33 VAKBLAD I 3 2015 Vraag en antwoord Betonmortel I n CUR-Aanbeveling 100 staat een specifieke paragraaf die van toe- passing is op de betonsamenstelling (paragraaf 5.5.4). Hierin staat onder meer een eis ten aanzien van de vlek- kenindex van het toeslagmateriaal en de eis dat geen beton-, metselwerk- of menggranulaat mag worden toege- past. De eis ten aanzien van fijne delen is gewijzigd ten opzichte van de versie uit 2004. Beton moet nu ten minste 16 0 l /m 3 fijne delen ( � 0,250 mm) bevatten, waar dat voorheen 180 l/m 3 was. Door het effect op de ver werk- baarheid is een hoog fijngehalte bij lage consistenties vaak lastig in ver- band met de uitvoering. De onder- grens is daarom gelegd op 160 l/m 3. Voor consistentieklassen F4 en F5 is een hoger gehalte fijn materiaal wel mogelijk en daarom aan te bevelen (bijvoorbeeld 170 of zelfs 180 l/m 3). Een hoog aandeel fijn draagt immers bij aan een egale tint van het beton- opper vlak. De verlaging is echter wel een verbetering, omdat de toepassing voorkomt dat mengsels die zelfver- dichtende eigenschappen bezitten heel taai zijn. Inhuren deskundige Belangrijker dan de nieuwe regels is echter dat er overeenstemming is over het gewenste resultaat. Een opdracht- gever wil een fraai uiterlijk. Maar wat verstaan we daar precies onder? Wat voor de ene opdrachtgever fraai is, kan voor de andere lelijk zijn of mis- schien zelfs te fraai (te glad, te egaal van kleur). Daarom is afstemming van de wensen en inzicht in de mogelijk- heden essentieel. Om die kennisuit- wisseling en afstemming in goede banen te leiden, is in CUR-Aanbeveling 100 een coördinator schoonbetonwerk benoemd. Die moet bijvoorbeeld dui- delijk maken dat je er niet bent met het maken van een proef tegel. Dat is namelijk een heel eenvoudig kunstje: een beetje spelen met temperatuur en water-cementfactor geeft al gauw 49 grijstinten. Maar als deze tegel (vaak bewaard bij de architect op kan- toor) bij oplevering naast het beton wordt gehouden dat al vele maanden in weer en wind staat, wijkt de tint vaak fors af. De coördinatie start al bij het vastleggen van de specificaties. Daarnaast kan het voorkomen dat de coördinator wisselt in persoon per fase van het proces. De coördinator kan een derde, ingehuurde deskun- dige zijn of een direct bij het werk betrokken persoon, zoals een mede- werker van de opdrachtgever, archi- tect of aan nemer, waarbij wordt gezorgd voor een goede functie- scheiding. De rol van de betontechnoloog omvat al met al ook veel meer dan een samen- stelling berekenen. Hij of zij vormt een heel belangrijke schakel in de keten. Meer over schoonbeton In Betoniek Vakblad wordt een serie gepubliceerd over schoonbeton. Die artikelserie gaat onder meer over de wijzi- gingen in CUR-Aanbeveling 100, de rol van de schoonbeton- coördinator, prefab schoonbeton en het Waterliniemuseum (elders in dit nummer). Die artikelen zijn te raadplegen op www.betoniek.nl/schoonbeton. CUR-Aanbeveling 100 'Schoonbeton - specificatie, uitvoering en beoordeling van betonoppervlakken waaraan esthetische eisen worden gesteld' is op www.cur-aanbevelingen.nl beschikbaar. Op de website van VOBN staat ook meer informatie over schoonbeton, onder andere een model werkplan schoonbeton. Zie www.vobn-beton.nl onder Beton - Soorten beton. Vr aag 5 Wat zijn de consequenties van de nieuwe CUR-Aan- beveling 100 voor de betonsamenstelling? Vraag en antwoord Dit is de vijfde aflevering in de vraag en antwoordrubriek van Betoniek Vakblad . Deze rubriek wordt samen- gesteld in samenwerking met VOBN, partner van Betoniek . Vragen uit de markt worden beantwoord door des- kundigen uit de betonmortelindustrie. In dit geval is dat Jurjen Talsma van de Kwaliteitsdienst Beton. Deze stichting werkt nauw samen met VOBN en kan ook optreden als coördinator schoonbeton. Hebt u zelf vragen over beton(technologie)? Mail ze naar betoniek@aeneas.nl. Hebt u ook belangstelling om partner te worden? Neem contact op met Jacques Linssen, j.linssen@aeneas.nl, 0411 650085. Boxemtunnel N331tussen Hasselt en Zwolle p33_Artikel 7-Vraag en Antwoord 33 15-10-15 16:30