Voor de bepaling van het dwarskrachtdraagvermogen van constructies is de betonsterkte één van de bepalende parameters. Die neemt onder invloed van doorgaande hydratatie in de tijd sterk toe. Bij de beoordeling van kunstwerken kan gebruik worden gemaakt van de feitelijk aanwezige sterkte. Hierdoor kunnen kunstwerken worden goedgekeurd die in eerste instantie rekenkundig niet voldoen aan de gestelde veiligheidseisen met betrekking tot dwarskracht.
Voor de bepaling van het dwarskrachtdraagvermogen van constructies is de betonsterkte één van de bepalende parameters. Die sterkte neemt in de tijd toe. Bij de beoordeling van kunstwerken kan gebruik worden gemaakt van de feitelijk aanwezige sterkte. Hierdoor kunnen kunstwerken worden goedgekeurd die in eerste instantie rekenkundig niet voldoen aan de gestelde veiligheidseisen met betrekking tot dwarskracht.
In het kader van het dwarskrachtonderzoek van Rijkswaterstaat (RWS) is de afgelopen periode de sterkte van ruim 180 kunstwerken bepaald. De resultaten van deze proeven zijn gebruikt voor het opzetten en valideren van een methodiek voor de bepaling van de betonsterkte voor de constructieve beoordeling van constructies. Daarnaast zijn de resultaten gebruikt om een uitspraak te doen over de sterkte van vergelijkbare kunstwerken van RWS waar geen informatie over bekend is (dus geen onderzoeksresultaten van boorkernen).
Uit analyses is gebleken dat voor de onderzochte groepen van kunstwerken van RWS op zijn minst kan worden uitgegaan van een ondergrens van de karakteristieke waarde van de kubusdruksterkte van 45 N/mm². Voor fabrieksmatig geproduceerde prefab liggers is dit zelfs 65 N/mm².
Dit onderwerp is nader beschouwd bij het onderzoeksprogramma van Rijkswaterstaat naar het afschuifdraagvermogen van bestaande kunstwerken.
Lees het volledige artikel Betonsterkte bestaande constructies op Cementonline.
Reacties