.Onderwerpen die binnen de taak-groepen nog in behandeling zijnbetreffen onder meer de duurzaam-heid, uitbreiding van de sterkte-klassen, bindmiddelfactor vanvliegas, nabehandeling, keurings-criteria en certificering.De resultaten van deze studiesmoeten worden afgewacht. Het isniet onmogelijk dat een aantal para-grafen op grond van de bevindingenvan de taakgroepen worden aan-gepast.Er is momenteel zelfs sprake vandat onderdelen uit de ENV 206 diebetrekking hebben op de uitvoeringvan betonwerken in een apartenorm worden ondergebracht,vergelijkbaar met onze VBU 1988.Ontwikkeling van een norm opEuropees niveau is een moeizamezaak. Niettemin komt de dagnaderbij dat het voorlopigekarakter van de ENV 206 zal over-gaan in een definitieve, de EN 206.Onze huidige VBT 1986 zal dankomen te vervallen.I. ENV 206, Concrete - Perfor-mance, production, placing andcompliance criteria, CEN, maart19902. Eurocodesen de nieuwe gene-ratie Nederlandse Betonvoor-schriften, C. Souwerbren; Cement1989 nr. 53. Europa is dichterbij dan je denkt,C. Souwerbren, voordracht tijdensledenvergadering van de Stutech.JJJJJJJJJJJaJJJJJJJJJJJJ_ """ """""" """""""""' """_ __"""""" =_ __ m.." """' |Tabel 8Minimum duur van nabehandeling, indagenTabe/9Snelheid van sterkte-ontwikkelingsterkte-ontwikkeling snel gemiddeld langzaamtemperatuur eq SO 10° ISo SO 10° ISO SO 10° 15°weersomstandig-hedengeen zon 2 2 I 3 3 2 3 3 3RV>80%matige 4 3 2 6 4 3 8 S 4-zon-windRV>SO%sterke 4 3 2 8 6 S 10 8 S-zon-windRV
Reacties