De consistentie van betonspecie zegt iets over de verwerkbaarheid van het nog niet verharde mengsel. Samen met onder meer sterkte en duurzaamheid is het één van de prestatie-eisen die bij het bestellen van beton moet worden opgegeven. Maar welke consistentie kies je nou voor welk type betonconstructie? Dit is de achtste aflevering in de vraag en antwoordrubriek van Betoniek Vakblad. Deze rubriek wordt samengesteld in samenwerking met VOBN, partner van Betoniek. Vragen uit de markt worden beantwoord door deskundigen uit de betonmortelindustrie. In dit geval is dat Jurjen Talsma van Kwaliteitsdienst beton.Hebt u zelf vragen over beton(technologie)? Mail ze naar betoniek@aeneas.nl. Hebt u ook belangstelling om partner te worden? Neem contact op met Jacques Linssen, j.linssen@aeneas.nl, 073 2051010. Meer vragen en antwoorden in deze rubriek leest u hier.
28 VAKBLAD I 2 2016
Vraag en antwoord Betonmortel
D
e consistentie van betonspecie
zegt iets over de verwerkbaarheid
van het nog niet verharde mengsel.
Samen met onder meer sterkte en duurzaamheid is het één van de
prestatie-eisen die bij het bestellen
van beton moet worden opgegeven.
De consistentie kan variëren van zeer
laag tot zeer hoog, en wordt aange -
geven met een consistentieklasse.
Deze klasse zegt iets over de meet-
methode om de consistentie te
bepalen (verdichtingsmaat, zetmaat,
schudmaat of vloeimaat), en over de
daadwerkelijk gemeten consistentie.
Hoe hoger het getal, hoe hoger de
consistentie. In Nederland (NEN 8005)
worden acht consistenties onder -
scheiden, oplopend van 'droog' tot
'zelfverdichtend'. Bij elke consistentie
wordt een consistentieklasse geadvi -
seerd. Tabel 1 geeft de acht consisten -
ties met hun consistentieklasse en de
betekenis van deze consistentieklasse.
Keuze van de
consistentieklasse
De consistentie van de betonspecie is
afhankelijk van de gebruikte hoeveel -
heid water, van de korrelgrootte van
de toeslagstoffen en van eventuele
hulpstoffen. Welke consistentie is
gewenst wordt vooral bepaald door
de manier waarop de betonspecie in
het werk wordt gebracht, de afmetingen
van de constructie, de wapenings -
dichtheid en de verdichtingsmogelijk -
heden. De eisen zullen dus variëren per
type constructie. Zo zal betonmortel
voor de wegenbouw dit veelal Aard -vochtig C1 of Halfplastisch S2 zijn,
afhankelijk van het gebruik van een
slibformpaver en de benodigde
verdichtingsenergie.
De stort van een fundering van 600 mm
hoog zal de aannemer in één stortgang
willen uitvoeren, gebruikmakend van
een stortfront. Om ontmenging te
voorkomen is consistentieklasse S2
het meest geschikt.
Veel bedrijfsvloeren (monolietvloeren)
worden in ten minste F4 maar meestal
in F5 gestort. F5 is eigenlijk niet
geschikt omdat de betonmortel dan
te ver uitvloeit, maar maakt het weer
eenvoudiger om aan de soms strenge
vlakheidseisen te voldoen. Voor het
verpompen van beton speelt consis
-
tentie ook een belangrijke rol. Daar
waar de betonmortel direct vanuit
de giek kan worden gestort is het
verpompen van consistentieklasse S3
meestal goed mogelijk. Bij een kleine
pomp of storten uit een lengteslang
moet een klasse F4 of F5 worden toe -
gepast. Door het verpompen komt de
betonmortel onder een forse druk en
loopt de plasticiteit terug. Met het
verdichten met een trilnaald of rei
komt de bedoelde verwerkbaarheid
echter voor een groot deel terug.
De keuze voor de consistentieklasse
wordt gemaakt door de uitvoering en
behoort niet tot de opgaven van de
co n s t r u c t e u r.
Samenhangende eisen
De consistentieklasse is maar één van
de prestaties van betonmortel. Er zijn
andere eisen die ook samenhangen
met de consistentie. Zo vraagt schoon-
beton volgens CUR-Aanbeveling 100
een grote hoeveelheid 'fijn toeslag -
materiaal'. Hierdoor neemt de water -
behoefte van de materialen toe.
Vanuit sterkte- of duurzaamheidseisen
kan het nodig zijn de waterbindmiddel-
Vraag 8
Welke consistentie past bij mijn
betonconstructie?
1
Storten bedrijfsvloer, foto: Nooijen betonpompen en vloerenbedrijf
Tabel 1 Consistentieklassen volgens NEN 8005
consistentie aanbevolen consistentie
droog C0verdichtingsmaat ? 1,46
aardvochtig C1verdichtingsmaat 1,45 t.m. 1,26 mm
half plastisch S2zetmaat 50 t.m. 90 mm
plastisch S3zetmaat 100 t.m. 150 mm
zeer plastisch F4schudmaat 490 t.m. 550 mm
vloeibaar F5schudmaat 560 t.m. 620 mm
zeer vloeibaar SF1vloeimaat 550 t.m. 650 mm
zelfverdichtend SF2vloeimaat 660 t.m. 750 mm
p28_V&A-8 28 03-06-16 09:19
29 VAKBLAD I 2 2016
Betoniek Standaard
Over de consistentie van beton
komt een heel nummer van Betoniek
Standaard uit (Betoniek 16/18). Deze
editie verschijnt eind 2016.
factor te beperken. Dit maakt de
samenstelling juist stug en stroperig.
Het optimaliseren van deze complexere
mengsels zorgt, bij goede verwerking
en verdichting, voor het gewenste
eindresultaat. Het gebruik van hulp-
stoffen speelt hierbij een belangrijke
rol.
Bandbreedte in de
consistentieklasse
Achter de genoemde consistentie-
klasse in tabel 1 staat een minimum
en maximum maat, passend bij de
betreffende meetmethode. Deze
bandbreedte is de prestatie waarbinnen
de betonmortel op de bouwplaats
moet worden geleverd. Het is gebrui-
kelijk dat de betonspecie boven de
bovengrens van betreffende consisten-
tieklasse wordt afgestuurd (ca. 30 mm
bij de zetmaat). Dit gebeurt om de te
ver wachten terugloop in consistentie
op te vangen. Gebeurt dit niet, dan
kan de betonspecie op het werk aan
de onderkant van de consistentie-
klasse arriveren. Voordat dan een
truckmixer van bijvoorbeeld 13m
3 is
gelost, zit het beton mogelijk onder de ondergrens van de bestelde klasse.
Het werk kan hierdoor behoorlijk ver-
tragen of de uiteindelijke kwaliteit kan
ernstig tegenvallen.
Een praktijkvoorbeeld
Bij een onderdoorgang bij een
bestaande spoorwegovergang had
de constructeur duidelijk in het bestek
omschreven dat naast de sterkte en
levensduurklasse ook de consistentie
beschreven moest worden. Als eerste
werd de korrelgrootte van het grove
toeslagmateriaal voorgeschreven:
4-32. De gedachte hierachter was dat
de waterbehoefte lager zou zijn en
daarmee de hoeveelheid cement en
zo ook de warmteontwikkeling. Om
ontmenging te voorkomen vond
de constructeur het ook nodig de
verwerkbaarheid te beperken door
de zetmaat te omschrijven: 80 mm.
Het ging hier echter om een toepas-
sing met zeer grote wapeningsdicht-
heid (foto 2). Had de betoncentrale
geleverd wat gevraagd werd, was er
niet de 400 m
3 nodig geweest maar
was er waarschijnlijk na 40 m
3 al geen
ruimte meer voor de rest omdat alles op de wapening bleef liggen.
Uiteindelijk is er na overleg met
de aannemer en constructeur een
mengsel samengesteld met grind
4-16, zetmaat 160 mm en een ver-
hoogde hoeveelheid fijn materiaal
om zo het risico op ontmenging te
voorkomen. Het storten is prima
verlopen.
Vraag en antwoord
Dit is de achtste aflevering in de vraag
en antwoordrubriek van Betoniek
Vakblad. Deze rubriek wordt samen-
gesteld in samenwerking met VOBN,
partner van Betoniek
. Vragen uit de
markt worden beantwoord door
deskundigen uit de betonmortel-
industrie. In dit geval is dat Jurjen
Talsma van Kwaliteitsdienst beton.
Hebt u zelf vragen over beton (tech-
nologie)? Dan kunt u mailen naar
betoniek @aeneas.nl. Hebt u ook
belangstelling om partner te worden?
Neem contact op met Jacques Linssen,
j.linssen@aeneas.nl, 073 2051010.
2
Hoge wapenings-
dichtheid vraagt
om speciale eisen
aan korrelgrootte
en zetmaat
foto: Jurjen Talsma,
Kwaliteitsdienst Beton
p28_V&A-8 29 03-06-16 09:19
Reacties