Bij het leggen van breedplaatvloeren kunnen onveilige situaties ontstaan. Een veel toegepaste oplossing is het aangelijnd werken. Maar deze methode heeft zo zijn nadelen. En er zijn verschillende alternatieven denkbaar. Maar zijn die wenselijk en toepasbaar?

In Nederland wordt voor het realiseren van betonvloeren veelvuldig gebruikgemaakt van fabrieksmatig vervaardigde breedplaatvloeren. Deze platen bestaan uit een betonnen schil, in dikte variërend van 4 tot 10 cm. De breedte is veelal kleiner dan 3,5 m in verband met transport over de weg. De lengte van de platen is, afhankelijk van de gekozen overspanning en dikte van de plaat, circa 3,5 tot 7,0 m. Binnen één project zijn altijd verschillende plaatafmetingen noodzakelijk. Circa 20% van de platen is een pasplaat, waarmee restmaten worden dichtgelegd. De platen worden standaard voorzien van tralieliggers die de sterkte en stijfheid van de breedplaat verzorgen tijdens transport, hijsen en de bouwfase. Deze hebben een projectafhankelijke hart­op­hart­afstand tussen de 0,5 en 0,7 m. De hoogte van de tralieliggers boven de beton is afhankelijk van de uiteindelijke dikte van de betonvloer. Er zijn dus nogal wat variaties in de breedplaten en duidelijk is dat elke breedplaatvloer projectafhankelijk wordt ontworpen.

Breedplaten worden opgelegd op wanden, gerealiseerd met gestort beton of kalkzandsteen. Tijdens de bouwfase worden ze behalve op de wanden, opgelegd op een tijdelijke ondersteuning, bestaande uit stempels en moerbinten. De hart­op­hart­afstand van deze stempels en het type moerbinten zijn afhankelijk van de sterkte van de breedplaatvloer en de dikte van definitieve betonvloer. De breedplaatvloeren worden op basis van een nauwgezet afroepschema, justin­time met vrachtwagens aangeleverd aan de bouwplaats. Vervolgens worden ze met behulp van een kraan geplaatst op de tijdelijk ondersteuning. Voor het plaatsen van de breedplaatvloeren zijn naast een kraanmachinist minimaal drie mensen benodigd: een aanpikmonteur bij de vrachtwagen en twee mensen die de platen begeleiden naar de definitieve locatie.