Betoniek114|18 Betoniek november 2008B A N D U I T G AV E14 18november 2008 V a k b l a d V o o r b o u w e n m e t b e t o nover: slakAls we over beton praten, dan hebben we het meestal over gewapend beton.De wapening, het staal, speelt een belangrijke rol bij het succes van betonals bouwmateriaal. Als we over cement praten, dan bedoelen we wereldwijdimpliciet bijna altijd portlandcement. Toch wordt in Nederland in plaats vanportlandcement vaak hoogovencement gebruikt. Laat hoogovencement nuvoor een belangrijk deel bestaan uit een slakproduct dat overblijft bij het ma-ken van ruwijzer dat wordt gebruikt voor de productie van staal. In dit num-mer van Betoniek kijken we eens nadrukkelijker naar hoogovenslak, die anderecomponent van het hoogovenproces en hoe deze slak samenwerkt met deportlandcementklinker in het hoogovencement.2 14|18 Betoniek november 2008Na de Betoniek over puzzolane vulstoffen (14/14? Puzzolane partners) gaat deze aflevering overhoogovenslak. Net als de puzzolane vulstoffen valthoogovenslak onder de type II vulstoffen volgensNEN-EN 206-1. We zullen zien dat we veel van dekennis die is beschreven in Betoniek 14/14 hierweer kunnen gebruiken. Aan het eind van deze Be-toniek kijken we wel naar de reactieprocessen vanhoogovenslak met water en portlandcement, maarlaten we de eigenschappen van het uiteindelijkebeton dat met hoogovencement gemaakt is buitenbeschouwing.Voordat we het over hoogovencement kunnen heb-ben, moeten we eerste weten hoe de slak werkt enreageert met water. Dit staat in het middengedeeltevan deze Betoniek. Daarvoor moeten we echter we-ten wat slak is en waar het vandaan komt. Daarombeginnen we deze Betoniek met de noodzakelijkeinformatie over het hoogovenproces zelf.Het hoogovenprocesRuwijzerHet basismateriaal voor ons wapeningsstaal komtvan de staalfabriek. De grondstof voor een staalfa-briek is ruwijzer, dat wordt geproduceerd in eenhoogoven.De hoogovenOm het ruwijzer voor de staalfabriek te maken,gebruiken we een hoogoven. Dit is een rechtop-staande oven, die we aan de bovenzijde vullen metvoorbewerkte grondstoffen (zie kader 1). We vullende oven in afwisselende lagen grondstoffen om eengoede korrelstapeling met een hoge doorlaatbaar-heid van het ovenpakket te krijgen. Vergelijk hetmet houtblokken in de open haard. Ook daar moetde stapeling zo zijn dat lucht eenvoudig bij de hout-blokken kan komen. Als we het goed doen, dankan de hete lucht van circa 1200 ?C in circa tienseconden door de hoogoven heen naar boven (ziefiguur 1).Onderweg reageert de hete lucht met de cokeswaarbij warmte en koolmonoxide vrijkomt. Doorde warmte ontstaat in de oven een temperatuur-profiel dat naar onder toe steeds verder oploopt,tot wel 2200 ?C. De koolmonoxide reageert met hetijzererts om het ijzer vrij te maken uit de erts. On-derin de oven krijgen we hierdoor uiteindelijk tweeproducten: het ruwijzer en de rest, ofwel de slak.Omdat de temperatuur onderin de oven zo hoog is,gasafvoerijzerslaktopvulinrichtingvloeibaarruwijzer+ slakring vanpijpen voorhete luchthoogovengasnaar gasreinigingwatergekoeldepijpleidingenhete lucht-invoerskimmergranulerenstukertssinterpelletscokes1 Corus IJmuiden produceert per dag 4.000 ? 5.000 ton slak, op de fotoop de voorgrond te zienFiguur 1: Principetekening van een hoogoven314|18 Betoniek november 2008zijn beide producten daar gesmolten en kunnen weze aftappen. Door het aftappen van de smelt en hetvergassen van de cokes zakt de ovenlading continulangzaam naar beneden. De vaste lading die er bo-ven wordt ingegooid doet er ongeveer acht uur overvoordat het de oven weer als smelt verlaat.Als de hoogoven wordt afgetapt stromen de gesmol-ten grondstoffen de oven uit. Door het verschil indichtheid van ruwijzer (ongeveer 7200 kg/m3) en slak(ongeveer 2700 kg/m3), drijft de slak op de ruwijzer-stroom. Op een afstand van ongeveer 12 - 15 m vande oven wordt de slak van het ruwijzer gescheidenvia een soort schuimspaan (`skimmer' of `vossenhol'genoemd). Dit is een tunnelvormige constructiewaar het zwaardere ijzer doorheen gaat, terwijl delichtere slak door een dam (het dak van de tunnel)wordt gedwongen af te vloeien via de slakafvoergoot.2 Vloeibaar mengsel van slak en ijzer, net uit de hoogovenCoruskader 1.Grondstoffen voor het hoogovenprocesStukerts IJzerertsgesteente groter dan 6-8 mm.Sinter Ontstaat uit (te) fijne ijzererts dat metkalksplit (kalksteen) en dolomiet (magnesi-umrijk gesteente) aan elkaar wordt gebak-ken tot een koek, die vervolgens weer instukken wordt gebroken.Pellets Ontstaan uit ijzerertsmeel dat met eenbentonietmengsel tot deze pellets wordtgerold, die vervolgens worden gebakken.Cokes Gegaarde steenkool, waardoor de kolen po-reuzer worden en de fijne delen tot groterebrokken aan elkaar klitten. Cokes is de enigecomponent die niet smelt in de oven, maarverbrandt.Laag zwavelgehalteWe weten nu op hoofdlijnen hoe we ruwijzermaken en dat de slak het product is dat naast hetruwijzer overblijft. Om de juiste kwaliteit staal tekunnen maken stelt de staalfabriek eisen aan haargrondstoffen. Een van de belangrijkste eisen is3 Grondstoffen voor het hoogovenproces: stukerts (linksboven), sinter (rechtsboven), pellets (linksonder) en cokes (rechtsonder)4 14|18 Betoniek oktober 2008voegd, waardoor de brandstof voor de oven ont-breekt, waardoor de temperatuur verder daalt en ernog meer stolt. Kortom: ellende. Om dit te voorko-men is de stoltemperatuur een van de belangrijksteprocesparameters in het hoogovenproces.Wat opvalt is dat de stoltemperatuur van de slakafhangt van precies dezelfde componenten die debasiciteit bepalen. Helaas werken deze componen-ten precies tegengesteld aan elkaar. Het spel vanhet sturen van het hoogovenproces bestaat dus uithet beheersen van de stoltemperatuur bij een zohoog mogelijke basiciteit.toepassen van hoogovenslakVoor het maken van 1000 ton ruwijzer is ongeveer1600 ton erts en 500 ton cokes nodig. Er komtdaarbij ongeveer 200 ? 250 ton slak vrij. De tweehoogovens van Corus IJmuiden produceren circaeen laag zwavelgehalte (typisch max. 0,035%). Hetblijkt dat de slak heel goed in staat is om de zwaveluit het ruwijzer te halen. Hoe goed dat gaat hangtaf van de chemische samenstelling van de slak.Deze samenstelling kunnen we be?nvloeden doorde verhoudingen van de verschillende grondstoffenvan de hoogoven te veranderen.Op basis van de chemische samenstelling kunnenwe de zogenaamde basiciteit van de slak berekenen.Hoe hoger de basiciteit van de slak, des te beteris de ontzwaveling. Er zijn hiervoor wereldwijdverschillende formules in omloop. In Nederlandgebruiken we:Basiciteit = (1)Typisch wordt hierbij gestuurd op een waarde van1,48.Stoltemperatuur van de slakAls we de chemische samensteling van de slak ver-anderen, dan heeft dat helaas niet alleen gevolgenvoor de basiciteit van de slak. Ook de stoltempera-tuur hangt af van de samenstelling van de slak,vooral van de componenten CaO, MgO, Al2O3 enSiO2.De stoltemperatuur van de slak is belangrijk. Deslak stolt eerder dan het ruwijzer. En als er ietsstolt loopt het hoogovenproces zelf in het honderd.Het aftappen van de lading stokt dan, waardoor delading niet meer zakt, waardoor er geen nieuwegrondstoffen aan de oven kunnen worden toege-CaO + MgOSiO24 Onder de microscoop is duidelijk de amorfe/doorzichtigehoogovenslak te zien514|18 Betoniek november 200820.000 ton ruwijzer en 4.000 ? 5.000 ton slak perdag. Maar wat doen we daar nu mee?Volgens cijfers van Euroslag (zie figuur 2) wordt inEuropa ruim 40% van de hoogovenslak gebruiktals wegfundatie. Iets minder dan 40% wordt ge-bruikt als bindmiddel in de cementproductie. Inons land wordt bijna alle hoogovenslak die vrij-komt gebruikt voor cementproductie. We leggenhier eerst uit waarom hoogovenslak zo geschikt isals bindmiddel.Samenstelling hoogovenslakBij het sturen van de chemische samenstelling vanhoogovenslak hebben we het al even gehad over dehoofdcomponenten van de slak. Dit zijn calcium-(CaO), aluminium- (Al2O3), magnesium- (MgO) ensilicium- (SiO2) oxiden. In tabel 1 zijn richtgetallenvan de samenstelling weergegeven voor zowel eengemiddelde Europese als de Nederlandse hoogoven-slak. Bijzonder aan de samenstelling van de Neder-landse hoogovenslak zijn de relatief hoge gehaltesaan aluminium en magnesium. Wat verder opvaltis dat de samenstelling op hoofdlijnen dezelfde ele-menten heeft als onze portlandcementklinker.5 Hoogovenslak toegepast als wegfundatieCementproductie 16.7Wegfundatie 18.8Overig 1037%42%Mio. tonnen21%Figuur 2: Gebruik van slak in Europa.kader 2 - HistorieHet gebruik van slak als bouwmateriaal heeft al eenlange historie. De eerste beschrijving van het makenen gebruiken van slak uit ijzerproductie zou al vanAristoteles afkomstig zijn (384 ? 322 v. Chr.). Daarna ishet ongeveer twee millennia stil totdat we in 1728 eenoctrooi tegenkomen van de Engelsman John Payne. Hijkreeg zijn octrooi voor het gieten van slak in de vormvan basaltachtige blokken, die bijvoorbeeld werdengebruikt om kelderwanden te bekleden of om schoor-stenen te bouwen. Dit octrooi is bijna honderd jaarouder dan bijvoorbeeld het octrooi van Joseph Aspdinvoor het maken van portlandcementklinker, waaraanwij de naam Portland hebben te danken. In 1737 gafvervolgens B?lidor de suggestie gebroken stukkenhoogovenslak in mortels en beton te gebruiken.De `ontdekking' van hoogovenslak als latent hydrau-lisch materiaal wordt doorgaans toegeschreven aaneen Duitse hoogovenoperator, die in 1853 de slak metwater koelde in plaats van met lucht. De brokstukkenslak die hij op deze manier kreeg konden eenvoudigeren vooral sneller worden afgevoerd.In 1862 is het de Duitser Emil Langen die met de eersteresultaten komt om de hoogovenslak te activeren.In eerste instantie wordt hier nog kalk voor gebruikt,maar al spoedig wordt deze kalk vervangen doorportlandcement.Uiteindelijk wordt in 1901 de aanvraag gedaan voorerkenning van wat men toen ijzercement noemdemet slakpercentages tot 30%. Deze erkenning wordt in1909 verleend. Voor hoogovencement met slakper-centages tot 85% is de aanvraag in 1907 gedaan envolgt erkenning in Duitsland in 1917. De productie vanNederlands hoogovencement start op 16 juni 1931op het terrein van Hoogovens (het huidige Corus) teIJmuiden, zeven jaar nadat het eerste ruwijzer aldaarwerd geproduceerd.Tabel 1: Richtgetallen van de samenstelling van de hoofdcomponentenvan hoogovenslak (in massaprocenten).europa nederlandCaO 30 ? 45 ~ 37Al2O3 5 ? 16 ~ 15MgO 4 ? 17 ~ 11SiO2 30 ? 44 ~ 336 14|18 Betoniek november 2008Europese normVanuit de NEN-EN 15167-1 `Gemalen gegranu-leerde hoogovenslak voor gebruik in beton, mor-tel en injectiemortel ? deel 1' is de eis dat CaO +MgO + SiO2 samen meer dan tweederde van detotale slakmassa vertegenwoordigen. Het restantis bij voorkeur Al2O3. Verder schrijft de normvoor dat slak voor ten minste tweederde deelamorf(reactief) moet zijn. Daarnaast is opmerke-lijk dat de norm naar dezelfde basiciteitformuleverwijst (zie formule 1 op pagina 4) die de hoog-ovenmensen in Nederland ook gebruiken. Volgensde norm moet de basiciteitswaarde groter zijn dan 1.Latent hydraulische reactieMet een samenstelling die verwant is aan de sa-menstelling van portlandcementklinker is het nietzo verwonderlijk dat hoogovenslak met water kanreageren tot een soort cementsteen. We kunnenhoogovenslak daarom een hydraulisch materiaalnoemen. We weten echter nog niet helemaal hoedat nu precies verloopt. Het gaat in ieder gevallangzaam. We noemen hoogovenslak dan ook `la-tent hydraulisch', dat wil zeggen verborgen hydrau-lisch. Het proces lijkt z? langzaam te gaan, dat hetin eerste instantie niet eens opvalt. We denken opdit moment dat deze reacties wel al direct bij heteerste contact tussen slak en water beginnen, maardat er een reactielaagje wordt gevormd op de slak,die het vervolg van de reactie vertraagt.We kunnen de latent hydraulische reactie van slakwel wat versnellen. We kunnen hierbij gebruikma-Figuur 3: Effect van amorfe structuur van de slak op druksterkte vanbeton met hoogovencement (67% slak).0051015202520 40 60 80 100Kristallijn AmorfPercentage amorfe structuur (%)Druksterktena3dagen(MPa)ken van het activeren van de hoogovenslak via deweg van de pH en/of door het toevoegen van sulfaat.Activering van de slak met pHOm de activering van de slak met pH uit te leggen,maken we gebruik van de kennis die we opgedaanhebben bij puzzolane vulstoffen. Hoe zat het ook alweer?Als we iets willen laten reageren, moeten deatomen eerst worden losgemaakt uit hunomgeving(structuur). Voor vaste stoffen betekent ditloskomen uit hun amorfe of kristallijne roosters.In 1961 presenteerde Friedrich D?lber resultaten vandriedaagse druksterkte als functie van de hoeveel-heid amorfe structuur van de slak (zie figuur 3). Alsde druksterkte een maat is voor de reactiviteit vande slak dan blijkt duidelijk uit de figuur dat hoehoger het percentage amorf, hoe reactiever de slak.Dit effect zijn we al eerder tegengekomen bij puzzo-lane vulstoffen. Ook daar bleek een amorfe, dus min-der geordende structuur een hogere reactiviteit tegeven. We verkregen zo'n structuur door een hogeafkoelsnelheid. Dezelfde truc gaan we ook uithalenbij hoogovenslak.Granuleren van hoogovenslakAan het eind van het hoogovenproces, na de skim-mer, hebben we de slak en het ruwijzer gescheiden.Het ruwijzer gaat naar de staalfabriek. Het slakkrijgt aan het eind van de slakafvoergoot nog een be-werking. Voor het hoogovenproces is dit niet nodig,6 Door een verschil in dichtheid drijft de slak op de ruwijzerstroomCorus714|18 Betoniek november 2008maar wel voor de volgende carri?re van hoogoven-slak als bindermateriaal.Aan het einde van deze goot wordt de slak doorboven- en ondersproeiers heel snel afgekoeld meteen grote hoeveelheid water. Dit noemen we hetgranulatieproces. In dit granulatieproces verandertde vloeibare slak in zogenaamd slakkenzand, eenkorrelig product met een korrelgrootte van 0 ? 2mm. Door deze bewerking wordt het hoogovenslakook bijzonder amorf. Het amorfe gedeelte van Ne-derlands hoogovenslak ligt rond de 98%.De pH schaarDoor het granuleren verkrijgen we een goede uit-gangssituatie met een hoog amorf gehalte. Uit dezestructuur moeten we echter nog steeds de atomenlosknippen. Hierbij speelt de pH een belangrijkerol. In de aflevering over puzzolane vulstoffen heb-ben we de pH vergeleken met de scherpte van eenschaar, waarmee we de structuur los kunnen knip-pen. Een hogere pH betekent een scherpere schaar.Voor hoogovenslak werkt dit precies hetzelfde.Door gebruik te maken van activeringsmiddelenverhogen we de pH wat sneller dan hoogovenslakuit zichzelf doet. De bekendste middelen zijn geba-seerd op oplosbare natrium- en kaliumzouten zoalsNaOH, Na2CO3, Na2SiO3 en K2SO4.Activering van de slak met sulfaatEen bijzondere vorm van het activeren van hoog-ovenslak is mogelijk bij hoogovenslakken met eenhoog aluminiumgehalte. We kunnen dan reactiesuitlokken door gebruik te maken van sulfaat.Van het portlandcement is bekend dat het alumi-nium, in de vorm van C3A, graag reageert. In port-landcement zit ongeveer 4-5% Al2O3. Toch vindenwe in de poriewatersamenstelling bijna geen alumi-niumionen. Het aluminium vanuit de goed oplos-bare C3A fase reageert direct door met sulfaten uitde gipsfamilie.In hoogovenslak zijn de aluminiumgehaltes veel ho-ger dan in portlandcement (in Nederland zelfs rondde 15%). Hoewel het aluminium uit de hoogoven-slak wat minder eenvoudig in oplossing gaat dan deC3A, reageren de aluminiumionen die in oplossinggaan wel direct door, mits er voldoende sulfaataanwezig is. Er vormen zich dan onder andere et-tringietnaalden, die vooral in het beginstadium eenechte brugfunctie hebben om snel een netwerk opte bouwen. Vooral de eerste sterkteontwikkelingkan hiervan profiteren.In de praktijk betekent dit dat met meer of mindersulfaat de begin- en eindsterkte kunnen wordenbe?nvloed.HoogovencementNu we weten hoe de slak zelf reageert met water,kunnen we ook de uitstekende samenwerking tus-sen portlandcement en hoogovenslak begrijpen.Als portlandcement met water reageert, stijgt depH-waarde. Dit werkt als activator voor de hoog-ovenslak. Dit is de reden geweest om al vrij snelhoogovenslak en portlandcementklinker met el-kaar te combineren.Dit is dus anders dan bij puzzolane vulstoffen.Daar zorgt de reactie van portlandcement metwater ook nog voor de noodzakelijke calcium ommet de puzzolane stoffen te kunnen reageren. Bijhoogovenslak is dat niet nodig, want hoogovenslakheeft al voldoende calcium van zichzelf.Produceren van hoogovencementOm hoogovencement te produceren moeten we dehoogovenslak samenvoegen met portlandcement-klinker. In een hoogovencementfabriek wordenhiervoor drie stappen doorlopen: drogen, mengenen malen. We volgen deze drie stappen.Vaak komt (een deel van) de hoogovenslak van eenbuitenopslag. Hier heeft de slak al met water kun-7 Gegranuleerde hoogovenslak is nog geen fijn poeder8 14|18 Betoniek november 2008sulfaat. IJzersulfaat en mangaansulfaat zijn kleur-loos. De blauwe kleur verdwijnt hierdoor weer. Voormeer informatie over de blauwkleuring van betonmet hoogovencement zie Betoniek 9/24 ? Blauw-kleuring.tot slotWe hebben in deze Betoniek nadrukkelijk stilge-staan bij het product hoogovenslak. Het blijkt dathoogovenslak niet zomaar een bijproduct is uit hethoogovenproces, maar juist een belangrijke stuur-parameter voor het hoogovenproces om een opti-maal ruwijzerproduct te verkrijgen. Nadat de slakdaar zijn werk heeft gedaan, wordt het door eenjuiste nabehandeling een zeer bruikbaar bindmid-del voor de betonwereld. Hoogovenslak blijft dusniet over, maar is samen met portlandcementklin-ker momenteel een van de meest gebruikte cemen-ten in Nederland.nen reageren. Dit proces moet eerst gestopt wor-den. Daartoe wordt de slak gedroogd. Bij dit drogenmoeten we opletten dat het amorfe slakgedeeltezich bij hoge temperaturen niet omzet naar kris-tallijne structuren. Er wordt daarom meestal eenmaximum temperatuur van 350 ?C aangehouden.Bij de tweede stap wordt de droge slak gemengdmet portlandcementklinker en een bindtijdregelaaruit de gipsfamilie. Het verkregen mengsel wordt,als derde en laatste stap, gemalen tot hoogovence-ment. Dit is vergelijkbaar met het vervaardigen vanportlandcement. Overigens heeft dit nog wel totnieuwe ontwikkelingen geleid om de korrelfijnheidvan het vervaardigde cement te kunnen meten (ziekader 3). In Nederland is het gebruikelijk de hoog-ovenslak en de portlandcementklinker samen temalen omdat hierdoor een zeer intensieve mengingvan de bindmiddelen wordt verkregen.Eigenschappen beton met hoogovencementBeton gemaakt met hoogovencement staat onderandere bekend om zijn goede duurzaamheid en zijnlage warmteontwikkeling bij verharding. In dezeBetoniek gaan we niet in op de oorzaak hiervan. Wevolstaan met de opmerking dat beide eigenschappenkunnen worden verklaard vanuit de chemische re-acties. Immers, bij hoogovencement - dat voor 70%uit slak bestaat en slechts 30% portlandcementklin-ker bevat - zullen de slakreacties echt een bepalenderol spelen.Voor ??n aspect van het beton gemaakt met hoog-ovencement maken we een uitzondering, omdat ditrechtstreeks verbonden zit aan de specifieke functiedie slak heeft in het hoogovenproces. Dit betreftde karakteristieke blauwe kleur. Aan het beginvan deze Betoniek hebben we verteld dat slak eenbelangrijke functie heeft om het ruwijzer te ontzwa-velen. Dit betekent dat de zwavel uit het ruwijzerwordt gehaald en in de slak terechtkomt. Typischzit er in slak ruim 1% zwavel tegenover maximaal0,035% zwavel in het ruwijzer. Bij de reactie vanhoogovencement met water reageert de zwavel metaanwezige ijzer- of mangaan-ionen tot ijzersulfideof mangaansulfide. Deze beide verbindingen zijnblauw en geven het beton met hoogovencement zijnkarakteristieke blauwe kleur. Als er zuurstof bij deijzer- en mangaansulfide kan komen, bijvoorbeeldna het ontkisten, dan reageren de sulfiden door tot8 IJzersulfide of mangaansulfide in hoogovencement veroorzakenblauwkleuring9kader 3.een nieuwe meetmethode voor de fijnheidOmdat hoogovenslak een andere dichtheid heeft dan port-landcementklinker, heeft de introductie van hoogovence-ment geleid tot de introductie van een nieuwe meetmetho-de voor de fijnheid van het cement: de methode volgensBlaine.In vroeger tijden werd het residu van cementmeel naverschillende zeven gebruik om de fijnheid van cement teschatten. Daarop volgden meer nauwkeurige methoden diebestonden uit het afscheiden van verschillende fracties opbasis van bezinking in een vloeistof, of het wegblazen ineen luchtstroom (flurometrie). Deze laatste technieken gel-den echter alleen voor korrelsamenstellingen van gelijkedichtheid.Met de introductie van slak met een lagere dichtheid danportlandcement ging dit niet meer op. De fijnheid van hetcement wordt sindsdien gemeten op basis van het bepalenvan permeabiliteit voor lucht. Als poeders onder bepaaldevoorwaarden worden samengedrukt, dan is de permeabili-teit een maat voor de fijnheid van het poeder. Hoe lager depermeabiliteit, hoe hoger de weerstand voor de lucht, hoefijner het poeder. Deze methode is onafhankelijk is van dedichtheid. We kennen dit apparaat nu als het toestel vanBlaine. De gemeten waarde (Blaine waarde) is geen directeoppervlaktemeting, maar een indirecte bepaling gebaseerdop permeabiliteit.9 Met het toestel van Blaine is de fijnheid van cement te metenIn onze volgende uitgaveAbonnementsprijzen 2008:Nederland 44 (excl. 6% btw)Belgi? 49 (excl. 6% btw)Kijk voor de mogelijkheden vaneen meeleesabonnement op www.aeneas.nlAanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op iedergewenst moment ingaan en wordenautomatisch voor een jaar verlengd,tenzij twee maanden voor de verval-datum schriftelijk wordt opgezegd.Overname van artikelen en illustra-ties (met uitzondering van foto's) istoegestaan onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xRedactie en uitgever stellen dezeuitgave zorgvuldig en naar besteweten samen. Zij aanvaarden ech-ter geen enkele aansprakelijkheidvoor schade, van welke aard ook,die het gevolg is van handelingenen/of beslissingen gebaseerd op deinformatie in deze uitgave. Niet altijdkunnen alle rechthebbenden vangebruikt beeldmateriaal worden ach-terhaald. Belanghebbenden kunnencontact opnemen met de uitgever.ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied vande betontechnologie en verschijnt10 keer per jaar. Betoniek wordtuitgegeven in opdracht van hetCement&BetonCentrum. In de redactiezijn vertegenwoordigd: ENCI, MEBIN,CUR Bouw & Infra, BAM Infra, TU Delften de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nlRedactie:0411 ? 650089E-mail: betoniek@aeneas.nlVormgeving en productie:Twinmedia bvAbonnementen/adreswijzigingen:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nl14|18 Betoniek november 2008Europese norm voor betonverhardingenDat beton aan de NEN-EN 206-1 moet voldoenis ons bekend, echter er zijn voor bepaaldetoepassinggebieden aanvullende Europesenormen die ook iets te zeggen hebben over hetbeton. Voor het maken van in het werk gestortebetonnen autowegen, opstel platforms voorvliegvelden, voet- en fietspaden of terreinver-hardingen, geldt dat er naast de NEN-EN 206-1een NEN-EN 13877 "Betonverhardingen" vantoepassing is.In het komende nummer van Betoniek eenoverzicht van de belangrijkste aspecten uitdeze norm in relatie tot de reeds vertrouwdeNEN-EN 206-1.Foto pagina 1: Peter de Koningliteratuur`Staalproductie voor dummies', P. Baeten, De?Ingenieur, 15-3-2007.`Structure and Performance of Cements', 2e ed.?Editors: J. Bensted en P. Barnes. (2002), SponPress.`Blast furnace slag for durable marine struc-?tures', J. Bijen. (1998), VNC.`De metaalcementen', Voorlichtingscentrum?van de Belgische cementnijverheid. (1954), Pau-wels Zonen.NEN-EN 15167-1 `Gemalen gegranuleerde hoog-?ovenslag voor gebruik in beton, mortel en injec-tiemortel ? Deel 1'. (2006)`Einflu? der Abk?hlungsbedingungen und der?chemischen Zusammensetzung auf die hydrau-lischen Eigenschaften von H?matitischlacken',F.-C. D?lber, proefschrift TH Aken. (1961).Betoniek 9/24 ? Blauwkleuring.?Betoniek 14/14 ? Puzzolane partners.?dankwoordDe redactie van Betoniek bedankt Gerard Tijhuisvoor het inbrengen van zijn kennis en expertise bijde totstandkoming van dit nummer.
Reacties