Log in
inloggen bij Betoniek
Hulp bij wachtwoord
Geen account?
shop word lid
Home / Artikelen

"Stilstand is groei"

Prof. Klaas van Breugel neemt afscheid van de TU Delft Jacques Linssen - 4 oktober 2019

Om het hoofd te kunnen bieden aan alle maatschappelijke uitdagingen van het moment, is onderzoek essentieel. Tijdens zijn afscheidsrede brak prof. Klaas van Beugel (TU Delft / Civiele Techniek) een lans voor gedegen fundamenteel onderzoek, waarbij het doel niet altijd alle middelen heiligt.

Van Breugel heeft in zijn wetenschappelijke carrière veel betekend voor de ontwikkeling van het materiaal beton, zowel nationaal als internationaal. Dat is een conclusie die je gemakkelijk kunt trekken na zijn afscheid als hoogleraar Betonmodellering en Materiaalgedrag aan de TU Delft.

Die carrière begon in 1979, toen hij in dienst trad van de TU Delft. “Voor vier jaar”, zo was aanvankelijk bedoeling. Het werden er uiteindelijk 40.

Hij is er steeds meer van bewust geraakt hoe belangrijk fundamenteel onderzoek is voor Nederland, vooral voor de lange termijn. “Er moet natuurlijk wel af en toe iets naar beneden dwarrelen, maar niet alle onderzoek hoeft direct iets op te leveren.” Hij bracht in zijn rede de treffende metafoor over een verborgen schat. Op zoek naar goud vond de schatzoeker stenen. Hij verwijderde die en de grond werd vruchtbaar. Het goud vond hij niet, maar hij kon dankzij zijn zoektocht wel een huis bouwen en later zelfs een hele stad. Zijn boodschap: wat je bereikt op weg naar het doel kan wel eens meer waard zijn dan het doel zelf.

Extra cement in een betonmengsel is een appeltje voor de dorst

CO2-uitstoot

Een uitdaging waar de samenleving momenteel voor gesteld staat en waar ook het wetenschappelijk onderzoek zich over moet bekommeren, is het verminderen van de CO2-uitstoot en het beperken van de temperatuurstijging. Veel aandacht gaat uit naar de gevolgen voor de zeespiegel. Maar wat je niet vaak hoort is dat de infrastructuur bij een hogere temperatuur sneller veroudert. “Een stijging van 2,5 °C zal leiden tot een afname van de levensduur van ca.10%. Dat gaat enorm veel geld kosten. Andersom geldt dat als je de levensduur van constructies weet te verlengen je enorm veel geld kunt besparen. Te meer omdat onderhoud een enorme kostenpost is.”

Van Breugel onderstreepte hiermee het belang van onderhoud. Maar ook dat de CO2-uitstoot omlaag moet. Dat daarbij naar de beton- en staalsector wordt gekeken, is niet vreemd. Samen zijn ze goed voor circa 20% van de wereldwijde CO2-emisie. Maar hoe die omlaag moet is echter niet eenvoudig. De mondiale groei van de productie zet nog wel even door, onder meer door voortgaande groei van de bevolking, toenemende consumptie en groei van de economie. Om die groei mogelijk te maken veel beton nodig, heel veel beton. Bestaande betonconstructies moeten daarnaast worden onderhouden. Dat zorgt voor een enorme CO2-last.

Circulariteit is niet dé oplossing voor het CO2-probleem

Logisch is dus de zoektocht naar meer milieuvriendelijke materialen. Maar Van Breugel waarschuwt dat die niet altijd het gewenste effect hebben: “Andere betonsamenstellingen met fijner en/of minder cement kunnen op de korte termijn weliswaar leiden tot milieuwinst. Maar je moet oppassen dat je daarmee het appeltje voor de dorst niet kwijtraakt. Je moet ervoor zorgen dat er een zekere hoeveelheid ongehydrateerd cement achterblijft dat tijdens de levensduur kan zorgen voor zelfherstel.” Juist die self-healing is een van de onderwerpen die Van Breugel met zijn sectie Materials & Environment op de kaart heeft gezet. Hij noemt verder het materialenpaspoort als belangrijk instrument, vooral om een circulaire economie mogelijk te maken. Overigens plaats hij ook daarbij een kanttekening: “Circulariteit is absoluut een goed streven, maar niet dé oplossing voor het CO2-probleem.”

Vernieuwingsdrang

Naast onderzoek heeft Van Breugel ook veel tijd gestoken in onderwijs. Door het geven van colleges maar ook was hij 4 jaar opleidingsdirecteur van de faculteit. Hij hekelt de vernieuwingsdrang die kenmerkend is voor het onderwijs. “Mijn metafoor voor het ontwikkelen van goed onderwijs is die van een boom. Natuurlijk moet je er af en toe dood hout uithalen om nieuwe loten kans op groei te geven. Als je een stevige boom wilt hebben moet je hem wel laten staan. Stilstand is geen achteruitgang maar groei.”

Van Breugel heeft talloze masterstudenten en PhD’s begeleid. Met dat laatste gaat hij nog wel even door. Er zijn nog 18 promovendi bezig die hij, samen met collega’s van de sectie Materials & Environment, tot de eindstreep zal begeleiden. Hij heeft zich overigens ook altijd geïnteresseerd in andere disciplines. Zo was hij veelvuldig plaatsvervangend voorzitter van promotiescommissies in andere vakgebieden. In totaal 241 keer zat hij een promotiezitting voor, in 2018 alleen al 34.

Al deze inspanningen leveren hem veel waardering op, zo bleek uit de diverse toespraken ná zijn afscheidsrede. Daarin werden verder genoemd zijn inspanningen in de board van het Delft Centre for Materials (DCMat), zijn leidende rol bij het opzetten van het Center for Ageing Materials & Structures, zijn commissiewerk bij onder meer RILEM, CEN en fib en natuurlijk zijn boek ‘Betonconstructies onder temperatuur- en krimpvervormingen’, beter bekend als het roze boek. Het is nog altijd een standaard werk in het vakgebied.

Het was een mooi afscheid wat eigenlijk geen afscheid was. Want Van Breugel blijft nog wel even actief op de TU. En hij kijkt zelf ook nog altijd vooruit, want wat hem betreft “moet het beste nog komen.”

Interview

Meer over de carrière van Klaas van Breugel en over wat hem daarin bewoog, staat in het Cement-interview uit 2013.

Reacties

x Met het invullen van dit formulier geef je Betoniek en relaties toestemming om je informatie toe te sturen over zijn producten, dienstverlening en gerelateerde zaken. Akkoord
Renda ©2024. All rights reserved.

Deze website maakt gebruik van cookies. Meer informatie AccepterenWeigeren