Hoge windmolens produceren is goedkoper met beton dan met staal en kan voor een 'revolutie in de windenergiesector' zorgen. Dat vindt Sri Sritharan, hoogleraar civiele techniek aan de Iowa State University, die de proef op de som nam. De universiteit heeft een 140 m hoge mast ontwikkeld voor een 3 MW-windmolen, die is opgebouwd uit prefab onderdelen van hogesterktebeton (hsb) en ultra-hogesterktebeton (uhsb).
In het gestandaardiseerde Hexcrete-systeem worden wandpanelen in zeshoekige vorm geplaatst op betonnen kolommen. Deze bestaan uit op elkaar gestapelde hsb-segmenten.
De huidige palen voor windmolens bestaan uit gestapelde stalen ringen. Onderaan zijn deze masten echter zo breed, dat een ring niet op een reguliere vrachtwagen kan worden vervoerd. Voor het Amerikaanse ontwerp in betonnen prefab elementen geldt dit niet; deze kunnen worden gestapeld op een vrachtwagen. Hierdoor worden transportkosten gedrukt. “Dit zorgt voor een revolutie in de windenergiesector. We hoeven de grote buisvormige palen niet langer over de snelweg te vervoeren en besparen energie waar dat nodig is”, aldus Sritharan.
Een ander voordeel van deze betonnen uitvoering, is volgens Sritharan dat hij minder ruimte inneemt dan een stalen mast. De hoogleraar schat in dat de betonnen windmolens een levensduur hebben van 40 jaar. Voor stalen windmolens bedraagt die 20 jaar.
De 140 m hoge paal is gerealiseerd in samenwerking met betonproducent Lafarge en Siemens. De universiteit heeft $1 miljoen ontvangen van de Amerikaanse overheid om de palen te produceren.
Reacties