Een maandelijkse uitgave van deNederlandse Cementindustriecorrespondentie-adrespostbus 3011,5203 DA 's-Hertogenboschtelefoon 073-150150 (abonnementen 150231)ISSN 0166-137xmei 1980MetselenDe titel van deze BETON/EK-aflevering geeftwellicht aanleiding tot enige verbazing. Gaande-wegisimmers de traditie gegroeid dat wij het hierover beton hebben of met zaken die daar duidelijkverband mee houden. Het schenken van aan-dacht aan een ander vakgebied van de bouw-nijverheid wijkt dus wat af van het vertrouwdebeeld.De reden dat we dit doen is niet dat we eensbuiten het platgetreden betonpad willen treden,maar om aandacht te vragen voor enkeleopmerkelijke ontwikkelingen die zich binnen hetoudste ambacht in de bouw aan hetvoltrekkenzijn.Het raakvlak tussen metselen en betontech-nologiewordt uiteraard gevormd door metsel-specie, het mengsel van bindmiddelen, toeslag-materiaal en water in verse toestand dat naverhardi-ng over gaat in mortel. Naast het over-wegend ambachtelijke karakter zijn er andere inhet oog lopende verschillen met de betonpraktijk.Eigen tradities, een ander vakjargon, beroeps-trots en maatschappelijke waardering kunnenzeker in dit verband genoemd worden. Gevolgvan dergelijke verschillen isdevaak wederzijdseonbekendheid met elkaars problemen en demogelijke oplossingen daarvoor.Voor zoverbetontechnologen metselspecie alseen tamelijk onbelangrijk randverschijnsel zien,berust dit op een groot misverstand. Om tebeginnen de hoeveelheden. Jaarlijks wordtongeveer 1 miljoen m3 metselspecie in ons landverwerkt. Het daarbij behorende aantal stenen enbouwblokken loopt in de vele miljarden. Vervol-gens de kwaliteit. Bij metselwerk, met welkesteensoort ook gemaakt, wordt de kwaliteit inbelangrijke mate bepaald door de eigenschap-pen van de mortel.MetselspecieTegenwoordig zijn de belangrijkste grondstoffenvoor metselspecie cement, zand en water. Hieropzijn een aantal varianten mogelijk die wordentoegepast om de mortel te beïnvloeden. Zo wordtin veel gevallen gebruik gemaakt van kalk alstweede bindmiddel; men verkrijgt dan de zoge-naamde bastaardmortels. Detoepassing van kalkleidt tot een betere verwerkbaarheid van despecie, terwijl ook het elastisch gedrag van demortel gunstig wordt beïnvloed. Om de verwerk-baarheid van metselspecie te verbeteren wordtook veelvuldig gebruik gemaakt van hulpstoffen.Nu de term verwerkbaarheid is gevallen, moetenwe even opletten.Bijmetselspecie doet zich ronddit woord hetzelfde probleem voor alsbijbeton. Het is een verzamelwoord voor een aantaleigenschappen. Om een goed stuk werktekunnen maken, moet aan de volgende voor-waarden worden voldaan.Metselspecie mag in de kuip nietontmengen;dit voorkomt dat despecie herhaaldelijk met detroffel moet worden omgezet, het zogenaamdeopsteken.De specie moettaai vloeibaar zijn en goed opde troffel blijven liggen, maar moet boven demuur makkelijk van de troffel afglijden en zichgoed laten spreiden.11Metselspecie moet taai vloeibaar zijn, goed op detroffel blijven liggen, maar moet boven de muurgemakkelijk van de troffel afglijden en zich goed latenspreiden· Het op de specie te plaatsen metselelementmoet in één keer goed kunnen worden ingevleid.· Na het plaatsen van het metselelement mag despecie niet langsde muur druipen maarmoeteen'baard' vormen die later wordt 'afgeschoren'.Metselspecie mag bovendien geen muuruitslagtot gevolg hebben.Dit heeft natuurlijk niet directmet de verwerkbaarheid te maken; toch wordt ditaspect meestal in ditstadium.aan het eisenpakkettoegevoegd.MetselmortelDe eisen waaraan het verharde produkt, demetselmortel moetvoldoen,zijn vanzelfsprekendafgestemd op de te verwerken steensoort. Defunctie van mortel in metselwerk is tweeërlei:het geven van sterkte en stijfheid aan de muur, enhet weren van schadelijke invloeden vanbuitenaf.Ditbetekent dateisen moeten worden gesteld tenaanzien van druk-, trek- en buigsterkte, dicht-heid, krimp, hechting, elasticiteit en duurzaam-heid. Demoeilijkheid die zich voordoet is,dat velevan deze eisen niet gemakkelijk in een getal-waarde zijn uit te drukken, waardoor moetworden afgegaan op ervaring en vakkennis.Bij komende, maar zeker niet onbelangrijke, eisenten behoeve van kwalitatief goed metselwerk,zijn:· de verharding moet gelijkmatig door de specieplaatsvinden en mag niet te snel verlopen (lang-zame verharding kan spanningen in het metsel-werk ten gevolge van zetting en uitdrogingherverdelen);· de eigenschappen van de mortel moeten zoweinig mogelijk worden beïnvloed door deweersomstandigheden tijdens de verharding.2OntwikkelingHet beeld van de metselpraktijk is niet altijd evenrooskleurig. Echte schadegevallen blijvengelukkig beperkt tot incidenten, maar algemeenis men het erover eens dat de kwaliteit vanmetselwerk verbetering behoeft. Hierbij spelennatuurlijk tal van factoren een rol, niet alleentechnische, maar ook economische en organisa-torische.Zo ontbreekt het vaak aan goede richtlijnen voormetselwerk, om maar te zwijgen over nadereaanwijzingen inzake grondstoffenkeus enspeciereceptuur. Helaas ontbreekt ook eenofficiële norm voor metselmortels; een commis-sie van het NNI is echter bezig met de opstellinghiervan. Het is te hopen dat dit spoedig zalworden afgerond met de publikatie van een ont-werpnorm.Veel steenfabrikanten geven adviezen voor hetvermetselen van door hen geproduceerdestenen.Maar vanhetin praktijk brengen vandezeadviezen komt vaak weinig terecht. Veel voor-komende fouten zijn:het gebruik van verkeerde grondstoffen;het ontbreken van behoorlijke doseer- en menq-apparatuur;het ontbreken van deskundigheid bij uitvoerenden toezichthoudend personeel. .Een voorde hand liggende mogelijkheid om dezeproblemen te ondervangen is het bereiden vanmetselspecie in speciaal daartoe ingerichtefabrieken. Dit heeft de volgende voordelen:· de speciesamenstellingis controleerbaar;· de speciesamenstelling is constant;· het gebruik van hulpstoffen, indien nodig,gebeurt op deskundige wijze.Industrieel vervaardigde metselspecie is in onsland inmiddels al een paar jaar op de markt en deervaringen tot nu toe doen vermoeden dat dezeontwikkeling zich zal voortzetten. Natuurlijkspelen daarbij economische en financiëlemotieven mede een rol. Men kan kennelijkconcurreren met de traditionele manier vanspeciebereiding.In principe zijn twee systemen te onderscheiden:droge en natte metselspecie.Droge metselspecieVolgens dit systeem worden bindmiddelen,gedroogd toeslagmateriaal en eventuele hulp-stoffen in een bepaalde mengverhoudinggedoseerd en vervolgens verpakt; in klein-verpakking gericht op de bouwmaterialenhandelen de doe-het-zelf-markt, maar ook in silo's toteen inhoud van ca. 25 ton ten behoeve van debouwwerken. Met speciale vrachtwagens wordendergelijke silo's naar de bouwwerken vervoerd endaar in bedrijf gesteld. Het droge mengsel moetdan worden afgetapt en ter plekke met waterworden vermengd. Meestal gebeurt dit inspeciale, geautomatiseerde apparatuur,behorende bij het systeem van de fabrikant. Naarbehoefte kunnen desilo's door middel vantankauto's worden bijgevuld.Natte metselspecieDe andere mogelijkheid kenmerkt zich door hetcentraal vervaardigen van kant-en-klare metsel-specie, die aansluitend op het bouwwerk wordtafgeleverd en direct gereed is voor verwerking.Het ligt voorde hand dat dit systeem is ontwikkeldin de betonmortelindustrie. Natte metselspeciebestaat uit een mengsel van portlandcement,zand, water en hulpstoffen in de vorm van lucht-belvormers en vertragers.Zo'n metselspecieblijftongeveer 36 uur verwerkbaar.2Voorbeeld van het 'droge' systeem;silo's met droge metselspecie worden met specialevrachtwagens naar de bouwwerken vervoerd en naarbehoefte bijgevuld3Het droge mengsel wordt tijdens het aftappenautomatisch met water vermengd3De wijze van distributie vereist een universelesamenstelling omdat als regel centraal gepro-duceerde bulkpartijen over verschillende bouw-werken worden 'uitgevent'. De toepasbaarheidvan één van de in de betonmortelindustrieontwikkelde specierecepturen is onderwerp vanonderzoek geweest bij de Stichting ResearchCentrum Kalkzandsteenindustrie te Barneveld.Deze receptuur was als volgt:1350 kg metselzand (droog gewicht), 280kg port-landcement klasse A, en 230 I water; als hulp-stoffen werden toegevoegd een vertrager (inpoedervorm) en een luchtbelvormer (lucht-gehalte ca. 23-24%).Debevindingen van dit onderzoek zijn neerge-legd in rapport B 19-2 'Prefab-metselmortels',uitgegeven door de Stichting Bouwresearch. Deconclusies, die natuurlijk alleen geldig zijnbinnen de uitgangspunten die voor dit onderzoekwaren opgesteld, leiden tot de vaststelling datkant-en-klaar specie een uitstekend alternatief isvoor de veelgebruikte bestaardmortel 1 : 1 : 6(1deel cement op 1deel kalkop6delenzand). Deontwikkelde speciereceptuur is zowel geschiktvoor kalkzandsteen als voor de meeste soortenbaksteen.ToekomstHet is du idelijk dat de bereiding van metselspeciein een overgangsfase is terecht gekomen. Het44Het 'natte' systeem is in de betonmortelindustrieontwikkeld; deze metselspecie blijft ongeveer 36 uurverwerkbaarambachtelijke gebeuren zal meer en meer plaatsgaan maken voor het industrieel vervaardigdeprodukt.De inmiddels opgedane ervaringen duiden er opdat geprefabriceerde metselspecie kan bijdragentot kwalitatief beter metselwerk. Nu is het zaak ditook werkelijk te bereiken. Daarvoor is het nodig,dat evenals al sinds jaren in de betonmortel-industrie gebruikelijk is, gezorgd wordt voor eendoelmatige interne produktiecontrole, alsmedeeen onafhankelijke externe kwaliteitscontrole.De schijnbaar hogere kostprijs van geprefabri-ceerde metselspecie wordt niet alleen goedge-maakt door een constante hoge kwaliteit van demortel. Doorslaggevend in economisch opzichtzijn efficiëncy op de bouwplaats en het vermijdenvan verspilling van grondstoffen.LiteratuurPrefab-metselmortels, onderzoek naar de bruik-baarheid van geprefabriceerde metselspecie;Stichting Bouwresearch Rotterdam, 1979,publikatie B 19-2.5
Reacties