Betoniek114|11 Betoniek januari 2008B A N D U I T G AV E14 11januari 2008 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O NFijn gemalen`Oh, en ook een pak koffie', roept mijn vrouw mij na als laatste opdracht voormijn boodschappenlijstje. In de supermarkt aangekomen heb ik de keuze uiteen wand vol koffie: grof gemalen, fijn gemalen, snelfiltermaling, koffiebo-nen... of zou ze toch die nieuwe `pads' bedoelen?Net zoals bij koffie worden de eigenschappen van cement bepaald door demaalfijnheid en de samenstelling (het soort koffiebonen). Wist u bijvoorbeelddat er binnen de vijf hoofdgroepen van cement in de NEN-EN 197-1 in totaal 27categorie?n van cement gedefinieerd zijn? En dat daarbinnen nog allemaalvariaties mogelijk zijn. Deze aflevering van Betoniek gaat over cement, maardaarvan zijn er te veel soorten. We duiken daarom alleen maar in de zak vanportlandcement. Wat zit daar nou in en wat doet het?2 14|11 Betoniek januari 2008Portlandcement is wereldwijd het meest gebruiktecement. Het heeft daarom in de naamgeving vande NEN-EN 197-1 het hoofdgroepnummer I mee-gekregen. Ook voor de overige hoofdgroepen II toten met V is portlandcementklinker de basis. Naastportlandcementklinker bestaan er nog negen an-dere hoofdbestanddelen. De combinaties van port-landcementklinker en andere hoofdbestanddelenin verschillende samenstellingen leveren uiteinde-lijk 27 categorie?n cement op.Per categorie zijn verschillende sterkteklassen tedefini?ren, zoals 32,5, 42,5 en 52,5. De getallen zijneen verwijzing naar de minimale normsterkte op 28dagen. Bij deze informatie komen nog de letters L(voor Low), N (voor Normal) of R (voor Rapid) om aante geven hoe snel de beginsterkte wordt opgebouwd.Voorbeelden van de sterkteontwikkeling voor ver-schillende cementen zijn weergegeven in figuur 2.Als we een zak cement kopen, dan kunnen we viade codering begrijpen wat erin zit. Beperken we onsverder tot in Nederland geproduceerde portland-cementen, dan weten we uit Betoniek 14/08 (Heetgebakken), dat deze allemaal gemaakt worden vandezelfde portlandcementklinker. Hoe kan het dandat we hieruit toch de verschillend verhardendecementen uit figuur 2 krijgen?MaalfijnheidSterkteontwikkeling van cement in de tijd heeftalles te maken met de grootte van het reactieop-pervlak: het beschikbare oppervlak dat met waterin contact kan komen. Dit geldt niet alleen voorcement, maar ook voor koffie.Een heerlijk kopje koffie ontstaat doordat cafe?neen koffiearoma's oplossen in het water. Bij de watgrovere, zelfgemalen koffie bij oma thuis is hiermeer tijd voor nodig. Die tijd heeft de gestresstemanager in onze jachtige maatschappij niet meer:alles moet immers sneller. Hier spelen de koffie-producenten op in door de koffie fijner te malen.Er is dan meer oppervlak beschikbaar, waardoor dejuiste concentratie cafe?ne en aroma's in het watersneller wordt bereikt.Figuur 1: Voorbeeld van cementcoderingFiguur 2: Normsterkte opbouw voor CEM I in drie verschillende sterkteklassen (voor meer informatie zie de Betonpocket 2008 pagina 181).102030405060700 7 14 21 28Verhardingstijd (dagen)32,542,552,5Normsterkteop 28 dagenCEM I 42,5 NNormalebeginsterkteSterkteklasseHoofdgroepCEM I 32,5 R CEM I 42,5 R CEM I 52,5 R314|11 Betoniek januari 2008We kunnen dit alles iets meer toelichten als wein detail naar de gevolgen van malen kijken (ziefiguur 3). De grof gemalen korrel links heeft eenbepaalde massa met een bepaald oppervlak. Malenwe deze korrel nu fijner, dan ontstaat de situatierechts: vele kleine korreltjes met totaal dezelfdemassa als links, maar met gezamenlijk een veelgroter oppervlak. We noemen dit een verschil infijnheid (Blaine waarde naar het toestel van Blaine)en drukken dit uit in vierkante meter per kilogramcement. Een paar voorbeelden van cement fijnhe-den zijn gegeven in tabel 1.WindzeefOm het gemalen cement uit de cementmolen tescheiden op verschillende fijnheden wordt gebruikgemaakt van een zogenaamde windzeef (zie figuur4). Wind (ingeblazen lucht) van een bepaalde snel-heid (kracht) heeft alleen effect op deeltjes die fijn(en daarmee licht) genoeg zijn om door de winduit het maalproces geblazen te worden. Als dedeeltjes te zwaar (en dus te groot) zijn, dan blijvenze in het maalproces om nog een keer gemalen teworden. Door nu de instellingen van de windsnel-heid te veranderen kunnen we dus grover of fijnerzeven. Omdat de verschillende portlandcementenafkomstig zijn van hetzelfde basismateriaal, deportlandcementklinker, is het goed om te beseffenOngemalen en gemalen koffiebonenOngemalen en gemalen portlandcementklinkerFiguur 3: Een grof gemalen cement (links) en een fijn gemalen cement(rechts).Figuur 4: Principe van een windzeef (gele gedeelte).Cement Fijnheid (Blaine waarde)(in m2/kg)CEM I 32,5 R 300 Circa 1,5CEM I 42,5 R 420 Circa 2CEM I 52,5 R 550 Circa 3Tabel 1: Enige voorbeelden van cement fijnheden.Grof gemalen Fijn gemalenOppervlakte per kg(in tennisvelden)4 14|11 Betoniek januari 2008cement rechts (zie figuur 6). Ook al is de hoeveel-heid cement in beide figuren gelijk, toch kan doorhet grotere oppervlak rechts per tijdseenheid veelmeer cement reageren. Als gevolg hiervan zal desterkte bij het fijnere cement per tijdseenheid veelsneller opbouwen. Dit is precies wat we terugzienin figuur 2.ReactiewarmteBij de reactie tussen water en cement hebben wenaast de korrelfijnheid te maken met nog een an-der belangrijk fenomeen: er komt warmte bij vrij.De temperatuur van het beton loopt hierdoor op.Dit effect kunnen we goed gebruiken om meer teleren over het verloop van de reactie tussen wateren cement. We kunnen iets leren over de snelheidvan de reactie en over de hoeveelheid cement diegereageerd heeft. Bij een snelle reactie, komt erdat de windzeef dus feitelijk de verschillende ce-menten maakt. Een voorbeeld van de verschillendekorrelgrootteverdelingen van drie typen cementuit dezelfde portlandcementklinker is gegeven infiguur 5.Kopje onderIn het beton vormen water en cement de cement-lijm die de toeslagmaterialen aan elkaar plakt. Totnu toe hebben we het droog kunnen houden, maarwillen we begrijpen hoe de lijm werkt, dan moetenwe toch kopje onder. We gaan daarvoor terug naarde twee situaties uit figuur 3 en we bekijken wat ergebeurt als we hier water aan toevoegen.Als cement met water reageert, dan ontstaat ereen reactiefront, dat van buiten naar binnen toede cementkorrel binnendringt. Dit gebeurt zowelbij de grove korrel links als bij het fijner gemalenKader 1: CalorimetrieBij chemische reacties is altijd sprake vaneen temperatuursverandering. We moetener energie/warmte instoppen, zoals bij hetproduceren van portlandcementklinker, of erkomt energie/warmte bij vrij, zoals bij de reactietussen cement en water. Om dit proces te kun-nen meten laten we de reactie plaatsvinden ineen goed ge?soleerde doos. Ter illustratie vanhet principe vervangen we de reactie hier dooreen actief vogeltje. We meten nu het tempera-tuuurverschil binnen en buiten de doos. Maakthet vogeltje veel plezier dan produceert hij veelwarmte. Wordt er echter nauwelijks warmtever-schil gemeten, dan is ons vogeltje rustig en zalhet liggen te slapen.ReactiekamerIsolatieOmgeving OmgevingReactiekamerZZZ ZZZZZIsolatieZZFiguur 5: Korrelgrootteverdeling voor drie CEM I cementen.01234567891 10 100 1000CEM I 32,5 RCEM I 42,5 RCEM I 52,5 RVolumepercentage(%)Korrelgroottediameter (?m)100 ?m= 0,1 mm Figuur 6: Verschil in gereageerde hoeveelheid cement op een zeker tijdstipvoor een grof gemalen cement (links) en een fijn gemalen cement (rechts).Figuur 7: Principe van een calorimeting.514|11 Betoniek januari 2008snel warmte vrij. Komt er veel warmte vrij, danheeft er veel materiaal gereageerd. Vergelijk warm-te hier met kilometers rijden in de auto. De hoe-veelheid warmte geeft de afstand, het aantal gere-den kilometers op de kilometerteller. De snelheidwaarmee warmte vrijkomt zegt iets over hoe snelwe rijden, de snelheidsmeter. Hoe deze metingenprecies uitgevoerd worden staat beschreven in ka-der 1: Calorimetrie.ReactiestadiaAls we een grafiek maken van het reactieprocestussen cement en water, waarbij we elke minuutuitzetten hoeveel warmte er in die minuut door dereactie is geproduceerd (dus hoe hard we elke mi-nuut hebben gereden) dan krijgen we een grafiekzoals weergegeven in figuur 8. In deze figuur zijnverschillende stadia weergegeven die elke cement-korrel in principe doorloopt. In de figuur is verderte zien dat het afhangt van de samenstelling en defijnheid van het cement wanneer de verschillendestadia beginnen en eindigen. Het fijnere cementCEM I 42,5 R (zie ook figuur 5) reageert sneller danhet grovere CEM I 32,5 R. We lopen in grote stap-pen door de verschillende stadia heen.? Stadium 1: Beginreactie; er komt in heel kortetijd veel warmte vrij. Dit betekent dat er evenheel veel gebeurt, vaak nog in de mengmolen.Dit is het moment dat de buitenste laag van decementkorrels reageert.? Stadium 2: Dormante periode; er wordt bijnageen warmte meer geproduceerd. De reactielijkt hier te zijn stilgevallen. Je kunt zeggen datde stormachtige reactie uit stadium 1 een reac-tiehuidje rond de cementkorrels heeft gevormdwaardoor het binnenste cement is afgeschermdvan het water. Zou deze periode er niet zijn, danzou het beton direct opstijven en verharden. Nucre?ert het echter een periode waarin het betongetransporteerd en verwerkt kan worden.? Stadium 3: Versnelling van de reactie; gedurendeenkele uren wordt elke minuut meer warmtegeproduceerd dan de minuut daarvoor. Elke mi-nuut reageert er meer cement dan in de minuutervoor; de reactie gaat steeds sneller. Het betonbegint op te stijven en te verharden. Door de ge-produceerde warmte stijgt de temperatuur vanhet beton.? Stadium 4: Teruglopende reactiesnelheid; vanafdit punt wordt elke minuut minder warmte ge-0123450 4 8 12 16 20 24Tijd (uur)Warmteproductiepertijdstap(mW/g)CEM I 32,5 RCEM I 42,5 R13 453 44322Figuur 8: Reactiestadia van cement gemeten met calorimetrie.6 14|11 Betoniek januari 2008produceerd dan de minuut daarvoor. De reactie(en daarmee de verharding) gaat dus steeds lang-zamer.? Stadium 5: De basis van de microstructuur heeftzich nu gevormd. Zolang er nog water en onge-reageerd cement beschikbaar is blijft het betondoorgaan met verharden. Dit kan in principe nogjaren duren. Het proces zal echter steeds langza-mer verlopen.Voor de betontechnoloog zijn de belangrijkstestadia dus: stadium 2 (voor de transport en verwer-kingstijd), stadium 3 (voor de snelheid van aantrek-ken en de eerste sterkte van het beton) en stadium3 in combinatie met stadium 4 (voor de geprodu-ceerde warmte in relatie tot de temperatuurstijgingvan het beton en de ontwikkelde sterkte).De klinkermineralenWe hebben nu gezien dat de reactie tussen cementen water niet zomaar verloopt, maar diverse sta-dia doorloopt. Dit alles hebben we beschreven inalgemene termen voor portlandcement. We wetenechter ook dat portlandcement alleen als verzamel-naam bestaat. In feite gaat het natuurlijk om devier hoofdmineralen waar portlandcement uit isopgebouwd: tricalciumsilicaat (C3S), dicalciumsili-caat (C2S), tricalciumaluminaat (C3A) en tetracalci-umaluminaatferriet (C4AF) (zie ook figuur 10).Bekijken we de sterkteontwikkeling van deze af-zonderlijke mineralen (zie figuur 9), dan blijkt datC3S een zeer belangrijke bijdrage levert, zeker watbetreft de vroege sterkte. Daarom willen we in ce-ment graag veel C3S aanwezig hebben. Zouden weeen warmteproductiegrafiek van alleen C3S makenover de eerste 24 uur, dan krijgen we een figuur diesterk lijkt op de grafiek in figuur 8. Ook C3S startmet een korte felle beginreactie, gevolgd door eendormante periode en een versnelling tijdens hetopstijven en verharden van het cement.Uit figuur 9 leren we verder dat ook C2S behoorlijkmeedoet in de sterkteopbouw, zij het veel langza-mer. De snelheid en daaraan gekoppeld de lagerewarmteafgifte is eigenlijk het grootste verschiltussen C3S en C2S. Voor de rest kunnen we C2S welbeschouwen als het kleine broertje van C3S.Net zoals C3S en C2S aan elkaar verwant zijn, zijnook de reacties van C3A en C4AF aan elkaar ver-want. Ze reageren op dezelfde manier, alleen rea-geert C3A vele malen sneller dan C4AF. Zoals we uitfiguur 9 kunnen afleiden hebben we beide minera-len voor de sterkteontwikkeling eigenlijk niet no-dig; we kunnen echter niet om ze heen. C3A enC4AF ontstaan vanzelf tijdens de productie vanportlandcementklinker. Omdat C4AF zo langzaamreageert hoeven we bij de verwerking van betonnauwelijks rekening te houden met dit mineraal.Dit ligt heel anders voor de snelle reactie van C3A;als we dit mineraal niet temmen heeft het nadruk-010203040506070800 90 180 270 360Tijd (dagen)C SC SC AC AF2334Druksterkte(N/mm2)Figuur 9: Sterkteontwikkeling van afzonderlijke portlandcementklinker-mineralen.rest3%C3S65%C4AF8%C3A11%C2S13%Figuur 10: Globale samenstelling van portlandcementklinkers714|11 Betoniek januari 2008kelijk invloed op de verwerkbaarheid. Daarom gaanwe hierna dieper in op de C3A-reactie.SnelbindingAls we alleen C3A laten reageren met water, dankrijgen we een kortstondige maar heftige reactiewaarbij veel warmte vrijkomt. Tijdens deze reactieontstaan grote plaatvormige kristallen. Als dezereactie optreedt in een betonmengsel, dan zorgendeze grote platen ervoor dat de verwerkbaarheidzeer snel terugloopt. Zelfs grondig mengen helptdan niet om de platen te breken. Deze zeer snelleopstijving van het mengsel staat ook wel bekend alssnelbinding en is onomkeerbaar.Om snelbinding te voorkomen hebben we twee mo-gelijkheden. De eerste mogelijkheid is de hoeveel-heid C3A te beperken. Er moet immers genoeg C3Aaanwezig zijn om zoveel plaatvormige kristallen tekunnen vormen dat de verwerkbaarheid van hetbetonspecie er door wordt be?nvloed. Hebben we teweinig C3A dan treedt er geen snelbinding op.Als er wel voldoende C3A aanwezig is om snelbin-ding te veroorzaken, dan vallen we terug op detweede mogelijkheid. Hierbij vertrouwen we als hetware op een soort medicijn om de C3A reactie on-der controle te houden. We gebruiken hiervoor degipsfamilie (zie kader 2: De gipsfamilie).De verschillende vormen van de gipsfamilie kun-nen allemaal reageren met C3A. Door de aanwe-zigheid van de gipsfamilie verloopt de reactie welanders dan wanneer C3A alleen met water zoureageren. Met gips is de reactie veel minder heftigen bovendien reageert alleen de buitenste rand vanC3A. Ook hier is het idee dat er een afsluitende laagontstaat die de verdere reactie van C3A tijdelijkbelemmert. Pas wanneer het beton echt gaat ver-harden, gaat de reactie van het C3A verder.Valse bindingOm snelbinding door C3A te voorkomen voegen wedus calciumsulfaat uit de gipsfamilie aan cementtoe. Hoeveel we moeten toevoegen kunnen weafschatten op basis van de hoeveelheid C3A in deportlandcementklinker. Het calciumsulfaat wordttijdens het malen van de portlandcementklinkertoegevoegd.Dit toevoegen is nog even een lastig proces. Omdater bij het malen (wrijvings)warmte vrijkomt, kanhet ene type sulfaat tijdens het malen nog verande-ren in een andere type sulfaat. Uit het oogpunt vande reactie met C3A hebben we het liefst een goedoplosbare vorm van sulfaat, zoals hemihydraat. Iser echter een overmaat aan goed oplosbaar sulfaataanwezig, dan zal dit uitkristalliseren tot grotegipsnaalden.Doordat deze naalden als een soort mikado in deweg zitten, zal als gevolg hiervan de verwerkbaar-heid van het mengsel snel teruglopen. Deze vormvan snel opstijven staat beter bekend onder denaam `valse binding'. Goed mengen breekt de grotegipsnaalden, waardoor de verwerkbaarheid weergrotendeels herstelt.Kader 2: De gipsfamilieGips bestaat uit een calciumsulfaatverbindingmet twee moleculen water: CaSO4.2H2O. Zoals webeton kunnen drogen bij hogere temperaturen, zokunnen we dat ook doen met gips. Het gips verliestdan geleidelijk zijn water. In tabel 2 is een overzichtgegeven welke soorten `gips' er ontstaan in welketemperatuurgebieden.Deze verschillende soorten lossen niet allemaal evengemakkelijk op in water. Om de reactie met C3A goedte kunnen regelen hebben we het liefst een goedoplosbare vorm. In de tabel kunnen we zien dat wehiervoor hemihydraat of zelfs een bepaalde vormvan anhydriet goed kunnen gebruiken. Deze stoffenzijn ongeveer drie keer beter oplosbaar dan gips.Temperatuurgebied (?C) Naam Formule Oplosbaarheid (g/l)Kamertemperatuur Gips CaSO4.2H2O 2,4100 ? 170 Hemihydraat CaSO4.?H2O 6200 ? 400 -anhydriet (III) CaSO4 6400 ? 700 -anhydriet (II) CaSO4 2,1Tabel 2. Sulfaatverbindingen van de gipsfamilie.14|11 Betoniek januari 2008Abonnementsprijzen 2008:Nederland 44 (incl. 6% btw)Belgi? 49 (excl. 6% btw)Kijk voor de mogelijkheden vaneen meeleesabonnement op www.aeneas.nlAanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op iedergewenst moment ingaan en wordenautomatisch voor een jaar verlengd,tenzij twee maanden voor de verval-datum schriftelijk wordt opgezegd.Overname van artikelen en illustra-ties (met uitzondering van foto's) istoegestaan onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xRedactie en uitgever stellen dezeuitgave zorgvuldig en naar besteweten samen. Zij aanvaarden ech-ter geen enkele aansprakelijkheidvoor schade, van welke aard ook,die het gevolg is van handelingenen/of beslissingen gebaseerd op deinformatie in deze uitgave. Niet altijdkunnen alle rechthebbenden vangebruikt beeldmateriaal worden ach-terhaald. Belanghebbenden kunnencontact opnemen met de uitgever.ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied vande betontechnologie en verschijnt10 keer per jaar. Betoniek wordtuitgegeven in opdracht van hetCement&BetonCentrum. In de redactiezijn vertegenwoordigd: ENCI, MEBIN,CUR Bouw & Infra, BAM Civiel, TU Delften de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nlRedactie:0411 ? 650089E-mail: betoniek@ aeneas.nlVormgeving en productie:Twinmedia bvAbonnementen/adreswijzigingen:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nl8In onze volgende uitgaveAfsluitingIn deze Betoniek zijn we nader ingegaan op dewerking van portlandcement. We zijn al malendafgedaald tot op korrelniveau en zelfs naar de be-langrijkste mineraalcomponenten C3S en C3A. Wehopen daarbij een tipje van de sluier te hebben op-gelicht over hoe verschillende cementen ontstaanen reageren vanuit een gemeenschappelijke port-landcementklinkerbasis. Bovendien zijn we inge-gaan op de rol die gips hierbij speelt en waarom wedit ook in elke zak cement tegenkomen. Hopelijkhebben we daardoor het verschil tussen het ene enhet andere cement nu iets beter op de korrel.Literatuur? Betoniek 14/08, Heet gebakken, oktober 2007;? `Structure and Performance of Cements', 2eEd. Editors: J. Bensted en P. Barnes (2002), SponPress;? `Zement und Kalk ? Der Baustoff als Werkstoff',J. Stark en Bernd Wicht (2000), Birkh?user Ver-lag;? `The Chemistry of Portland cement', R.H. Bogue(1955). Reinhold publishing corporation.Glad en vlakIn bestekken voor bijvoorbeeld monolithischafgewerkte betonvloeren komen we het nogwel eens tegen. `De vloer moet glad en vlakworden afgewerkt' of `de vloer moet strakonder de rei worden afgewerkt'. De vraag isdan: wat is glad en vlak? En, als we daar al eenbeeld van hebben, is dit beeld dan ook vooreen ieder gelijk? Belangrijk is dat vlakheideisendie aan een vloer worden gesteld meetbaar encontroleerbaar zijn. Voor de beoordeling van devlakheid van een vloer wordt in Nederland deNEN 2747 `Classificatie en meting van de vlak-heid en evenwijdigheid van vloeroppervlakken'gehanteerd. In de volgende Betoniek gaan wein op de methode van beoordelen van vlakheidvolgens deze norm.Foto pagina 1: Peter de Koning914|11 Betoniek januari 2008nieuwsagendaLicht in/op/door betonHet Cement&Beton Centrum pre-senteert tijdens Geveltotaal 2008een expositie van betonexperi-menten met de combinatie betonen licht als centrale invalshoek.De expositie omvat twaalf proto-typen, waarvan er enkele als eenkleine serie zijn vervaardigd. Deprototypen zijn de resultaten vande Casestudy `Licht in/op/doorbeton'. Tijdens de CasestudiesPrefab Beton ontmoeten architec-ten en producenten elkaar in eeninformele context voor ontwik-keling en toetsing van idee?n. Destudie `Licht in/op/door beton'gaf ruimte voor onderzoek naaractuele technieken en productendie de prestaties van licht en be-ton vernieuwen, maximaliserenen uitbuiten. Van `low-tech' be-kistingstechnieken en oppervlak-afwerkingen en bouwkundige ofesthetische `add-ons' tot `high-tech' combinaties die ontwik-kelingen uit andere industrie?nkoppelt aan productieprocessenvoor prefab beton.Funderingsloos geluidsschermIn Vianen beschikt men sindskort over het eerste funderings-loze geluidsscherm. Dit schermis ontwikkeld door ipv Delft insamenwerking met Pieters Bouw-techniek en Holland Scherm. Hetnieuwe scherm biedt meerderevoordelen. Zo zijn de kosten la-ger, kan er sneller gebouwd wor-den en is er minder overlast vooromwonenden doordat heipalenachterwege kunnen blijven. Eenbetonnen plaat die ongeveer eenmeter onder de grond ligt vormtde basis van de constructie. Omde vier meter zijn hierop staan-ders geplaatst waarop scherm-panelen van vier bij ??n meterzijn bevestigd. Dit is zodaniggebeurt, dat de cassettes kunnenmeebewegen met globale zet-tingen van de grond. Lintbalkenvangen lokale verzakkingen opdoor deze simpelweg te over-bruggen. Ook grotere, globalezettingen vormen bij het funde-ringsloze geluidsscherm geenprobleem meer. Het systeem isnamelijk flexibel genoeg om metde verzakking mee te bewegen.De horizontale belijning van hetscherm blijft hierdoor parallellopen aan de weg.23 - 25 januari 2008Vakbeurs Geveltotaal 2008.Meer informatie: www.gevelto-taal2008.nl30 januari 2008Duurzaam bouwen met beton,een Logische Keuze.Meer informatie:www.betonvereniging.nl12 februari 2008Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl29 februari 2008Casestudy `Groen Beton'Meer informatie:www.cementenbeton.nl13 maart 2008Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl23 april 2008Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl15 mei 2008CUR Bouw & Infra dagMeer informatie: www.cur.nl19 - 22 mei 2008International fib Symposium2008Meer informatie:www.fib2008amsterdam.nl14 11B A N D U I T G AV Ejanuari 2 0 0 8MarcelvanKerckhoven,Tilburg14|11 Betoniek januari 2008De platen zijn onder een kleine hoek bevestigdwat zorgt voor een gunstige geluidsreflectie. Eenbetonnen plint die zo'n tien centimeter onder hetmaaiveld begint vormt een geluiddichte aansluitingvan het scherm op de ondergrond. Tegelijkertijdbeschermt de plint het scherm tegen beschadigingdoor grasmaaiers of aantasting door de grond. Hetscherm heeft panelen van glas, maar is ook in eenbetonnen variant beschikbaar.ProjectKwaliteitsPlanHet Constructeursplatform heeft het ProjectKwa-liteitsPlan Constructies Uitvoeringsfase digitaaltoegankelijk gemaakt. Dit projectkwaliteitsplanmaakt onverbrekelijk onderdeel uit van het besteken heeft ten doel de procedures voor reken- en te-kenwerk, de wijze van informatieoverdracht en degestelde kwaliteitseisen aan documenten voor con-structieve werkzaamheden tijdens de uitvoerings-fase eenduidig vast te leggen. Het kwaliteitsplan iste vinden op de site van de Betonvereniging.Arbo-brochureDe Arbeidsinspectie publiceert een arbo-branche-brochure voor de betonmortel- en betonproduc-tenindustrie die begin van dit jaar naar alle beton-bedrijven wordt gestuurd. Onderwerpen die in debrochure worden behandeld zijn: algemene veilig-heid, blootstelling aan gevaarlijke stoffen, fysiekebelasting en geluid. De arbeidsinspectie geeft aaneen half jaar tot een jaar na verspreiding van debrochure te gaan inspecteren in de betonmortel- ende betonproductenindustrie. De inspectieonderwer-pen zijn in principe dezelfde als de onderwerpenin de brochure. De definitieve keuze van de inspec-tieonderwerpen is afhankelijk van de acties die debranche op de genoemde aspecten onderneemt.
Reacties