Betoniek Vakblad 2014/2 is uit. In deze editie nemen u mee in het complexe bouwproject van de OV-Terminal in Arnhem. Ook gaan we in op de herziene versie van de CUR100, we bespreken de toepassing van attestbeton en de keuze voor koude of warme gietbouw, en we nemen een kijkje over de schutting in een dialoog tussen aannemer, constructeur en betontechnoloog. Kortom, weer een editie die u niet mag missen! Hoofdredacteur Hans Kooijman schreef voor dit nummer het volgende voorwoord.
…dat zou beton eigenlijk altijd moeten zijn.
Met dank aan het steeds groter wordende aantal lezers uit het Vlaamse gebied, maak ik graag gebruik van de rijke betekenis die daar aan ‘schoon’ geven wordt: mooi, fraai, een sieraad voor het oog. Dat beton zich op haar mooist kan tonen in vorm, kleur en oppervlaktekwaliteit weet u als trouwe lezer van Betoniek als geen ander. Dat het streven hiernaar vaak op gespannen voet staat met de maakbaarheid wordt niet altijd voldoende beseft. Beton is beton en ziet eruit als beton.
In deze aflevering van Betoniek Vakblad neemt Willem van Dijk u graag mee langs de letterlijk uitdagende betonvormen van de OV-Terminal Arnhem en leidt Theo van Wolfswinkel ons door de veelbesproken herziene versie van de CUR100. Ook aan de Noord-Nederlandse benadering van schoon beton (n.l. ‘niet vies’) besteden we de aandacht. In zijn artikel over de keuze tussen warme of koude gietbouw, behandelt Leo Dekker de overwegingen bij het beheersen van de CO2-footprint van beton. Een blik op een maakbare toekomst en een duidelijk statement voor bredere kansen en duurzame toepassingen van alternatieve materialen geeft Gert van der Wegen ons in zijn artikel over attestbeton.
Hoe schoon of maakbaar ons geliefd beton ook is, het blijft ook gewoon mensenwerk. Henk Wapperom rapporteert in zijn kijkje over de schutting over de dialoog die we nastreven tussen ontwerper, technoloog en uitvoerder tijdens de gelijknamige studiedag.
Beton: schoon en maakbaar, zeker als we het samen doen.
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Reacties