Betoniek13|14 Betoniek april 2005 1FamiliebandenBij sommige gelegenheden, bijvoorbeeld de Betondag of een receptie voor eengoede collega of relatie, voelen we ons, als medewerkers in de betonbranche,één grote `betonfamilie'.Het lijkt een wat vreemde gedachte dat óók ons harde grijze beton familie-banden kent. In de nieuwe betonnorm NEN-EN 206-1 is onder het `familyconcept'zelfs beschreven hoe we daarmee kunnen omgaan. Voor u deze afleveringvan Betoniek als een goedkoop familieromannetje weglegt: dit is een serieusonderwerp dat voor de betontechnoloog nieuwe mogelijkheden biedt.Met het familieconcept kunnen we de productiecontrole efficiënter inrichtenén een betere beheersing van het mengselontwerp bereiken.13 14B A N D U I T G AV Eapril 2 0 0 5 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O NVerschillende betonsamenstellingen vertonenvaak veel overeenkomsten. Ze bevatten hetzelfdetoeslagmateriaal, hetzelfde cement, enzovoort.De verschillen betreffen dan bijvoorbeeld de water-cementfactor, het cementgehalte of de grootstekorrelafmeting van het toeslagmateriaal.Het gevolg hiervan is dat de eigenschappen van diebetonsamenstellingen, bijvoorbeeld de druksterkte,ook een bepaalde relatie hebben. Als we die relatiesin kaart brengen en beschrijven, krijgen we meerinzicht en daarmee meer grip op die eigenschappen.De betontechnoloog doet dat nu al. Hij weet immerswat de invloed is van bijvoorbeeld een hogere oflagere water-cementfactor, fijner of grover toeslag-materiaal en een andere consistentie.We kunnen die relaties gebruiken om slimmerom te gaan met meetwaarden van verschillendebetonsamenstellingen, waardoor we die meet-waarden efficiënter kunnen gebruiken.Deze methodiek is in de nieuwe Europese beton-norm, de NEN-EN 206-1, voor de druksterkte uit-gewerkt als het familieconcept.Betonfamilies in de normHet principe van het familieconcept is dat resultatenuit meerdere betonsamenstellingen worden gebundeldom ze als één groep te kunnen beoordelen.Daarvoor moeten eerst de relaties tussen de druk-sterkteniveaus van die betonsamenstellingen wordenbepaald. Als we daarvan de relaties, feitelijk de ver-schillen in druksterkteniveaus kennen, zijn we instaat de individuele resultaten uit de verschillendesamenstellingen te herleiden tot één `referentie-samenstelling'. Als referentiesamenstelling wordtnormaliter de meest voorkomende samenstellinggekozen. We noemen dit ook wel het referentiebeton.Met het familieconcept wordt een groter aantaldruksterkteresultaten als één groep beoordeeld. Datlevert een grotere dichtheid en continuïteit in decontroleresultaten op. Eventuele veranderingen ineigenschappen worden daardoor sneller gesignaleerden de testresultaten worden optimaler benut.Deze methodiek is in principe geschikt voor diversebetoneigenschappen. In de norm is ze uitsluitendbedoeld voor de druksterkte. Het familieconcept,en de bijbehorende voorwaarden voor de toepassing,zijn beschreven in § 8.2.1 van de NEN-EN 206-1.Wanneer toepasbaar?Het familieconcept is op vrijwel alle gebruikelijkebetonsamenstellingen toepasbaar.NEN-EN 206-1 noemt bijvoorbeeld met name`normaal en zwaar beton in de sterkteklassen C8/10tot C55/67' en `lichtbeton van LC8/9 tot LC 55/60'.Uiteraard geldt daarbij steeds de randvoorwaarde dateen betrouwbare relatie tussen de eigenschappenvan de verschillende samenstellingen is aangetoonden gedocumenteerd.Het familieconcept mag niet bij hogere sterkteklassen(> C55/67) worden toegepast. Ook mogen lichtbetonen normaal beton niet tot één familie wordengecombineerd. Lichtbetonmengsels op basis vanverschillende maar aantoonbaar gelijkwaardigpresterende lichte toeslagmaterialen mogen welweer tot één familie worden gecombineerd.Wat is een betonfamilie?De norm beschrijft een betonfamilie als een groep vanaan elkaar verwante betonsamenstellingen waarvande onderlinge relaties in kaart zijn gebracht. Binneneen betonfamilie kiezen we één familielid als refe-rentiesamenstelling: dit is normaliter de meest voor-komende betonsamenstelling binnen de familie.Verwante samenstellingen binnen één betonfamiliekunnen bijvoorbeeld de volgende overeenkomstenen verschillen (`relaties') vertonen:· cement van één soort, sterkteklasse en fabrikaat;13|14 Betoniek april 20052betonfamilie familielid 2 = mengsel C20/25familielid 3 = mengsel C28/35familielid 1 = mengsel C20/25referentiebeton(komt het meest voor in dit voorbeeld)(20% betongranulaat)Kader 1 Voorbeeld betonfamilieIn deze Betoniek zijn resultaten uit de onderstaande betonfamilie uitgewerkt (zie ook figuur 1 en tabel 4).De keuring op druksterkte in de NEN-EN 206-1 isgebaseerd op de beoordeling van series van 15 proef-stukken. In de oude norm rekenden we steeds met destandaardafwijking, over die betreffende serie proef-stukken (vroeger 12, nu 15). In de nieuwe Europesenorm toetsen we met de processtandaardafwijking.Dat betekent dat we die proces standaardafwijkingook vooraf moeten vaststellen. Hiervoor wordt eenzogenoemd aanvangsonderzoek gebruikt dat in denorm de initiële periode wordt genoemd.Het aanvangsonderzoekTijdens het aanvangsonderzoek wordt een verhoogdemonsternamefrequentie gehanteerd (zie tabel 1).Bij het aanvangsonderzoek moeten in een tijdsbestekvan tenminste drie maanden, direct voorafgaandeaan de te beoordelen productieperiode, van eenbetonsamenstelling tenminste 35 proefresultatenworden verzameld.Tijdens het aanvangsonderzoek beschikken we nogniet over een standaardaardafwijking. We toetsen indeze periode alleen op individuele meetwaarden enhet gemiddelde van series van drie meetwaarden.Daarvoor gelden de volgende eisen:Het gemiddelde van drie opeenvolgende resultatenmoet steeds voldoen aan fcm = fck + 4, en deindividuele resultaten moeten voldoen aan: fci = fck 4(zie ook tabel 2).13|14 Betoniek april 2005 3· verschillen in wcf/wbf;· verschillende korrrelgroepen van dezelfde soorttoeslagmaterialen;· mengsels mét en zónder plastificerende hulp-stoffen;· meerdere consistentieklassen;· een beperkte serie sterkteklassen Bijv. C20/25 t/mC35/45.Keuren op druksterkte volgens NEN-EN 206-1De keuring volgens het familieconcept is feitelijkslechts een uitbreiding van de procedure die in NEN-EN 206-1 is vastgelegd voor de normale keuring opdruksterkte van één betonsamenstelling. Daarombehandelen we eerst de controleprocedure voorindividuele betonsamenstellingen in kort bestek.Om te beginnen zijn, óók in de NEN-EN 206-1,alle procedures voor het keuren op druksterktegekoppeld aan de druksterkte na 28 dagen verhardenvan controleproefstukken.Dat mogen zowel cilinders (Ø 150; h 300 mm) alskubussen (ribbe 150 mm) zijn.Bij de toetsing van resultaten wordt zowel gekeken naarindividuele meetresultaten (keuring op attributen)als naar het gemiddelde en de standaardafwijking(keuring op variabelen). De keuring op druksterkte inde NEN-EN 206-1 is dus gebaseerd op een combinatievan keuringssystemen.Tabel 1 Minimale monsternamefrequentie voor conformiteitscontroleProductie Minimaal aantal steekproefcontrolesDe eerste 50 m3 In aansluiting op productie van de eerste 50 m3 1)met certificaat zonder certificaatAanvangsonderzoek 1) * 3 steekproefmonsters 1 per 200 m3 1 per 150 m3(tot minimaal 35 resultaten 2 per productieweek 1 per productiedagzijn verkregen)Vervolgonderzoek 2) 1 per 400 m3(als tenminste 35 resultaten 1 per productieweekbeschikbaar zijn)1) De monstername moet zoveel mogelijk over de productie worden verdeeld en mag niet meer dan 1 per 25 achtereen-volgend geproduceerde kubieke meter betonmortel bedragen.2) Als de standaardafwijking over de laatste 15 druksterkte resultaten 1,37 s overschrijdt, moet de monsternamefre-quentie worden verhoogd tot de voor aanvangsonderzoek vereiste waarde totdat opnieuw 35 druksterkteresultatenbeschikbaar zijn.* In het Engels: `initial tests'; niet te verwarren met geschiktheidsonderzoek (suitability tests)13|14 Betoniek april 20054Bij het vervolgonderzoek worden groepen van 15 opeen-volgende proefresultaten beoordeeld. Daaruit wordthet gemiddelde en de standaardafwijking berekend.In de praktijk zijn hier twee opties. Er kan wordengekozen voor steeds een nieuwe serie van 15 resul-taten, maar er kan ook voor een voortschrijdendeserie worden gekozen. In dat geval worden steeds delaatste 15 resultaten beoordeeld. Er komen nieuwemeetwaarden bij en er vallen evenveel oude af.De proefserie wordt goedgekeurd als zowel de toetsop het gemiddelde van de 15 resultaten als de toetsop de individuele waarden voldoet (zie ook tabel 2).Het gemiddelde van de 15 resultaten moet voldoenaan criterium 1: x15 > fck+1,48 sDe individuele testresultaten moeten voldoen aancriterium 2: fci > fck 4.Bovendien moet steeds worden getoetst of de eerder(uit het aanvangsonderzoek) berekende processtandaardafwijking s nog steeds geldig is. Daarvanmag worden uitgegaan als de standaardafwijkingover de laatste 15 meetwaarden niet teveel afwijktvan de eerder gedane schatting voor s. Hiervoorgeldt de eis: 0,63 s < s15< 1,37 s. Zodra de waardevan s15buiten deze grenzen komt, moet s opnieuwworden berekend uit de laatste 35 resultaten en detoets met de nieuwe s opnieuw worden uitgevoerd.Er mag ook worden gekozen voor een tweedemethode waarbij s voortdurend opnieuw wordtberekend (in een voortschrijdend systeem) overde laatste 35 resultaten en de toets steeds met denieuwe s wordt uitgevoerd.toets op 2 criteriacriterium 1: x3 ? fck + 4*criterium 2: fci ? fck 4Kader 3 Gebruikte symbolenfci = het individuele druksterkteresultaatfcm = gemiddelde druksterktefck = karakteristieke druksterktes = processtandaardafwijkingx15 = het gemiddelde van 15 opeenvolgende meet-resultatens15 = standaardafwijking van 15 opeenvolgende test-resultatenTabel 2 Conformiteitscriteria voor de druksterkteProductie Aantal (n) druksterkte- Criterium 1 Criterium 2resultaten binnen Gemiddelde van n Elk individueel testresultaateen groep resultaten (fcm in N/mm2) (fci in N/mm2)(bij familieconcept:referentie + `herleide'*)Aanvangsonderzoek 3 = fck + 4 = fck 4Vervolgonderzoek 15 = fck + 1.48 s = fck 4* bij werken met het familieconcept geldt criterium 1 voor de gehele groep meetwaarden. Dus het referentiemengselplus de herleide waarden van de overige familieleden.Nadat in het aanvangsonderzoek tenminste 35 meet-resultaten zijn verkregen, wordt hieruit de standaard-afwijking berekend. Deze wordt gebruikt als schattingvoor de processtandaardafwijking en aangeduid methet symbool s.Het vervolgonderzoekDaarna wordt overgegaan op het vervolgonderzoekmet een lagere monsternamefrequentie(zie tabel 1).Kader 2 Aanvangsonderzoek individuelebetonsamenstellingBeoordeling van de meetresultaten tijdens aanvangsonderzoek bijindividuele samenstellingen.*Er bestaat de keus deze toets al dan niet voortschrijdend uit te voeren.Kader 4 Vervolgonderzoek individuelebetonsamenstellingenBeoordeling van de meetresultaten tijdens vervolgonderzoek bijindividuele betonsamenstellingen.*Erbestaatdekeusdezetoetsaldannietvoortschrijdenduittevoeren.Keuren volgens het familieconceptDe keuring volgens het familieconcept verlooptvrijwel gelijk aan de hiervoor beschreven procedurevoor één betonsamenstelling. In plaats van éénbetonsamenstelling beoordelen we nu echter eenhele betonfamilie, een groep waarin meerdere beton-samenstellingen zitten. Omdat te kunnen doen,moeten we alle familieleden kunnen herleiden naarhet sterkteniveau van een `referentiesamenstelling',normaliter de productiecontroles. Dit betekent datwe de te behalen druksterkte van de verschillendebetonsamenstellingen (de familieleden) voldoende13|14 Betoniek april 2005 5nauwkeurig moeten kunnen voorspellen. Op basisvan het verschil tussen de voorspelde druksterktevan een familielid en de voorspelde druksterktevan de referentiesamenstelling kan per betonsamen-stelling een correctiewaarde worden berekendMet deze correctiewaarde kan de druksterkte vaneen familielid worden herleid naar de druksterktevan het referentiebeton. Nadat alle gevonden meet-resultaten op deze manier zijn herleid, kunnen zegecombineerd in groepsverband (als familie) wordenbeoordeeld op gemiddelde en standaardafwijking.AanvangsonderzoekOm in de praktijk te kunnen starten met het familie-concept moet, net als bij de beoordeling van eengewone betonsamenstelling, eerst een aanvangs-onderzoek worden uitgevoerd. De (tenminste) 35resultaten moeten binnen één jaar worden ver-zameld, waaruit de s wordt berekend. Daarna magworden overgegaan op vervolgonderzoek.Het aanvangsonderzoek kent 3 onderdelen. Hetgemiddelde van drie herleide opeenvolgende meet-resultaten dient steeds te voldoen aan het criterium 1:fcm > fck + 4 (fck is van het referentiebeton). Dit iseen toets op de gehele familie. Deze criteria zijnovereenkomstig tabel 2.De individuele meetresultaten binnen één familielidcriterium 2: fci ? fck 4toets op 3 criteriacriterium 1: x15 ? fck + 1,48 s*toets op standaardafwijking: 0,63 s s15 1,37 s*1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1542,939correctiewaarde3,9correctiewaarde+1,637,4C28/35C20/25referentiebetonC20/2520% betongranulaatFiguur 1 Grafische weergave van de individuele meetresultaten van onze voorbeeld betonfamilie en de wijze waarop deze herleid worden naarhet referentiebeton (zie ook kader 1 en de cijfermatige uitwerking in tabel 4).13|14 Betoniek april 20056van 15 herleide opeenvolgende meetresultatensteeds voldoen aan criterium 1:x15 > fck + 1,48 s (fck is van het referentiebeton).Dit is nu de toets op de gehele familie.Voor de individuele meetresultaten binnen éénfamilielid blijft het criterium 2: fci > fck 4 (fck isvan het betreffende familielid).Extra is nu ook de toets volgens tabel 3. Afhankelijkvan het aantal meetresultaten binnen één familielidverschilt dit criterium.Controle van de standaardafwijkingDe controle op de standaardafwijking binnenhet familieconcept is gelijk aan de toetsing op destandaardafwijking voor individuele betonsamen-stellingen. De proces standaardafwijking wordt voorde familie berekend uit de resultaten van het aan-vangsonderzoek. Ook nu mag s worden gehanteerdzolang de standaardafwijking die over 15 meet-waarden is berekend valt in het tolerantiegebied:0,63 s = s15 = 1,37 s.Verder mag worden gekozen voor een tweede methodewaarbij s voortdurend opnieuw wordt berekend, ineen voortschrijdend systeem, over de laatste 35 meet-resultaten. (zie Kader 6)Het feit dat dezelfde eisen worden gehanteerd bij decontrole van betonfamilies als bij het controlerenvan individuele samenstellingen maakt duidelijkdat de onderlinge relaties uitermate goed in kaartmoeten voldoen aan criterium 2: fci > fck 4 (fck isvan het betreffende familielid).Tot zover verloopt de beoordeling van de beton-familie hetzelfde als de beoordeling van individuelebetonsamenstellingen.Voor betonfamilies is er nog een extra derde criterium:om te bevestigen dat de individuele betonsamen-stellingen inderdaad tot de betonfamilie behoren,dienen de niet-herleide waarden van ieder familielidbovendien te voldoen aan criterium 3 volgens tabel 3.Dit geldt zowel tijdens het aanvangsonderzoek alstijdens het vervolgonderzoek. Ieder mengsel dat nietvoldoet aan deze eis moet worden verwijderd uitde familie en moet daarna individueel wordenbeoordeeld.VervolgonderzoekTijdens het vervolgonderzoek moet het gemiddeldeTabel 3 Conformiteitcriterium 3 voor de druksterkte per familielidAantal druksterkte Criterium 3resultaten (n) per Gemiddelde (per familielid) van nsamenstelling druksterkte resultaten (fcm in N/mm2)2 = fck 1,03 = fck + 1,04 = fck + 2,05 = fck + 2,56 = fck + 3,0criterium 3: xn ? fck +_ ............. (zie tabel 3)xn en fck van familielidtoets op 3 criteriacriterium 2: fci ? fck 4 fci en fck van familielidKader 5 Aanvangsonderzoek bij familieconceptBeoordeling van de meetresultaten tijdens aanvangsonderzoek bij hetfamlieconcept.*Er bestaat de keus deze toets al dan niet voortschrijdend uit te voeren.criterium 1: x3 ? fck + 4 x3 van de herleide waardefck van referentiebetonKader 6 Vervolgonderzoek binnen het familie-concept*Ercriterium 3: xn ? fck +_ ............. (zie tabel 3)xn en fck van familielidtoets op 4 criteriacriterium 2: fci ? fck 4 fci en fck van familielidcriterium 1: x15 ? fck + 1,48 s*x15 van het referentiebeton + herleide waardenfck van referentiebetontoets op standaardafwijking: 0,63 s s15 1,37 s*s15 van het referentiebeton + de herleide waarden13|14 Betoniek april 2005 7Familielid1Familielid2Familielid3GehelefamilieCriterium2Criterium3C20/25C20/25(20%betongr.)C28/35(individuelemeetwaarde)(Tabel3)Referentie(s=1,0)(nxmeetwaardenbetonperfamilielid)Prognose:3937,442,9Correctiewaarde:039,037,4=+1,639,042,9=-3,9fci?fck4nx?fck-y(zietabel3)Meet-Meet-HerleideMeet-HerleideReferentiewaardewaardewaardewaardewaardebetonNRfcifcifci+1,6fcifci3,9+herleidefci>..Voldoet?fcmVoldoet?waarden139,239,2?21,0Ja243,339,439,4?31,0Jan1339,939,9?21,0Ja436,43838,0?21,0Jan1538,638,6?21,0Ja641,137,237,2?31,0Jan2>34,038,3Ja743,039,139,1?31,0Jan3>36,038,6Ja838,938,9?21,0Ja939,339,3?21,0Ja1039,639,6?21,0Ja1138,438,4?21,0Ja1237,839,439,4?21,0Jan2>24,038,7Ja1337,839,439,4?21,0Jan3>26,038,9Ja143637,637,6?21,0Jan4>27,039Ja1538,738,7?21,0JaGemiddelde38,8Criterium1x15?fck+1,48s?26,5VoldoetStandaardafw.0,77Toetsstandaardafwijking0,63s=S15=1,37sVoldoetTabel4Cijfermatigeuitwerkingvanonzevoorbeeldfamilie.Zievooreengrafischeuitwerkingfiguur113|14 Betoniek april 20058ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied van debetontechnologie en verschijnt 10 keerper jaar. In de redactie zijn vertegen-woordigd: ENCI, MEBIN, CUR, BAM Civielen de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave: ENCI MediaPostbus 3532,5203 DM `s-HertogenboschRedactie: 073 - 640 12 23E-mail: encimedia@enci.nlWebsite: www.enci.nlAbonnementen/adreswijzigingen:Abonnementen en adreswijzigingenvoor betoniek worden verzorgd door:Betapress Abonnementen ServicesPostbus 97, 5126 ZH Gilzetel: 0161 - 45 95 86fax: 0161 - 45 29 13email: betoniek@Betapress.Audax.nlAbonnementsprijzen 2005:Nederland 1 20,00België 1 21,00Overige landen 1 28,00Aanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op ieder gewenstmoment ingaan en worden automatischvoor een jaar verlengd, tenzij één maandvoor vervaldatum schriftelijk wordt opge-zegd.Overname van artikelen en illustratiesis toegestaan, onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xBellenblazenZeepbellen blazen is een kinderspel dat we allemaal wel eens hebbengedaan. Een zeepbel is feitelijk een hoeveelheid lucht die gevangen zitin een laagje zeepsop. De grondstoffen voor een zeepbel zijn water, zeepen natuurlijk lucht. In onze betontechnologie komen we ook luchtbellen(`zeepbellen') tegen. Water is in de betonspecie voldoende aanwezig.Als zeep gebruiken we een luchtbelvormer en het mengen van betonzorgt ervoor dat de bellen geblazen worden. Voor u nu deze zeepbeldoorprikt, luchtbellen hebben ons veel te bieden in beton. In de volgendeBetoniek willen we daarom stil staan bij lucht als grondstof voor beton.Lucht kan eigenschappen toevoegen of verbeteren. Wil lucht echter eenfunctie vervullen dan zal het wel aan bepaalde eisen ten aanzien vanluchtbelgrootte en luchtbelverdeling (net zoals de korrelverdeling vanzand) moeten voldoen. Om de luchtbelverdeling te kunnen meten is de"Air Void Analyser" ontwikkeld, een nieuwe meetmethode die een nieuwedimensie toevoegt aan de betontechnologie.In onze volgende uitgaveFoto pagina 1: `familiebanden' (foto: Zefa Images)Het systematisch in kaart brengen van de relatie tus-sen prestaties van individueel gedefinieerde beton-samenstellingen levert ook méér inzicht in die rela-ties op. Dit inzicht kan worden gebruikt bij het ont-werpen van bijvoorbeeld tussenliggende samen-stellingsvarianten. Zeker indien relaties nog meergedetailleerd in kaart worden gebracht (invloed wcf,specietemperatuur, eigenschappen toeslagmateriaal)kan veel kennis worden opgebouwd die van paskomt bij het ontwerpen van (nieuwe) betonsamen-stellingen.LiteratuurStutech Rapport `familyconcept' 2005. NEN-EN 206-1`Beton Deel 1: specificatie, eigenschappen, ver-vaardiging en conformiteit. (zie § 3.1.14 en 8.2.1)NEN 8005 Nederlandse aanvulling op NEN-EN 206-1`Beton Deel 1: specificatie, eigenschappen,vervaardiging en conformiteit.moeten zijn gebracht. De vooraf vastgestelde relatietussen de gemiddelde sterkteniveaus moet klop-pen. Verkeerde aannames voor deze relaties zullenimmers onherroepelijk leiden tot een groterespreiding in de resultaten van de groep herleidemeetwaarden en daardoor een grotere kans opafkeur betekenen.Voordelen van het familieconceptZowel in de betonproductenindustrie als in debetonmortelindustrie kan de toepassing van hetfamilieconcept voordelen bieden.De druksterkte-resultaten worden beter benut dooreen `groep' betonsamenstellingen als geheel tebeoordelen. De meer continue stroom aan informatieover de sterkte-eigenschappen van een hele beton-familie die zo ontstaat zorgt ervoor dat een stijgendeof dalende trend in de prestaties, alsook eventueleafwijkingen, eerder aan het licht komen.13|14 Betoniek april 2005nieuwsVencon 2.0 voordimensionering betonwegenVENCON, het rekenprogrammavoor het bepalen van de laag-dikte van ongewapende beton-verhardingen, is geactualiseerd.De nieuwe versie maakt gebruikvan Windows-functionaliteiten ener zijn een aantal technische aan-passingen doorgevoerd. Zo zijner zijn betere ontwerpmodellengebruikt en zijn actuele meet-gegevens van temperatuur-,aslast- en bandspectra verwerkt.Maar het belangrijkste verschilmet de vorige versie is wel dat hetprogramma niet alleen nog maargeschikt is voor het berekenen vanongewapende verhardingen, maarook voor doorgaand gewapendewegverhardingen. Bovendienis het programma geschikt voormeerdere gebruikersniveaus(junior, senior, expert).De VENCON 2.0-software wordtop cd-rom geleverd. Op de cd-romstaat ook een achtergrondrapportmet alle formules van de gevolgdemethodiek en een toelichtingvan door de werkgroep gemaaktekeuzes.`Vencon 2.0 - Dimensionerings-programma voor betonverhardin-gen' kost ? 175,- (inclusief BTW enverzendkosten binnen Nederland)en wordt uitgegeven door CROW.Het programma is te bestellenvia de website www.crow.nl,per fax (0318) 62 11 12, ofper post: Postbus 37, 6710 BA Ede.Softwareagenda27 april 2005Jaarvergadering Stufib, GoudaMeer informatie: www.stufib.nl12 mei 2005Excursie HSL bovenbouwMeer informatie:www.betonvereniging.nl11-14 mei 200518th BIBM InternationalCongress and Exhibition "Meetthe future of precast concrete",AmsterdamMeer informatie:www.bibm2005.com26-28 mei 2005Bouwmaterieel Ahoy, RotterdamMeer informatie:www.bouwmaterieelahoy.nl22 juni 2005LedenvergaderingStutech / Stufib, MaarssenMeer informatie:www.stutech.nl / www.stufib.nl23 juni 2005BFBN-zomerledenvergadering,WoerdenMeer informatie: www.bfbn.nl25 augustus 2005Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl21 september 2005Excursie StutechMeer informatie: www.stutech.nl11 oktober 2005Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl26 oktober 2005Ledenvergadering Stutech,Den BoschMeer informatie: www.stutech.nl10 november 2005Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl17 november 2005Betondag, RotterdamMeer informatie:www.betonvereniging.nl7 december 2005Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl13 14B A N D U I T G AV Emaart 2 0 0 5mogelijkheden behoort. Ook de betonregelgevingwerpt geen belemmeringen op.Maar ondanks de dreiging van een tekort aan beton-en metselzand lijkt er weinig beweging in de marktom fijner zand in beton te gaan gebruiken.In opdracht van VIBO (Verkeer en Waterstaat, Inter-Provinciaal Overlegorgaan en BouwgrondstoffenOnderzoeksprogramma) heeft Intron onderzoekgedaan naar de knelpunten en met name de kosten-consequenties die spelen rondom het gebruik vanfijner zand.In het eerste deel van het rapport de verkennendefase wordt verslag gedaan van de interviews die zijngehouden om inzicht te krijgen in alle aspecten dienodig zijn het gebruik van fijner zand te stimuleren.Daarnaast zijn de kostenconsequenties in kaartgebracht. En tenslotte bevat dit deel een aantalaanbevelingen per doelgroep in het bouwproces.In deel 2 wordt verder geborduurd op de aanbevelingom meerdere praktijkprojecten uit te voeren waarbijde hele bouwkolom wordt betrokken. Hier vindt ude keuze, de organisatie en de uitvoering van dieprojecten.Van de praktijkprojecten zal te zijner tijd een rapportworden opgesteld dat wordt opgenomen in een doorde Stichting CUR uit te brengen voorbeeldenboek/handboek "Fijner zand in beton".`Stimuleren gebruik fijner zand' in beton is te bestel-len bij mevrouw M.S. Schomaker-van Rijsbergen vanhet publicatiemagazijn van Rijkswaterstaat, telefoon015 - 251 83 08 of e-mail m.a.schomaker-vrijsbergen@dww.rws.minvenw.nl13|14 Betoniek april 2005RegelgevingBij het NEN is de nieuwe NEN-EN 450 over vliegasvoor beton verschenen. De norm bestaat uit tweedelen.Het eerste deel behandelt definitie, specificaties enconformiteitscriteria. Een belangrijke wijziging tenopzichte van het ontwerp uit 2002 is de uitbreidingvan de norm met specifieke eisen voor vliegas,verkregen door bijstoken.Deel 2 betreft de conformiteitsbeoordeling van vlieg-as en geeft o.a. technische regels voor de productie-controle bij de producent van het vliegas.De titels van beide normenzijn:· NEN-EN 450-1 (en) Vliegas voor beton Deel 1:Definitie, specificaties enconformatieteitscriteria· NEN-EN 450-2 (en) Vliegas voor beton Deel 2:ConformiteitsbeoordelingBeide normen kosten ? 48,50 per stuk en zijn tebestellen bij het NEN, www.nen.nl.LiteratuurStimuleren gebruik fijner zand in betonDeel 1: Verkennende fase Deel 2: Opzet praktijkprojectenUitgegeven door VIBO, december 20042 delen, totaal 98 pagina'sPublicatiereeks Grondstoffen 2004/12 en 2004/13In ons land neemt het aantal winlocaties waargrof betonzand gewonnen wordt af. Tegelijkertijdworden vergunningen voor nieuwe winplaatsen(nog) niet afgegeven. Daarom wordt al enige jarengesproken over het gebruik van fijner zand inbeton als alternatief voor grof betonzand. Technischonderzoek heeft uitgewezen dat het gebruik vanfijner zand in beton op korte termijn zeker tot de
Reacties