Betoniek114|12 Betoniek maart 2008B A N D U I T G AV E14 12maart 2008 V A K B L A D V O O R B O U W E N M E T B E T O NVlak en gladIn bestekken voor vloeren komen we het nog wel eens tegen: `De vloer moetvlak en glad worden afgewerkt'. De vraag is dan: wat is vlak en glad? En, alswe daar al een beeld van hebben, is dit beeld dan ook voor een andere partijhetzelfde? In deze Betoniek focussen we ons op vlakheid. In Nederland wordtbij het maken van afspraken over de vlakheid van alle typen vloeren de NEN2747 `Classificatie en meting van de vlakheid en evenwijdigheid van vloerop-pervlakken' gehanteerd. Met deze norm is de vlakheid meetbaar geworden. Indeze Betoniek staan we stil bij het begrip vlakheid en de methode van beoor-delen volgens de norm.2 14|12 Betoniek maart 2008In vrijwel alle constructies komen vloeren (horizon-tale vlakken) voor. Afhankelijk van het gebruik datvan deze vloeren gemaakt gaat worden, zullen eisengesteld worden aan de vlakheid.De NEN 2747 kan worden gebruikt voor alle vloeren.Of het nu gaat over een zandcement dekvloer, eenbedrijfsvloer of een tunnelvloer, met behulp van deNEN 2747 kunnen afspraken over de vlakheid wor-den gemaakt. Voor we echter ingaan op de manierwaarop deze afspraken kunnen worden gemaakt,moeten we eerst stilstaan bij de vraag: `Wat is vlak?'Wat is vlak?Als we in deze Betoniek praten over vlakheid heb-ben we het niet over de gladheid of ruwheid vanhet oppervlak (de oppervlakte textuur). Dit zijnfeitelijk onregelmatigheden in het oppervlak opzeer korte afstand van elkaar. Een `vlakke' vloerkan in principe ruw of glad zijn (zie figuur 1).Wanneer een bepaalde ruw- of gladheid van hetoppervlak verwacht wordt, bijvoorbeeld bij eenmonolithisch afgewerkte betonvloer, is het ver-standig ook hiervoor expliciet de wensen vast teleggen. Dit kan bijvoorbeeld op basis van een re-ferentievak of textuurdiepte zoals vermeldt in debijlage C van NEN 2743.Figuur 1: Het verschil tussen vlak en glad.In deze Betoniek bedoelen we met vlakheid de lig-ging van het oppervlak van de vloer ten opzichtevan een denkbeeldig, horizontaal gelegen, vlak.Om duidelijke afspraken te maken over vlakheidmoeten we aangeven hoeveel een vloer mag afwij-ken van een horizontaal vlak. Dit gebeurt aan dehand van vlakheidklassen.VlakheidklassenIn het verleden kenden diverse vloernormenhun eigen vlakheidklassen. Voor bijvoorbeeld decementgebonden dekvloeren (NEN 2741) en demonolithisch afgewerkte betonvloeren (NEN 2743)bestonden verschillende klassenindelingen enbijbehorende tabellen. De verschillende indelin-gen zijn tegenwoordig samengevoegd in ??n normdie van toepassing is op alle vloeren: de NEN 2747`Classificatie en meting van de vlakheid en even-wijdigheid van vloeroppervlakken'. In de vloeren-normen wordt nu voor de vlakheid verwezen naardeze NEN 2747.In deze norm wordt de vlakheid van een vloergetoetst op basis van hoogteverschillen. Hierbijwordt gekeken naar het verschil in hoogte tussenpunten op een vaste afstand van 1, 2 en 4 meter.Een plaatselijke kuil of bult zal daarbij niet altijdworden meegenomen, omdat deze net tussen tweemeetpunten in kan vallen (zie figuur 2 ).Figuur 2: Een kuil tussen twee meetpunten wordt niet altijd meegeno-men in een toets.Voor de beoordeling van de vlakheid benoemtNEN 2747 in totaal zeven vlakheidklassen. Klasse1 is het meest vlak en klasse 7 het minst. Van elkevlakheidklasse is vastgelegd wat de maximalehoogteverschillen mogen zijn op verschillendeafstanden. In NEN 2747 staat omschreven dat alser geen vlakheidklasse is afgesproken, maar menbesluit wel de vlakheid te gaan meten, het resul-taat getoetst wordt aan vlakheidklasse 7.Welke klasse is nodig?Het is belangrijk goed na te denken welke vlak-heid nodig is. De benodigde vlakheid is onderandere afhankelijk van het gebruik. Worden erbijvoorbeeld hoge stellingen op de vloer geplaatstof moeten er heftrucks rijden? De afwerking vaneen vloer kan ook mede bepalend zijn voor deGlad maar niet vlakVlak maar niet gladHorizontaalreferentievlak314|12 Betoniek maart 2008gevraagde vlakheid. Als een vloer door polijstenmeer gaat glanzen of als er een coating op de vloerwordt aangebracht vallen oneffenheden mogelijkeerder op. Ook strijklicht kan ervoor zorgen dateen minder vlakke vloer visueel eerder storendis. Een ander voorbeeld is een vloer waar nog 10cm asfalt op wordt aangebracht. In dat geval is ergeen hoge vlakheid noodzakelijk.Welke klasse is haalbaar?Naast de vraag welke klasse nodig is, moeten webij de keuze van de vlakheidklasse ook bedenkenwelke klasse haalbaar is. We kunnen natuurlijkgaan voor de meest vlakke vloer, maar we moetenons dan wel realiseren dat aan alles een prijs-kaartje hangt. Hoe hoger de eis, hoe meer betaaldzal moeten worden. Aan de andere kant is het nietmogelijk elke vlakheidklasse te realiseren. Metbepaalde uitvoeringstechnieken kan niet elke vlak-heidklasse worden gemaakt. Met andere woorden,er zullen soms aanvullende handelingen nodigzijn om een hogere vlakheid te realiseren.Zo zullen monolithisch afgewerkte betonvloerenniet zo makkelijk in vlakheidklasse 1 of 2 gele-verd kunnen worden. In NEN 2743 `In het werkvervaardigde vloeren ? kwaliteit en uitvoering vanmonolithisch afgewerkte betonvloeren en -verhar-dingen' staat letterlijk: `Vanuit functionele eisenis een vlakheidklasse 3 volgens NEN 2747 meestalvoldoende. Een hogere vlakheidklasse kan wordenbereikt met speciale uitvoeringstechnieken.'Het kan dus wel, maar dit zal ook meer inspan-ning vergen. Bij cementgebonden dekvloeren isde specie meestal aardvochtig en is een vlakheid-klasse 3 of hoger beter realiseerbaar zonder aan-vullende maatregelen.En soms is zelfs vlakheidklasse 1 niet vlak genoeg.Een voorbeeld hiervan zijn hoogstapelmagazijnen.Bij dergelijke magazijnen zijn zeer hoge vlakhedenvereist, omdat een kleine onvlakheid in de vloereen grote afwijking kan geven bij de bovenste stel-ling (zie foto 1). Voor de vloer van een hoogstapel-magazijn kan de Duitse norm: DIN 15185 wordentoegepast.Hoogstapelmagazijn. Een kleine onvlakheid geeft een grote afwijking bij de bovenste stelling.4 14|12 Betoniek maart 2008dat moet worden ingemeten is afhankelijk van degrootte van het vloeroppervlak (zie tabel 1). Hoegroter de vloer, hoe meer meetvelden ingemetenmoeten worden.Binnen het meetveld worden de meetpunten op devloer getekend. Omdat we van een vloer de hoogte-verschillen willen berekenen op onderlinge afstan-den van 1, 2 en 4 meter, wordt er een raster vanmeetpunten gemaakt met een onderlinge afstandvan 1 meter.Bepalen van de vlakheidZoals we hebben gezien in de voorgaande tekst,kunnen we bij het maken van een vloer eisen stel-len aan de vlakheid door een vlakheidklasse tebenoemen. Om te bepalen of een vloer voldoet aande gevraagde vlakheidklasse worden de volgendestappen doorlopen:1. Uitzetten van meetvelden;2. Uitvoeren van de meting;3. Berekenen van de hoogteverschillen;4. Toetsen of de vloer voldoet aan de eisen.Uitzetten van meetveldenDe vlakheid van een vloer wordt getoetst binneneen meetveld. Dit meetveld moet aselect wordengekozen. Een meetveld heeft een afmeting van10 x 10 meter en moet minimaal 300 mm uit derand van de vloer blijven. Het aantal meetveldenBetonvloer in DC Prominent waar trostomaten worden verpakt10 m10 mVloer van 1500 m2Meetpunten op een rastervan 1 meter1234567891011A B C D E F G H I J KMeetveld 1Meetveld 2Totaal vloerop-pervlak [m2]Minimaal aantalmeetveldenTot 1000 11000 tot 2000 22500 tot 10.000 310.000 tot 22.500 4Meer dan 22.500 6Tabel 1: Het minimale aantal meetveldenFiguur 3: De vlakheid van een vloer wordt getoetst binnen een aselect gekozen meetveld met een afmeting van 10 x 10 meter.TelersverenigingProminent514|12 Betoniek maart 2008Onderdeel A : Gemeten Hoogte ten opzichte van een horizontaal referentievlak.1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11A 58,5 57,0 55,0 56,0 58,0 57,0 56,0 54,0 54,0 52,0 54,0B 57,0 59,0 53,0 55,0 55,0 54,0 56,0 56,0 55,0 54,0 54,0C 55,5 55,0 52,0 53,5 53,0 55,0 57,0 57,5 55,0 54,0 56,0D 55,0 53,5 54,0 55,0 56,0 57,5 55,0 55,0 56,0 53,5 55,0E 54,0 52,0 57,0 59,0 58,0 60,0 58,0 54,0 52,5 55,0 58,0F 52,0 55,0 61,0 59,0 58,0 58,0 57,0 57,0 56,0 59,0 60,0G 53,0 54,0 57,0 56,5 57,0 56,0 55,5 56,0 54,0 57,5 55,5H 53,0 56,5 60,0 60,0 59,0 60,5 59,0 54,0 54,5 55,0 53,0I 53,0 58,0 59,5 59,0 61,0 60,0 60,0 57,0 56,0 54,0 53,0J 56,0 58,0 57,5 57,0 60,0 59,0 59,0 60,5 59,0 55,5 54,5K 59,0 60,0 58,0 58,0 57,0 55,0 56,0 59,0 56,5 55,0 54,0Onderdeel B : Berekende Hoogteverschillen (Horizontaal). Dit is A1 min A2. en A2 min A3 enzovoort.1-2 2-3 3-4 4-5 5-6 6-7 7-8 8-9 9-10 10-11A 1,5 2,0 1,0 2,0 1,0 1,0 2,0 0,0 2,0 2,0B 2,0 6,0 2,0 0,0 1,0 2,0 0,0 1,0 1,0 0,0C 0,5 3,0 1,5 0,5 2,0 2,0 0,5 2,5 1,0 2,0D 1,5 0,5 1,0 1,0 1,5 2,5 0,0 1,0 2,5 1,5E 2,0 5,0 2,0 1,0 2,0 2,0 4,0 1,5 2,5 3,0F 3,0 6,0 2,0 1,0 0,0 1,0 0,0 1,0 3,0 1,0G 1,0 3,0 0,5 0,5 1,0 0,5 0,5 2,0 3,5 2,0H 3,5 3,5 0,0 1,0 1,5 1,5 5,0 0,5 0,5 2,0I 5,0 1,5 0,5 2,0 1,0 0,0 3,0 1,0 2,0 1,0J 2,0 0,5 0,5 3,0 1,0 0,0 1,5 1,5 3,5 1,0K 1,0 2,0 0,0 1,0 2,0 1,0 3,0 2,5 1,5 1,0Onderdeel C : Berekende hoogteverschillen (Verticaal) Dit is A1 min B1. En B1 min C1 enzovoort.1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11A-B 1,5 2,0 2,0 1,0 3,0 3,0 0,0 2,0 1,0 2,0 0,0B-C 1,5 4,0 1,0 1,5 2,0 1,0 1,0 1,5 0,0 0,0 2,0C-D 0,5 1,5 2,0 1,5 3,0 2,5 2,0 2,5 1,0 0,5 1,0D-E 1,0 1,5 3,0 4,0 2,0 2,5 3,0 1,0 3,5 1,5 3,0E-F 2,0 3,0 4,0 0,0 0,0 2,0 1,0 3,0 3,5 4,0 2,0F-G 1,0 1,0 4,0 2,5 1,0 2,0 1,5 1,0 2,0 1,5 4,5G-H 0,0 2,5 3,0 3,5 2,0 4,5 3,5 2,0 0,5 2,5 2,5H-I 0,0 1,5 0,5 1,0 2,0 0,5 1,0 3,0 1,5 1,0 0,0I-J 3,0 0,0 2,0 2,0 1,0 1,0 1,0 3,5 3,0 1,5 1,5J-K 3,0 2,0 0,5 1,0 3,0 4,0 3,0 1,5 2,5 0,5 0,5Onderdeel D : BerekeningHoogteverschilGemiddelde: 1,7 mmStandaard deviatie: 1,2 mmMaximaal: 6,0 mmHoogte metingMinimaal: 52,0 mm (Grijs weergegeven)Maximaal: 61,0 mm (Blauw weergegeven)is groter dan 60 mmis groter dan 55 mm en kleiner dan 60 mmis groter dan 50 mm en kleiner dan 55 mmKader 1: Voorbeeld vloerHieronder vindt u de meetresultaten van een monoliet afgewerkte betonvloer die getoetst wordt aan vlakheid-klasse 3 op een meetafstand van 1,0 meter. Bij onderdeel A zijn de hoogtemetingen weergegeven op een vloer-veld van 10 x 10 meter op een raster van 1 meter. Daaronder treffen we een overzicht aan van de berekendehoogteverschillen tussen de meetpunten op een afstand van 1 meter. Bij onderdeel B zijn de hoogteverschillengemeten in de horizontale richting en bij onderdeel C in de verticale richting. Bij onderdeel D zijn de resultatenvan berekeningen weergegeven die nodig zijn voor de toetsing.Figuur 4: Grafische weergave van de vlakheid van de voorbeeldvloer in kader 1.6 14|12 Betoniek maart 2008Indien een vloer te klein is om een meetveld uitte kunnen zetten van 10 x 10 meter, wordt over-gestapt naar een kleiner meetveld van 5 x 5 metermet een onderlinge afstand van meetpunten van0,5 meter. Hierbij worden de hoogteverschillen op0,5, 1 en 2 meter berekend en getoetst.Uitvoeren van de metingVoor het uitvoeren van de meting wordt met be-hulp van een waterpastoestel de hoogte van elkpunt op het raster gemeten ten opzichte van eenhorizontaal referentievlak (zie figuur 5). Dit levertbij een vloerveld van 10 x 10 meter 121 hoogteme-tingen op.Als voorbeeld zijn in kader 1 (onderdeel A) de hoog-temetingen genomen van een monoliet afgewerktebetonvloer met een meetveld van 10 x 10 meter eneen raster van 1 meter.Berekenen van de hoogteverschillenDe volgende stap is het berekenen van de hoogtever-schillen tussen de meetpunten. Dit wordt gedaan opeen afstand van 1, 2 en 4 meter. De hoogteverschil-len worden in twee richtingen bepaald. Hierdoorontstaat een zeer groot aantal waarden. Een hoogte-verschil wordt altijd weergegeven als een positievewaarde.In het voorbeeld zijn de hoogteverschillen tussen demeetpunten op een afstand van 1 meter berekend intwee richtingen (zie kader 1, onderdeel B en C).Toetsen of de vloer voldoet aan de eisenAls de hoogtemetingen zijn uitgevoerd en de hoog-HorizontaalreferentievlakFiguur 5: De blauwe balkjes geven de gemeten hoogte weerParkeergarage aan de Ossenmarkt in GroningenStudioSphinx14|12 Betoniek maart 2008 7teverschillen tussen de meetpunten zijn berekend,kunnen we gaan toetsen of een vloer voldoet aanzijn vlakheidklasse. We toetsen een vloer in prin-cipe altijd op meetafstanden van 1, 2 en 4 meter.Uitzonderingen zijn:? Vlakheidklasse 7, die toetsen we alleen op meet-afstanden van 1 meter;? Kleine vloervelden waar een meetveld van 5 x5 meter is uitgezet. Hier toetsen we op meetaf-standen van 0,5, 1 en 2 meter.Voor elke vlakheidklasse zijn in NEN 2747 viertoetscriteria opgenomen (zie tabel 2), te weten:? Criterium 1: de maximale maatafwijking (h);? Criterium 2: een toets laag (hl);? Criterium 3: een toets hoog (hh);? Criterium 4: een toets op gemiddelde veldhoog-teverschillen.Een vloer voldoet aan een vlakheidklasse als voorelke meetafstand (1, 2 en 4 meter) wordt voldaanaan alle vier de criteria.Criterium 1De `maximale maatafwijking' (h), is gedefinieerdin de norm als het gemiddelde van alle gemetenhoogteverschillen die zijn berekend binnen eenmeetveld. In tabel 2 zijn de eisen voor de maximalemaatafwijking' weergegeven in de derde kolom.Vlak-heid-klasseAfstandtussende meet-punten[mm]Maximaal toelaatbaar hoogteverschil per veld inmm (afgerond op 0,5 mm nauwkeurig).Criterium 4:gemiddeldewaarde vande maximaleveldhoogteverschillen[mm]Criterium 1:Maximalemaatafwij-king [mm]Criterium 2:Toets laag[mm]Criterium 3:Toets hoog[mm]1 500 1,5 2,0 3,0 61000 2,0 2,5 4,02000 3,0 3,5 5,54000 6,0 6,5 10,02 500 2,0 2,5 4,0 91000 3,0 3,5 5,52000 4,0 4,5 7,04000 7,0 7,5 11,53 500 3,0 3,5 5,5 121000 4,0 4,5 7,02000 6,0 6,5 10,04000 8,0 8,5 13,04 500 4,0 4,5 7,0 151000 5,0 5,5 8,52000 7,0 7,5 11,54000 10,0 10,5 16,55 500 4,0 4,5 7,0 181000 6,0 6,5 10,02000 8,0 8,5 13,04000 12,0 12,5 19,56 500 5,0 5,5 8,5 241000 8,0 8,5 13,02000 11,0 11,5 17,54000 15,0 15,5 24,07 1000 12,0 12,5 19,5 36Opmerkingen:? In afwijking van de NEN 2747 zijn de verschillende toetsen hier genummerd als criteria;? Bij meetvelden van 10 x 10 meter wordt getoetst op 1, 2 en 4 meter;? Bij meetvelden van 5 x 5 meter wordt getoetst op 0,5, 1 en 2 meter;? Indien er geen afspraken zijn en men besluit toch de vlakheid te meten, is vlakheidklasse 7 vantoepassing en wordt alleen getoetst op 1 meter.Tabel 2: Vlakheidklassen volgens NEN 2747. (samenvoeging van tabel 1 en 2 van NEN 2747)14|12 Betoniek maart 20088Dit criterium kan verwarrend zijn omdat de normspreekt over een maximale maatafwijking terwijlde norm een gemiddelde waarde bedoelt.Criterium 2Met `toets laag' (hl) toetst de norm hoeveel hoogte-verschilmetingen een waarde hebben die groter isdan de waarde die in tabel 2 staat aangegeven. Ditmag niet groter zijn dan vijf procent van het totaleaantal hoogteverschilmetingen.Omdat het turven tijdrovend kan zijn, mag de`toets laag' ook statistisch worden berekend. Be-paald wordt dan de vijf-procent-overschrijdings-waarde van de gemeten hoogteverschillen. Deberekende waarde wordt vervolgens getoetst aande waarde voor `toets laag'. Voor het berekenen vandeze vijf-procent-overschrijdingswaarde wordt eersthet gemiddelde hoogteverschil ( hoogteverschil) ende standaardafwijking () berekend. Vervolgenswordt het gemiddelde hoogteverschil verhoogdmet 1,96 maal de standaardafwijking. Deze waardemoet dan kleiner of gelijk zijn aan de in tabel 2 op-genomen waarde bij `Toets laag'. In formulevormwordt dit:Criterium 3De `toets hoog' is een betrekkelijk eenvoudige.Geen enkel berekend hoogteverschil mag groterzijn dan de waarde voor `toets hoog'. Deze waardeis weergegeven in de vijfde kolom van tabel 2.Kader 2: Voorbeeldvloer getoetstAan de hand van de meetresultaten van onze mo-noliet afgewerkte betonvloer in kader 1, toetsen weof deze vloer voldoet aan vlakheidklasse 3 op eenmeetafstand van 1 meter.Voor de toetsing zijn berekeningen uitgevoerdwaarvan het resultaat is weergegeven in onderdeelD van kader 1.Criterium 1Het gemiddelde veldhoogteverschil is gelijk aan1,7 mm. In tabel 2 staat voor vlakheidklasse 3 eentoelaatbare waarde van 4,0 mm. Onze vloer voldoetdus aan criterium 1.Criterium 2Voor vlakheidklasse 3, op een meetafstand van 1 me-ter, mag er maximaal vijf procent van het berekendeaantal hoogteverschillen groter zijn dan 4,5 mm. Alswe gaan tellen dan kunnen we vaststellen dat vijf vande 220 hoogteverschilmetingen groter zijn dan 4,5mm. Dit is 5/220 x 100 % = 2,3 %. Dit is minder dan devijf procent.We kunnen ook de statistische methode toepassen:? Gemiddeld hoogteverschil + 1,96 xstandaardafwijking `Toetst laag'? 1,7 + (1,96 x 1,2) = 4,1 mm 4,5 mmOnze vloer voldoet dus aan criterium 2.Criterium 3Het maximaal berekende hoogteverschil in onzevloer is 6,0 mm. Dit is kleiner dan de 7,0 mm die hoortbij vlakheidklasse 3 en een keuring op 1 meter. Onzevloer voldoet dus aan criterium 3.Criterium 4Het veldhoogteverschil is het hoogste punt min hetlaagste punt van het meetveld. In onze vloer is hethoogste punt 61 mm. Het laagste punt is 52 mm. Hetveldhoogteverschil is in onze vloer 9,0 mm. Als wemeer meetvelden op onze vloer hadden uitgezet,dan hadden we van elk meetveld het veldhoog-teverschil moeten berekenen en deze middelen.Aangezien wij maar ??n meetveld hebben, is hetveldhoogteverschil gelijk aan het gemiddelde veld-hoogteverschil. Voor vlakheidklasse 3 is een gemid-deld veldhoogteverschil toelaatbaar van 12,0 mm.Onze vloer voldoet ook aan criterium 4.ConclusieGeconcludeerd kan worden dat wordt voldaan aanalle criteria voor vlakheidklasse 3 op een meetpunt-afstand van 1,0 meter. Echter voordat we kunnenstellen dat de vloer voldoet aan vlakheidklasse 3zullen we dezelfde exercitie moeten uitvoeren voorde meetafstand van 2 en 4 meter. Wanneer ook bijdeze meetafstanden de vloer voldoet aan alle crite-ria, voldoet de vloer aan vlakheidklasse 3.hoogteverschil + 1,96 `Toets laag'914|12 Betoniek maart 2008Criterium 4De laatste toets bestaat uit het bepalen van het`gemiddelde veldhoogteverschil'. Met veldhoogte-verschil bedoelt de norm het verschil tussen hetlaagste en hoogste punt binnen een meetveld. Alser meer meetvelden worden beoordeeld, wordt vanelk meetveld het veldhoogteverschil bepaald. Hier-na wordt het gemiddelde berekend. Het resultaat isde te toetsen waarde.Een bewust gekozen meetveldHet is de bedoeling dat een meetveld aselect wordtgekozen. Dit is echter niet altijd mogelijk. Als erover een bepaald gedeelte van een vloer discussie is,dan moeten we dat gedeelte van de vloer natuurlijkwel gaan meten. We kunnen dan echter niet meerspreken van een aselect gekozen meetveld.NEN 2747 biedt hiervoor een mogelijkheid: alsbewust een bepaald vloerveld wordt gemeten ofbewust in een kuil wordt gestart, dan moet de toetsworden versoepeld omdat afbreuk wordt gedaanaan de statistische uitgangspunten van de toetsme-thode. Criterium 2 zal worden verhoogd met dehelft van het verschil tussen de waarde bij crite-rium 1 en 2, volgens tabel 2.Een vloer onder afschotVeel vloeren worden aangelegd onder een afschot.De vlakheid van een vloer onder afschot is niet inde norm geregeld. De toetsmethode kan echter welworden toegepast als we het referentievlak gelijkmaken aan het beoogde afschot. Dit vergt wat extrarekenwerk, maar is zeker te doen. Vloeren onderafschot zijn bedoeld om water of andere vloeistof-fen af te voeren. Als de onvlakheid te groot is kun-nen zelfs op vloeren onder afschot plassen blijvenstaan.Tot slotWe hebben in deze Betoniek gezien dat de NEN2747 ons goede mogelijkheden biedt om afsprakente maken over vlakheid. De systematiek van het in-delen in vlakheidklassen en toetsen biedt duidelijkmeer houvast dan bestekteksten als `Vlak en gladDe aanleg van een vlakke vloer met behulp van een lasergestuurde afreibalk10Abonnementsprijzen 2008:Nederland 44 (incl. 6% btw)Belgi? 49 (excl. 6% btw)Kijk voor de mogelijkheden vaneen meeleesabonnement op www.aeneas.nlAanmeldingen/opzeggingen:Abonnementen kunnen op iedergewenst moment ingaan en wordenautomatisch voor een jaar verlengd,tenzij twee maanden voor de verval-datum schriftelijk wordt opgezegd.Overname van artikelen en illustra-ties (met uitzondering van foto's) istoegestaan onder voorwaarde vanbronvermelding.ISSN 0166-137xRedactie en uitgever stellen dezeuitgave zorgvuldig en naar besteweten samen. Zij aanvaarden ech-ter geen enkele aansprakelijkheidvoor schade, van welke aard ook,die het gevolg is van handelingenen/of beslissingen gebaseerd op deinformatie in deze uitgave. Niet altijdkunnen alle rechthebbenden vangebruikt beeldmateriaal worden ach-terhaald. Belanghebbenden kunnencontact opnemen met de uitgever.ColofonBetoniek is een praktijkgerichtvoorlichtingsblad op het gebied vande betontechnologie en verschijnt10 keer per jaar. Betoniek wordtuitgegeven in opdracht van hetCement&BetonCentrum. In de redactiezijn vertegenwoordigd: ENCI, MEBIN,CUR Bouw & Infra, BAM Infra, TU Delften de Bouwdienst Rijkswaterstaat.Uitgave:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nlRedactie:0411 ? 650089E-mail: betoniek@ aeneas.nlVormgeving en productie:Twinmedia bvAbonnementen/adreswijzigingen:Uitgeverij ?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelTel: 0411 - 650085Fax: 0411 ? 650080Email: info@aeneas.nl14|12 Betoniek maart 2008Weg van BetonBetonwegen worden in Nederland op veelplaatsen toegepast. Voorbeelden hiervanzijn de provinciale wegen en autosnelwegen,busbanen, industrieparken, rotondes, parkeer-terreinen, tankstations, plattelandswegen enfietspaden. Een opdrachtgever kiest vaak vooreen betonweg vanwege zijn lange levenduurmet relatief weinig onderhoud of vanwege hetfeit dat er geen spoorvorming of ribbelvormingontstaat als gevolg van de vele vrachtwagensdie over de weg rijden. Om meer gevoel te krij-gen voor betonwegen willen we in de volgendeBetoniek eerst even stil staan bij de verschil-lende typen betonwegen, om vervolgens hetaanlegproces onder de loep te nemen en debetontechnologische aspecten te belichten.opleveren'. Met de komst van de NEN 2747 zijn erdus weer wat hobbels afgevlakt.Literatuur? NEN 2741: In het werk vervaardigde vloeren? kwaliteit en uitvoering van cementgebondendekvloeren;? NEN 2743: In het werk vervaardigde vloeren? kwaliteit en uitvoering van monolithisch afge-werkte betonvloeren en ?verhardingen;? NEN 2747: Classificatie en meting van de vlak-heid en evenwijdigheid van vloeroppervlakken;? DIN 15185-1: Warehousesystems with guidedindustrial trucks; requirements on the ground,the warehouse and other requirements.DankwoordDe redactie van Betoniek bedankt Corn? van derSteen voor het inbrengen van zijn kennis en exper-tise bij de totstandkoming van dit nummer.11nieuwsagenda14|12 Betoniek maart 200811 - 13 maart 2008Bouwbeurs Zuid-NederlandMeer informatie: www.bouwbeurszuid.nl12 maart 2008Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl18 maart 2008Avondcollege: Ervaringen metde NEN-EN 206-1/NEN 8005Meer informatie: www.betonvereni-ging.nl9 april 2008Jaarvergadering StutechMeer informatie: www.stutech.nl23 april 2008Workshop Uitvoering schoonbetonMeer informatie: www.cementenbe-ton.nl24 april 2008Jaarvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl15 mei 2008CUR Bouw & Infra dagMeer informatie: www.cur.nl19 - 22 mei 2008International fib Symposium2008Meer informatie: www.fib2008am-sterdam.nl29 mei 2008Ledenvergadering StufibMeer informatie: www.stufib.nl14 12B A N D U I T G AV Emaart 2 0 0 8Agrabeton digitaalOnlangs is het eerste digitalenummer van Agrabetonverschenen. Agrabeton, hetvakblad voor duurzaam bouwenmet beton in de agrarischesector, verscheen zeventien jaarlang in gedrukte vorm, maar isvanaf dit jaar helemaal digitaal.De papieren versie verscheenvijf keer per jaar, terwijl dedigitale versie acht tot tienkeer per jaar zal verschijnen.De nieuwsbrief bevat naast eenaantal nieuwsfeiten, diverseartikelen waarin aandacht wordtbesteed aan de agrarische bouw-en betonpraktijk.Via www.cementenbeton.nlkunt u zich aanmelden voor denieuwsbrief. Bovendien vindt uhier ook een dossier van eerderverschenen nieuwsbrieven enzijn ook eerder in Agrabetonverschenen artikelen gebun-deld in dossiers. In dit dossier-overzicht vindt u ruim 200artikelen die in de periode1991-2007 in Agrabeton zijngepubliceerd.Nut van nabehandelenDoor beton na te behandelenelimineren we de vochtuitredingin het materiaal en verbeterenwe de sterkteontwikkeling. Destudenten Walter Loonen enWouter van der Velde van de TUEindhoven deden onderzoek naarde invloed van nabehandelingop de sterkteontwikkelingonder verschillende weers-omstandigheden. Hetnabehandelen blijkt bij elkgesimuleerd weertype eenpositief effect te hebben opde sterkteontwikkeling. Bijdroog en warm weer is diteffect echter groter dan bijkoud en vochtig weer. Hetvolledige onderzoeksverslagvalt te downloaden van www.gietbouwcentrum.nl.Slim en duurzaambouwen met beton'Tijdens de Bouwbeurs Zuid-Nederland worden in hetBetonpaviljoen diversebijeenkomsten georganiseerd ophet gebied van beton. Het doelvan het paviljoen is de bezoekervan de beurs inzicht te gevenin de bouwmethodieken vanbeton en haar mogelijkheden,14|12 Betoniek maart 2008ontwikkelingen en innovaties. Zo organiseerthet Cement&BetonCentrum er op 12 maartbijvoorbeeld de themabijeenkomst `Slim enduurzaam bouwen met beton'. De presentatie vandeze bijeenkomst is in handen van ir. Andr? Burgervan het Cement&BetonCentrum. Het programmawordt ingeleid door prof. dr. ir. Jos Lichtenbergvan de TU Eindhoven. Andere sprekers zijn ir.Erik Franke van Passiefhuis Holland, ir. PieterWeijnen van FARO architecten en Ad van Reekumvan Aramis Wonen. Aanmelding is gratis via www.bouwbeurszuid.nl, maar het aantal beschikbareplaatsen is beperkt.Uitvoering schoon betonSchoon beton is een architectonische trend, maarde uitvoering op de bouwplaats is dikwijls echtermoeilijk te beheersen. Ter ondersteuning vande kwaliteitsbeheersing komen er binnenkortpraktische aanbevelingen beschikbaar. HetCement&BetonCentrum en het Gietbouwcentrumwerken gezamenlijk aan de publicatie `Uitvoeringschoon beton'. Hiervan is ondertussen eenzogenaamde beta-versie verschenen. Verder staater een workshop over dit onderwerp gepland. Dezevindt plaats op woensdagmiddag 23 april 2008, inhet Forum-gebouw van de Universiteit Wageningen.Het schoonbetonwerk van dit gebouw is onderwerpvan de casestudy die wordt gecombineerd met deworkshop. Nadere informatie over de invullingvan het programma moet nog volgen. U kuntzich aanmelden voor de cursus via hanskohne@cementenbeton.nl.Zand en grindDe winning van zand en grind gaat gepaard met(vaak omvangrijke) ingrepen in het landelijkegebied. Maatschappelijk ligt dit niet altijd evengemakkelijk. Daarom heeft Cascade, de verenigingvan zand- en grindproducenten in Nederland,een nieuwe brochure uitgegeven: `meer dan zanden grind'. Met de brochure wil de vereniginglaten zien dat winningen ook een meerwaardekunnen hebben bij het realiseren van ruimtelijkekwaliteit. De brochure valt te downloaden via www.gietbouwcentrum.nl.
Reacties