·G rondstoffenkToeslagmateriaalVerroest!Somsootstaan, na verloop van tijd kleine roestplek-jes inhetbetonoppervlak.Vooral op verticale vlakken levert dit lelijkevlekken op doordat het roestwater over het betonoppervlak uitloopt.Deze zijn vo()ral storend in schoon-betonoppervlakken. Dat het hierl,JitshJitendom esthetische schade gaat en de duurzaamheid absoluutniet io het geding is, is een schrale troost. Bij schoon beton zijn ditsoort vlekken eigenlijk niet acceptabel. In deze Bet 0 n i e k kijken wenaar de mogelijke oorzaken van deze roestuitbloeiingen. Kunnen we zee.igenlijk wel voorkomen en hoe kunnen we eenmaal ontstane vlekkenhet beste verwijderen?Iedere betontechnoloog is wel eens geconfronteerdmet schade door roestuitbloeiingen in betonopper-vlakken, Meestal ontstaan ze vanuit een kleine kernter grootte van enkele millimeters. Op horizontalevlakken blijft de verkleuring doorgaans beperkt totmaximaal enkele centimeters. Op verticale vlakkenkunnen behoorlijk grote. uitwaaierende verkleurin-gen ontstaan, doordat het roestwater over het beton-oppervlak uitloopt. Ter plaatse van de 'kern'zienwe soms kleine pop-outs: kleine schilfertjes die vanhet oppervlak worden weggedrukt.De diepte tot waarop we de aantasting aantreffen,is gering: meestal enkele millimeters. Na het stortenvan het beton kan het enkele weken tot maandenduren voordat :de eerste roestuitbloeiingen zicht-baar worden.Het schadefenomeen is niet nieuw, maar lijkt zichnu en dan plotseling in grotere omvang te manifes-teren. Een enkele keer is het slordig omgaan metmei 2000kniprestjes van het vlechtijzer de boosdoener.In veel gevallen zit de oorzaak echter in hettoeslagmateriaal. De boosdoener is meestal eenverontreiniging met ijzerverbindingen.Bijde keuring van het toeslagmateriaal volgens denormen voldoet het materiaal echter aan alle ge-stelde eisen. Kennelijk hebben we hier te makenmet een vorm vanverontreiniging die weliswaarschade oplevert, maar die met de keuring volgensde bestaande normen niet wordt aangetoond.Ook is de verontreiniging niet gemakkelijk toe teschrijven aan een bepaalde herkomst ofwinplaatsvan het toeslagmateriaal. Er zijn schadegevallenbekend van beton gemaakt met riviermateriaal, mettoeslagmateriaal uit zee en met toeslagmateriaaluit landwinningen.In deze Bet 0 n i e k proberen we achter de oor-zaak van de schade te komen. Welke verontreinigin-gen spelen hierbij precies een rol en hoe verloopthet schademechanisme? Kunnen we de schade voor-komen ofverminderen? Zijn er wellicht keurings-methoden waarmee de betreffende verontreinigin-gen kunnen worden aangetoond? Ten slotte kijkenwe naar de mogelijkheden om eenmaal opgetredenschade zo blijvend mogelijk te herstellen.Onderzoek·e afgelopen jaren hebben enkele laboratoriaderzoek uitgevoerd aan schadegevallen. Datft veel nieuwe kennis opgeleverd. Interessant isde verschillende laboratoria soms ook geheelverschillende analysetechnieken hebben toegepast.Door niet één, maar verschillende technieken tegebruiken, kan een beter beeld van de oorzaak vande schade gevormd worden. We zetten de technie-ken hieronder nog eens op een rijtje.Optische technieken, bijvoorbeeld (stereo)microsco-pie, liggen het meest voor de hand. Zo wordt bijpetrografisch onderzoek aan geprepareerde slijp-plaatjes veel gebruikgemaakt van polarisatiemicro-scopie ofin mindere mate van fluorescentie-micro-scopie (zie Bet 0 n ie k 7/23 en 11/3).Een forse(vergrotings)stap verder gaat de electrenenmicro-scopie. Hiermee kunnen zeer hoge vergrotingenworden bereikt. De gebruikte elektronenmicrosco-pen waren ook uitgerust met een micro-analyse sys-teem. Met deze microscopietechniek kan zeerlokaal (op micron-schaal) de morfologie en chemi-schesamenstelling van de schadekern en de reactie-producten (de bruine uitbloeiingen) onderzochtworden. Een geheel andere techniek is röntgendif-fractie, waarmee bij voldoende materiaal de miner-alogische samenstelling van de kernen kan wordenvastgesteld.Daarnaast is in enkele gevallen aanvullend che-misch onderzoek uitgevoerd met andere technie-ken (zoals röntgenfluorescentie en nat-chemischeanalyse) om bijvoorbeeld de gehaltes aan ijzerver-bindingen in het toeslagmateriaal vast te stellen.In alle gevallen werden voor het onderzoek mon-sters genomen uit de kern van de schadeplaats.Het onderzoek richtte zich naast het achterhalenBet 0 n jek mei 20002van de verontreiniging met name op het achterha-len van het schademechanisme. Daarbij is gekekennaar de kern van de roestuitbloeiingen om er ach-ter te komen wat de oorzaak is en met welke ver-ontreiniging we te maken hebben. Ook is onder-zocht uit welke reactieproducten de bruine verkleu-ring bestaat.Aangetroffen verontreinigingenIn alle gevallen zijn in de kern ijzerverbindingenaangetroffen. Meestal ging het om ijzersulfiden, bij-voorbeeld pyriet (FeSz). De vlek rondom de kernbestaat uit de oxidatieproducten van ijzerverbin-dingen, roest in gewoon Nederlands. De mineralogi-sche verzamelnaam hiervoor is limoniet en het iseen mengsel van ijzeroxiden en -hydroxiden metwisselende hoeveelheden kristalwater (zie kader opblz. 3).In enkele gevallen werd in de kernen alleen limo-niet aangetroffen. Dit kan worden verklaard doorvolledige oxidatie van het oorspronkelijk aanwezigeijzersulfide. Echter, er zijn aanwijzingen dat roest-vlekken ook kunnen ontstaan wanneer het toeslag-materiaal alleen limoniet en geen ijzersulfidebevat. Dit is onderwerp van nog lopend onderzoekIn deze Bet 0 n i e k concentreren wij ons op deijzersulfiden als schadebronnen.Toeslagmateriaal verontreinigd met ijzerverbindingen.Verontreinigingen in toeslagmateriaaldie vlekken kunnen veroorzakenUitonderzoek blijkt dat de volgende bestanddelen verdacht zijn:· ijzerslakken -of ertsen. Hetzijn restproducten van de staalin-dustrieen werden in het verleden in zeegestort. Zekunnen,net alsijzerschroot (spijkers e.d.), via magneetscheiding gro-tendeels worden verwijderd;· kool, hout (gefossiliseerd). Koolenhoutzijn relatieflichtebestanddelen en kunnen bij de winning met behulpvan eenzogeheten onthoutingsinstallatie grotendeels worden verwij-derd.Hout kan echterin meerofminderemate versteendzijn, waardoor de dichtheid toeneemt. In dat geval wordthetniet meerdoorde onthoutingsinstallatie verwijderd;· glauconiet. Ditis eenijzerhoudend (Fe2+), groenkleimineraal.Bijoxidatievanhet ijzerkan eengroene verkleuring optreden.· fragmentenvan zeeruiteenlopende gesteentes met ingeslotenlimonietenjofijzersulfiden (bijvoorbeeld pyriet);· 'zwaremineraal'-zanden: fijnerekorrelgroepen bestaandeuit mineralen met eensoortelijke massadieaanzienlijkhogeris dan dievanzand engrind. Deze zwaremineralen bestaanondermeeruit ijzersulfiden, ijzeroxiden of okerzandsteen(door limonietaaneengekitte zandkorrels).Bijde onderzochte gevallen kon het merendeel van de schadewordentoegewezen aan gesteentefragmenten met ingeslotenijzersulfide enjoflimonieten aan 'zware'mineraalzanden metijzerverbindingen in geconcentreerde vorm.In minderematewerdooklimoniet·enjofijzersulfide bevattendfossiel hout aan-getroffen.Het is opvallend dat de ijzersulfiden vaak als kleineinsluiting in de toeslagkorrels worden aangetrof-fen. Ook gefossiliseerd hout kan kleine ijzersulfide-deeltjes bevatten. Dit maakt het 'verontreinigde'toeslagmateriaal moeilijk 'herkenbaar' (zie ookkader hierboven).IJzersulfiden kunnen in verschillende vormen in'het toeslagmateriaal voorkomen: als de kristallijnemineralen pyriet, markasiet of pyrrhotien en alse ton jek mei 20003Oxidatie-reacties van ijzersulfidenIn aanwezigheid vanzuurstof enwaterkunnen ijzersulfidenoxideren. De oxidatieverloopt in eenaantal deelstappen, diehieronder voorFeS2(pyriet, markasiet) zijn uitgewerkt:2 FeS2+ 702 + 2 2 FeS04+ 2 H2S04 (1)12FeS04 + 3 02 + 6 H20 4 + 4 Fe(OH)3 (2)+ 6 2fe(OH)3 + 3 H2S04 (3)De totalereactie is alsvolgt:4 FeS2+ 15°2+ 14 4 Fe(OH)3 H2S04 (4)Voor pyrrhotien gelden vergelijkbare reacties. Het belang-rijksteverschil is dat daarbijminderzwavelzuurwordtgevormd als bij oxidatievan en markasiet.Pop-outsBijbovenstaand reactieschema is het volgende op te merken:dooroxidatieontstaat Fe(OH)3 of onvoldoende beschikbaar-heidvan waterlimoniet n Deze verbindingen wor-dennormaliteraangeduidals'roest' en zijn verantwoordelijkvoorde bruineverkleuring op betonoppervlakken. Bijde oxida-tie ontstaat tevens zwavelzuur, hetgeen tot eenverlaging leidtvan de pH in betonrondomdeijzersulfide-houdende aggrega-ten. Ditzwavelzuur kan reageren met kalksteen in het toeslag-materiaalofmet het Ca(OH)2' dat bijde hydratatievan cementontstaat,tot expansieve sulfaten, zoals gips en ettringiet.Hierdoor kunnenlokaalpop-outs ontstaan.Pop-out en roestuitbloeiïng aan de bovenzijde van eenwand.amorfijzersulfide. De oxidatiesnelheid neemt indeze volgorde toe. Pyriet en markasiet hebben beidede samenstelling FeSz' maar verschillen in kristal-structuur. Pyrrhotien heeft de samenstelling Fe7S S'Pyriet komt in de natuur het meest voor. Bij eenkristallijne structuur zitten de moleculen netjes ineen kristalrooster. Bij een amorfe structuur ont-breekt diestrakke ordening en is er sprake vanmeer 'wanorde'. Amorfe materialen zijn hierdoorreactiever.Betontechnologischeinvloedsfactorenewel ijzersulfiden in toeslagmateriaal meestal den van schade vormen, wordt de omvang van debehalve door de reactiviteit van deze sulfidenook nog door een aantal andere factoren bepaald.Voorde reactie zijn om te beginnen zuurstofenwater nodig. De snelheid waarmee vocht en zuurstofkunnen toetreden, heeft dus invloed op de mate ende snelheid waarmee de schade zich manifesteert.Een dichter beton zal daarom minder schade verto-nen. Ook zal de schade zich pas in een (veel)laterstadium manifesteren. Een dichter beton kunnen wemaken door de juiste betontechnologische.maat-regelen te treffen: een goede korrelopbouw, een lagewater-cementfactor enzovoort. Voordeze schade, diezich vooral aan het betonoppervlak manifesteert,zijn in het bijzonder ook de kwaliteit van deverwerldng en nabehandeling van groot belang.Ook de keuze van de cementsoort zou een rol kun-nen spelen. In de praktijk lijkt het schadebeeld zichin beton met hoogovencement wat nadrukkelijkerte manifesteren. Mogelijk vallen de verldeuringenop de egalere, lichtergeldeurde oppervlakken vanhoogovencementbeton meer op. Ook de kwaliteitvan de nabehandeling kan hierbij een rol spelen.Het is bekend dat hoogovencement hiervoor watgevoeliger is dan portlandcement. Het is tot op ditmoment nog niet gelukt om dit aan te tonen, bij-voorbeeld via een vergelijkend onderzoek met ver-schillende cementsoorten.Herstel/reparatie vanaangetaste oppervlakkenRoestschade heeft geen consequenties voor de con-structieve eigenschappen van beton. Het is puuresthetisch van aard. Daarom is het alleen bij beton-oppervlakken die in het zicht blijven van belang.Het kan bij schoon beton als zeer storend ervarenworden en herstel is daarbij in veel gevallengewenst. Het is bekend dat de schade alleen dichtaan het betonoppervlak optreedt. Alleen daar is vol-doende aanbod van water en zuurstof. Het aantalschadeplaatsen zal na enige tijd dan ook nauwelijksmeer toenemen. Herstel van aangetaste plaatsen ismogelijk door de kern die de verkleuring veroor-zaakt te verwijderen, bijvoorbeeld met hoge water-druk ofuitboren. Vervolgens dient het ontstane gatRoestuitbloeiïngen opeenwand.Hetroestwater is langshet verticale betonoppervlak naar beneden gelopen,waardoor de vlekis uitgewaaierd.Bet 0 n i e k mei 20004te worden opgevuld met een reparatiemortel. Hetreinigen van het veel grotere, door roestwater ver-kleurde betonoppervlak vergt intensieve reinigings-technieken, bijvoorbeeld met hoge druk ofchemi-caliën. Het betonoppervlak zal daardoor wat wor-den 'aangevreten' en daarna vaak visueel enigszinsafwijken van de rest van het betonoppervlak.Keuring van toeslagmateriaalIe in Nederland in beton toegepasteen moeten voldoen aan een reeks eisen. Dezezijn vastgelegd in de norm NEN5905:'Toeslagmaterialen voor beton. Materialen met eenvolumieke massa van ten minste 2000 kg/m3' . Demanier waarop die eigenschappen moeten wordenbepaald, is vastgelegd in beproevingsnormen.In NEN 5905 zijn voor toeslagmateriaal, bestemdvoor schoon beton, aanvullende eisen gesteld aande mate van verontreiniging met vlekkenveroorza-kende ijzer- en vanadiumverbindingen. Aan toeslag-materiaal voor 'normaal' constructiefbeton wordendeze eisen niet gesteld. De beproevingsmethode isbeschreven in NEN5923. 'Toeslagmaterialen voorbeton. Bepaling van de aanwezigheid van vlekken-veroorzakende ijzer (Fe}en vanadium (V) verbindin-gen' (zie ook kader hiernaast).Bepaling van de vlekkenindex volgensNEN 5923 in hoofdlijnen.Demethode, beschreven in NEN5923 bepaaltin principe hetgehalteaan oplosbare ijzer- en vanadiumverbindingen.Twee gedroogde porties(100 g) van hettoeslagmateriaal wordenelkin eenrondbakjevanfiltreerpapier gelegd, waarnahetbakjedichtgevouwen wordt.Detweebakjesworden opelkaargestapeld en in eenzogenoemd kaasdoek gewikkeld. Ditgeheelwordtvervolgens verzadigd metgedemineraliseerd waterenver-volgens gedurende 16uur blootgesteld aan stoombij atmosferi-sche druk. Eerst worden hierbij de zouten opgelost, dievervol-gensin hetfiltreerpapierbelanden. Door blootstelling aanstoomworden dezeoplosbare enV-zouten geoxideerd totonoplosbare enV-zouten. Deze wordenalsvlekkenzicht-baar. Hiernawordthet toeslagmateriaal verwijderd en beidefil-treerpapieren afgespoeld met demi-water. Nadrogingwordtdemate vanvlekvorming visueel geclassificeerd aan de hand vanin de norm opgenomen vlekkenbeelden.Deze vlekkenbeelden worden vastgelegd in eenzogenoemde vlek-kenindex(VI). Devlekkenindex kan waardenhebben tussen0(geen vlekvorming) en 100 (zeer sterkevlekvorming). Zieafbeel-dingenin NEN5923.Voor schoon betonmag de vlekkenindex niet meerdan 20 (zeerlichte vlekvorming) bedragen volgens NEN 5905.Indiende VI 60,moettevenshet gehalteaan de op hetfiltreer-papierneergeslagen ijzer- envanadiumverbindingen metbehulpvan nat-chemische methoden bepaaldworden.Roestuitbloeiïngen in straattegels. Ophorizontale oppervlakken waaieren de vlekkenminderuit.e ton i e k mei 20005Alternatieve methodenEen oriënterende studienaar alternatieve methoden heefttweemethodenopgeleverd diebruikbaarlijken. Zezijn nogniet uit-voerig getestvoorde beoordeling van toeslagmaterialen. Hetzijn dus nog slechts 'mogelijke alternatieven'. Voor beidemetho-dengeldt dat Fe2+ eerstin oplossing gebracht moetwordenmeteenzure oplossing en dat ervervolgens eenkleurreactie optreedtmet eenorganisch reagens.Deeerste methodewordtin onsland opdit momental opbeperkte schaal gebruiktenwerktmet eenbufferoplossing vannatriumcitraaten citroenzuur in combinatie met a-bipyridinealsreagens. Hetis standaardmethode uit de ana-lytische chemie om reactiefijzer(Fe2+) aan te tonen.Een portietoeslagmateriaal wordtin de testvloeistofondergedompeld. Bijaanwezigheid van reactiefijzerontstaateendieprode uitbloei-ing ter plekkevan deijzerhoudende deeltjes enverkleurt de test-vloeistofvan kleurloos naar rozetot rood.Demethodeberustophetvolgende principe. Hetaanwezigereactiefijzer(Fe2+) wordtin dezurebufferoplossing in oplossinggebracht. DeFe2+-ionen vormenvervolgens met het bipyridineeentweewaardig kation (Fe(CsH4N}2}2+. Ditkation is verant-woordelijk voordedieprode verkleuring. Fe3+reageert niet metbipyridine. Andere metaalionen, bijvoorbeeld cadmium(Cd),kobalt(Co) enkoper(Cu) doendit wel, maar de resulterende ver-kleuringis te zwak om debepalingvan reactiefijzerte versro-Voor zover bekend worden in de praktijk vrijwel uit-sluitend ijzerverbindingen en nauwelijks vanadi-umverbindingen aangetroffen als vlekkenveroorza-kende bestanddelen,Uit onderzoek is verder gebleken dat roestuit-bloeiingen in hoofdzaak veroorzaakt worden door(oxidatieproducten van) ijzersulfiden. Deze ijzersul-fiden zijn echter zowel in kristallijne als amorfevorm zeer slecht oplosbaar in water, waardoor hunaanwezigheid met behulp van beproevingsme-thode uit NEN 5923 niet wordt aangetoond. ImmersNEN 5923 bepaalt de in water oplosbare ijzer- envanadiumzouten. Dit verklaart ook waarom roest-schade is opgetreden bij beton waarvan het toeslag-materiaal op alle punten voldeed aan NEN 5905 enook aan de aanvullende eisen voor schoon beton.Bet 0 n jek mei 20006ren.Metdezemethodeis het mogelijk om reactiefijzeren dusijzersulfiden aan te tonen.Dekleurreactie maakt hetookmogelijk om eenkwantitatievebepaling uit tevoeren metbehulp vanfotospectrometrie. Dezeoptiewordttot nu toenietgebruikt, maaris bekend in deanaly-tische chemie. Metdeze methodes kunnenvolgens deliteratuurzeerlagegehaltes aan Fe2+ in wateraangetoond worden. Degeva-renklasse vanbipyridine is:schadelijk. Hetwerken metdit rea-gensdientdan ookbij voorkeur in eenzuurkastplaatste vinden.Detweede geschikte methodewerkt met orth01enantrolinealsreagens. Vanorth01enantroline zijn in de litera-tuur geengezondheidsrisico's bekend. Wellicht is dit van deverschillende bestudeerde alternatieve methodieken demeestgeschikte. Deaanwezigheid van Fe3+ heeftgeenverstorend effect.Deze methode is makkelijkuitvoerbaar: naast hetreagens isalleen nogeenbufferoplossing noodzakelijk. Verder is ookdezemethode zeergevoelig voor vergelijkbaar met debipyridine-methode. Ten opzichtevan delaatstgenoemde methode is hetvoordeel dat dekleurreactie veel sneller optreedt. Er ontstaateenrodeverkleuring doorcomplexvorming. Een kwantitatievebepalingmet behulpvanfotospectrometrie is zeergoedmogelijkenookbeteruitvoerbaar dan met bipyridine. Deze methodeiszeergangbaarin analytisch-ehemische laboratoria voordekwantitatieve bepalingvan Fe2+ in waterige oplossingen en isvastgelegd in deNEN 3235.RegelgevingDe beschreven verontreinigingen kunnen binnende huidige regelgeving en de daarin beschrevenbeproevingsmethoden kennelijk niet goed wordenopgespoord. Het verdient aanbeveling te kijkennaar aanvullende/alternatieve beproevingsmetho-dieken. Een tweetal veelbelovende mogelijkhedendaarvoor is uitgewerkt in het kader op deze pagina.Bedenk echter dat, ongeacht de beproevingsmetho-de, ook de monstername en de monstergroottepunten van aandacht moeten zijn. Ook één 'vlekje'(de vlekken kunnen door roestuitbloeiing best eenforse omvang krijgen) per vierkante meter betonop-pervlak kan bij een schoon betonwand al absoluutonacceptabel zijn. Dit betekent dat indien één opvele duizenden korreltjes verontreinigd is, dit alonacceptabele schade oplevert. We zoeken dus eenbeetje naar een speld in een hooiberg.Tot sloteslagmaterialen kunnen ijzerverbindingen bevat-die met de beproevingsmethoden uit de huidi-normen voor toeslagmateriaal niet of nauwelijksWórdenaangetoond. Deze ijzerverbindingen kun-nen aan het betonoppervlak schade veroorzaken inde vorm van roestuitbloeiingen. Deze schade heeftgeen consequenties voor de constructieve eigen-schappen van beton en is puur esthetisch van aard.Roestuitbloeiingenbestaan vooral uit oxidatiepro-ducten van ijzerverbindingen (met name ijzersulfi-den) aan het betonoppervlak.De ijzerverbindingen zijn vaak aanwezig als inslui-tingen in het grovere toeslagmateriaal ofbevindenzich als zware mineralen in de zandfractie van toe-slagmaterialen. IJzerverbindingen komen voor intoeslagmaterialen die zowel afkomstig zijn vanland- als van zeewinningen.IJzersulfiden kunnen in verschillende vormen inhet toeslagmateriaal voorkomen: als de kristallijnemineralen pyriet, markasiet ofpyrrhotien en alsamorfijzersulfide. De reactiviteit neemt in dezevolgorde toe. Pyriet is de in de natuur meest alge-meen voorkomende vorm.De momenteel gehanteerde norm NEN 5923 tercontrole op vlekkenveroorzakende bestanddelen intoeslagmateriaal biedt geen garantie op het voorko-men van roestschade doordat slecht oplosbare ijzer-verbindingen hiermee niet worden opgespoord.Voor die groep verontreinigingen zou in de regelge-ving een nieuwe methode moeten worden opgeno-men. Een optie is mogelijk een in NEN 3235beschreven methode gebaseerd op een kleurreactiemet ortho-fenantroline (C12HsNz).Deze methode isspecifiek voor reactief ijzer (Fez+) in waterige oplos-sing. Dit is een standaardmethode uit de analyti-sche chemie.Deze methode lijkt voldoende gevoelig en levertook informatie over de mate waarin de verontreini-ging aanwezig is. Bovendien is de methode arbeids-vriendelijk omdat niet met een schadelijke stofgewerkt hoeft te worden. Het lijkt zinvol dezemethode verder te ontwikkelen en te toetsen voorhet aantonen van vlekkenvormende ijzersulfiden intoeslagmaterialen voor beton.Bet 0 n jek mei 20007LiteratuurA. & 1. Agullo, 'Aggregateexpansivityto sulfide oxidation 11. physico-chemicalmodeling of sulfate attack', I. Casanova, , Cern.Res. 27 [11], pp. 1627-1632 (1997).· Ayora, C. et al., 'Weathering ofiron sulfides andconcrete alteration: thermodynamic model andobservation in dams from Central Pyrenees,Spain', Cern. Concr, Res. 28 [9],pp. 1223-1235(1998).· Chinchon, J. et al., 'Influence ofweathering ofiron sulfides contained in aggregates on concre-te durability', ,Cern. Concr. Res. 25 [6], pp.1272 (1995).· Midgley, H., 'The staining ofconcrete by pyrite' ,Mag. Concr. Res., Aug., pp. 75-78 (1958).· Pannekoek. A.J. e.a., Algemene Geologie, 4e drukWolters Noordhoff-Groningen 1984· Schuiling, R.et al. 'Introduction to geochemis-try', Hfdst. V,pp. 25-31,vierde editie (1983).· Chemiekaarten. Gegevens voor veilig werkenmet chemicaliën.', NIA,10e editie (1994/1995).· Bet 0 n i ek 7/23 Microscopisch onderzoekvan beton· Bet 0 n i e k 11/3 PetrografieNormen· NEN 5905. Toeslagmaterialen voor beton.Materialen met een volumieke massa van tenminste 2000 kg/m 3· NEN 5923. Toeslagmaterialen voor beton.Bepaling van de aanwezigheid van vlekkenver-oorzakende ijzer - en vanadiumverbindingenGroep vaktijdschriften....e ver 5 ver bon dDaar maak je 'I mee.Bet 0 n i ek mei 2000ColofonBet 0 n i e k is een praktijkgericht voorlichtingsblad op hetgebied van de betonteehnologie en verschijnt 10 keer perjaar.In de redactie zijn vertegenwoordigd:de Nederlandse cementindustrie, MEBIN,vocBETONBOUW en de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave: ENÇIMediapostbus 3532, 5203 's-Hertogenbosch073 - 640 12 22Abonnementen: 073 640 12 31Adreswijzigingen per fax: 073 640 12 99E-maîl: encimediaêenci.nlWebsite: www.enCÎ.nlOvername van artikelen en illustraties is toegestaan, ondervoorwaarde van bronvermelding.Abonnementsprijzen:Nederlandf 34,-(? 15,43)België f 35,- (? 15,88)Andere landen f 49,- (? 22,24)Abonnementen lopen per kalenderjaar en worden auto-matisch verlengd, tenzij voor 1 december schriftelijk wordtopgezegd.ISSN0166.137x8
Reacties
Erik van Deurzen - Nvt 14 december 2020 14:11
Geachte, ik zou graag als particulier die net een huis heeft gekocht, een kopie ontvangen van het artikel "verroest!" d.d. mei 2000. Kunt U mij dit aub emailen? Een abonnement aflsluiten heeft voor mij geen zin. Hartelijk dank, Erik van Deurzen, Roermond.
Ton van Ruiten - Vulkan bv 26 november 2020 09:00
Heb oplossing om beton rot en roest te. Voorkomen
Ben van soest - BIOS Betonbescherming bv 09 juli 2020 12:43
Heel veel jaren was ik geabonneerd op uw blad Betoniek. Ik wil graag uiteraard tegen betaling van de kosten het artikel verroest uit Betoniek 11/25 toegezonden krijgen - dat mag uiteraard per mail - is er nog een recenter artikel over roestplekken en de behandeling daarvan / dat staat los van corrosie in het beton, het gaat om de puur esthetisch vervelende rostplekken die je ook wel in stenen ziet e.d. - factuur naar ons emial adres of naar Postbus 30, 3950 AA MAARN - dank u voor de moeite - ik kon nou net dit blaadje niet meer vinden / heb verder wel de hele jaargang etc.