1januari 2001Het werken met onderwaterbeton verschilt in ten minste één opzichtvan andere toepassingen van beton: de verwerking van de betonspecieonttrekt zich grotendeels aan het gezichtsveld.Want deze heeft plaatsin troebel water. Het resultaat wordt pas zichtbaar wanneer de bouw-kuip is leeggepompt. Dat geldt evenzeer voor de eventuele gebreken.Om onaangename verrassingen zoveel mogelijk uit te sluiten wordenaan het storten van beton onder water hoge eisen gesteld.In deze B e t o n i e k wordt een aantal aandachtspunten behandeldbetreffende het ontwerp, de verwerking en de samenstelling vanbeton voor onderwatertoepassingen.Onderwaterbetonboven water1I 2Vanuit de betontechnologie beschouwd hebbenzich sindsdien geen schokkende ontwikkelingenvoorgedaan. Wel ontstond de vraag naar steedshogere vloeibaarheid van de betonspecie en namdaarmee de aandacht toe voor de samenhang.Sindsdien wordt het onderwaterbeton op steedsgrotere schaal toegepast.InleidingDe toepassing van beton onder water is al langniet nieuw meer. Vitruvius, een Romeinse architect,heeft het in zijn boeken al over beton onder watervoor de aanleg van funderingen.B e t o n i e k heeft eveneens in het verleden aandit onderwerp aandacht besteed. Maar de laatsteaflevering hierover dateert van zo'n twaalf jaargeleden.U i t v o e r i n gOnderwaterbetonSteeds vaker ondergrondsBeton onder water wordt voor verschillende doel-einden toegepast zoals bekleden van dijken,vastleggen van stortsteen, repareren van kades ofsluiskolken en het funderen bij grote projecten inde civiele en utiliteitsbouw.Met name voor vloeren heeft het onderwaterbetonde afgelopen tien jaar aan betekenis gewonnen.Dat is overigens wel te begrijpen. In Nederlandwordt immers steeds vaker en dieper onder hetmaaiveld gewerkt. Vooral ten behoeve van devervoersinfrastructuur; de ondergrondse werkenop Schiphol, de Hogesnelheidslijn (HSL) en deBetuwelijn zijn daar voorbeelden van.Onderwaterbeton wordt ook toegepast bij tunnel-inritten en het funderen van brugpijlers.Evenzeer in steden is er sprake van een veelvuldigeaanleg van onderwaterbetonvloeren vanwege demogelijkheid van meervoudig ruimtegebruik.Men bouwt niet alleen steeds hoger maar gaat ookdieper de grond in. Er wordt geen kantoorgebouwof winkelcentrum meer ontworpen zonder dat erondergronds één of meer parkeerniveaus zijngeprojecteerd.PoldermodelHet steeds dieper ondergronds werken heeft con-sequenties voor de toe te passen bouwmethodes.Vanwege een verlaging van de grondwaterstandis het nog zelden mogelijk of toegestaan om eendiepe bouwput zonder meer door bemaling droogte leggen.Tegenwoordig wordt meestal als volgt gewerkt(fig. 1):- vervaardigen van een waterkerende verticalebouwkuipwand, bijvoorbeeld een damwand,combiwand, schroefpalenwand of diepwand;- ontgraven van de bouwkuip wanneer deze nogonder water staat;- indien noodzakelijk het aanbrengen van trek-elementen;- afdichten van de kuipbodem door middel van eenonderwaterbetonvloer die sterk genoeg moet zijnom de opwaartse druk van het water te weerstaan;- leegpompen van de bouwkuip zonder dat hetgrondwaterpeil in de omgeving wordt beïnvloed;- en tenslotte bouwen van de constructie in dedrooggelegde bouwkuip.januari 20012B e t o n i e k1 Schematische opzet van het maken van een bouwput met een vloer van onderwaterbetongrootanker damwand damwand trekpalenonderwater-betonvloergrondwaterwegpompenjanuari 2001B e t o n i e k3In feite lijkt deze bouwtechniek sterk op hetgeenwij als Nederlanders al eeuwenlang hebben gedaan,namelijk het droogleggen van land door de aanlegvan polders.Het gaat ons in deze aflevering van B e t o n i e kom een `technologisch poldermodel', namelijk detoepassing van onderwaterbeton als (hulp)vloer.OntwerpIn het algemeen is het de constructeur die verant-woordelijk is voor het formuleren van de eisenbetreffende veiligheid, sterkte en duurzaamheidvan een constructie. Bij een onderwaterbetonvloeris dat niet anders.Als de vloer niet aan deze eisen voldoet kan datnadelig zijn voor het functioneren vanwege lekkagee.d. of zelfs leiden tot bezwijken.Functies van de vloerEen vloer kan uitsluitend dienen als werkvloerofwel tevens deel uitmaken van de definitieveconstructie.Gedurende het bouwproces vervult vooral de water-kerendheid van de vloer een belangrijke functie.Als de vloer alleen een tijdelijke functie heeft iseen geringe lekkage niet onoverkomelijk.Enig lekwater kan gemakkelijk door pompen wor-den verwijderd. Voor een definitieve constructie iseen waterdichte vloer natuurlijk veel belangrijker.De vloer moet in elk geval door zijn massa tegen-gewicht bieden aan de waterdruk. Naarmate debetonvloer zich dieper onder het grondwater-niveau bevindt, zal de opwaartse druk groter zijn.Ofschoon het meestal om dikke vloeren gaat,is de massa vaak toch nog te gering zijn om dedruk van het grondwater volledig te weerstaan.Een oplossing ter verzekering van het verticaleevenwicht wordt dan veelal verkregen door de vloerte verankeren aan trekelementen (zie kader).De keuze voor het al dan niet toepassen van trek-elementen wordt vooral bepaald door de kosten.Bij beperkte afmetingen van de bouwkuip is hetwellicht voordeliger om dieper te ontgraven eneen dikkere gewichtsvloer te storten. Bij grotewerken is het vaak andersom en spelen de kostenvan ontgraving een belangrijke rol. Een vloer van`normale dikte' in combinatie met trekelementenis dan vaak economisch aantrekkelijker.AfmetingenKenmerkend voor vloeren van onderwaterbetonzijn de meestal enorme afmetingen.Dat is uiteraard een direct gevolg van de aard vande toepassing. Zowel in parkeerkelders als bouw-kuipen voor toeritten naar tunnels betreft hetuitgestrekte vloervelden. Voor zo'n vloer is al gauw1500 m3 beton nodig, soms zelfs 15.000 m3.De vloeren worden in verband met de planning,fasering of praktische uitvoerbaarheid vaak incompartimenten verdeeld die op zichzelf al aan-zienlijke afmetingen hebben. Lengtes van 100 mzijn niet uitzonderlijk.De dikte van een ongewapende betonvloer wordtbepaald door bij het ontwerp ook de uitvoerings-aspecten te betrekken. De ontwerper houdtrekening met het verticale evenwicht, de horizon-tale krachten vanuit de bouwkuip, de sterkte vande vloer en de eventuele aanwezigheid van trek-ankers. Uit zijn berekening volgt een minimalevloerdikte. Aan deze dikte moet een tolerantie-waarde worden toegevoegd omdat er bij de uit-voering variaties in vloerdikte kunnen ontstaan.Maatafwijkingen aan de onderzijde van de vloerworden bepaald door de bodemgesteldheid en deontgravingsmethode. Bij klei- en veengrond wordtdaarvoor een variatie van ± 0,25 m gehanteerd,voor zandgrond ± 0,15 m.Maatafwijkingen aan de bovenzijde van de vloerzijn het gevolg van de toegepaste stortmethode.Vloeren van minder dan 0,8 m worden in verbanddaarmee vrijwel nooit toegepast. Meestal bedraagtde vloerdikte ca. 1,0 - 1,5 m.Gezien de gebruikelijke dikte krijgt de ontwerper aldirect te maken met betontechnologische aspecten.Een groot volume aan beton ontwikkelt tijdens hetverharden nogal wat warmte. Om scheuren doorthermische krimp te vermijden kan het nodig zijnom vloeren te dilateren. Met zulke scheuren isimmers de waterkerende functie van de vloer in hetgeding. Als redelijkerwijze mag worden verwachtSterkteIn afwijking met normale betonconstructies isde belasting op vloeren van onderwaterbeton inde bouwfase vaak groter dan in de gebruiksfase.De grootste belasting op de vloer ontstaat als gevolgvan de waterdruk na het leegpompen van de bouw-kuip. De vloer wordt daarna steeds minder belastvanwege het toenemende gewicht bij de opbouwvan de constructie op die vloer. Dit betekent datde gevraagde B-waarde al bereikt moet zijn voordatde bouwkuip wordt leeggepompt.DuurzaamheidDuurzaamheid speelt alleen een rol als de vloerdeel uitmaakt van de definitieve constructie.In de betonvoorschriften wordt de duurzaamheidvastgelegd door een indeling in milieuklassen.Deze duurzaamheid wordt minimaal voor 50 jaargegarandeerd. Via de milieuklassen stellen devoorschriften eisen aan de water-cementfactor enhet minimum cementgehalte.In de Voorschriften Beton Technologie (VBT 1995)wordt in tegenstelling tot eerdere versies rekeninggehouden met onderwaterbeton.Onderwaterbetonvloeren worden meestal inge-deeld in milieuklasse 2.Dat betekent voor een ongewapende onderwater-betonvloer een maximaal toelaatbare water-cementfactor van 0,70.Het voorschrijven van een lagere water-cement-factor lijkt aantrekkelijk vanuit het oogpunt vanduurzaamheid, maar is niet altijd de beste optie.Immers de directe koppeling van de water-cement-factor aan het gewenste watergehalte kan leiden toteen ongewenst hoog cementgehalte. Niet alleen isdit economisch onaantrekkelijk, maar het heefttevens nadelige gevolgen vanwege de groterewarmteontwikkeling.januari 20014B e t o n i e kdat de vloer zal scheuren is het maar beter om datgecontroleerd te laten gebeuren. Maar dan wel opeen plaats die de constructeur van tevoren heeftbepaald.Dilataties worden verkregen door vóór het stortenvan het onderwaterbeton op de bouwkuipbodemzogenaamde scheurinleiders te plaatsen. Het voor-deel daarvan is dat tegelijkertijd voorzieningenkunnen worden aangebracht om de scheurennaderhand te injecteren. Het laatste gebeurt dannadat de bouwkuip is droog gezet.TrekelementenAls de vloer vanwege zijn dikte onvoldoende tegengewichtkan bieden aan de opwaartse grondwaterdruk, wordenonder zo'n vloer zogenaamde trekelementen aangebracht.Afhankelijk van de grondwaterdruk en de omvang vande bouwkuip kunnen dat groutankers, prefab-betonpalen,vibro-combinatiepalen of stalen palen zijn. Staalprofielenals trekelementen komen in Nederland weinig voor,maar onlangs zijn ze toch toegepast bij de aanleg vande Balgstuw bij Ramspol. Het betreffen hier 800 profielen,in lengte variërend van 18 tot meer dan 30 m.Meestal worden in ons land prefab-betonpalen gebruikt.Ten behoeve van de krachtsoverdracht naar de onder-waterbetonvloer zijn de paalkoppen gebouchardeerd ofvoorzien van ribbels (foto 2).De paalkop wordt eventueel gesneld. De vrijkomendewapening wordt vervlochten met de wapening in deconstructievloer.2 Geprefabriceerde betonpalen, voorzien van ribbels, voor eenbetere krachtsoverdrachtjanuari 2001B e t o n i e kUitvoeringGrondwerkAan het storten van onderwaterbeton gaat hetnodige grondwerk vooraf zoals ontgraven, op hoog-te afwerken en slibvrij maken van de bouwkuip-bodem. Vooral op het belang van dat laatste wordthier gewezen. Bij het ontgraven van de bouwkuipkomt veel zwevend materiaal in het water terecht.Na gereedkomen van het grondwerk moet hetwater dan ook tot rust komen zodat al dit materiaalkan bezinken. Afhankelijk van de grondsoort ishiermee enige tijd gemoeid. Zo bezinken zanddeel-tjes sneller dan kleideeltjes.Het materiaal zet zich af als slib. Slib heeft eennadelige invloed op de aanhechting tussen de trek-ankers en het onderwaterbeton. Door insluitingenvan slib in de damwandkassen ontstaan zwakkeplekken in de aansluiting van de vloer op de bouw-kuipwanden waardoor lekkages kunnen ontstaan.Voor het verwijderen van slib worden duikersingezet (fig. 3).5De gangbare methoden voor het aanbrengen vanonderwaterbeton zijn in Nederland de ventielmethode en de Hop-dobbermethode (fig. 4 en 5).In de loop van de tijd zijn diverse varianten ontwik-keld en toegepast, maar de principes zijn dezelfdegebleven. Beide methoden zijn al eerder inB e t o n i e k beschreven.3 Slibvrij maken van de damwandaansluitingenen de trekelementenAanbrengen van onderwaterbetonHet is de aannemer die bepaalt op welke wijze hetonderwaterbeton wordt aangebracht. Hij maakteen economische afweging tussen colloïdaal betonen betonspecie die volgens een speciale methodeonder water wordt gestort. Wanneer het gaatom relatief kleine hoeveelheden, enkele honderdenkubieke meters, zal colloïdaal beton waarschijnlijkvoor de hand liggen. Bij grote hoeveelheden meest-al niet, vanwege de hogere materiaalprijs.4 Storten van onderwaterbeton met de Hop-dobber5 Storten van onderwaterbeton met de ventielmethode(ventiel aan uiteinde stortbuis)trechtertraversedobberonderwaterbetongrindstortbuisbetonpomppeilstokbuisjanuari 2001B e t o n i e k6Inzet van duikersBij het storten van onderwaterbeton is een aparte rolweggelegd voor duikers. Hun werk gaat daar gedeeltelijkal aan vooraf met het wegzuigen van de slib die zich opde bodem heeft afgezet. Hun materieel daarvoor staatbuiten de bouwkuip opgesteld. Eventueel kunnen van debodem monsters worden genomen om ze boven water opslibgehalte te beoordelen.Duikers maken ook de damwandplanken en de eindenvan trekelementen slibvrij. Deze worden onder hogedruk schoon gespoten. Een belangrijk aandachtspunt bijtrekelementen uit staalprofielen vormt de eventueleslibinsluiting tussen de flenzen.Tijdens het aanbrengen van onderwaterbeton hebben deduikers ook een controlerende functie. Zij zien erop toedat de trekelementen goed worden omhuld. Dit is immersessentieel voor de krachtoverdracht tussen de trek-elementen en de vloer. De duikers letten ook op het gevuldworden van de damwandnissen. Dit zijn typisch vandie plekken waar bij het droogzetten van de vloer zoge-naamde spuiters kunnen ontstaan.Verder beoordelen duikers de samenhang van de beton-specie, ook al is dat slechts `op de tast'. Met name terhoogte van het stortfront, de zogenaamde teen, is debetonspecie zeer gevoelig voor ontmenging.De keuze voor een methode wordt bepaald door eencombinatie van factoren, enerzijds betreffende deafmetingen van het project, anderzijds betreffendede gestelde vlakheidseis.De ventielmethode is uitermate geschikt voor dewat `kleinere' vloeren, moeilijk bereikbare locatiesen constructies met wapening. Ook bij bouwkuipenmet afstempelingen tussen de wanden, waardoormen herhaaldelijk opnieuw moet insteken inreeds gestorte betonspecie, wordt veelal de ventiel-methode gebruikt. De afwijkingen op vlakheidbedragen ± 0,10 - 0,20 m. Men is hierbij in belang-rijke mate afhankelijk van het vakmanschap vande pompmachinist en het peilpersoneel.De Hop-dobbermethode wordt aangewend wanneeraan de vlakheid hoge eisen worden gesteld.De uitvoering heeft plaats vanaf een traverse overde bouwkuip. Hiermee kan een breedte tot wel48 m worden overbrugd. Als de bouwput nog groteris kan vanaf een ponton worden gewerkt.Met de Hop-dobber wordt een vlakheid gerealiseerdmet een maatafwijking van ± 0,05 - 0,10 m.Onderwaterbeton wordt in zogenaamde raaienaangebracht. Wanneer uit de bouwkuipbodemtrekelementen steken wordt de breedte van een raaibepaald door de afstand tussen die trekelementen.Een gangbare maat hiervoor is 2,50 m. Veel brederis niet aan te raden omdat de betonspecie van naastelkaar gelegen raaien `nat in nat' in elkaar moetenovervloeien. Bredere raaien gaan bovendien tenkoste van de vlakheid. Als de trekelementen nogverder uit elkaar staan, worden daartussen telkenstwee raaien aangebracht.Om de gewenste vlakheid te bereiken is continuïteitin de aanvoer van de betonspecie essentieel.Trouwens niet alleen de aanvoer, maar ook de ver-werking op de bouwplaats moet een goed lopendcontinu proces zijn zonder onderbrekingen.Stagnatie in de aanvoer vanwege files in hetverkeer of door mechanische problemen bij decentrale resp. op het werk, kunnen ertoe leidendat de gewenste verwerkbaarheid terugloopt.Bij grote werken is het gebruikelijk dat op debouwplaats het nodige reservematerieel achterde hand gehouden wordt. Ingeval van storing bijde leverende centrale moeten omliggende beton-centrales kunnen bijspringen. Dat moeten natuur-lijk wel tevoren geregeld zijn.VerwerkbaarheidOnder verwerkbaarheid wordt in het algemeenverstaan de mate waarin betonspecie kan wordengemengd, getransporteerd (inclusief verpompt)en verdicht. De verwerkbaarheid vraagt bij onder-waterbeton om bijzondere aandacht. Een veelgehoorde opvatting bij de beoordeling hiervan isdat `te nat beter is dan te droog'. Een gangbaarcriterium voor de verwerkbaarheid is de keuze`hoog in consistentiegebied 4'.Een hoge verwerkbaarheid is om verschillenderedenen noodzakelijk, omdat:- voor een goede vulling van de damwandnissenen de omhulling van de bovenkant van de trek-elementen een hoge vloeibaarheid vereist is;januari 2001B e t o n i e k76 Een goede verwerkbaarheid van de betonspecie(vloeibaarheid) leidt tot een vlakke vloer7 Een minder goede verwerkbaarheid heeft een niet-vlakkevloer tot gevolg- alleen met voldoende vloeigedrag in horizontalerichting aan de vlakheidseisen kan wordenvoldaan;- met hoge vloeibaarheid de specie een grote zelf-verdichtende werking krijgt hetgeen noodzakelijkis omdat onderwaterbeton niet mechanisch kanworden verdicht (foto 6 en 7).Belangrijkste parametersbetonsamenstellingVoor het bepalen van de mengselsamenstellingwordt zowel rekening gehouden met de eisenvanuit het ontwerp als die vanuit de uitvoering.Die eisen kunnen onderling nog wel eens tegen-strijdig zijn. Enerzijds stelt de constructeur eisenten aanzien van de sterkte en duurzaamheid,anderzijds vraagt de uitvoering om een juisteverwerkbaarheid en goede samenhang.Het is de betontechnoloog die uiteindelijk moetvaststellen met welke grondstoffen en in welkesamenstelling aan de eisen kan worden voldaan.Om de eigenschappen van de onderwaterbeton(specie) te kunnen beoordelen moet altijd eengeschiktheidsonderzoek worden uitgevoerd.Met name betreft het dan de invloed van degekozen hulpstoffen op de vereiste verwerkbaar-heid en samenhang. Wanneer het gekozen beton-mengsel al eerder is toegepast, mag men zichbaseren op de desbetreffende onderzoekingen,mits deze niet ouder zijn dan één jaar.Voor onderwaterbeton(specie) is de verwerkbaar-heid verreweg de belangrijkste parameter.Toch verdient daarnaast ook de samenhang ende sterkteontwikkeling de nodige aandacht.VerwerkbaarheidEr is een tendens om betonspecie voor onderwater-beton steeds plastischer te verwerken. Tot voorenkele jaren was een zetmaat van gemiddeld180 mm normaal, thans wordt veelal een zetmaatgehanteerd van 220 ± 20 mm bij aankomst op hetwerk. Deze hoge verwerkbaarheid kan niet zonderde toepassing van hulpstoffen worden bereikt.De basisspecie wordt ontworpen in consistentie-gebied 3 en met behulp van plastificerendehulpstoffen opgevoerd tot een verwerkbaarheiddie hoog in consistentiegebied 4 gelegen is.Bij voorkeur worden normale plastificeerderstoegepast. Men wil namelijk het liefst een zo hoogmogelijke verwerkbaarheid bereiken met eenblanco basisspecie, dus zonder hulpstof. Hiermeewordt de kans op het teruglopen van de verwerk-baarheid bijvoorbeeld vanwege vertragingen in hetverkeer verkleind.Om het te snel teruglopen van de verwerkbaarheidtegen te gaan wordt aan de specie voor onderwater-beton veelal een vertrager toegevoegd. Ook even-tuele zettingen in de ondergrond kunnen dan doorde vertraagde opstijving beter worden gevolgd.Met het oog op de terugloop van verwerkbaarheidis het een redelijke eis dat de gewenste zetmaatna aankomst van de specie op het werk gedurendeeen uur behouden blijft.Een hoge verwerkbaarheid betekent daarentegendat steile hellingen, bijvoorbeeld bij tunnelinrittenminder goed uitvoerbaar zijn. De maximaal terealiseren helling bedraagt 1:10. Om het wegzakkenvan een te vloeibare betonspecie te vermijdenworden voor steile hellingen species gebruikt waar-van de zetmaat beperkt wordt tot 160 mm. Een der-gelijke `lage' zetmaat gaat echter ten koste van dezelfverdichtende werking van de betonspecie ende bereikbare vlakheid aan de bovenzijde.Voor zeer steile hellingen doet men er beter aanom een andere uitvoeringstechniek te kiezen. Het isbijvoorbeeld mogelijk om de gewenste helling traps-gewijs aan te brengen.SamenhangBij een hoge verwerkbaarheid is een goede samen-hang absolute voorwaarde. De parameters die desamenhang binnen de betonspecie bepalen zijnde korrelverdeling en de hoeveelheid fijn materiaal.Het fijne materiaal (< 250 µm) bestaat uit cement,eventueel hulpstof en fijn zand. Gebruikelijk is eenhoeveelheid fijn materiaal van minimaal 150 liter.Een voor de hand liggende optie is de toepassingvan poederkoolvliegas als aanvulling op fijnmateriaal. De meeste betoncentrales zijn tegen-woordig op de dosering van poederkoolvliegasingericht. Bij vervanging van een gedeelte van hetcement door poederkoolvliegas (k-waarde concept)wordt tevens de warmteontwikkeling in het onder-waterbeton beperkt.SterkteontwikkelingDe sterkteontwikkeling van de mengselsamenstel-ling wordt bepaald met de controleproef. Maar bijde ontwikkeling van de sterkte in het werk spelennog andere factoren een rol, namelijk de matevan verdichting en het temperatuurverloop in deconstructie.Bij het verdichten van onderwaterbeton is hetinbrengen van verdichtingsenergie zoals bij beton-specie boven water niet mogelijk. Daarom is dezelfverdichtende werking van onderwaterbeton-specie cruciaal. Bepalend zijn de stortmethode,de eigen massa en het vloeigedrag.De sterkteontwikkeling van onderwaterbeton wordtvooral bepaald door het temperatuurverloop inde vloer. Deze kan zelfs onder water nog flink op-lopen; in vloeren met een normale dikte wel tot50°C. Deze betrekkelijk hoge temperatuur houdthet gevaar in van scheurvorming als gevolg vankrimp bij afkoeling. Maar het is zoals een van onzeberoemdste voetballers al opmerkte: `ieder nadeelheb z'n voordeel'. De hogere temperatuur in deconstructie zorgt er ook voor dat de sterkteontwik-keling sneller verloopt dan onder de controleproef-omstandigheden. En dat is winst, want zoals aleerder opgemerkt, is meestal niet de eindsterktemaatgevend. Na het aanbrengen van het onder-waterbeton volgt een periode van rust, meestal 7 - 8dagen. Daarna wordt de bouwkuip leeggepompt.Alvorens dat te doen, wil men er zeker van zijn datde betonvloer sterk genoeg is om de opwaartsewaterdruk te weerstaan. Bij welke sterkte dat is,wordt bepaald door de constructeur. Veelal is dezesterkte gelijk aan de gevraagde B-waarde. Maar debetontechnoloog moet vaststellen of deze sterktegehaald wordt en hij beoordeelt dat op basis vanhet voorspelde temperatuurverloop. Wanneer depositieve invloed van het temperatuurverlooponvoldoende zekerheid biedt, kan hij de aanvangs-sterkte verder sturen door de cementkeuze (soorten sterkteklasse cement) of de water-cementfactor.Of het onderwaterbeton in de vloer ook daadwerke-lijk de gevraagde sterkte heeft verkregen , zodat debouwkuip kan worden leeggepompt, wordt beoor-deeld aan de hand van metingen aan de vloer zelf.Vroeger gebeurde dat met verhardingskubussen diein een emmer aan een touw in de bouwkuip wer-den neergelaten. De emmer kon later weer wordenomhooggehaald om de kubussen te beproeven.Deze methode is niet zo representatief omdathet temperatuurverloop in de kubus afwijkt van detemperatuur in de betonvloer. Tegenwoordig wordtvrijwel altijd gebruik gemaakt van de methode`gewogen rijpheid'. Daartoe worden tijdens hetjanuari 20018B e t o n i e kstorten thermokoppels in de vloer opgenomen omde temperatuurontwikkeling te kunnen volgen.OntwikkelingenOnderwaterbeton is meestal niet gewapend.Gezien echter de steeds dieper wordende bouw-putten voor nieuwe technieken zoals het borenvan tunnels, wordt het met ongewapendonderwaterbeton steeds moeilijker om aan degestelde eisen te voldoen. Als gevolg van hogereoptredende waterdrukken en soms anderesystemen voor het funderen, moet de vloer meervervorming kunnen opnemen. Het laatste vraagtom een grotere flexibiliteit.Wapening kan deze flexibiliteit bieden, alleenzijn er praktische bezwaren aan de toepassingvan wapening verbonden:- het aanbrengen van wapening onder water vraagtop zich al de nodige inspanningen;- bij toepassing van trekelementen is het de vraagof deze altijd wel op de beoogde plaats terecht zijngekomen;- het slibvrij maken en houden van wapening moetals een kritische en moeilijke operatie wordenbeschouwd;- tijdens het storten van onderwaterbeton bestaatweinig controle op het goed omhullen van dewapening.Daarom is er een tendens merkbaar om staalvezelstoe te passen. Ook met staalvezels wordt een flexi-beler vloer verkregen. Een voordeel boven wapeningis dat ze gelijktijdig met het beton wordenaangebracht. Hierdoor vervalt een aantal van degenoemde nadelen. Het probleem bij de toepassingvan staalvezels is echter vooral gelegen in de tevolgen rekenmethode.Ondanks de hier genoemde nadelen bestaan er infeite geen belemmeringen voor de toepassingvan gewapend onderwaterbeton. Zowel gewonewapening als staalvezels worden in de praktijk algebruikt. Voorbeelden zijn: de gewapende onder-waterbetonvloer voor de schachten van de Sophia-boortunnel en de onderwaterbetonvloer met staal-vezels voor de schachten van de Botlek-boortunnel.Tot slotOnderwaterbeton heeft een vaste plaats verworven,mede omdat het meervoudige gebruik van ruimteons dwingt steeds vaker en dieper in de bodem tebeginnen met de bouw van constructies.Onderwaterbeton is daarbij een betrouwbarepartner. Belangrijkste voorwaarden voor een succes-volle toepassing zijn een vakkundige verwerking,een continue aanvoer en een voldoende vloeibarebetonspecie. Als aan deze voorwaarden wordtvoldaan, dan mag het onderwaterbeton ook bestboven water worden gezien.B e t o n i e k98 Omdat van buitenaf niet valt te zien hoe het beton wordt verwerkt, is een kritische voorbereiding noodzakelijkFoto: T.J.Mesmanjanuari 2001januari 200110B e t o n i e kLiteratuur· Stubeco Studiecel C06 - OntwerpaspectenVoorbereidingsfase Uitvoering, juni 1997.· Bouwen vanaf het maaiveld - Handboekondergronds bouwen, deel 2.· B e t o n i e k 2/17 Onderwaterbeton.· B e t o n i e k 6/9 Klaar voor onderwater.· B e t o n i e k 7/22 Colloïdaalbeton.· Verlag Bau+Technik/Schriftenreihe SpezialbetoneBand 1; Tegelaar Unterwasserbeton.· Werkplannen Beton, Onderwaterbeton,ENCI Media, 2000.ColofonB e t o n i e k is een praktijkgericht voorlichtingsblad op hetgebied van de betontechnologie en verschijnt 10 keer per jaar.In de redactie zijn vertegenwoordigd:de Nederlandse cementindustrie, MEBIN, CUR,vocBETONBOUW en de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Bij de start van band 12 bestaat de redactie uit:ing.P. de Vries, hoofdredacteur, ir.W.J.Bouwmeester van den Bos, ir. M.W.A.M van Halderen, MICT,ir.J.P.G.Mijnsbergen, H.M.M.Soen en ing.J.H. de VriesUitgave: ENCI Media, `s-HertogenboschRedactie: 073 - 640 12 22E-mail: encimedia@enci.nlWebsite: www.enci.nlAbonnementen/adreswijzigingenAbodata, Voorerf 8, 4824 GN BREDATel.: 0800 022 4222 (7 dagen per week van 09.00 tot 20.30 uur).Fax: 076 548 13 30 E-mail: enci@abodata.nlOvername van artikelen en illustraties is toegestaan, ondervoorwaarde van bronvermelding.Abonnementsprijzen per jaar met ingang van 2001:Nederland ? 36,- (? 16,34), België ? 37,- (? 16,79),Andere landen ? 51,- (? 23,14)Abonnementen kunnen op ieder gewenst moment ingaanen worden automatisch verlengd, tenzij 6 weken voor devervaldatum schriftelijk wordt opgezegd.ISSN 0166-137xIn onze volgende uitgaveLichtbetonVeelal wordt lichtbeton gezien als een (betrek-kelijk) nieuwe betonsoort. Maar niets is minderwaar. Zo'n 2000 jaar geleden maakten deRomeinen al gebruik van de kenmerkendeeigenschappen van lichtbeton bij de bouw vanhet Pantheon. In het begin van de 20e eeuw isin de USA een groot aantal zeeschepen gebouwdin lichtbeton. Een bekende Nederlandse toepas-sing van lichtbeton is de Koningspleijbrugin Arnhem. Ons land heeft, in tegenstellingtot andere landen, niet echt een traditieop het gebied van constructief lichtbeton.Behandeld worden enkele karakteristiekeeigenschappen van het materiaal. Aan de handvan fraaie voorbeelden zal worden toegelichthoe de voordelen van het constructiemateriaalkunnen worden uitgebuit.
Reacties