De afgelopen jaren is er een forse toename van zwartverkleuring van betonoppervlakken te zien. Deze verkleuring is goed zichtbaar bij geluidsschermen (foto 1) en kunstwerken. Ook zien we steeds vaker aangroei van mossen op beton en soms ook aantasting van het beton. Ontwikkelingen die voor Stutech aanleiding gaven tot het instellen van de studiegroep 'Biologische aangroei op beton'. Het doel van deze studiegroep, ingesteld in juni 2015, was vaststellen onder welke voorwaarden biologische aangroei op beton voorkomt en welke relatie dit heeft met de eigenschappen van beton. De studiegroep heeft in oktober 2016 haar voorlopige bevindingen vastgelegd in een rapport.
auteur ir. Edwin Vermeulen Cement&BetonCentrum
Zes hypothesen uit Stutech-studiegroep
Inzicht in biologis che aangroei
van beton
De afgelopen jaren is er een forse toename van zwartverkleuring
van betonoppervlakken te zien. Deze verkleuring is goed zicht-
baar bij geluidsschermen (foto 1) en kunstwerken. Ook zien we
steeds vaker aangroei van mossen op beton en soms ook aantas-
ting van het beton. Ontwikkelingen die voor Stutech aanleiding
gaven tot het instellen van de studiegroep 'Biologische aangroei
op beton'. Het doel van deze studiegroep, ingesteld in juni 2015,
was vaststellen onder welke voorwaarden biologische aangroei
op beton voorkomt en welke relatie dit heeft met de eigen-
schappen van beton. De studiegroep heeft in oktober 2016 haar
voorlopige bevindingen vastgelegd in een rapport.
Biofilm
Bij de zwartverkleuring van betonop-
pervlakken denkt men meestal aan
gewone vervuiling. In de buurt van
wegen ligt vervuiling met roetdeeltjes
voor de hand. Het milieu is echter de
afgelopen decennia alleen maar scho-
ner geworden, terwijl de huidige mate
van vervuiling tot zo'n vijftien jaar geleden
nog niet optrad. De zwartverkleuring moet dus een andere oorzaak hebben.
Uit literatuur en uit onderzoek uitgevoerd
ten behoeve van de Stutech-studie-
groep blijkt dat de zwartverkleuring
geen gewone vervuiling is, maar wordt
veroorzaakt door een zogeheten biofilm.
Een biofilm is een verzameling van
micro-organismen, hoofdzakelijk bacte-
riën, schimmels en algen, die zich als
een dunne laag op het oppervlak
bevindt. De micro-organismen zijn vaak
ingebed in een door hun zelf geprodu-
ceerde slijmlaag dat goed hecht aan het
betonoppervlak.
Biofilms hebben vocht en voedsel nodig
om te kunnen groeien. Verder moeten
er geen remmende factoren of stoffen
Dag van de Betontechnologie
Op de Dag van de Betontechnologie heeft Edwin Vermeulen
een lezing gehouden over biologische aangroei op beton. Dit
artikel is een afspiegeling van die lezing.
4 VAKBLAD I
4 2016
04_ Biologische_aangroei.indd 4 20-03-17 15:36
Inzicht in biologis che aangroei
Stutech Studiegroep
De Stutech Studiegroep 64 'Biologische aangroei'
bestond uit de volgende leden:
? René Albers (ORCEM)
? Cees Cornet (Van den Bergh & Co)
? Mark van Hulten (Cugla)
? Wiljan de Moor (Movares)
? Marc Ottelé (Heijmans/TU Delft)
? Angelo Sarabèr (Vliegasunie)
? Nantko Speelman ? (APcon)
? Maarten Swinkels (SGS INTRON)
? Edwin Vermeulen (Van Nieuwpoort; initiatiefnemer)
? Ronald de Vree (rapporteur)
? Gert van der Wegen (Stutech-bestuur; mentor)
? John Zwijnenberg (KIWA)
1
Zwartverkleuring van
geluidsschermen,
foto Marc Ottelé
5 VAKBLAD I 4 2016
04_ Biologische_aangroei.indd 5 20-03-17 15:36
aanwezig zijn. Aan de hand van deze
factoren kan worden verklaard waar en
waarom biofilms op beton voorkomen.
Biofilms komen overal in de natuur
voor. Zo zijn biofilms de oorzaak van de
kleurrijke afzettingen bij thermisch
actieve gebieden en is tandplak ook
een biofilm. Biofilms op regulier beton
is echter een tamelijk recent verschijn-sel. En biofilms worden niet alleen op
beton maar vrij recent ook op natuur-
stenen monumenten (foto 2)
aangetroffen.
Biofilms kunnen de ondergrond waarop
ze zitten aantasten, onder andere doordat
biofilms zuren produceren. Bij tandplak
resulteert de zuurvorming door de bac-
teriën in gaatjes, maar biofilms kunnen zelfs roestvast staal aantasten. Het ligt
daarom voor de hand dat ook beton
niet ongevoelig is voor biofilms.
Hypothese biologische
aangroei en aantasting
In het Stutech-rapport wordt een hypo-
these gegeven die de waargenomen
biologische verschijnselen en de aantasting
van beton kunnen verklaren. De hypo-
Nieuw vakgebied
Biologische aantasting van beton kennen we al vele jaren
vanuit specifieke omstandigheden zoals bij rioolbuizen. Ge-
nerieke biologische aangroei en biologische aantasting van
beton is echter een nieuw vakgebied aan het worden. Sinds
het einde van de jaren negentig is er duidelijk sprake van een
sterke toename van de hoeveelheid literatuur op dit gebied.
Dat het een recent vakgebied is, blijkt ook uit het feit dat er
pas in 2013 een RILEM-commissie is ingesteld die onderzoek
doet naar de interactie tussen micro-organismen en cement-
gebonden materialen. Deze commissie moet in 2018 een
state-of-the-artrapport opleveren. Er werd door de Stutech-
studiegroep geen complete verklaring of hypothese in de
literatuur aangetroffen die alle bij beton waargenomen
verschijnselen kan verklaren.
1980 19902000 20100
200
400
600 800
kton / jaar
stikstofoxiden ammoniak zwaveldioxide
2
De Jefferson Memorial
in Washington DC was
in 2013 (links) nog wit
maar is in 2016 volle-
dig zwart verkleurd
(rechts)
3
De uitstoot van verzu-
rende stoffen is de afge-
lopen decennia fors
afgenomen waarmee de
pH van het regenwater
is gestegen [1]
6 VAKBLAD I 4 2016
04_ Biologische_aangroei.indd 6 20-03-17 15:36
these is gebaseerd op een literatuurstudie
en op ? in het kader van de studiegroep
? uitgevoerd onderzoek. In een volgende
fase wil de studiegroep met veld- en
laboratoriumonderzoek de hypothese
gaan toetsen. Deze toetsing zal echter
niet eenvoudig zijn en sowieso de
nodige tijd kosten. Het verdient daarom
aanbeveling om voor uitvoering van
nieuwe betonwerken en voor onder-
houd van bestaande werken uit te gaan
van deze hypothese en de in het rapport
gegeven aanbevelingen voor preventie.
Op herstel van door biologische aangroei
aangetast beton wordt in het rapport
niet ingegaan.
De hypothese bestaat uit zes onderdelen
die in het navolgende achtereenvolgens
worden behandeld.
1. Schoner milieu
Het milieu is de afgelopen decennia
steeds schoner geworden. Zo is de
emissie van zwaveldioxide gedaald van
1 miljoen ton in 1965 naar 60
000 ton
in 2008. Maar ook de emissie van
andere verzurende stoffen is in deze
periode gedaald (fig. 3). Als gevolg hiervan is de pH van het regenwater
gestegen van 4,0 à 4,5 in de eerste
helft van de jaren tachtig naar 5,0 à 5,5
in 2008. Omdat het hier gaat om een
logaritmische schaal is de hoeveelheid
zuur in deze periode dus met een factor
10 afgenomen. Als gevolg hiervan kan
een biofilm zich makkelijker hand
-
haven. Niet voor niets wordt voor het
schoonhouden van terrassen, die steeds sneller zwart verkleuren,
azijn(zuur) aanbevolen.
Ook de hoeveelheid lood die in het
milieu terechtkomt, is fors afgenomen.
Dit zou een rol kunnen spelen in de
toename van de biofilms. Verder zijn de
winters zachter en natter geworden
waarmee de groeifase van biofilms
wordt verlengd.
Welke van de genoemde factoren
doorslaggevend is voor de toename in
biofilms op beton staat niet vast, maar
alle genoemde factoren bevorderen de
groei van biofilms. Ook het aantal mossen
en korstmossen in Nederlandse bossen
is weer toegenomen door de afname
van zure regen.
2. Meer voedsel
Afbraakproducten van organische stoffen
kunnen als voedingsbodem dienen
voor met name schimmels. Hierdoor
ontstaat er versneld een biofilm op het
beton. Bij organische stoffen kan worden
gedacht aan restanten van ontkis-
tingsolie, curing compounds, (antigraffiti)
coatings en plantaardig materiaal. Voor
curing compounds is deze versnellende
werking aangetoond. Met curing com-
pound behandelde tegels kleurden na
circa een maand zwart, terwijl niet-
behandelde tegels na een jaar nog niet
verkleurd waren (foto 4).
4
Verkleuring van beton-
tegels mét (vooraan)
en zónder (achteraan)
curing compound
(acrylaat), foto: Van
Nieuwpoort
7 VAKBLAD I 4 2016
04_ Biologische_aangroei.indd 7 20-03-17 15:36
Uit microscopisch onderzoek is geble-
ken dat de zwartverkleuring van de met
curing compound behandelde tegels
wordt veroorzaakt door schimmels
(foto 5); op niet met curing compound
behandelde tegels werden geen schim-
mels aangetroffen.
Door het toegenomen gebruik van
curing compounds en wellicht ook door
de verschuiving van minerale naar de
makkelijker afbreekbare plantaardige
ontkistingsolie, is er meer voedsel op
het betonoppervlak beschikbaar voor
de vorming van biofilms. Door het
schonere milieu kunnen de biofilms zich
vervolgens ook handhaven.
3. Aantasting door biofilms
Biofilms kunnen volgens de literatuur
beton op diverse manieren aantasten.
Het gaat hierbij om zuuraantasting (alle micro-organismen vormen zuren), het
onttrekken van mineralen uit de
cementsteen en de indringing door
schimmeldraden. Vooral schimmels
zouden weleens zeer agressief kunnen
zijn: uit laboratoriumonderzoek is
gebleken dat schimmels onder ideale
omstandigheden 2 mm per jaar van het
betonoppervlak kunnen wegetsen. Tot
slot houden biofilms het beton langer
vochtig waarmee het risico op vorst-
schade zou kunnen toenemen.
Een biofilm is alleen actief als deze
vochtig is. Bij een uitgedroogde biofilm
vindt er dus ook geen zuurproductie
plaats. Verder is de massa van een
biofilm en daarmee de zuurproductie
beperkt. Er wordt daarom veronder-
steld dat een biofilm hoofdzakelijk
esthetische schade oplevert en het
beton maar zeer langzaam aantast. De
aanwezigheid van een biofilm is echter wel een voorwaarde voor de afzetting
van mossen en daarom een voorbode
voor verdere aantasting.
4. Microbodem
Een biofilm is een voedingsbodem en
initiator voor de afzetting van andere
organismen zoals mossen. Wanneer
zich eenmaal een dichte begroeiing van
mossen heeft gevormd, groeit de biofilm
uit tot een microbodem. Plantaardige
restanten van de mossen dienen hierbij
als voedingsstof voor schimmels en
andere micro-organismen. De micro -
bodem is dikker en blijft mede door de
mossen langer vochtig na een regenbui
dan een biofilm. Door de grotere
biomassa en door het langer vochtig
blijven, wordt er door de microbodem
aanzienlijk meer zuur geproduceerd
dan door een biofilm. Hierdoor zal er
ook sprake zijn van een aanzienlijk
snellere aantasting.
5. Schade
Door de aanwezigheid van een moskus-
sen met microbodem blijft het beton
langer vochtig na een regenbui. Hierdoor
neemt de kans op vorstschade aanzien-
lijk toe. Daarnaast is er de eerder
beschreven aantasting door zuren uit
de microbodem en door het onttrekken
van mineralen uit de cementsteen.
Verder is er sprake van indringing van
schimmeldraden en hechtdraden van
mossen in spleten en poriën. Er ontstaat
dus schade (foto 6) door vorst en door
fysische en chemische aantasting door
bacteriën, schimmels en algen.
6. Oppervlaktekwaliteit
De aantasting speelt zich af aan het
betonoppervlak. De aantastingssnel-
heid is daardoor afhankelijk van de
kwaliteit van het betonoppervlak. De
oppervlaktekwaliteit wordt beïnvloed
door de betonkwaliteit, de afwerking en
de nabehandeling.
Het ligt voor de hand dat een hogere
betonkwaliteit en een goede nabehan-
deling resulteren in een dichter oppervlak
en daarmee een betere weerstand
6
Betonschade: een com-
binatie van (versnelde)
vorstschade en biologi-
sche aantasting
5
Diverse schimmels zijn
de oorzaak van de
zwartverkleuring van
met curing compound
behandelde betonte-
gels, foto's: Laurens
Sparrius
8 VAKBLAD I 4 2016
04_ Biologische_aangroei.indd 8 20-03-17 15:36
tegen de eerdergenoemde aantastings-
mechanismen. Het dichtere oppervlak
resulteert ook in minder aanbod van
water voor micro-organismen. Hierdoor
zal er minder snel een biofilm ontstaan.
Hetzelfde geldt voor de afwerking: bij
een ruw oppervlak kan er meer water
op het oppervlak staan waardoor deze
ook langer vochtig blijft. Op een glad
betonoppervlak zal er daarom minder
snel een biofilm ontstaan.
Preventie
De hypothese biedt tal van aankno-
pingspunten voor het formuleren van
preventieve maatregelen om aangroei
en aantasting te voorkomen of te ver-
tragen. In het navolgende staan de
belangrijkste maatregelen:
?
W
erk het betonoppervlak glad af (een
ruw oppervlak blijft langer vochtig).
?
Gebruik geen curing compounds op
oppervlakken die vochtig kunnen
worden (tenzij ze worden bereden of
belopen en daardoor schoon blijven).
Er moet wel zeer zorgvuldig worden
nabehandeld.
?
V
ermijd in vochtige milieus naast
curing compounds ook zo veel
mogelijk andere koolwaterstoffen
zoals sommige antigraffiticoatings.
Voorkom een overmaat aan
ontkistingsolie.
?
Er is een duidelijke relatie tussen de
water-cementfactor en de vorming
van een biofilm (fig. 7). Hanteer een
lage water-cementfactor. Hoe lager
de water-cementfactor, hoe dichter
het betonoppervlak en daardoor hoe
trager de vorming van een biofilm.
De aantasting zal eveneens trager
verlopen bij een lagere
water-cementfactor.
?
Gebruik een hydrofobeermiddel: het
betonoppervlak wordt hierdoor minder
vochtig. Het is wel van belang om een
middel zonder koolstof te gebruiken,
dus volledig op basis van silicium.
Anders zou het middel, na te zijn uit-
gewerkt, als voedingsbodem kunnen
dienen en de vorming van een biofilm
zo weer kunnen versnellen. ?
Over
weeg het oppervlak te 'keimen'.
Dit is het behandelen van het opper-
vlak met een silicaatverf (waterglas),
wat het oppervlak dichter maakt en
daarmee vermoedelijk minder gevoe-
lig voor aangroei.
?
Gebruik een cement met titaan
-
dioxide. Bij bestraling door uv-licht
worden organische verbindingen aan
het betonoppervlak dan afgebroken
en met regenwater weggespoeld.
Nadeel is dat voor deze zelfreinigende
werking wel zonlicht nodig is.
?
Gebruik een hulpstof die het beton
beschermt tegen aangroei. Deze
hulpstoffen, die nu worden aanbevo-
len voor bijvoorbeeld beton voor
rioolbuizen, bevatten zouten met
antimicrobiologische werking.
Wellicht volstaat een lage dosering
voor beton in weer en wind.
?
Zoals altijd is een zorgvuldige detail
-
lering belangrijk. Langdurig contact
met water moet zo veel mogelijk
worden voorkomen. Verder is het
verstandig water zo veel mogelijk af
te voeren langs zijden van het beton
die niet in het zicht komen.
Tot slot
Het beschreven proces van vorming van
een biofilm tot mosgroei en aantasting
is een proces dat altijd en overal plaats-
vindt. De omstandigheden zoals de eigenschappen van de ondergrond,
vocht, voedingsstoffen en temperatuur
bepalen de snelheid van dit proces van
erosie. De omstandigheden voor beton
zijn zodanig gewijzigd dat dit proces
tegenwoordig aanzienlijk sneller ver-
loopt dan circa vijftien jaar geleden het
geval was. Alhoewel het proces nog niet
volledig wordt begrepen, is het wel
noodzakelijk nu reeds de juiste maat
-
regelen te nemen om ver
vuiling en op
termijn aantasting van beton te voor -
komen.
Literatuur
[1] Zure regen. Een analyse van dertig
jaar verzuringsproblematiek in
Nederland, Planbureau voor de
Leefomgeving (PBL), Den Haag/
Bilthoven, 2010.
[2]
Effects of concrete properties and
nutrients on fungal colonization and
fouling, International Biodeterioration
& Biodegradation 63 (2009),
252-259, Elsevier
Meer lezen
Het studierapport 'Biologische aangroei op beton' is verkrijg-
baar op www.stutech.nl.
Meer over algen, mossen en korstmossen op beton staat
in Betoniek 16/05 'Groen beton?'. Deze is beschikbaar op
www.betoniek.nl.
30 40
50
60
70
Atlanta Gainesville LaGrange
Savannah T.virideAverage
0
10
20
0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 water-cementfactor
biologische aantasting [%]
7
Hoe lager de water-
cementfactor (wcf) hoe
minder snel zich een
biofilm zal ontwikke-
len. In de legenda
staan verschillende
schimmelculturen die
alle een duidelijke rela-
tie met de wcf vertonen
[2]
9 VAKBLAD I 4 2016
04_ Biologische_aangroei.indd 9 20-03-17 15:36
Reacties