Voor de nieuwe universiteitsbibliotheek van de UvA zijn twee
monumentale panden in het centrum van Amsterdam onderkelderd. Voor de wapening leidde dit tot een aantal flinke uitdagingen, op het gebied van zowel het ontwerp als de uitvoering. Volledige uitwerking in 3D, ook van het uitvoeringsproces, bood uitkomst.
ONTWERP EN UIT VOERING WAPENING ONDERKELDERING BIBLIOTHEEK UVA
Voor de nieuwe universiteits-
bibliotheek van de UvA zijn twee
monumentale panden in het cen-
trum van Amsterdam onderkel-
derd. Voor de wapening leidde dit
tot een aantal inke uitdagingen,
op het gebied van zowel het
ontwerp als de uitvoering.
Volledige uitwerking in 3D, ook
van het uitvoeringsproces, bood
uitkomst.
Bijvangst van het 3D
ontwerpen van wapening
T
en behoeve van de verhuizing van de
bibliotheek van de Universiteit van
Amsterdam (UvA) naar de locatie op het
Binnengasthuisterrein worden het voormalige
Zusterhuis en de Tweede Chirurgische kliniek
aan een grote verbouwing onderworpen. Een
bijzonder deel van die verbouwing is de com-
plete onderkeldering van deze gebouwen, voor
onder meer de stalling van etsen ( g. 2).
FUNDERINGSWERKEN
De funderingswerken voor deze onderkelde-
ring zijn op z'n minst indrukwekkend te noe-
men. Onder het monument zijn 620 schroe n-
jectiepalen aangebracht (foto 3). Ver volgens is
het gebouw op een hulpframe van stalen
draagbalken en vijzels gezet, waarbij de func-
tie van de fundering volledig is overgenomen
(foto 4). Daarna zijn de funderingsbalken
gesloopt, is de nieuwe beganegrondvloer aan-
gebracht en is het gehele gebouw omgeven
met een trillingsvrij aangebrachte damwand-
kuip. Daarna kon de ruimte onder het gehele PROJECTGEGEVENS
Project Onderbouw universiteitsbibliotheek UvA
Opdrachtgever Universiteit van Amsterdam
Opdrachtnemer Volker Staal en Funderingen en Van Hattum en Blankevoort
Wapening Spanberg Wapening
Modellering wapening Staalis Egineering
Architect MVSA Architects en Architectenbureau J. van Stigt
Constructeur Van Rossum Raadgevende Ingenieurs
Geotechnisch advies Crux
1 Wapening van beton
2 Doorsnede nieuwe
universiteitsbibliotheek UvA
4 VAKBL AD 3 2023
Auteur Dennis Knaap, Spanberg Wapening
Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 4Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 4 16-10-23 08:4316-10-23 08:43
gebouw met klein materieel worden ontgraven
en kon de houten paalfundering worden ver-
wijderd. Zo ontstond ruimte voor de bouw van
een gewapend betonnen kelder in een doolhof
van stalen palen en hulpconstructies (foto 4).
Een knap 'staaltje' funderingstechniek dat met
minimale schade en hinder is uitgevoerd.
WAPENING IN 3D
Gewapend beton begint uiteraard gewoon met
wapening, in dit geval in totaal 800 ton. Van dat
'gewone' was bij deze onderkeldering echter in
geen enkel opzicht sprake. Los van de com-
plexiteit van de vorm van de onderkeldering
zelf, moest ook de maatvoering van de
beschikbare ruimte tussen palen en hulpcon-
structie worden gevolgd. Kort samen te vatten
als: "Niks past, je kunt nergens bij, het moet in
één keer goed en o ja, ook nog een beetje vlot
graag."
De grote uitdagingen lagen dus in de maatbe-
heersing en de logistiek. De onderkeldering
was slechts benaderbaar vanuit één centraal
toegangspunt op de binnenplaats van het Bin-
nengasthuisterrein, waarbij veelal 'van achter
naar voren' werd teruggewerkt in de richting
van dat zelfde toegangspunt.
De oplossing werd gevonden in het volledig 3D
modelleren van de wapening ( g. 7 en 9). Niet
alleen in de 'eindsituatie', maar gedurende alle
logistieke stappen die hieraan voorafgingen;
vanaf de productie van de wapening, de volg-
orde van het beladen van de vrachtwagens, de
passing en door voer door de toegang en
'palenjungle' en de verschillende opbouw van horizontale en verticale wapeningslagen op de
montagelocatie in het wapeningsnet.
Omdat het eigenlijk niet mogelijk was om op
locatie onder het gebouw nog aanpassingen in
het werk uit te voeren, was het belangrijk
vooraf precies te weten wat de afmetingen en
locatie waren van gebouw, ondergrond, palen
en hulpconstructie. Hier voor is gebruikge-
maakt van het Revit-model dat door de aanne-
mer 'as built' was uitgewerkt.
Elk wapeningsonderdeel is laag-voor-laag uit-
gewerkt en vooraf in het model gepast. Ook de
instructie voor de wapeningsmonteur (de
functietitel vlechter is op dit werk eigenlijk niet
meer van toepassing) is vooraf digitaal gege-
ven, met als uitgangspunt: elke staaf in één
keer op de goede plek. In samenwerking tus-
sen modelleur en wapeningsmonteur werden
alle logistieke stappen in het model doorlopen.
Instructie van de monteurs op de bouwplaats
3 Aanbrengen schroe njectiepalen
4 Bouw van een gewapend betonnen kelder in een doolhof van stalen palen en hulpconstructies
Voor de wapening moest de maatvoering van de beschikbare ruimte
tussen palen en hulpconstructie worden gevolgd
5 VAKBL AD 3 2023
Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 5Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 5 16-10-23 08:4316-10-23 08:43
vond plaats met een tablet waarin het
3D-model was te raadplegen.
Deze manier van 3D modelleren van wapening
gaat dus een paar stappen verder dan de stan-
daard clashdetectie die in een 3D-model zit.
Het is namelijk prima mogelijk twee gesloten
beugels als schakels in een ketting te verbin-
den; dat levert geen clash op in het 3D-model.
Maar alleen een illusionist als Hans Klok zou
deze beugels zo in het werk aan kunnen bren-
gen!
Wapening is steeds aangevoerd in dagproduc-
ties van circa 10 ton. Dat was mede het gevolg
van de beperkingen van de belastbaarheid van
de toegangswegen naar het bouwterrein. Het
opdelen in kleine vrachten met een goed
gespeci ceerde beladingsvolgorde leverde
daarbij overigens ook een ongestoorde uitvoe-
ring op zonder daarbij opslagruimte op de
bouwplaats te gebruiken.DE KUNST VAN HET LOSL ATEN
Het proces verliep in een aantal opzichten
anders dan gebruikelijk. Het was een kwestie
van loslaten.
Loslaten stap 1: de constructeur tekent niet meer
Anders dan bij andere 3D-gemodelleerde
wapeningswerken is er voor gekozen om het
uitwerken van de wapening geheel over te
laten aan de leverancier van de wapening
Spanberg en zijn modelleringsbedrijf Staalis.
Door de constructeur zijn daartoe steeds
wapeningsprincipes (schetsen) aangeleverd
( g. 8). Met respect voor de aangegeven beno-
digde doorsneden, zijn alle staven en faserin-gen staaf-voor-staaf gemodelleerd en
getoetst op bereikbaarheid en maakbaarheid.
Uiteraard vond ? nadat een maakbaar model
tot stand was gekomen ? een toets door de
constructeur plaats, voordat tot productie van
de wapening werd overgegaan.
Loslaten stap 2: valideren gebeurt vooraf, niet in
het werk
Een groot voordeel van het een-op-een uit-
werken van de wapening is dat er in het werk
weinig controle meer nodig is van staa eng-
ten, verdeling en laslengten. Die zijn ? in
tegenstelling tot wapening op 'platte' 2D-teke-
ningen ? namelijk al gewoon in het model te
6 Het was niet mogelijk om op locatie onder het gebouw aanpassingen in het
werk uit te voeren
7 3D-model van de wapening 5 Wapening ingepast tussen het hulpwerk
De wapening is volledig 3D gemodelleerd, niet alleen in de
'eindsituatie', maar gedurende alle logistieke stappen die hieraan
voorafgingen
6 VAKBL AD 3 2023
Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 6Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 6 16-10-23 08:4316-10-23 08:43
zien. Het blijft uiteraard wel zaak dat de staven
ook exact geproduceerd worden zoals in het
model weergegeven. De koppeling van het
ontwerpmodel met de aansturing van de buig-
machines heeft daarbij voor het gewenste
resultaat gezorgd.
Loslaten stap 3: documentatie en archivering
Een bijzonder aandachtspunt bij het volledig
3D werken, vormt de toets door bouwtoezicht.
Anders dan gebruikelijk zijn nu niet vooraf
2D-tekeningen ter toetsing verstuurd. Ook het
archiveren in het archief van gemeentelijk toe-
zicht is anders. Voor de toetsing van het model
is gebruikgemaakt van een Solibri 3D-viewer.
Hoewel de toetsingen en steekproeven in het
3D-model tijdens de uitvoering vrijwel pro-
bleemloos verliepen ? het gehele werk kende
slechts tien afwijkingen ? is in overleg met
gemeente Amsterdam toch besloten het werk in 2D-tekeningen te archiveren. Er is nog geen
goede oplossing voor een 3D-archief.
DE BIJVANGSTEN
Door de gekozen aanpak van volledig in 3D
werken en door direct met de einddetaillering
van de afzonderlijke wapeningsstaven te
beginnen, zijn ? naast een beheerste uitvoe-
ring ? ook nog een paar 'bijvangsten' ontdekt.
Hoewel in eerste instantie werd gedacht dat de
kosten van het modelleren op deze gedetail-
leerde schaal zeer kostbaar zou zijn in relatie
met het totale volume van het werk, bleek het
volledig ontbreken van faalkosten hier ruim-
schoots tegenop te wegen.
Door de zeer beperkt beschikbare hoogte moest
de beschikbare betondikte volledig worden
benut. Hierdoor was zelfs geen ruimte over voor
de vaak in vlechtwerk gebruikte 'borgstaaf'.
Deze hulpstaaf onder de eerste laag wapening blijft traditioneel in het werk achter. Hierdoor
gaat ? bij het aanbrengen van voldoende dek-
king op deze staaf ? al gauw een staafdikte con-
structieve hoogte verloren. Het werken zonder
deze borgstaaf vraagt om extra handelingen en
faseringen voor de wapeningsmonteurs. Door
deze stappen in de 3D-modellering op te nemen,
kon dit in één moeite worden meegenomen.
Een bijzonder aandachtspunt bij
het volledig 3D werken, vormt de
toets door bouwtoezicht
Door direct inzichtelijk te maken hoe de wape-
ningsprincipes van de constructeur zich verta-
len in de werkelijke staven en afmetingen, is het
voor de constructeur zelf ook veel duidelijker
om te zien welke wapening er beschikbaar is
voor het opnemen van de verschillende belas-
tingssituaties. Bij het 'plat uitwerken' van wape-
ning komt het nog wel eens voor dat belastings-
situaties stuk voor stuk worden vertaald in een
wapeningsprincipe, waarbij de nadere uitwer-
king tot veel meer ? en vaak con icterende ?
wapening leidt. Door 'andersom' te toetsen of de
uitvoerbare wapening ook alle belastingssitua-
ties het hoofd kan bieden, ontstaat dus tevens
een rationeler constructief ontwerp.
Bij de uitwerking van alle wapeningsstaven in
het 3D-model is bij dit project de hulpwape-
ning nog niet in beschouwing genomen. Ook dit
biedt dus nog mogelijkheden voor verdere ver-
betering. Een wapeningsstaaf die aangebracht
wordt als hulpstaaf voor het tijdelijk dragen
van het bovennet, werkt na het storten en ver-
harden van het beton namelijk even goed mee
als de overige wapeningsstaven.
IKEA-BENADERING
We kondigden de door Spanberg en Staalis toe-
gepaste werkmethode al eerder aan als de
IKE A-benadering van het bouwen. Daarmee
doen we de dit 'staaltje' van uitvoeringstechniek
wellicht toch wat te kort. Ook IKE A doordenkt
het complete proces van minimale verpakking,
draagbare pakketjes, faalvrije montageme-
thode en stuk voor stuk precies getelde en pre-
cies passende onderdelen. Tot zover gaat de
vergelijking op. Wat de prestatie onder het Bin-
nengasthuisterrein uniek maakt, is dat het ?
anders dan de populaire meubelstukken ? een
éénmalig product is dat door intensieve werk-
voorbereiding foutvrij tot stand is gekomen.
VIDEO
Voor een verder inzicht in de werkwijze van
het wapenen zijn alle stappen van het proces
verduidelijkt in een video.
8 Wapeningsprincipes
aangeleverd door
constructeur
9 3D-model wapening
7 VAKBL AD 3 2023
Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 7Bijvangst van het 3D ontwerpen van wapening.indd 7 16-10-23 08:4316-10-23 08:43
Projectgegevens
Project Onderbouw universiteitsbibliotheek UvA
Opdrachtgever Universiteit van Amsterdam
Opdrachtnemer Volker Staal en Funderingen en Van Hattum en Blankevoort
Wapening Spanberg Wapening
Modellering wapening Staalis Engineering
Architect MVSA Architects en Architectenbureau J. van Stigt
Constructeur Van Rossum Raadgevende Ingenieurs
Geotechnisch advies Crux
Ten behoeve van de verhuizing van de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) naar de locatie op het Binnengasthuisterrein worden het voormalige Zusterhuis en de Tweede Chirurgische kliniek aan een grote verbouwing onderworpen. Een bijzonder deel van die verbouwing is de complete onderkeldering van deze gebouwen, voor onder meer de stalling van fi etsen (fig. 2).
Reacties