Schoonbeton kan een prachtige bijdrage leveren aan architectuur. Maar de praktijk is nog wel eens weerbarstig: het gewenste resultaat bereik je niet zomaar. De komst van de nieuwe CUR-Aanbeveling 100 in 2013 [1] is zeker een stap in de goede richting. In een projectspecificatie zijn aanvullende afspraken echter onontbeerlijk als het gaat om detailoplossingen voor bekistingen. Auteurs:Peter Kraaijeveld (Hendriks groep bv)Gerard Waayer (BAM Infra bv)
auteurs Peter Kraaijeveld Hendriks groep bv, Gerard Waayer BAM Infra bvAandachtspunten bij toepassing van bekistingen bij schoonbeton (1)Schoon oppervlakSchoonbeton kan een prachtige bijdrage leverenaan architectuur. Maar de praktijk is nog wel eensweerbarstig: het gewenste resultaat bereik je nietzomaar. De komst van de nieuwe CUR-Aanbeveling100 in 2013 [1] is zeker een stap in de goede rich-ting. In een projectspecificatie zijn aanvullendeafspraken echter onontbeerlijk als het gaat omdetailoplossingen voor bekistingen.Het uiterlijk van beton wordt doorveel factoren be?nvloed. Een vande belangrijkste factoren is de bekisting. Dat geldt voor veel aspecten vandie bekisting. Zo is uiteraard het oppervlak, de contactbekisting, zeer invloedrijk. Maar ook het overallontwerp vande bekisting speelt een grote rol omdatdat de stijfheid van de bekistingbepaalt. Tot slot hebben ook diversezaken in de uitvoering van de bekistinginvloed op het uiterlijk van beton.Het is kortom een veelheid aan onderwerpen die aandacht vragen. In drieBetoniek-artikelen wordt in detailbeschreven waarop je moet lettenbij toepassing van bekistingen voorschoonbeton. Hierin komen achtereenvolgens aan bod: bekistingsoppervlak, bekistingsontwerp enuitvoeringsaspecten.Dat de contactbekisting invloed heeftop het uiterlijk van het beton is evident.Daarbij moet niet alleen aandacht uitgaan naar het toe te passen materiaalvoor die contactbekisting. Juist ookde plaat en elementnaden, schroefpatronen en de centerpensparingenzijn bepalend voor het uiterlijk vanbeton. Hier moeten in een project danook aanvullende afspraken over wordengemaakt.Typen bekistingenEen belangrijke keuze voor de uitvoeringvan betonconstructies is het toe te passentype bekisting. Globaal worden de volgende typen onderscheiden: traditionelebekisting, systeem/projectbekisting,paneelbekisting, grootwandbekisting,stalen bekisting en kartonnen (kolom)bekisting. In de oppervlaktebeoordelings1Citytunnel in Leipzig,uitgevoerd inschoonbetonfoto: Doka18 VAKBLAD I 1 2016klasse A uit NEN 8670 (toekomstigerestnorm bij NENEN 13670), waarbijreparatie van onvolkomenheden is toegestaan, zal de keuze voor het typebekisting veelal een economische zijn.Anders is het wanneer wel bijzondereesthetische eisen aan het oppervlakworden gesteld. In dat geval valt hetbeton in oppervlakteklasse B. Dezeklasse wordt in CURAanbeveling 100(CUR100) onderverdeeld in:? Klasse B1: Nietgeprofileerd bekistoppervlak, zonder verdere bewerking,van in het werk gestort beton of vaneen geprefabriceerd betonelement.? Klasse B2: Nietgeprofileerd bekistoppervlak, zonder verdere bewerking,van een geprefabriceerd betonelement.? Klasse B9: Betonoppervlak, nietbehorende tot B1 of B2.In deze klassen zijn de eisen aan hetbekistingsoppervlak uiteraard veelstrenger en moeten duidelijk wordenomschreven in de projectspecificatie. Inveel bestekken wordt klasse B1 voorgeschreven, zonder daar verdere eisenaan te stellen. Zolang aan de eisen vanB1 wordt voldaan, kunnen dus alletypen bekistingen worden toegepast.Maar wordt bijvoorbeeld een plaatnadenpatroon vereist, dan valt eenstandaardbekisting af. Hetzelfde geldtals een centerpenpatroon is voorgeschreven. Bekistingen die per projectworden vervaardigd, moeten aan dewensen van de opdrachtgever en deeisen van B1 worden aangepast.ContactbekistingDe contactbekisting is het onderdeeldat direct in contact komt met hetbeton en heeft dus de meeste invloedop de oppervlaktekwaliteit. Er wordendiverse materialen toegepast voorcontactbekistingen met elk hun eigeninvloed op het betonoppervlak (foto 2):? hout ongecoat, bijvoorbeeld ongecoate multiplex, vurenhouten delen;? hout behandeld / gelakt;? hout gecoat;? bekleed oppervlak, bijvoorbeeld metvochtabsorberend materiaal / bekistingsfolie (foto 4);? kunststof;? staal;? kunststof profielmatten.Welk type contactbekisting moet worden gebruikt, is sterk afhankelijk vanhet gewenste uiterlijk. Bij klasse B1 enB2 gaat het om een glad oppervlak(foto 1). Hiervoor bestaan diversemogelijkheden met hout, kunststof enstaal. Bij klasse B9 gaat het om een vrijin te vullen oppervlak. Zo kan deopdrachtgever vragen om een zichtbare houtstructuur in het beton, diebij contactbekisting van bijvoorbeeldvurenhouten delen zichtbaar wordtgehouden (foto 3). Met het gebruik van(kunststof) profielmatten als contactbekisting is het aantal mogelijkheden2Diverse soortencontactbekistingfoto: Doka3Houtstructuur in hetbeton, ontstaan doorgebruik van houtencontactbekisting, foto:Cement&BetonCentrum4Aanbrengen vocht-absorberende Zemdrain-bekistingsfolie, foto:Max Frank Nederland19VAKBLAD I 1 2016voor een oppervlaktestructuur haastonuitputtend (foto 5). Een structuurkan ook worden aangebracht doortoepassing van profiellatten in hout ofkunststof.AbsorptievermogenBepalend voor de oppervlaktekwaliteitis het absorptievermogen van de contactbekisting. Als de bekisting wateruit het beton absorbeert, gaat dewatercementfactor aan het oppervlakomlaag. Hierdoor kan het cementonvoldoende hydrateren en ontstaater een poreus betonoppervlak. Ditfenomeen wordt ook wel `verbranding'genoemd. Als het absorberend vermogen van de contactbekisting ook nogeens varieert, ontstaat de kans op vlekvorming. Ook bestaat het risico dat debetonhuid hecht aan de bekisting, watbij het ontkisten beschadigingen aanhet betonoppervlak geeft. Deze aspecten spelen vooral een rol bij nieuwecontactbekisting. Het absorberendvermogen van de contactbekistingneemt namelijk per stort af.Een nietabsorberend contactvlakbrengt ook risico met zich mee. Bij eennietvochtopnemend bekistingsmateriaal is het beton gevoeliger voor hetontstaan van haarscheurtjes (craquel?),vanwege de verhoging van de watercementfactor aan het betonoppervlakdoor het zogenoemde wandeffect(zie www.betonlexicon.nl) in combinatie met soms overmatig verdichtenvan de betonspecie tijdenshet storten.Elementnaden en plaatnadenVaak worden bekistingen op debouwplaats samengesteld uit diverseelementen. Die elementen worden inde fabriek vervaardigd en bestaan vaakook weer uit meerdere platen (fig. 6).Zowel tussen de elementen als tussende platen bevinden zich naden, dezogenoemde elementnaden en plaatnaden. Hoeveel dat er zijn, is afhankelijkvan het type en het ontwerp van debekisting. Zo zijn er bij grotere elementen vanzelfsprekend minder nadenaanwezig. Verder wordt de plaats vande elementnaden vaak mede bepaalddoor de draagconstructie, de maximaletransportafmetingen en de sterkteeisen.5Rubberen profielmatals contactbekistingplaatnaad plaatnaadelementnaadelementelementplaat plaat plaat plaat6Schematische weergave element- en plaatnaden7Plaat- en elementnaden zijn heel bepalendvoor het uiterlijk van betonfoto: Cement&BetonCentrum20 VAKBLAD I 1 2016Deze naden zullen altijd zichtbaar zijnin het betonoppervlak. In het ontwerpkan daar gebruik van worden gemaakt(foto 7). Het nadenpatroon is daarbijdus heel bepalend en moet voorafworden vastgesteld.In principe is in de keuze van het plaatnadenpatroon binnen een element denodige variatie mogelijk. Deze variatieheeft echter wel financi?le consequenties. Multiplexplaten zijn veelalgebaseerd op standaardmaten:1,25 x 2,50 m2 of 1,525 x 3,050 m2.Afwijkende maten kunnen leiden totveel zaagverlies, een afwijkende draagconstructie, beperkte repetitiemogelijkheden, hogere kosten of langerelevertijden. Ook moeten plaatnadenworden afgestemd op de grootte vande bekistingselementen, zodat bij hetaansluiten van de elementen niet eenafwijkende plaatmaat ontstaat.Behalve dat de naden zichtbaar zijn inhet betonoppervlak vormen ze ookeen potenti?le lekweg voor water uithet betonmortel. Dat kan schade aanhet oppervlak veroorzaken door heteerdergenoemde fenomeen verbranding. Om die reden worden plaatnaden vaak afgedicht met bijvoorbeeldtochtband (foto 8). Ook worden kunststofstrippen of profiellatten toegepast,of wordt uitgegaan van een messingen groefverbinding tussen de platen.De naden moeten in elk geval nietworden afgeplakt, want de tape zalblijvend zichtbaar zijn in het betonoppervlak.Platen moeten ook niet stijf tegenelkaar worden gemonteerd in verbandmet mogelijke zwelling en uitzetting.Beter kan een nageldikte ruimte worden aanhouden. Bij het toepassen vaneen tochtband tussen de platen is ditautomatisch het geval.Elementen worden overigens meestalwel `koud' tegen elkaar aan gemonteerd, met een kleine tussenruimte.De plaatsing ervan tijdens de uitvoering moet uiterst zorgvuldig gebeurenom sprongen in het oppervlak te voorkomen. Na het ontkisten moeten deelementnaden goed worden gereinigden eventuele beschadigingen moetenworden hersteld of gerepareerd.Een aantal van de genoemde eisenis verwoord in CUR100. Zo zijn demaximale afwijkingen opgenomen intabel 3 van deze aanbeveling.PlaatbevestigingDe bevestigingen van de contactbekisting aan de onderliggende constructiekunnen zich aftekenen in het beton(foto 9). Dit bevestigen kan op verschillende manieren gebeuren: doornieten, nagelen, schroeven of met eenblinde bevestiging.Nieten wordt toegepast bij dun betonplex (bijv. 4 mm), dat kan wordengebruikt bij bijzondere ? bijvoorbeeldgebogen ? vormen.Nagelen wordt toegepast bij betonplexmet een normale dikte. Tegenwoordigwordt nagelen veelal machinaal gedaanmet zogenoemde schietspijkers op eenrol, die een soort schroefdraad op deschacht hebben. De bindingskracht staatdan bijna gelijk aan schroeven. Indiengebruik wordt gemaakt van gladdenagels zijn deze verbindingen vrij kwetsbaar voor lostrekken bij het ontkisten.9Aftekening van schroeven van deplaatbevestigingen in het beton10Voorbeeld van een plaatbevestiging in patroon8Plaatnaden afgedichtmet tochbandfoto: Doka21VAKBLAD I 1 2016Als de nagels of schroeven verdieptworden aangebracht, kan het gaatjeeenvoudig worden geplamuurd(foto 11c).CenterpensparingIn wandbekistingen worden meestalcenterpennen aangebracht die debekistingsonderdelen bij elkaar houdenen er zo voor zorgen dat de speciedrukkan worden opgenomen. Voor het aanbrengen van deze centerpennen zijncenterpensparingen in de bekistingnodig. Deze hebben net als plaatnadeneen bepalende invloed op het uiterlijkvan beton.Vooraf moet duidelijk zijn of eenbepaald centerpatroon is gewenst.Indien dit zo is, moet het patroongoed worden vastgelegd. De vrijheidom te kiezen voor het centerpatroonis afhankelijk van het type bekisting.Zo ligt de positie bij gebruik van13`Bleeding': er is bij decenterpensparing eenlekweg ontstaan vanwater uit het beton-mortelelementelementplaat plaat plaat plaatplaat plaat plaat plaatelementelementplaat plaat plaat plaatplaatplaat plaat plaatplaatplaat12Blinde bevestiging: contactbekisting moet verspringend worden aangebracht op de onderplaat11Plaatbevestiging doorschroeven: (a) op deplaat, (b) verdiept inde plaat, (c) verdiepten geplamuurdBij het herhaaldelijk inzetten van debekisting kan dan ook beter wordengekozen voor schroeven (foto 11).Een fraaie maar duurdere oplossing ishet `blind' bevestigen van de platen.Hierbij wordt gebruikgemaakt vansysteembeugels of van `onderplaten'waarmee de contactbekisting vanachteren wordt bevestigd. Bij dezeoplossing dienen de platen verspringend ten opzichte van elkaar te worden aangebracht (fig. 12).Afwerken plaatbevestigingen in gevalvan schoonbetonBij nieten is het belangrijk de nietjes zovast mogelijk aan te brengen. Doordatze onder het oppervlakte uitkomenontstaan er in het opervlak `nietgaatjes'die bij schoonbeton moeten wordengeplamuurd en afgelakt.Nagelen en schroeven kunnen beideofwel ?p de plaat (ca. 1 mm boven deplaat) ofwel verdiept in de plaat (2 ?3 mm) worden aangebracht (foto 11aen b). Als dit op de plaat gebeurt, zalhet oppervlak van de bekisting naongeveer tweemaal inzetten glad worden door het zwellen van de bekisting.22 VAKBLAD I 1 2016a b cpaneelbekistingen in principe vast.Een aandachtspunt bij centerpensparingen is de afdichting ervan tijdens hetstorten. Dit is een kritisch onderdeelvan bekistingen. Net als bij plaatnadenkan hier een lekweg ontstaan voorwater uit het betonmortel (foto 13). Ditafdichten kan worden uitgevoerd meteen rond cellenbandje.Centerpensparingen kunnen na ontkisten op verschillende manieren wordenafgewerkt (foto 14). In CUR100 wordenCN en CA genoemd, waarbij CN eenafwerking is zonder gebruik van mortelen CA een afwerking is met mortelvulling. In tabel 5 van CUR100 worden intotaal elf verschillende mogelijkhedengenoemd.In uitzonderlijke gevallen kan een bekisting worden uitgevoerd zonder centeringen. Dat stelt wel hoge eisen aan destijfheid van de bekisting met de nodigefinanci?le consequenties (foto 17).ResultaatZoals uit het voorgaande blijkt, zijn ernogal wat zaken in de bekisting dieinvloed hebben op het uiterlijk vanbeton. Het is vooral belangrijk dat demogelijkheden vooraf met deopdrachtgever worden besproken,tegen welke kosten en met wel resultaat. Hiervoor zijn bij de diverse bekistingsleveranciers handige checklistsbeschikbaar. In een project enkelverwijzen naar CUR100 is daarom nietgenoeg. Er moeten aanvullende afspraken worden gemaakt over bekistingsoppervlak, plaatnaden en centerpenpatroon, afwerking van centerpengaten,profilering van hoeken, aftekenen vanschroef en spijkergaten. Deze aspectenmoeten worden vastgelegd in eenprojectspecificatie.Literatuur1 CURAanbeveling 100:2013 ?Schoonbeton ? specificatie, uitvoeringen beoordeling van betonoppervlakken waaraan esthetische eisen wordengesteld, SBRCURnet.15Bekisting uitgevoerdzonder centeringenfoto: Doka14Afwerkingen centerpen-sparingen: (a) onafge-werkt, (b) centerdop,(c) verdiept afgewerktmet mortelvullingfoto's:Cement&BetonCentrumArtikelenserie schoonbetonDit is het vijfde artikel in een serie over de realisatie vanschoonbeton en tevens het eerste van drie artikelen over derelatie tussen bekisting en schoonbeton. Eerder kwamen alaan bod de wijzigingen in CURAanbeveling 100, de rol vande schoonbetonco?rdinator, prefab schoonbeton en hetWaterliniemuseum. Deze artikelen zijn te lezen opwww.betoniek.nl/schoonbeton. In de vijfde t/m zevendeaflevering staat de bekisting centraal. Daarna wordt nog ingegaan op onder meer eisen aan betonmortelsamenstellingen.23VAKBLAD I 1 2016a b c
Reacties