Beton heeft de eigenschap dat het zich na verharden uitstekend hecht aan andere materialen. Bijvoorbeeld aan beton zelf, maar ook aan staal, hout
en zelfs kunststoffen. De hechting aan staal is wenselijk bij gewapend beton. Echter, als het bekistingsmateriaal van staal is, dan wil je de hechting met beton weer niet. In de regel wil je een bekisting opnieuw kunnen gebruiken. Om de hechting van verhard beton aan bekistingsmateriaal te voorkomen, wordt daarom een lossingsmiddel gebruikt, ook wel een ontkistingsmiddel genoemd. In deze Betoniek wordt lossingsmiddel onder de loep genomen.
Band
Uitgave
STANDAARD voor technologie en uitvoering van beton
mei
2019
28 16
"Wie maakt me los" Over lossingsmiddelen
voor beton
Betoniek 16-28.indd 1 10-05-19 14:06
2 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
" Wie maakt
me los"
Beton heeft de eigenschap dat het zich na verhar-
den uitstekend hecht aan andere materialen. Bij-
voorbeeld aan beton zelf, maar ook aan staal, hout
en zelfs kunststoffen. De hechting aan staal is wen-
selijk bij gewapend beton. Echter, als het bekis-
tingsmateriaal van staal is, dan wil je de hechting
met beton weer niet. In de regel wil je een bekis-
ting opnieuw kunnen gebruiken. Om de hechting
van verhard beton aan bekistingsmateriaal te
voorkomen, wordt daarom een lossingsmiddel
gebruikt, ook wel een ontkistingsmiddel genoemd.
In deze Betoniek wordt lossingsmiddel onder de
loep genomen.
Waarom hecht beton zo goed?
Om de achtergrond van een lossingsmiddel
beter te begrijpen, beginnen we met een
tweetal principes: mechanische verankering
en aantrekkende krachten tussen deeltjes.
Mechanische verankering
Wanneer bij een bekisting van hout, staal of
kunststof wordt gekeken naar het materiaal -
oppervlak dan heeft deze met het blote oog
vaak een dicht en glad oppervlak. De reden
voor dit gladde oppervlak is vanzelfspre -
kend: we willen meestal ook beton met een
dicht en glad oppervlak. Echter, wanneer
met een microscoop wordt ingezoomd op
het oppervlak van een bekistingsmateriaal,
zoals staal, dan blijkt deze toch relatief ruw
en vol met holten en oneffenheden die met
het blote oog vaak niet waarneembaar zijn
(fig. 2).
Een goede eigenschap van beton is dat het
in de plastische fase elke vorm kan aanne -
men, en daarmee ook de relatief kleine hol-
ten, oneffenheden en uitsteeksels kan
omhullen en uitvullen. Hierdoor kan het
beton na verharden als het ware 'vasthaken'
aan de oneffenheden van het bekistingsma -
teriaal en is daarmee mechanisch verankerd.
Het verwijderen van bekisting zonder schade
aan het jonge beton of de bekisting wordt
dan lastig.
Aantrekkende krachten
tussen deeltjes
Het tweede principe is hechting op basis van
aantrekkende krachten tussen deeltjes onder-
ling (Van der Waalskrachten). Dit zijn relatief
zwakke elektromagnetische krachten tussen
moleculen, die in sterkte toenemen als de
deeltjes dichter bij elkaar komen. Hoe beter
?
foto: NOE Bekisting
Betoniek 16-28.indd 2 10-05-19 14:06
3 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
het betonoppervlak en bekisting elkaar kun-
nen benaderen, des te groter de invloed van
de Van der Waalskrachten en daarmee de
sterkte van de hechting.
Wederom kan in de plastische fase het beton
goed contact maken met het oppervlak van
het bekistingsmateriaal. Hierdoor kunnen de
moleculen van het beton en het bekistings-
materiaal elkaar goed naderen met een goede
hechting tot gevolg.
Het hoofddoel van een lossingsmiddel is het
voorkomen van een goede hechting van
beton aan bekistingsmateriaal, via een van de
beschreven principes. Daarnaast worden er
nog meer eisen gesteld aan een lossingsmid-
del, maar eerst bekijken we hoe een lossings-
middel de hechting van beton aan een
bekisting voorkomt.
Principe werking lossingsmiddel
Om de hechting tegen te gaan, kun je los-
singsmiddelen rangschikken op basis van
twee werkingsprincipes: een fysische werking
en/of een chemische werking.
Bij een fysisch werkend lossingsmiddel fun-
geert het lossingsmiddel als een fysieke laag
1
Het reinigen
en aanbreng en
ontkistingsolie,
foto: Henk Oude
Kempers
2
Oppervlak van
een stalen-
bekisting onder
een microscoopOppervlak van een stalen-
200 X VERGROTING
Betoniek 16-28.indd 3 10-05-19 14:06
4 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
die de holten en oneffenheden van het
bekistingsmateriaal vult om mechanische
verankering te belemmeren. Het is daarmee
een laag tussen het beton en de bekisting om
adhesie (door Van der Waalskrachten) tussen
het beton en de kist te voorkomen (fig. 3).
Belangrijk is dat het lossingsmiddel zich goed
hecht aan de (droge) bekisting. Om hechting
van het verhardende beton aan het lossings-
middel zelf te voorkomen, is vaak een aanvul-
lende eigenschap van het lossingsmiddel dat
het waterafstotend is. Voor fysische lossings-
middelen wordt om die reden meestal
gebruikgemaakt van oliën, wassen of vetten.
Bij chemisch werkende lossingsmiddelen
wordt een dunne laag onoplosbare kalkzou-
ten op de bekisting gevormd. Deze laag
vormt een barrière waardoor het beton zich
niet aan de bekisting kan hechten. De laag
ontstaat als reactieproduct tussen vetzuren uit
het lossingsmiddel en calciumionen uit het
betonmengsel.
Eisen aan een lossingsmiddel
De eerste en belangrijkste eis van een los-
singsmiddel, namelijk dat een bekisting goed
te lossen is van verhard beton, kennen we nu.
Maar er zijn vaak nog meer eisen aan een
lossingsmiddel.
Om te beginnen moet het eenvoudig en
goed aan te brengen zijn. Daarnaast moet het
goed hechten aan de bekisting en tijdens het
storten goed op zijn plaats blijven om overal
zijn functie te behouden. Het betonoppervlak
moet na het lossen glad, zonder luchtbellen
en homogeen van kleur zijn. De bekisting moet na het lossen snel schoon
(zonder vervuiling) en gereed zijn voor de
volgende stort. Het lossingsmiddel mag
daarom het bekistingsmateriaal niet aantas-
ten. Beter is nog als het de bekisting conser-
veert en in geval van een stalen bekisting
bescherming biedt tegen corrosie. En niet
onbelangrijk: er moet veilig voor mens en
milieu mee kunnen worden gewerkt.
Ook kunnen er aanvullende eisen zijn afhan-
kelijk van de stortomstandigheden. Bijvoor-
beeld bij in het werk gestort beton kan het
voorkomen dat een bekisting lang openstaat
in verband met een complex wapeningsplan.
Dit vraagt een lossingsmiddel met aanvul-
lende eigenschappen op het gebied van sta-
biliteit en weersbestendigheid. Of binnen bij
een prefab-betonomgeving, waarbij beton-
temperaturen hoog kunnen oplopen, is een
lossingsmiddel nodig dat goed temperatuur-
bestand is.
Samenstelling lossingsmiddelen
De diversiteit op de bouwplaats en binnen de
prefab-betonomgeving heeft in de praktijk
geresulteerd in een gevarieerd aanbod van
lossingsmiddelen. Voor de samenstelling van
deze lossingsmiddelen kan een breed scala
aan grondstoffen gebruikt worden.
Als basisgrondstof voor lossingsmiddelen
wordt gebruikgemaakt van vetten, wassen of
oliën. De meest gebruikte basisgrondstof voor
lossingsmiddelen is olie. Dit komt omdat
lossingsmiddelen op basis van oliën door hun
viscositeit relatief eenvoudig door middel van
vernevelen kunnen worden aangebracht. De
Bekisting Lossingsmiddel
Beton
3
Schematische
weergave van een
fysisch werkend
lossingsmiddel
Betoniek 16-28.indd 4 10-05-19 14:06
5 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
oliën kunnen puur of in combinatie met een
oplosmiddel worden toegepast. Daarnaast
kunnen er aan een lossingsmiddel nog addi-
tieven worden toegevoegd om de eigen-
schappen verder af te stemmen op de toepas-
sing. We gaan op deze afzonderlijke
componenten (oliën, oplosmiddel en additie-
ven) hier wat dieper in.
De oliën
Zoals gezegd zijn de meeste lossingsmiddelen
gebaseerd op olie. Er zijn drie verschillende
soorten olie te onderscheiden: minerale oliën,
plantaardige oliën en gemodificeerde plant-
aardige oliën.
Minerale oliën
Een minerale olie wordt gewonnen uit aard-
olie. De werking van een minerale olie is in de
basis fysisch. De eerste lossingsmiddelen
werden gemaakt op basis van minerale olie en
er is dan ook veel ervaring mee, zowel in de
uitvoering als in de formulering van deze
producten.
Minerale oliën kunnen puur worden toege-
past. Meestal worden minerale oliën gecom-
bineerd met een organisch oplosmiddel.
Voordeel van een lossingsmiddel op basis van
minerale olie is dat deze in geval van een
vervuiling op de mal zelfreinigend kan wer-
ken. Het lossingsmiddel kan in het achterge-
bleven vuil op de bekisting doordringen. In
potentie is een mal na de volgende keer
storten dan ook weer schoon. Een ander
voordeel is dat minerale oliën chemisch sta-
biel zijn en ook lange tijd na aanbrengen hun
werking behouden.
Een nadeel van minerale olie is het risico op
het ontstaan van (olie)belletjes aan het beto-
noppervlak. Dit risico neemt toe wanneer de
olie (plaatselijk) te dik wordt aangebracht of
wanneer olie door mechanische werking van het beton tijdens het storten zich verplaatst
en bijvoorbeeld in een hoek van een mal
ophoopt.
Minerale oliën zijn van de hier besproken
oliën het minst milieuvriendelijk.
Minerale oliën kunnen ook als watergedragen
emulsie worden toegepast. In dat geval ver-
liest een minerale olie zijn zelfreinigende
functie.
Plantaardige oliën
Een plantaardige olie, de naam zegt het al,
wordt gewonnen uit planten, of beter gezegd
plantenzaden, zoals koolzaad of zonnebloem-
pitten. De werking van een plantaardige olie
is op basis van een chemische en fysische
werking.
Lossingsmiddelen op basis van plantaardige
oliën hebben het grote voordeel dat ze
milieu- en arbovriendelijker zijn dan lossings-
middelen op basis van minerale olie.
Een plantaardige olie kan puur worden toege-
past. Nadeel is hierbij dat de olie dan een
relatief hoge viscositeit heeft en daardoor niet
goed is aan te brengen. Een plantaardige olie
wordt dan ook meestal toegepast als een
watergedragen emulsie.
Plantaardige oliën zijn chemisch minder sta-
biel dan minerale oliën. Dit is een nadeel
wanneer de werking van een plantaardige olie
achteruitgaat door inwerking van uv-licht of
oxidatie met zuurstof uit de lucht. Om die
reden zijn plantaardige oliën minder geschikt
om dagen voor het storten aan te brengen.
Deze chemische instabiliteit is een voordeel
bij het ontkisten wanneer onder invloed van
de hoge pH van het beton een deel van de
plantaardige olie verzeept. Hierbij komen
vetzuren vrij. Volgens het chemische lossings-
principe ontstaat zo een extra barrièrelaag,
waardoor het beton zich niet kan hechten.
Het deel plantaardige olie dat niet verzeept,
Bekisting Lossingsmiddel
Beton
Betoniek 16-28.indd 5 10-05-19 14:06
6 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
vervult zijn functie volgens het fysisch los-
singsprincipe.
Een bijwerking van het verzepen kan zijn dat
de gevormde vetzuren diffunderen in de
betonspecie en aan het oppervlak de reactie
van cement verstoren. Dit kan dan leiden tot
verstoffen en vervuilen van de mal.
Een plantaardige olie is minder hittebestendig
dan een minerale olie. De temperatuur mag
niet boven 80 °C uitkomen. Bij toepassing van
een stalen tunnelbekisting waarbij beton
wordt verwarmd, is het belangrijk de piek-
temperatuur te beperken door bijvoorbeeld
een lagere temperatuur gedurende een lan-
gere periode aan te houden.
Gemodificeerde plantaardige oliën
Gemodificeerde plantaardige oliën of synthe-
tische oliën zijn chemisch bewerkte plantaar-
dige oliën met het doel de technische eigen-
schappen te optimaliseren. Bijvoorbeeld een
betere viscositeit die minder temperatuuraf-
hankelijk is. Een goede chemische stabiliteit
met een betere bestandheid tegen oxidatie,
uv-licht en hoge pH. Door deze verbeterde
chemische stabiliteit werken gemodificeerde
plantaardige oliën in de regel op basis van het
fysische lossingsprincipe.
Een gemodificeerde plantaardige olie heeft
daarmee een aantal voordelen ten opzichte
van een zuiver plantaardige olie met behoud
van het milieu- en arbovoordeel. Gemodifi-
ceerde plantaardige oliën worden veelal als
emulsie toegepast.
De oplosmiddelen
Een olie kan puur of als oplossing worden
toegepast. Een oplossing of verdunning kan
zijn op basis van een organisch oplosmiddel
of op basis van een watergedragen emulsie.
Door de oplossing kan de hoeveelheid effec-
tief bestanddeel, de olie, van een lossingsmid- del worden afgestemd op een toepassing en/
of applicatiewijze, zodat de juiste hoeveelheid
olie gelijkmatig en voldoende dun kan wor-
den aangebracht.
Organische oplosmiddelen
Een minerale olie combineren met een orga-
nisch oplosmiddel wordt allereerst gedaan
om het aanbrengen van een olie te optimali-
seren. Enerzijds door viscositeit te sturen en
anderzijds door het gehalte effectieve
bestanddeel, de hoeveelheid olie, te optima-
liseren in het lossingsmiddel. Organische
oplosmiddelen zijn te verdelen op basis van
hun vlampunt en hun effect op mens en
milieu. Het vlampunt zegt iets over de ver
-
dampingssnelheid. Een organisch oplosmid-
del met een laag vlampunt zal bij kamertem-
peratuur sneller verdampen dan een
oplosmiddel met een hoog vlampunt. Een
laag vlampunt kan gunstig zijn wanneer na
het aanbrengen het oplosmiddel snel moet
verdampen. Nadeel is dat er veel oplosmiddel
in de lucht kan komen, wat nadelig kan zijn
voor de arbeidsomstandigheden (zie verder
onder kopje 'Arbo en milieu').
Watergedragen emulsies
Een emulsie is een mengsel van niet-meng-
bare vloeistoffen zoals water en olie. Door het
toevoegen van een emulgator en het geheel
intensief te mengen, ontstaat een emulsie:
vloeistofbolletjes in een andere vloeistof.
Emulsies hebben een melkachtige verschij -
ningsvorm met een waterige consistentie en
zijn daarmee goed aan te brengen. Na het
aanbrengen blijft een emulsie in druppelvorm
op het oppervlak liggen (zie fig 4).
Na verdampen van het water (de dragerop-
lossing) blijven de druppeltjes olie achter.
Wanneer de druppeltjes dicht genoeg bij
elkaar liggen kunnen ze, tijdens het verdam-
pen van de drageroplossing, samenvloeien
Betoniek 16-28.indd 6 10-05-19 14:06
7 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
tot een barrièrelaag. De druppeltjes hebben
niet altijd een raakvlak met het daarnaast
liggende oliedruppeltje. Dit leidt niet tot
problemen bij beton dat wordt verdicht of
getrild. De aanname is dat door het verdich-
ten de olielaag via het beton in beweging
wordt gebracht en uitvloeit tot een aaneen-
gesloten geheel. Bij de introductie van zelfver-
dichtend beton (ZVB) zijn er in het verleden
problemen geweest in combinatie met
emulsies. ZVB 'rolt' dan over de olie en brengt
deze niet in beweging, waardoor de olie niet
kan samenvloeien tot een aaneengesloten
geheel.
Door het toevoegen van passende additieven
heeft men dit probleem met ZVB kunnen
oplossen. Voor het beste advies moet contact
worden opgenomen met de leverancier van
het lossingsmiddel.
Een nadeel van emulsies is dat deze niet door
achtergebleven vuil kan dringen. Een emulsie
vormt een extra laag op de bestaande vervui-
ling. Hierdoor wordt een vervuiling eerder
versterkt. Het is belangrijk bij het werken met
emulsies dat een bekisting schoon is. Groot
voordeel van emulsies is, zeker in combinatie
met (gemodificeerde) plantaardige oliën, dat
deze minder milieubelastend zijn.
De additieven, een selectie
Om de technische eigenschappen van los-
singsmiddelen verder te optimaliseren, worden
er vaak additieven toegevoegd. We beperken
ons hierbij tot een klein aantal. Het ontbreekt
ons de ruimte om alle additieven te bespreken
en een deel is ook het geheim van de smid.
Corrosie-inhibitor
Een stalen bekisting kan roesten. Eventueel
versterkt in combinatie met water uit het
lossingsmiddel, beton of condensvorming uit
de lucht. Door deze roestvorming gaat de
kwaliteit van een bekisting achteruit en kan
roestoverdracht op het verharde beton leiden
tot bruine vlekken. Door aan een lossingsmid-
del een corrosie-inhibitor, of roestwerend
middel, toe te voegen, wordt dit voorkomen.
Een lossingsmiddel kan daarmee de bekisting
ook beschermen als deze lang blijft staan of in
het geval van opslag.
Oppervlakte-actieve-stoffen
Bij het aanbrengen van een lossingsmiddel op
een oppervlak door middel van vernevelen,
landt het lossingsmiddel als druppels. Van
nature zal een druppel een bolvorm willen
aannemen door de grensvlakspanning met de
bekisting (fig. 5a). Door het toevoegen van
een oppervlakte-actieve-stof wordt deze
grensvlakspanning verlaagd en kan de olie
veel gelijkmatiger uitvloeien en zich ook beter
hechten aan de bekisting (fig. 5b).
Tevens geeft de oppervlakte-actieve-stof een
verlaagde grensvlakspanning tussen het los-
singsmiddel en het water uit het betonop-
4
Vers aangebrachte
emulsie op een
houten kist, foto:
Cees Cornet,
Van den Bergh & Co
A B
5
Schematische weer-
gave invloed opper-
vlakte spanning op
druppelvorm
Betoniek 16-28.indd 7 10-05-19 14:06
8 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
pervlak, wat leidt tot een dunne waterfilm
tussen beton en lossingsmiddel. Hiermee
wordt het risico op luchtbellen verminderd.
Er zit een risico aan deze oppervlakte-actieve-
stoffen. In geval van een te hoge dosering of
een iets te natte betonsamenstelling kan olie
uit het lossingsmiddel diffunderen in de
betonspecie en aan het oppervlak de reactie
van cement verstoren. Dit kan dan leiden tot
verstoffen en vervuilen van de mal.
Conserveringsmiddel
Waterige oplossingen als emulsies kunnen
gevoelig zijn voor bederf. Om die reden
wordt aan emulsies soms een conserverings-
middel toegevoegd.
Pure oliën met of in combinatie met organi-
sche oplosmiddelen zijn minder gevoelig voor
bederf en hebben in de regel geen conserve-
ringsmiddel nodig.
Vetzuren
We hebben kunnen lezen dat vetzuren een rol
spelen bij chemisch werkende lossingsmid-
delen. Naast dat deze vrijkomen bij het verze-
pen van plantaardige oliën, worden vetzuren
ook bewust als additief toegevoegd. Dit kan
met het chemisch lossingsprincipe als doel.
Echter, vetzuren kunnen ook een andere
functie vervullen. De vorming van de calcium-
zouten in een olie zorgt dat de viscositeit van
een olie sterk toeneemt. Door deze ver-
hoogde viscositeit hecht een olie beter aan
het bekistingsmateriaal en wordt zo minder
gemakkelijk door wrijving met het beton
verplaatst.
Aanbrengen lossingsmiddel
De manier waarop het lossingsmiddel wordt
aangebracht, heeft grote invloed op het uit-
eindelijke resultaat. Vanwege de grote variatie
in eigenschappen is er geen standaardwijze te
geven voor het aanbrengen van een lossings-
middel. Het beste advies is de door de fabri- kant verstrekte werkwijze op te volgen. Er zijn
daarnaast wel een paar vuistregels.
De meest toegepaste applicatiemethode is
vernevelen. Hiervoor is het belangrijk gebruik
te maken van een juiste en schone sproeikop
op de drukspuit. De druk in het sproeisysteem
moet een minimaal niveau hebben om een
constante egale nevel te bereiken en daarmee
een gelijkmatig aangebrachte, dunne laag
lossingsmiddel te verkrijgen.
Een belangrijke vuistregel is dat een dunne
laag, gelijkmatig aangebracht lossingsmiddel
het beste en het meest consistente resultaat
geeft. Een te veel en/of niet gelijkmatig aan-
gebrachte hoeveelheid lossingsmiddel geeft
risico op onvolkomenheden aan het opper-
vlak, zoals strepen, vlekkerigheid en oliebel-
letjes. Overtollig lossingsmiddel kan met
schone doeken worden weggehaald. Een
andere vuistregel is dat een bekisting schoon
is voor het aanbrengen van een lossingsmid-
del.
Ten slotte moet het lossingsmiddel zo kort
mogelijk vóór het betonstorten op de bekis-
ting worden aangebracht om risico van ver-
vuiling door bijvoorbeeld zand en stof uit de
omgeving te voorkomen.
Bekistingsmateriaal
Bekistingsmateriaal is te rangschikken naar
absorptievermogen. Onbehandeld hout met
een hoog absorptievermogen staat daarbij
aan de ene kant en harde, dichte materialen
zoals staal aan de andere kant van de schaal.
Het lossingsmiddel moet zijn afgestemd op
het bekistingsmateriaal, onder andere op het
absorptievermogen van de contactbekisting
en van het productieproces (verwarmde of
onverwarmde bekisting). Zo vraagt een
gladde, dichte stalen bekisting een andere
bekistingsolie dan een houten. Bij een stalen
bekisting is het belangrijk dat het lossingsmid-
Betoniek 16-28.indd 8 10-05-19 14:06
9 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
del goed hecht en niet verplaatst wordt door
de mechanische werking van het beton tij-
dens het storten. Ook mag het de corrosie
van het staal niet bevorderen, of beter nog
het lossingsmiddel moet de kist juist bescher-
men. Bij kunststoffen of gecoate bekistings-
materialen is het belangrijk dat de bekisting
niet wordt aangetast door het lossingsmiddel.
Zeer dichte materialen zoals staal of kunststof
kunnen een dicht en glad betonoppervlak
geven. Nadeel kan zijn dat daarbij ook onvol-
komenheden eerder zichtbaar zijn. In geval
van staal kan dit effect worden verminderd
door het staal licht te stralen of te etsen.
Hierdoor ontstaat een fijn, licht poreus opper-
vlak dat in verhard beton een mat, homogeen
kleurbeeld geeft.
Bij een houten bekisting kan verschil in
absorptievermogen leiden tot vlekken of
onvolkomenheden aan het oppervlak. Een
lossingsmiddel kan dit voor een deel voorko-
men door het bekistingsmateriaal te verzege-
len of te verzadigen, om variatie in absorbe-
rend vermogen van de bekisting te
compenseren.
Een slechte, versleten bekisting kan niet
worden gecompenseerd door het lossings-
middel.
Bij onbehandeld hout, zoals vurenhouten
delen, met een hoog absorptievermogen is
het advies deze vooraf te behandelen met een
passende coating.
Onvolkomenheden
Problemen met het uiterlijk van beton kunnen
heel divers zijn. Vaak is er niet één oorzaak aan
te wijzen maar is het een samenkomst van
uitvoering, betonkwaliteit, bekistingsmateri-
aal en/of lossingsmiddel. Te veel of te weinig olie
De meeste onvolkomenheden die worden
gekoppeld aan een lossingsmiddel hebben te
maken met (lokaal) te veel of te weinig olie. Dit
kan bijvoorbeeld komen door het verkeerd
aanbrengen van het lossingsmiddel, het ver-
keerde lossingsmiddel of de stortwijze van het
beton.
Het voorbeeld van figuur 6 illustreert in de
basis het gevolg van te veel en te weinig olie
in relatie tot de stortwijze.
Bij A is door een tekort aan olie de huid van
het beton aan de bekisting blijven plakken.
Dit heeft geresulteerd in een ruw uiterlijk van
het betonoppervlak waar zelfs grind zichtbaar
is. Bij C is een bruine, donkergrijze verkleuring
zichtbaar. Dit duidt op lokaal een teveel aan
olie. Door dit teveel aan olie kan zelfs de
hydratatie van cement aan het betonopper-
vlak vertraagd zijn.
De problemen zijn in dit voorbeeld ontstaan
in de uitvoering. Het betonelement van figuur
6 is de bodem van een put die op zijn kop
gestort is. Het storten van het beton is voor
het grootste deel van de tijd gebeurd op de
positie van A. Hierdoor is bij A het lossings-
middel verdreven en heeft zich dit verzameld
6
Onvolkomenheden
in het oppervlak van
beton (Bron: ENCI;
H. Corporaal)
B
A
C
Betoniek 16-28.indd 9 10-05-19 14:06
10 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
bij C. Wanneer we naar het betonoppervlak
bij B kijken, zien we een volkomen gaaf
beton oppervlak. De potentie voor een goed
betonoppervlak is er. En door alleen de
stortwijze aan te passen, kan een deel van de
onvolkomenheden worden voorkomen.
Oliebelletjes
Een teveel aan lossingsmiddel op basis van
minerale olie kan fijne oliebelletjes aan het
betonoppervlak tot gevolg hebben (fig. 7).
Dit teveel aan olie kan ontstaan door verkeerd
aanbrengen. Ook kan net als bij het eerdere
voorbeeld tijdens het storten de olie zijn
meegevoerd onder invloed van het beton.
Deze oliebelletjes vormen zich in de dunne
waterfilm tussen het beton en de bekisting en
liggen op de bekisting. Wanneer het jonge
beton voldoende is verhard, wordt de olie
opgenomen in de poriënstructuur van het
beton en blijven lege belletjes als schijnbare
luchtbelletjes achter. Soms is aan de vorm van
het belletje (fig. 8) te zien of het een oliebel-
letje (B) betreft of ingesloten lucht (A).
Of een verkleuring of onvolkomenheid een
relatie heeft met te veel olie kan soms achteraf
worden vastgesteld door er wat water op te
vernevelen. Olie is hydrofoob en op een
olierijk betonoppervlak blijven waterdruppels
als parels liggen. Naast dat de keuze voor de juiste lossingsmid-
delen belangrijk is met oog op een fraai
betonoppervlak, is het ook belangrijk te kijken
naar de impact op de werkomgeving en het
milieu. Daarover nu meer.
Arbo en milieu
Het werken met lossingsmiddelen kan effect
hebben op de gezondheid en het milieu.
Blootstelling aan lossingsmiddelen is er bij
inhaleren van de vrijkomende nevel of damp
tijdens aanbrengen. Bij watergedragen los-
singsmiddelen op basis van emulsies is onder
normale omstandigheden geen ademhalings-
bescherming nodig. In geval van een besloten
ruimte of het vernevelen van middelen op
basis van organische oplosmiddelen wordt
wel ademhalingsbescherming aanbevolen.
Ook is bij het verwerken van lossingsmiddelen
blootstelling via huidcontact mogelijk. Alge-
meen geldt dat het is aan te bevelen direct
contact met de huid te vermijden om het
risico op huidirritatie uit te sluiten. Dit kan
door het gebruik van de juiste handschoenen
en bedekkende kleding. Dit geldt in het bij-
zonder ook in de zomer. Lossingsmiddelen op
basis van minerale olie en organische oplos-
middelen kunnen in combinatie met felle zon
sneller tot huidirritaties leiden.
De stichting Beton Losmiddel Fabrikanten
(BLF) heeft in 1998, in samenwerking met
Chemiewinkel UvA, Stichting Arbouw, het
ministerie van VROM en de Betonvereniging
een klasseringssysteem ontwikkeld en deze in
2018 aangepast naar de huidige wetgeving
met betrekking tot GHS. Met dit klasserings-
7
Oliebelletjes in het
oppervlak van beton
8
Schematische weer-
gave belletjes in het
oppervlak van beton.
A: luchtbelletje
B: oliebelletje
A
B
Betoniek 16-28.indd 10 10-05-19 14:06
11 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
systeem is duidelijk welke betonlossingsmid-
delen wel en welke geen nadelige effecten
hebben op gezondheid en milieu.
Voor elke klasse zijn criteria opgesteld. De
gezondheids- en milieubelasting nemen toe
van klasse 1 naar klasse 7. Lossingsmiddelen
die in klasse 1 (groen) vallen, zijn het meest
mens- en milieuvriendelijk, terwijl lossings- middelen uit klasse 7 (rood) slecht zijn voor
de gezondheid en het milieu (fig. 9). Dit
overzicht kan helpen om afhankelijk van de
omstandigheden te kiezen voor een passend
lossingsmiddel met oog op arbo en milieu.
Voor meer informatie hierover zie:
www.betonlosmiddelfabrikanten.nl/
blf-classificering of vraag het uw betonlos-
middelenleverancier.
9
Voorbeeld van de BLF
klasse indeling gezond-
heids- en milieurisico's
Betoniek 16-28.indd 11 10-05-19 14:06
12 mei 2019 STANDAARD 16 I 28
Tot slot
We hebben in deze Betoniek Standaard kun-
nen lezen dat er veel komt kijken bij het
samenstellen en gebruiken van een lossings-
middel. De keuze is reuze voor wat betreft de
mogelijke grondstoffen en de daarmee
samengestelde lossingsmiddelen. De keuze voor een type lossingsmiddel is te maken op
basis van de gevraagde eigenschappen,
maar ook op basis van potentiële milieu- en
gezond heids risico's.
In deze
Betoniek hebben we geprobeerd de
lossingskeuze wat te duiden en aan te vullen
met praktische vuistregels.
Literatuur
? Betoniek 11-7, Plant-aardig lossen.
? Betoniek 9-6, Ontkistingsmiddelen.
? Linssen, J., Schoon ontkistingsmiddel.
Betoniek Vakblad 2016/3.
Dankwoord
De redactie van Betoniek Standaard bedankt
Cees Cornet en Dolf Baggerman van Van den
Bergh & Co voor hun ingebrachte kennis en
expertise.
Betoniek = Standaard + Vakblad
Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook
Betoniek Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder
meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze
artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek
Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie
wordt geschreven. Betoniek Vakblad verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn
te raadplegen op www.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dat gratis! v o o r t e c h n o l o g i e e n u i t v o e r i n g v a n b e t o n 1 2 0 1 9
Grillig beton X10 voorkomt problemen ? Wapening in BIM ? Mosaangroei op betonCover 2019-1.indd 1 12-04-19 15:14
Lidmaatschap 2019
Kijk voor meer informatie over onze lidmaat-
schappen op www.betoniek.nl/lidworden of
neem contact op via lezers service@aeneas.nl
of 073 205 10 10.
Voorwaarden
Je vindt onze algemene voorwaarden op
www.betoniek.nl/algemene-publicatievoor-
waarden-betoniek.
Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt be-
steed aan de inhoud van het blad, zijn redac-
tie en uitgever van Cement niet aansprakelijk
voor de gevolgen, van welke aard ook, van
handelingen en/of beslissingen gebaseerd op
de informatie in deze uitgave. Niet altijd kunnen rechthebbenden van ge-
bruikt beeldmateriaal worden achterhaald.
Belang hebbenden kunnen contact opnemen
met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2019
ISSN: 2352-1090
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over technologie en
uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een uitgave van Aeneas
Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de redactie zijn vertegenw\
oordigd:
BAM Infraconsult, ENCI, Mebin, SKG-IKOB, Spanbeton en TNO.
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch
Website
www.betoniek.nl Lezersservice
T: 073 205 10 10
E: lezersservice@aeneas.nl
Vormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
T: 073 205 10 27
E: betoniek@aeneas.nl
Kennisdeling via Betoniek, dankzij onze partners
Betoniek 16-28.indd 12 10-05-19 14:06
Reacties
BAM Infraconsult 14 juni 2019 13:00
In mijn rol als kwaliteitscoordinator kan ik, met deze betoniek nog beter uitleggen aan de uitvoering dat het nut van de juiste ontkistingsmiddelen een serieuze zaak is.