Een maandelijkse uitgave van deNederlandse Cementindustriecorrespondentie-adrespostbus 3011,5203 DA's-Hertogenboschtelefoon 073-150150 (abonnementen 150231)ISSN 0166-137xmei 1981SpelregelsWat een chaos zou het worden als de deelnemersaan een spel geen spelregels zouden afspreken.Evenzeer geldt dit voor het bouwen, waar velebouwpartners met elkaar te maken heben.In de bouw bestaande spelregels uit voor-schriften en normen, die de bouwpartnersgezamenlijk van kracht verklaren. In sommigelanden is zelfs het opvolgen van zulke normenwettelijk verplicht. In ons land niet. In Nederlandworden normen in het algemeen pas van krachtwanneer de partijen dit contractueel overeen-komen. Het bestek geeft normen dus de autoriteitdie ze inde praktijk hebben.Daarop zijn enige uitzonderingen. De bouw-verordening, die door ieder gemeentebestuurafzonderlijk wordt vastgesteld en die als regel isgebaseerd op de modelbouwverordening, legteen aantal verplichtingen vast, die beogen deveiligheid en deugdelijkheid van een bouwwerkte verzekeren. In de gemeentelijke bouw-verordeningen zijn onder andere de Voor-schriften Beton VB 1974 als verplichte normvoorgeschreven.Dus, voor zover niet elders vastgelegd, wordt inhefbestek aangegeven welke regels vooreenwerk van kracht zijn, welke normen van toe-passing worden verklaard of wellicht op welkepunten van normen zal moeten wordenafgeweken.Het doel van voorschriften is:- het waarborgen van de veiligheid van hetgebouwde;- het streven naar standaardisatie;het voorkomen van oneerlijke concurrentie;- het toepasbaar maken van resultaten vanstudie en onderzoek.Het doel van voorschriften is nooit het uit-schakelen van gezond verstand. Deskundig zijnbetekent net zo goed het kennen van voor-schriften en weten hoe ze moeten wordentoegepast, als het weten wanneer het raadzaam iservan .afte wijken. Dit laatste uiteraard alleen inoverleg en in overeenstemming met de betrokkenpartijen.Voorschriften zijn dus ontegenzeggelijk nuttigeinstrumenten in de bouw. Maar dat neemt nietweg dat het onzin is om alles in voorschriften vastte willen leggen. Voorschriften zouden alleen uit-gangspunten van belang moeten vastleggen,duidelijk en niet voor misverstanden vatbaar.Maar wel globaal. Het té gedetailleerdomschrijven van zaken maakt voorschriftenonleesbaar, waardoor ze moeilijk toegankelijkworden voor de mensen die ze moeten toe-passen.Er zijn verschillende instanties, die zich met hetopstellen en uitgeven van voorschriften bezig-houden. In het navolgende zal eerst wordenbekeken hoe de situatie in Nederland is, daarnazal de bi ik worden gericht op Europa en voorts opde wereld in zijn geheel.NederlandIn ons land houdt het Nederlands Normalisatie-instituut (NNI) zich bezig met het opstellen enuitgeven van normen en praktijkrichtlijnen. Alshet NNI een voorstel voor het opstellen van eenOmslagvandeeerste gewapend-betonvoorschriften,uitgegevendoor hetKoninklijk InstituutvanIngenieursnorm binnenkrijgt, komt er een vaste procedureop gang. Als wordt besloten dat er inderdaad eennormcommissie voor het betreffende onderwerpzal worden ingesteld, worden deskundigen uithet bedrijfsleven, de overheid en de weten-schapswereld aangezocht om zich voor decommissie beschikbaarte stellen. Als de com-missie haar werk heeft afgerond, en daar kansoms wel jaren over heen gaan,wordt de norm alsontwerp gepubliceerd. Iedereen kan dat ontwerpaanvragen en voor een bepaalde datum kritiekindienen. De commissie behandelt de binnen-gekomen kritiek, hoort desgewenst de indienersen stelt daarnade eindtekst van de norm vast. HetNNI geeft daarna de norm uit.Op deze wijze zijn tot stand gekomen produkt-normen bijvoorbeeld voor betonstaal, cement,zand en grind, hulpstoffen en uitvoertnes-normen, zoals voor het trillen van beton. Tenaanzien van de betonvoorschriften heeft altijdeen andere regeling gegolden. De eersteGewapend Beton Voorschriften verschenen in1912, opgesteld en uitgegeven door hetKoninklijk Instituut van Ingenieurs (KIvi). Vanafdie tijd werd aan regelmatige herziening van debetonvoorschriften gewerkt door meestalpermanente commissies, die waren ingestelddoor aanvankelijk het Klvl alleen, later door hetKlvl en de Betonvereniging te zamen. Naast deofficiële uitgaven van de Gewapend BetonVoorschriften verschenen meestal ook versies,waarin de tekst werd voorzien van een toel ichti ngvan één of meer deskundigen. Sinds 1962 treedthet NNI op als uitgever van de beton-voorschriften.In 1967 werd een comm issie ingesteld die tot'taakkreeg de herziening van de betonvoorschriften tecoördineren, de Commissie Voorschriften Beton.2Koninklijk1912,vaDDeze commissie groeide uittot een hele organi-satie met meerdere subcommissies en werd naverloop van tijd dan ook omgezet in een stichtinq,"met als moederorganisaties weer het Klvl en deBetonvereniging. Recent is deze StichtingCommissie Voorschriften Beton samengegaanmet de researchorganisatie op betongebied, deStichting Commissie Uitvoering Research (CUR),die in de jaren '50 door de Betonvereniging in hetleven was geroepen. Deze nieuwe stichting regeltdus zowel het onderzoek als de totstandkomingvan voorschriften en kwaliteitseisen en is in-middels bekend als de CUR-VB; officieel:Stichting voor onderzoek, voorschriften enkwaliteitseisen op het gebied van beton. Erbestaat een nauwe samenwerking tussen het NNIen de CUH-VB. Alle activiteiten op betongebiedten aanzien van voorschriften vinden plaats inoverleg tussen deze twee organisaties. De doorde CUR-VBingestelde voorschriftencommissieshebben formeel de status van normcommissie.Thans zijn van kracht de Voorschriften Beton VB1974. De VB 1974 is verdeeld in zeven delen:deel A: Algemeen gedeelte;deel B: In het werk gestort beton;deel C: Vooraf vervaardigd beton;deel D: Ongewapend beton;deel E: Gewapend beton;deel F: Voorgespannen beton;deel G: Lichtbeton.De delen hebben elk een eigen normnummer, inbovenstaande volgorde NEN 3861 t/m 3867.Hoewel het laatste deel nog maar enkele jaren uitis, wordt er toch al weer druk gewerkt aan eenherziening. De theoretische achtergrondenblijven echter ongewijzigd, zodat niemandongerust behoeft te zijn dat de hele bouwwereldweer terug naar de schoolbanken zou moeten,Enkele belangrijke Nederlandse normen op hetgebied van beton en betonproduktenNEN3051 Richtlijnen voor hettrillen vanbetonNEN3502 Levering vanbetonmortelNEN3532 Hulpstoffenvoor mortel en beton.DefinitiesNEN3533 Hulpstoffenvoor mortelen beton.Keuringont. 3534 Hulpstoffenvoor mortel enbeton.OnderzoekNEN3542 Zanden grind voor gewapend betonen voorgespannen betonont. 3543 Lichte toeslagmaterialen voorlichtbetonNEN3550 Cement. Definities,eisenenkeuringont.NPR3681 Betonelementen. MeetmethodenNEN3861 Voorschriften Beton- VB 1974-deelA.Gemeenschappelijk gedeelte(metcorrectieblad)NEN3862 VB 1974- deel B. Inhet werk gestortbetonNEN3863 VB 1974- deel C. VoorafvervaardigdbetonNEN3864 VB 1974- deel D. OngewapendbetonNEN3865 VB 1974- deel E. Gewapend betonNEN3866 VB 1974 deel VoorgespannenbetonNEN3867 VB 1974- deel G. LichtbetonNEN3868 VoorspanstaalNEN3869 Verankeringssystemen voorvoorgespannen betonconstructiesNEN6008 Betonstaa! (metcorrectieblad)NEN6146 Wapeningsstaven voorgewapendbeton. Vormenencodering(met correctieblad)NEN7000 Betonstraatstenen(metcorrectieblad)NEN7014 BetontegelsNEN7025 RonderioolbuizenvanongewapendbetonNEN7027 Bouwblokken en-stenen vanbetonNEN7053 Betonnenheipalen(met correctieblad)zoals bij de introductie van de VB 1974. Zo zullener in de eerste plaats wijzigingsbladen komen tercorrectie van artikelen waarin onvolkomenhedenof onjuistheden zijn gebleken. In de tweedeplaats wordt een herziene uitgave van bepaaldedelen voorbereid, omdat bij het hanteren van devoorschriften door regelmatige gebruikers isgebleken dat de praktische volgorde waarin bij-voorbeeld bij het berekenen van een constructiewordt gewerkt, in de voorschriften ontbreekt.Bovendien zal bij de herziening wordennagestreefd om de voor een bepaaldegebruikersgroep van belang zijnde gedeelten bijelkaar te zetten, zodat alles snel en overzichtelijkte vinden is. Zo ziet u maar dat de theoretischlogische volgorde waarop de VB 1974 wasgebaseerd niet altijd even praktisch behoeft tezijn.De eerste wijzigingsbladen zullen naar ver-wachting medio 1981 ter kritiek worden ge-publiceerd. De eerste herziene uitgave wordt watlater verwacht en zal het gedeelte 'materialen'betreffen.EuropaOok op Europees niveau wordt er aan voor-schriften gewerkt. Enerzijds gebeurt dat binnende Europese Gemeenschap, anderzijds is daar-voor een speciale organisatie opgezet, het'Comité Europeën de Normalisation' (GEN),gevestigd te Brussel. Aan het werk binnen de EGnemen uiteraard alleen de EG-landen deel, aanhet GEN-werk vrijwel alle West-Europese landen.Het is eigenlijk merkwaardig, dat een organisatieals de Europese Gemeenschap zich met normali-satiewerk is gaan bezighouden. Schoenmakerhoud je bij je leest, zou men kunnen zeggen. Hetmotief voor de EG was echter dat het voor deeconomische bedrijvigheid binnen de EEG vangroot belang zou zijn, dat de verschillen in voor-schriften tussen de aangesloten landen werdenweggenomen. Deze verschillen kunnen immersde handel tussen de lidstaten ernstig belem-meren. Als een der eerste gebieden werd de bouwer uit gepikt om te worden 'geharmoniseerd',zoals men dat in Brussel noemt.Opdit moment werken commissies, bestaandeuit afgevaardigden van alle EG-landen aanzogenaamde Eurocodes. Waarschijnlijk zullendeze aanvankelijk het karakter van een aan-beveling krijgen, om na een overgangsperiode invoorschriften te worden omgezet. Deze Euro-codes zouden dan dezelfde status als nationalevoorschriften kunnen krijgen, zodat aannemerswaar dan ook in Europa op basis van de Euro-codes zouden kunnen inschrijven.Hoewel de normalisatie-instituten, zowelnationaal als internationaal, de taak hebbennormen op te stellen, zijn zij bij het EG-werkformeel niet betrokken. Het is de verantwoorde-lijkheid van de nationale delegaties, dus eigenlijkvan de regeringen, te zorgen voor voldoendecontact met de normcommissies in het betref-fende land. Alser over een bepaald onderwerpeen internationale norm bestaat, dan kan dezedoor de in het kader van de Eurocodes vankracht worden verklaard.Het GEN is tot nu toe op betongebied weinigactief geweest. Wel wordt er gewerkt aan eenstelsel van normen voor cement, zoalsbeproevingsmethoden, definities en keurings-eisen. Voorts is er een norm voor betonmortel inde maak. Ookligt er een voorstel bij het GEN omeen norm voor beton te gaan opstellen. Voorbetonstaal is een norm gereed.Zodra de GEN-nonnen definitief zijn vastgestelden de leden van het GEN (in ons geval het NNI) de3norm hebben goedgekeurd, bestaat de ver-plichting deze norm als nationale norm over tenemen. Dit in tegenstelling tot de hierna tebespreken ISO-normen, waarvoor een dergelijkeverplichting niet bestaat.WereldwijdDe 'International Standardization Organization'(ISO) houdt zich op wereldschaal met normali-satie bezig. AI jaren is een commissie op beton-gebiedactief. Er wordt gewerkt in drie sub-commissies, en wel voor beproevingsmethoden,voor ontwerp- en berekeningscriteria en voorproduktie en controle van beton. Dit ISO-werkheeft al een respectabel aantal internationalenormen opgeleverd. Naast een groot aantalnormen voor beproevingsmethoden, zoals hetmaken en bewaren van proefstukken, hetbepalen van de sterkte, het meten van de con-sistentie, het bepalen van de waterdichtheid enz.,zijn er normen waarin een indeling van beton-kwaliteiten en een indeling van consistentie-gebieden zijn vastgelegd. In de toekomst zal inons land van deze ISO-normen een dankbaargebruik worden gemaakt.Het NNI is zowel in het CEN als in de ISO hetofficiële Nederlandse lid. Ook als ons land nietactief aan het werk van een CEN- of ISO-commissie heeft deelgenomen, moet het NNI' Ihaar stem over ieder normontwerp uitbrengen.Internationale normen worden vaak gebaseerdop documenten, die als een soort aanbevelingdoor internationale organisaties op research-gebied worden gepubliceerd. Op betongebiedzijn er twee van dergelijke organisaties, namelijkhet 'Comité Euro-International du Beton' (CEB)en de 'Réunion International des Laboratoiresd'Essais et de Recherches sur les Matériaux et lesConstructions' (RILEM).Hoe spelen we meeWe worden in ons dagelijks doen en laten steedsmeer beïnvloed door internationale ontwikke-lingen. De bouw is daarin geen uitzondering.Integendeel. Deindrukbestaat dat velen zichonvoldoende realiseren wat er internationaal enmet name binnen de EEGgaande is.Het is echterwel zaak om de belangen van het Nederlandsebedrijfsleven daarbij goed in het oog te houden.Het is voor een klein land geen eenvoudigeopgave om in zoveel organisaties voor alle vanbelang zijnde onderwerpen deskundigen voor decommissies te leveren. Niet deelnemen betekentechter: geen invloed hebben. Vandaar dat tochserieus wordt geprobeerd om op zoveel mogelijkvan belang zijnde terreinen een actieve rol tespelen.4
Reacties