nlUitvoeringVe r h a r d i ngsbe i ngVan kubus tot constructieDe eigenschappen van beton worden bepaald aan de hand van proef-stukken. Zo gebeurt de sterktebepaling met behulp van kubussen. Omuitkomsten te kunnen vergelijken, moeten deze kubussen verhardenonder standaardomstandigheden. Heel anders is het gesteld met deverhardlngsomstandlgheden van beton in constructies. Deze kunnensterk wisselen.Toch willen we meestal wel weten hoe bijvoorbeeld desterkte zich in de constructie zal ontwikkelen.Wanneer kan de kisteraf? En wat kunnen we doen om eerder te ontkisten? Om deze enandere vragen te beantwoorden, kunnen we gebruikmaken van model-len die de temperatuur- en sterkteontwikkeling in beton voorspellen.In dezeB e ton jek gaan we in op deze modellen, maar we geven voor-al aan de hand van een voorbeeld inzicht in de mogelijkheden die hier-door ontstaan.De eigenschappen van beton worden bepaald metbehulp van voorgeschreven proeven. Zo is de ver-werkbaarheid van betonspecie gekoppeld aan deverdichtingsmaat, de zetmaat en de schudmaat. Dedruksterkte van beton wordt bepaald aan de handvan controlekubussen. Hierbij isvooral de Z8-daag-se sterkte van belang. Deze bepaalt immers ofvol-daan wordt aan de karakteristieke kubusdruksterk-te van het beton en daarmee aan de sterkteklasse.Kubusonderdelen van de beproeving van de druk-zijn vastgelegd in normen. Zo staan de voor-schriften voor de beoordeling van de sterkte in deseptember 2000VET1995. De voorschriften voor de uitvoeringvan de proefstaan in NEN Daarin is preciesbeschreven hoe het onderzoek moet worden uit-gevoerd en welk belastingstempo moet wordenaangehouden. In NEN5966 zijn de afinetingenvan de mallen voorgeschreven. met de toelaatbareafwijkingen daarin.Echter ook de bewaarcondities zijn van grootbelang. Ook deze zijn voorgeschreven en wel inNEN 5965. De kubussen moeten worden bewaardin een waterbak met een constante temperatuurvan ZO ± zee. Kortom. niet alleen de proefis gestan-daardiseerd. ook de verhardingscondities zijn. van-wege hun grote invloed op het resultaat. voorge-schreven.Door deze standaardisatie kunnen we betonsamen-stellingen onderling goed vergelijken. Zo kan doorop verschillende tijdstippen kubussen te drukkenvan één betonsamenstelling de sterkteontwikkelingin beeld gebracht worden. Door van verschillendebetonsamenstellingen de sterkteontwikkeling tebepalen en deze onderling te vergelijken, kun jeeen indruk krijgen van verschillen in de snelheidvan sterkteontwikkeling. vooral gedurende de eerstedagen van de verharding. Hieruit blijkt dat de sterk-teontwikkeling van beton vooral afhankelijk is vande water-cementfactor, de gebruikte cementsoorten normsterkte van het cement.Een mengsel met 100%hoogovencement (CEM III/B)met een normsterkte van 4Z,5 Njmm' heeft een tra-gere sterkteontwikkeling dan een mengselsamen-stelling waarin een deel hoogovencement is vervan-gen door een snelverhardend portlandcement insterkteldasse 5Z,5.In figuur 1 ishiervaneen voor-beeld gegeven. Op basis hiervan is in te schatten ofeen mengsel een snelle sterkteontwikkeling heeftbij, let wel, een constante temperatuur van ZO°e.120 144 168CEM 111/842,5 .11Vergelijking van de sterkteontwikkeling van tweebeton-samenstellingen. Eenmeteen mengsel van25%cement(CEM I 52,5R)en 75%hoogovencement (CEM III/B42,5) en eenmet 100% hoogovencement (CEM III/B 42,5)De invloed van de temperatuur op de sterkteont-wikkeling wordt zichtbaar in het volgende voor-beeld. Hierin zijn kubussen verhard bij een constan-te temperatuur van ZO°C, maar ook bij een lagereen een hogere temperatuur. In figuur Zis de sterk-teontwikkeling van hetzelfde mengsel bij 10, ZO en40°C gegeven. De invloed van de temperatuur isBet 0 n i e k september 2000hierin goed zichtbaar. Zo bereikt het beton bij ZO°Cna3 dagen een zekere sterkte. Bij40°C bereikt desamenstelling deze sterkte al binnen Zdagen, ter-wijl het bij 10°C bijna 6 dagen duurt. De tempera-tuur heeft dus een grote invloed op :desterkteent-wikkeling. De mate waarin de temperatuur invloedheeft, is afhankelijk van de gebruikte cementsoort.Zo is hoogovencement bijvoorbeeld gevoeliger voortemperatuurverschillen dan portlandcement.Vergelijking vande sterkteontwikkelingvaneenbetonsamen-stellingbij eentemperatuurvan 10, 20 en40°CConstructieNatuurlijkis een afnemer geïnteresseerd in debereikte kubusdruksterkten. deze bepalen immersOfhet beton aan de voorgeschreven sterkteklasseVoldoet. Maar vaak is hij minstens zo geïnteresseerdin het gedrag van het beton tijdens de bouwfase.Bijvoorbeeld omdat hij wil weten wanneer hetbeton kan worden ontkist ofvoorgespannen.Daarvoor geven de gemeten kubusdruksterktenhooguit een indicatie. De sterkteontwikkeling in deconstructie voorspellen op basis van de sterkteont-wikkeling van de kubussen is moeilijk. De kubus-sen verharden immers bij de voorgeschreven, con-stante temperatuur van ZO°C, terwijl de tempera-tuur in de constructie afhankelijk van de omstan-digheden (veel)hoger maar ook lager kan zijn.Door het vrijkomen van hydratatiewarmte tijdensde verharding zal het beton willen opwarmen.Echter, afhankelijk van de buitentemperatuur zal2het betonoppervlak ook afkoelen. Het uiteindelijketemperatuurverloop in de constructie is afhankelijkvan de hoeveelheid vrijgekomen warmte, de afme-tingen van de constructie, de isolerende werkingvan de bekisting en de weerscondities buiten: tem-peratuur, windsnelheid enzovoort.Kortom er zijn vele factoren die er voor zorgen datde verharding van beton steeds anders verloopt.Zelfs als we met een exact gelijke mengselsamen-stelling herhaaldelijk een exact gelijke constructiestorten, zal door wisselende omgevingsomstandig-heden de temperatuurontwikkeling variëren.Hierdoor verloopt ook de sterkteontwikkeling inde constructie steeds weer anders, want deze isimmers temperatuurafhankelijk (figuur 3).36 48 60verlharelingstljdzh/lw72 84Hiervoor zijn modellen ontwikkeld, die een voor-spelling geven van de temperatuur- en sterkteent-wikkeling, Dit soort modellen wordt bijvoorbeeldgebruikt bij universiteiten, toeleveranciers, aan-nemers en onderzoeksbureaus. In deze modellenmoeten drie groepen gegevens worden ingevoerd:· de betoneigenschappen: warmteontwikkelingen sterkteontwikkeling:· de constructiegegevens: de afmetingen en deeigenschappen van de bekisting, isolatie ete.;· de omgevingscondities: buitentemperatuurdag-j nachtcyclus), windsnelheid ete.Met behulp vanproefkubussen bepalen we voorafde volgende betoneigenschappen.de temperatuurontwikkeling die maximaalmogelijk is. We noemen dit de adiabatische tem-peratuurontwikkeling, kortweg de adiabaat. Ditis de temperatuurontwikkeling in een kubuszonder dat enige warmteuitwisseling met deomgeving plaatsvindt, zie kader 'Adiabatischeternperatuurontwikkeling' (blz. 4).de isotherme sterkteontwikkeling. Dit is de sterk-teontwikkeling van kubussen (verhard bij con-stante temperatuur) die op verschillende tijdstip-pen (bijvoorbeeld i, 3, 7 en 28 dagen) gedruktworden, zie kader 'Isotherme sterkteentwikke-Iing' (blz. 5).11In dezegrafiekis aangegeven hoeveel tijd er in de winter,en zomergemetenis omin dezelfde constructieeen sterktevan 14 Njmm' te bereiken (resultaten gebaseerdop rijpheidsmeting)Van kubus tot constructiehet voorgaande is duidelijk geworden dat beton-kubussen alleen, onvoldoende informatie geven omsterkteontwikkeling van het beton in een con-te voorspellen. De sterkteontwikkeling isvooral afhankelijk van de temperatuurontwikkelingin het verhardende beton. En hiervoor, zo hebbenwe in het voorgaande gezien, zijn vele factorentijdens de verharding bepalend. Om het tempera-tuurverloop (en dus de sterkteontwikkeling] tevoorspellen, moeten we deze factoren zo goedmogelijk inschatten.0 n Î e k september 20003Deze betoneigenschappen zijn materiaaleigen-schappen en dus samenstellingsafhankelijk. Voorelke samenstelling kunnen deze eigenschappendaarom anders zijn.De constructiegegevens betreffen de gegevens vande constructie zelf. Zij zijn medebepalend voor demate waarin warmte wordt afgestaan aan de om-geving. Hierbij zijn vooral de volgende factoren vanbelang:· de afmetingen van het constructieonderdeel:hoe groter het constructieonderdeel wordt, hoemoeilijker het is om warmte afte staan aan deomgeving;· de bekisting: wat voor materiaal bekisting wordter gebruikt, bijvoorbeeld hout ofstaal en wanneerwordt er ontkist:· isolatie: wordt er bijvoorbeeld aan de bovenzijdevan een constructieonderdeel isolatie aange-Een voorbeeld vaneen adiabaat is gegeven in onderstaandefiguur.168tijd (uren)--IIIo20,00055,769in kgjm'kJJkgoCC = cementgehalte in kg{m'De hydratatiewarmte vanbeton is eenmateriaaleigenschap enis onder andere vande:· chemische samenstelling vanhetcement;· fijnheid vanhetcement;· water-cementfactorvandesamenstelling.6 7 8Adiabatische temperatuurstijging enwarmteontwikkeling vanbetonsoortenOnder adiabatische omstandighedenkan devrijgekomenItatiewarmte vrijeenvoudig in detemperatuurstijging wordenVoorbeeld vaneenadiabaatbracht, zo ja wanneer wordt het aangebracht enweer verwijderd, wat voor isolatie wordt ergebruikt: een gewone folie ofeen isolatiezeil.De omgevingscondities geven aan in wat voor om-geving de constructie geplaatst is, en zijn mede-bepalend voor de snelheid waarmee warmte in deomgeving wordt opgenomen. Bij de omgevingscon-dities komen de volgende zaken aan de orde:· buitentemperatuur, deze wordt voornamelijkbepaald door het seizoen waarin gestort wordt.In de zomer is het warmer dan in de winter;· specietemperatuur, deze varieert ook gedurendehet jaar. In de zomer ligt de specietemperatuurhoger dan in de winter;· wind, wanneer het waait, kan de warmte snellerworden afgevoerd. Voor een vloer geeft dit bij-voorbeeld een grotere afkoeling aan de bovenzijde.Bet 0 n jek september 20004Uit de combinatie vandeze gegevens is het moge-lijk om met een rekenmodel de theoretische tempe-ratuur- en sterkteontwikkeling in de constructieberekenen.Hetrekenmodel is in staat al deze invloedsfac-te combineren en daaruit de temperatuur- ende sterkteontwikkeling in de constructieIn een betonconstructie komen adiabatische om-standigheden zelden voor. Er vindt altijd warmte-uitwisseling met de omgeving plaats. De tempera-tuurontwikkeling in een constructie is dan ook nietadiabatisch. De warmteuitwisseling is afhankelijkvan de warmteontwikkeling, de afmetingen van deconstructie en de temperatuurverschillen tussenhet beton en de omgeving.In de eerste dagen na het storten, produceert hetbeton veel hydratatiewarmte. Het grootste deel vandeze warmte wordt omgezet-in een temperatuur-stijging. Het andere deel gaat verloren naar deomgeving. Na enkele dagen neemt de productie vanhydratatiewarmte af en zal het verlies van warmtenaar de omgeving groter zijn dan de productie vanwarmte. Het beton koelt vanaf de buitenzijde af.Daardoor ontstaan temperatuurverschillen endus ook verschillen in sterkteontwikkeling in deconstructie.In het rekenmodel wordt de temperatuurentwikke-ling op verschillende plaatsen in de constructiestap voor stap in de tijd bepaald. De productie vanhydratatiewarmte wordt in de vorm van de adia-baat in het model ingevoerd. Het verlies aan warm-te naar de omgeving bepaalt het model vervolgensaan de hand van de afmetingen van de constructieen de temperatuurverschillen tussen het beton ende omgeving. Op basis van de aldus berekendetemperatuurontwikkeling zal het model de sterkte-ontwikkeling gaan berekenen. Hiervoor kunnenverschillende theoretische modellen wordengebruikt,Een van de mogelijkheden is gebruik te maken vande ons bekende methodevan gewogen rijpheid.Met de berekende temperatuurontwikkeling en deC-waarde van het cement kunnen we de rijpheidberekenen. Met een ijkgrafiek kan een uitspraakgedaan worden over de sterkte. Deze ijkgrafiek kanbepaald worden via de isotherme sterkteoutwikke-ling.Deze methode wordt ook in de praktijk gebruiktwanneer we als controle op de sterkteontwikkelinghet temperatuurverloop in de constructie metenbijvoorbeeld met thermokoppels of met de zoge-noemde rijpheidscomputer.Er zijn ook nog andere mogelijkheden om de sterkte-ontwikkeling te bepalen uit de temperatuurentwik-keling.Isotherme sterkteontwikkelingSterkteontwikkeling is gebaseerd op isotherme sterkteontwikke-ling. Datwil zeggen dat de kubussen gelijke tempera-tuur (20°C in dewaterbak) verharden. Deontwikkelingvan desterktewordt bepaalddoorde kubussen op bijvoorbeeld 1, 3, 7en28 dagente drukken.Detijdstippenvan beproeving wordenbepaalddoordeverwachte snelheid van de sterkteontwikkeling.Eenvoorbeeld vaneenisotherme sterkteontwikkeling isgegevenin de figuur hiernaast. o tijd (uren) 672. e ton i e k september 20005Voorbeeld van isotherme sterkteontwikkelingHetvoorspellen van de sterkteis in feite nietsandersdande situatieuit de praktijk in eencomputermodel te simule-ren.Metdezelfde methode, bijvoorbeeld de gewogen rijp-heid,wordtde sterktevoorspeldVoorbeeldde theorie waarin we het model beschreven, istijd voor een praktische uitwerking. Wat kun-we met een rekenmodel doen. Aan de hand vanvoorbeeld zullen we de mogelijkheden toelich-ten. Het voorbeeld is willekeurig gekozen, maar hetzou bijvoorbeeld een hoogbouwconstructie kunnenzijn, zoals te zien is op foto 5.De invloed van elk de factoren op het resultaatkan hiermee afzonderlijk duidelijk worden ge-maakt. Zo kunnen we bij een verandering van debetonsamensteIling, bijvoorbeeld beton in eenandere sterkteklasse. de bijbehorende gegevens inhet rekenprogramma invoeren. Hiermee wordt heteffect van deze wijziging op de sterkteontwikkelingzichtbaar gemaakt. Op die manier kunnen we deoptimale sterkteklasse kiezen, afgestemd op deeisen vanuit de toepassing en rekening houdendmet de verhardingsomstandigheden.Bouwvan Schielandtoren in RotterdamFoto: R. Kras RotterdamlogRPraktijkMet het rekenmodel is het mogelijk de druksterktete voorspellen op basis van een berekende tempera-tuurontwikkeling. Eigenlijk gebeurt dit op dezelfdemanier als bij de bepaling van de druksterkte vande constructie in de praktijk. In feite doen we nietsanders dan achter de computer de werkelijkheidsimuleren. In plaats van een wand in de praktijk testorten, storten we hem nu 'in de computer'. Inbeide gevallen wordt de druksterkte met dezelfdemethode bepaald (figuur 4).Dat vraagt enige uitleg: de hier beschreven computer-modellen zijn oorspronkelijk ontwikkeld voor hetberekenen van de spanningen in constructies. Inveel van die modellen wordt uitgegaan van de rela-tie sterkte - hydratatiegraad. Dit is een lineaire rela-tie, die evenals de ijkgrafiek wordt bepaald op basisvan de isotherme sterkteontwikkeling. De bereke-ning van de hydratatiegraad is onderdeel van detemperatuurberekening.In het voorgaande hebben we een model beschrevenwaarin alle variabelen kunnen worden ingevoerd.Op basis van dit model is software ontwikkeld,waarmee het mogelijk is alle factoren te variëren.In de planning van de hoogbouwconstructie iservan uitgegaan dat er per week 1 etage wordtgemaakt. Hiervoor moet elke vrijdag een vloer ge-stort worden, die gedurende het weekend verhardt.Bet 0 n i e k september 20006Op dinsdagochtend is de volgende etage zover ge-vorderd, dat de bekisting daar ingezet moet worden.De vloer moet dan voldoende sterkzijn om te kunnenentkisten. We hebben hierdoor te maken met eenverhardingstijd van 3 x 24 uur + 16 uur = uur. Deconstructeur heeft als ontkistingssterkte 14 Njmm"opgegeven: de minimale sterkte voor het outkistenuitdeVBU.. UitgangspuntenIn dit voorbeeld draait het om de vraag: 'is dezevaste ontkistingstijd in alle omstandigheden terealiseren, en zo niet, welke maatregelen kunnenwe dan nemen om dit wel te bereiken'. Voordat wemet de berekeningen kunnen starten, moeten wede gegevens over het mengsel en de constructie diewe nodig hebben voor het berekeningsmodel opeen rij zetten. Hierbij geven we ook aan op welkepunten we nog keuzemogelijkheden hebben.· Mengselgegevens: de mengselsamenstellingmoet nog bepaald worden, maar in het bestek iseen betonB 25 in milieuklasse 1 voorgeschreven.Elke betonsamenstelling heeft een eigenTabel 1. Devierverschillende situatiesadiabaat en sterkteontwikkeling. We kunnen vanverschillende mengsels de adiabaat en de sterkte-ontwikkeling bepalen. In eerste instantie zijn weuitgegaan van een B 25 samenstelling met 100%CEM III/B. De adiabaat hiervan is zoals in defiguur 'Voorbeeld van een adiabaat' in het kaderop blz. 4 is aangegeven, de sterkteontwikkeling isin het kader 'Isotherme sterkteontwikkeling'gegeven (blz.5).· Constructiegegevens:de vloer heeft een dikte van 35·cm;- de keuze voor het bekistingsmateriaal is nogniet gemaakt, maar het wordt staal of hout.· Omgevingscondities:de beoogde ontkistingstijd is 88 uur (verhar-ding tijdens het weekend);- de vloer wordt zowel in de zomer als in de win-ter gestort.Om na te gaan ofde ontkistingstijd van 88 uuronder alle omstandigheden te realiseren is, zijnvier situaties doorgerekend, met als variabelen hetbekistingsmateriaal (hout of staal) en de omstandig-heden (zomer ofwinter), zie tabelsituatie 2 situatie 3 situatie 4zomer winter winterstaal hout staalB25O,35mstaal hout staal5mm 18mm 5mm3 mIshet eerste getalis de gemiddelde temperatuurenhet tweede getalis deamplitude, hiermee wordteendag/nacht cyclus gemaakt,ziefiguur 6Bet 0 n i e k september 20007Temperatuurverloop in dewinter: 2 ± 3°CDe temperatuurontwikkeling is in iedere situatieberekend bij de gegeven randvoorwaarden, Op basisvan deze temperatuurberekening is de sterkteent-wikkeling bepaald. Als randvoorwaarde geldt dateen ontldstingstijd van 88 uur haalbaar is, alsde druksterkte in de constructie op dit tijdstip14 N/mm' of meer bedraagt./v:16°C 29°C111Temperatuurverdeling in dewand ende helftvan degestorte vloerna 36 uur24,0tijd (uren)0,05,02,00,0De zomersituatieIn situatie 1 wordt de vloer berekend onder zomerseomstandigheden en gestort in een houten bekisting,Om deze situatie met het model na te bootsen, voe-ren wede volgende gegevens in:· een omgevingstemperatuur van 17 ± 3°C· de aanwezigheid van een houten bekisting aande onderzijde.Om de invloed van de bekisting aan te geven, heb-ben we in situatie 2 de houten bekisting vervangendoor een stalen bekisting.In figuur 7 is het resultaat van de berekening vansituatie 2 te zien: de temperatuurverdeling na 36uur gegeven voor een deel van de constructie (wanden helft van gestorte vloer). De verschillen in tempe-ratuur zijn in de doorsnede goed te zien. Waar deconstructie dikker is, in de hoek tussen wand envloer, wordt de hoogste temperatuur bereikt. In degestorte vloer is de temperatuur lager, terwijl juistvoor dit onderdeel de sterkteontwikkeling vanbelang is.Omdat alleen de sterkteontwikkeling van de vloervan belang is, hebben we voor de rest van dit voor-beeld de constructie vereenvoudigd. In de verderewaar-van ,ae moetliggen.clatde vanVoorde bepalingvan degemiddelde kubusdruksterktegeeftdeVBU verschillende mogelijkheden aan, waaronderBet 0 n jek september 2000829°C16Nlmm' 18Nlmm'Temperatuurverdeling en-gradiënt in de gestorte vloerna36uur.Linksvoorsituatie1 (zomer en houtenbekisting).Rechts voorsituatie2 (zomer en stalenbekisting)berekeningen worden alleen de resultaten van devloer gegeven.In figuur 8 is de berekende temperatuurverdeling inde vloer na 36 uur weergegeven, links voor situatie 1(zomer en houten bekisting) en rechts voor situatie 2(zomer en stalen bekisting). Onder de temperatuur-verdeling is voor beide situaties de temperatuur-gradiënt over de doorsnede gegeven.Bijde houten bekisting is de maximumtemperatuurverschoven. Onderin de vloer is de temperatuurhoger dan bovenin de vloer. Er wordt meer warmtenaar boven verloren dan naar beneden. De houtenbelasting werkt isolerend. Hierdoor heeft het betonin een houten bekisting een hogere temperatuur-ontwikkeling dan het beton in een stalen bekisting.Dit komt ook tot uitdrukking in de sterkteontwik-keling.In figuur 9 hebben we de berekende druksterkte na88 uur gegeven. De verdeling van de druksterkte inde vloer geeft hetzelfde beeld als de temperatuur-verdeling. In de houten belasting is de druksterktedoor de hogere temperatuur ook hoger. De gemid-delde druksterkte, van belang voor het ontlasten(zie kader 'Druksterkte' op blz. 8), is bij een houtenbelasting bijna 18 Njmm' en bij een stalen bekistingbijna 17 Njmm'. Een klein verschil in sterkte, maarBet 0 n jek september 20009Druksterkteverdeling in de gestortevloerna 88 uur.voorsituatie1 (zomerenhoutenbekisting). Rechts voorsituatie2 (zomer enstalenbekisting)in het model geldt voor beide situaties: de outkis-tingssterkte van 14 Njmm' wordt binnen 88 uurgerealiseerd.DeDe volgende berekeningen hebben betrekking op dewintersituatie (situatie 3 en 4). Ook deze situatiewillen we met het model nabootsen. Daarvoor voe-ren we nu de volgende gegevens in:· een omgevingstemperatuur van 2 ± 3°C;· de aanwezigheid aan de onderzijde van eenhouten belasting (situatie 3) ofeen stalenbelasting (situatie 4).De omgevingscondities wijzigen hier dus in on-gunstige zin. In figuur 10 is het resultaat van deberekening gegeven: de temperatuurverdeling na36 uur. Deze figuur lijkt op figuur 8 uit de zomersi-tuatie: bij de stalen belasting zien we een paraboolmet :de maximumtemperatuur in het midden. Bijde houten bekisting ligt de maximumtemperatuurwat meer aan de onderzijde van de vloer. Ook in dewinter heeft het beton bij de houten belasting eenhogere temperatuur dan bij de stalen belasting. Hettotale temperatuurniveau is echter veel lager. In dezomersituatie werd na 36 uur een maximumtempe-ratuur van bijna 27°C berekend, in de winter blijftde maximumtemperatuur op HOC steken.Tot slotBeton moet voldoen aan de betonvoorschriften. Deeigenschappen van beton worden hiertoe bepaaldaan de hand van proefstukken. Voor de sterkteent-Wikkeling van beton wordt gebruikgemaakt van dekubusdruksterkte. Toch zeggen de gemeten resul-taten aan deze proefstukken niet alles over hoe deeigenschappen zich in een constructie entwikke-len. In de constructie is de temperatuuroutwikke-ling niet te vergelijken met de verhardingsconditiesvan de kubussen in het laboratorium. Het is danook een goede ontwikkeling dat er nu modellenzijn, waarmee het mogelijk is om vooraf tempera-tuur en sterkte te voorspellen in een constructie.Dit maakt het mogelijk vooruit te denken en bij-voorbeeld een juiste mengselkeuze te maken. Hetblijft echter een rekenkundige benadering, waarbijde voorspelling sterk afhankelijk is van de invoerge-gevens.literatuur· Cursusdictaat: Temperatuurbeheersing van ver-hardend beton, Betonvereniging, Gouda 1987.· CUR-rapport 128: Koelen van beton, CUR,Gouda1997Normen· NEN 5950 Voorschriften Beton Technologie(VBT 1995).· NEN 5968 Beton en mortel. Bepaling van dedruksterkte van proefstukken,· NEN 5966 Beton en Mortel. Gestorte proefstuk-ken. Eisen voor mallen en proefstukken,· NEN 5965 Beton. Gestorte proefstukken,Vervaardiging, bewaring en conditionering.· NEN 6720 Voorschriften Beton. Constructieveeisen en rekenmethoden (VBC 1995).· NEN 6722 Voorschriften Uitvoering (VBU 1988).Bet 0 n jek is een praktijkgericht voorlichtingsblad op hetgebied van de betontechnologie en verschijnt 10 keer per jaar.In de redactie zijn vertegenwoordigd:de Nederlandse cementindustrie, MEBIN, CDR,vocBETONBOUW en de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave: ENeI Mediapostbus 3532, 5203 DM's-HertogenboschRedactie: 073 - 640 12 22Abonnementen: 073 - 640 12 31Adreswijzigingen per fax: 073 - 640 12 99E-mail:encimedia@enci.nlWebsite: www.enci.nlOvername van artikelen en illustraties is toegestaan, ondervoorwaarde van bronvermelding.Abonnementsprijzen:Nederland f 34,- (? 15,43)Belgiëf 35,- (? 15,88)Andere landen f 49,- (? 22,24)e ver 5 ver bon dGroep vaktijdschriftenBet 0 n jek september 200012Abonnementen lopen per kalenderjaar en worden auto-matisch verlengd, tenzij voor 1 december schriftelijk wordtopgezegd.ISSN0166-137x
Reacties