BandUitgavev a k b l a d o v e r t e c h n o l o g i e e n u i t v o e r i n g v a n b e t o nmaart20122215MeersustainableWant duurzaamheidis meer dan meergranulaat en minderCO22 maart 2012 15 I 22MeersustainableDuurzaamheid is een begrip. Het kan zichmeten met andere begrippen zoals vrijheid enrechtvaardigheid. Hoewel iedereen er wel eenbeeld bij heeft, is een definitie geven van hetbegrip duurzaamheid nog best lastig. Om het inhet vakgebied van Betoniek te houden: is het numeer granulaat of minder CO2, of allebei? Of iser nog meer? In deze Betoniek schilderen we hetgrote geheel: de belangrijkste aspecten voor debouw en de richting vanuit Europa rondom hetbegrip `sustainable'.Het begrip `sustainable' uit de titel vertalen wein deze Betoniek met het woord `duurzaam-heid'. Daarmee bedoelen we iets anders danlevensduur (`durability'), zoals we die in debetonwereld kennen. We bedoelen hier duur-zaamheid in de definitie van de commissieBrundtland van de Verenigde Naties (1987):`Duurzame ontwikkeling is ontwikkeling dieaan onze huidige behoeftes voldoet, zonderde mogelijkheden van toekomstige generatieste schaden om in hun behoeftes te voorzien'.Aangezien er tegenwoordig steeds meer oversustainable (groen) beton wordt gesproken, ishet hoog tijd om in Betoniek uit te leggen watdaar allemaal bij komt kijken. Eerst schetsenwe de achtergronden en begrippen. Vervol-gens laten we via een uitgeklede berekeningzien hoe je aan sustainability kunt rekenen.De mens en zijn behoeftenWe beginnen de uitleg van duurzaamheid bijonszelf: de mens. Deze mens woont op deplaneet aarde en heeft voor zijn voortbestaanbepaalde behoeftes die hem drijven en diemoeten worden bevredigd. Volgens depsycholoog Abraham Maslov zijn deze moti-vaties niet willekeurig, maar kan er een ze-kere rangorde worden aangegeven [1]. Zoontstaat een piramide: van noodzakelijkebehoeften aan de basis, oplopend naar be-hoeften die steeds meer de mens als persoondefini?ren. Een vrije interpretatie van eendergelijke piramide van Maslov is gegeven infiguur 2.Uitgaande van het individu kunnen we debehoeftes uit de piramide vervolgens gaaninvullen. Er is dan nodig: een minimale hoe-veelheid eten, voortplanting, woonruimte,warmte en welvaart. Zoals vaker bij pirami-des zijn de verschillende treden wel gekop-peld. Dit betekent dat we bij meer welvaarttevens behoefte hebben aan meer warmte,een grotere woonruimte, meer seks en meeren uitbundiger eten en drinken. Met anderefoto voorpagina:Bibliotheek vande TU Delftfoto: GuusSchoonewille3maart 2012 15 I 22eten (voedsel en water)voortplanting (seks)woonruimtewarmtewelvaartwoorden, de piramide wordt breder naar-mate de mens meer welvaart heeft.Voorbeelden met water en cementLaten we de afhankelijkheden in de piramideeens concreet maken. We starten daarbij meteen individu die net de lotto heeft gewonnenen we kijken dan specifiek naar de hoeveel-heid water die wordt gebruikt. Onze winnaarzal waarschijnlijk luxer en meer gaan eten endrinken (meer water). Om het extra eten teverbouwen is in de landbouw meer waternodig. Bij meer welvaart hoort ook een groter(betonnen) huis. Daarvoor is meer beton, enals onderdeel daarvan ook meer water, nodig.We kunnen dit voorbeeld nog veel dieper uit-spitten richting de behoeftes aan bijvoorbeeldmeer wegen en meer winkels. In plaats vandieper, trekken we het echter breder. We heb-ben tot nu toe namelijk gesproken over ??nindividu in z'n eigen wereld. Maar we hebbenop onze planeet kans gezien om niet ??n we-reld te cre?ren, maar minstens vier: de oudewereld (Europa), de nieuwe wereld (Amerika),de derde wereld (Afrika) en de opkomendeeconomie?n (BRIC). Zeker wanneer de opko-mende economie?n en de derde wereld in dekomende decennia gaan groeien in bevol-kingsaantal en welvaart, zullen de gevolgenmerkbaar zijn op onze gezamenlijke planeet.1Het nieuwegemeentehuis vanZwijndrecht is eenvoorbeeld van Duur-zaam Construeren.Het gebouw heefteen millieu-indexvan 175 volgenseen Greencalc+berekening (bron:BNA)2Behoeften van demens (vrij naar depiramide vanMaslov) [1]4 maart 2012 15 I 22Een eerste indruk van de effecten krijgen weal bij een vergelijking tussen wereldbevolkingen cementproductie. In Azi? wordt momen-teel hard gewerkt aan meer woonruimte,winkels en wegen. Deze duidelijke stijging inwelvaart vraagt om substantieel meer ce-mentproductie in deze regio (fig. 3).Meer dan welvaartWe hebben tot nu toe gezien dat de drijfve-ren van de mens kunnen worden gerang-schikt in verschillende niveaus van motivatie.We hebben daarbij (meer) welvaart als hoog-ste drijfveer neergezet. Brundtland en zijncommissie realiseerden zich dat er conse-quenties zitten aan het streven naar meerwelvaart. Door het defini?ren van duurzameontwikkeling zetten zij de consequenties op-nieuw (na de Club van Rome [4]) op deagenda.Een volgende stap in de invulling vanduurzame ontwikkeling kan worden toe-geschreven aan John Elkington, die in 1995de termen `people', `planet' en `profit'introduceerde als de assen waarlangs hijduurzaamheid probeerde te meten. Dezedrie p's staan ook wel bekend als de TBL (Tri-ple Bottom Line) of de drie pilaren. Minderbekend is dat op de wereldtop voor duur-zame ontwikkeling in 2002 de p van `profit'is veranderd in `prosperity' (welvaart) omniet alleen op economische winst, maar ookop maatschappelijke winst te kunnen koer-sen. Er ontstaan schetsen van de verschil-lende gebieden (fig. 4 en 5), maar pas op dewereldtop van 2005 realiseerde men zich dater een evenwichtige balans moet wordengevonden tussen de drie verschillende gebie-den (people, planet, prosperity) om aanduurzame ontwikkeling te kunnen doen.Duurzaamheid als parapluVoortbouwend op de drie pilaren wordtduurzaamheid wel als de overkoepelendeparaplu gezien. Zo ontstaat ook figuur 6.Hierbij vormt het functioneel ontwerp hetfundament. Op basis daarvan wordt eentechnisch ontwerp gemaakt. Dit technischontwerp kan vervolgens worden beoor-deeld op zijn duurzaamheid langs de pijlersvan people, planet en prosperity. Voor duur-zaamheid hoeven de pijlers niet allemaaleven hoog te zijn; veel belangrijker is dat zemet elkaar in balans zijn. Maar wat moetdan in balans zijn met wat? Waar staan depijlers voor?Azi?AfrikaEuropaLatijns-Amerika enhet Caribisch gebiedNoord-AmerikaOceani?bron: Wikipedia bron: Cembureauwereldbevolking cementproductie6.921 miljoen mensen 3.294 miljoen ton60,7%14,6%10,8%0,5% 0,3%9,1%5,6%77,1%4,8%10,5%5,3%2%3Vergelijking ver-deling wereld-bevolking [2] metcementproductie [3]per werelddeel5maart 2012 15 I 22De pijlers onder duurzaamheid [6]PeopleDeze pijler draagt het eerlijke en het goedein de mens. Onderwerpen die hierbij horenzijn: veilig werken, kinderarbeid, fair trade,hoeveelheid werk en salaris. De mens moetzich goed voelen. Echter, als het goed gaatmet de mens, komen er meer mensen enstaan we met meer mensen op dezelfdeaarde.PlanetDeze pijler staat vaak vooraan bij duurzaam-heid; dat wil zeggen, dat hij het meeste inbeeld is. Denk hierbij aan de ecologischefootprint, CO2-discussie, terugdringen vanafvalstromen, hergebruik, kringlopen sluiten,minder grondstoffen gebruiken en het milieuleefbaar houden. De mens gebruikt de aarde(grondstoffen, uitputting), maar lijkt soms tevergeten dat we diezelfde aarde hard nodighebben om te kunnen blijven leven (bij ver-vuiling en atmosfeeraantasting).sustainabilitysustainabilitytechnisch ontwerpfunctioneel ontwerppeopleplanetprosperitysociaaldragelijk billijkuit-voerbaarmilieu economischduur-zaam6Duurzaamheidwordt gedragendoor drie pijlers diesteunen op hetfundament vanhet ontwerp4Voorbeeld van invulling van de gebieden van de 3 p's [5]5De balanceeract tussen people, planet en prosperitypeopleplanetuitputtingCO2prosperity6 maart 2012 15 I 22ProsperityDeze pijler wordt ook nog vaak profit ge-noemd. Daarmee lijkt het alsof winst de be-langrijkste component is, maar de verschui-ving van profit (winst) naar prosperity(welvaart) geeft aan dat waardevermeerde-ring ook in niet-economische winst kan zitten.Meten van duurzaamheidTot nu toe hebben we in deze Betoniek ge-schetst wat er allemaal onder duurzaamheidkan worden gerekend. Daarmee wordt hettijd om de aandacht te verleggen naar hoegoed of slecht duurzaamheid nu eigenlijk is.Kunnen we het meten?Het antwoord is: Ja, we kunnen duurzaam-heid meten. Tenminste, een beetje. Als wenaar de pijlers people, planet en prosperitykijken, blijkt namelijk dat er momenteel vooralingezet is op de pijler planet. Ondanks allegoede bedoelingen van een brede definitiemet drie belangrijke pijlers, is de huidige aan-dacht voor het begrip duurzaamheid momen-teel niet zo evenwichtig verdeeld.NootHier is een waarschuwing op zijn plaats. Dit veldis heel erg in beweging. We hebben geprobeerdhier de belangrijkste kennis van dit moment kortsamen te vatten. Het is echter niet te zeggen hoesnel nieuwe (politiek gedreven) inzichten, reken-methodes of zelfs modellen zullen ontstaan.Vragenlijsten en modellenWe meten momenteel eigenlijk alleen de pijlerplanet. De manier waarop dat gedaan wordt,valt uiteen in twee hoofdgroepen. Aan de enekant zijn er de vragenlijsten en checklists diezelf dan wel door externe adviseurs moetenworden beantwoord. Zo wordt bewijslast ver-zameld waarmee punten kunnen worden ver-diend; hoe meer punten, hoe hoger de duur-zaamheidsscore. Deze methoden wordenvooral in Engelstalige landen gebruikt. Be-kende voorbeelden zijn BREEAM (UK), LEED(USA) en GreenGlobes (Can / USA) [7-9].Naast de lijstjes zijn er softwarepakketten die opbasis van een LevensCyclusAnalyse (LCA) waar-den kunnen doorrekenen. Deze manier vanmeten lijkt in Nederland de overhand te krij-gen. Deze meer kwantitatieve benaderingkomt voort uit ontwikkelingen als Eco-Indicator99, CML2, TWIN-2011, en MRPI [10-13]. Be-kende voorbeelden van softwarepakketten zijnGreenCalc+, GPR Gebouw en DuboCalc [14-16]. De onderliggende databases met milieu-gegevens worden in Nederland gecentraliseerdin de Nationale Materialendatabase onder be-heer van de Stichting Bouwkwaliteit (SBK) [17].7De levenscyclus vaneen bouwproductlevenscyclus vaneen bouwprojectgrondstofwinningtransporttransporttransportgebruiksloophergebruikproductieinbouw7maart 2012 15 I 22LevensCyclusAnalyse (LCA)We weten nu dus dat het meten van duur-zaamheid kan (via lijstjes of software). Maarhoe doen ze dat dan precies? Ook daar valt ingrote lijnen wel iets over te zeggen. Bij eenLCA-aanpak volgen we het materiaal gedu-rende zijn levenscyclus van wieg tot wieg(Eng.: `cradle to cradle'). In zo'n cyclus kijkenwe bijvoorbeeld naar grondstofwinning,transport naar productie, de productie, trans-port naar inbouw in toepassing, de inbouwzelf, het gebruik tijdens de levensduur, sloop,transport na sloop en het mogelijk hergebruikof inzet als nieuwe grondstof (fig. 7). Voor aldie activiteiten zijn grondstoffen en energienodig, en bij die activiteiten komen er verschil-lende stoffen in het milieu zoals CO2, NOx enSOx. Die geven op hun beurt weer milieu-ef-Milieu-effectindicatorenOnder de huidige inzichten wordt in Nederland in de bouw gewerkt met dertien milieu-ef-fectindicatoren om milieu-effecten in kaart te brengen. In dit kader staan ze kort genoemd,inclusief de schaduwprijs die in Nederland gehanteerd wordt om de verschillende milieu-effecten onderling vergelijkbaar te maken [18].naam uitleg eenheid schaduwprijs/eenheidlandlandgebruik* de hoeveelheid land die wegebruikenm2 -uitputting van onze aardebiotische uitputting* gebruik van hernieuwbaregrondstoffenkg Sb-eq. -a-biotischeuitputtinggebruik van niet-hernieuwbaregrondstoffenkg Sb-eq. 0,16energie uitputting gebruik van niet-hernieuwbareenergiebronnenkg Sb-eq. 0,16vervuiling van onze aardemenselijke toxiciteit giftig voor de mens (gifstoffen) kg C6H4Cl2-eq. 0,09zoetwaterecotoxiciteitgiftig voor flora en fauna viazoetwaterkg C6H4Cl2-eq. 0,03zoutwaterecotoxiciteitgiftig voor flora en fauna viazoutwaterkg C6H4Cl2-eq. 0,0001terrestrischecotoxiciteitgiftig voor flora en fauna ophet landkg C6H4Cl2-eq. 0,06verzuring verzuring van land en water kg SO2-eq. 4,00eutrofi?ring gebruik van meststoffen met eentoename in biomassa en eenafname van zuurstof tot gevolgkg PO4--eq. 9,00effecten in onze atmosfeerklimaatverandering bijdrage aan het broeikaseffect kg CO2-eq. 0,05ozonlaag uitputting afbraak van ozonlaag CFK-11-eq. 30,00fotochemischeoxidatieproductie van smog via NOx kg C2H4-eq. 2,00* Met deze parameters wordt in de praktijk nog niet gerekend, omdat dat volgens de NEN 8006 nog niet hoeft(de benodigde gegevens en rekensystematiek zijn nog onvoldoende uitgewerkt)8 maart 2012 15 I 22fecten zoals klimaatverandering of verzuring.In Nederland is voor een LCA van bouwpro-ducten afgesproken dat de milieu-effectenvoor dertien milieu-effectindicatoren wordenberekend (zie kader Milieu-effectindicatoren).Functionele eenheidZo'n LCA is goed voor te stellen voor eenmateriaal. Het wordt al ingewikkelder vooreen product, zoals een gebouw of een con-structie, samengesteld uit diverse materialenmet allemaal eigen specifieke eigenschappen,waaronder bijvoorbeeld de eigen levensduur.Om daarvoor te corrigeren zijn in de maniervan meten afspraken nodig over bijvoorbeeldfunctionele eenheid: Wat voor functie moetgedurende welke periode worden verricht?Ook moeten mogelijkheden voor onderhouden reparaties in de beschouwing kunnen wor-den meegenomen.Combineren via schaduwprijzenAls vervolgens een LCA wordt uitgevoerd, dankomt daar per LCA niet ??n antwoord uit,maar dertien! Namelijk voor elke milieu-ef-fectindicator ??n. De vraag wordt dan: Hoegaan we die staafdiagrammen nu vergelijkenmet een alternatief? Wat gebeurt er als in hetalternatief de ene milieu-effectindicator beteris, terwijl de andere juist slechter presteert?Dit probleem kan worden opgelost door deverschillende milieu-effectindicatoren bij elkaarop te tellen, waarbij het belang van de enemilieu-effectindicator ten opzichte van de an-dere gewogen wordt. Twintig jaar geleden,toen LevensCyclusAnalyses werden ontwikkeld,werd er gewogen op basis van een panelstudie;een groepje mensen werd naar hun voorkeurengevraagd ten aanzien van verschillende milieu-effecten. Het grote bezwaar tegen deze aanpakwas de subjectiviteit. Tegenwoordig is het pro-bleem van de weging vertaald naar milieukos-ten, ook wel schaduwprijzen genoemd. Dezeschaduwprijzen zijn in Nederland transparantvastgesteld op basis van de kosten van maatre-gelen om emissies te voorkomen. Daarmeewordt het ook mogelijk om naar de kosten-baten over de hele levenscyclus te kijken. In-zicht in een dergelijke `Total Cost of Ownership'maakt het mogelijk om verschillende variantente vergelijken en zo te zoeken naar de optimalebalans tussen kosten en milieu.Een LCA-uitspraakMet dergelijke belangen over langere periodezal het duidelijk zijn dat niet iedereen zo maariets mag roepen over een LCA. Om tot eenLCA-uitspraak te komen, die werkelijk magworden gebruikt, zijn daarom afspraken ge-maakt over hoe een LCA moet worden uitge-voerd. Deze bestaat uit vijf stappen:1 doel en reikwijdte beschrijven;2 inventarisatie en documentatie van gege-vens;3 effectbepaling en -beoordeling;4 onafhankelijke beoordeling door een derdepartij;5 conclusies en aanbevelingen.In deze Betoniek gaan we hier niet verder op in.8Simpele huisconstructie voor onzeeenvoudige LCA-berekening9maart 2012 15 I 22Een LCA-rekenvoorbeeldHet wordt tijd om de voorgaande theoriewat concreter te maken. Laten we de infor-matie eens toepassen in een rekenvoor-beeld. We nemen hiervoor een heel simpeleverzonnen doorzonwoning (fig. 8). Het huisis 5,4 m breed, 9,5 m diep en 7,5 m hoog.Het heeft drie bouwlagen en zes ramen meteen oppervlak van 2,5 m? elk. Het huis isopgetrokken uit gewapend beton (port-landcement) en glas. Bovendien gaan wehet gedurende 30 jaar (functionele een-heid!) verwarmen met aardgas.Voor LCA-berekeningen wordt alles omge-rekend naar kilogrammen, dus ook de gas-sen en vloeistoffen. Als we de berekeningmaken van de benodigde materialen in onshuis, dan komen we op de volgende getal-len: 49,6 m? beton (= 124 000 kg), 3475 kgstaal (= wapening (2,8%)) en 15 m? raamop-pervlak (= 300 kg glas). Voor het verwarmenvan ons huis gaan we uit van een verbruikvan 1600 m? aardgas per jaar. Omgerekendvoor onze functionele eenheid van 30 jaarbetekent dit in totaal 40 000 kg aardgas.We maken hier een vereenvoudigde LCA omhet principe uit te leggen. Daarom kijken wein dit voorbeeld niet naar alle dertien milieu-effectindicatoren, maar slechts naar drie:menselijke toxiciteit, verzuring en klimaatver-andering. We doen dit voor de materialenbeton, staal, glas en aardgas.Stap 1: EmissiesWe kijken eerst maar eens naar wat voor scha-delijke stoffen er kunnen vrijkomen. Ook hierhouden we het eenvoudig (het gaat om hetprincipe) en komen we uit op CO2, poly-aro-matische koolwaterstoffen (PAK's) en verzu-ring (SOx). In figuur 9 is een overzicht gege-ven van de emissies naar de lucht permateriaal, dat wil zeggen voor beton, staal,glas en aardgas.Stap 2: Van emissies naar equivalentenDeze emissies staan echter niet in de eenhe-den van de milieu-effectindicatoren. We moe-ten dus gaan omrekenen. Dit is nodig omdater bijvoorbeeld meer broeikasgassen zijn danCO2 alleen. Aardgas (methaan) is bijvoor-6,005,004,003,002,001,000,00PAK (mg)SOx(g)CO2(kg)betonemissiesnaarluchtwapenings-staalglas gasverbranding1 kg0,0040,060,11 kg0,531,51 kg0,0451,01 kg0,522,83,002,502,001,501,000,500,00mens. toxiciteit (kg C6H4Cl2eq.)verzuring (kg SOxeq.)klimaatverandering (kg CO2eq.)betonmilieu-effecteninequivalentenwapenings-staalglas gasverbranding1 kg0,0020,000070,11 kg0,30,0041,51 kg0,020,0061,01 kg0,30,0022,89Emissies10Milieubelasting in equivalenten10 maart 2012 15 I 22beeld 23 keer zo schadelijk als puur CO2,de referentie-equivalent voor broeikasgas.Voor de PAK's en SOx geldt iets vergelijk-baars. Voor de milieu-effectindicator `men-selijke toxiciteit' is PAK bijvoorbeeld 570 000keer zo schadelijk als de equivalente referen-tiestof 1,4 dichloorbenzeen (C6H4Cl2).Als we op deze manier de emissies omreke-nen naar milieu-effectindicatoren dan volgtfiguur 10. Hierbij valt op dat PAK's emissie inmenselijke toxiciteit wel zichtbaar blijft, ter-wijl SOx in verzuring helemaal wegvalt.Stap 3: Combineren in schaduwkostenWe hebben de milieubelasting nu wel omge-rekend naar milieu-indicatoren, maar we zit-ten nog steeds met meer indicatoren die wemet elkaar proberen te vergelijken. Deze kun-nen we combineren door de verschillendemilieu-effectindicatoren in geld uit te druk-ken via de eerder genoemde schaduwprijzen,om ze vervolgens te sommeren. Daarmeekrijgen we ??n getal per materiaal. Dit is ge-daan in figuur 11.Stap 4: Berekening over functioneleeenheidDe schaduwkosten die we in figuur 11 hebbenberekend, gelden per kg materiaal. We heb-ben echter geen kg maar een heel huis. Als wede getallen die daarbij horen invullen voor deperiode van 30 jaar, dan komt daar tenslottefiguur 12 uit tevoorschijn. Net zoals we bij fi-guur 11 hebben gedaan, kunnen we ook nuweer onze verschillende materialen `stapelen'via de schaduwkosten. Voor ons simpele huiskomen we dan op een milieubelasting van 8000, uitgaande van onze beperkte LCA opslechts drie milieu-effectindicatoren.Wat zien we nu?In de stappen die we tot nu toe hebben geno-men, valt een paar dingen op. Glas lijkt demeeste emissies te hebben (fig. 9). Echter, alswe dit gaan corrigeren naar hoe belangrijk ofschadelijk we de diverse emissies vinden, danzakt glas van een eerste naar een derde plaats(fig. 10). Bovendien verandert het aandachts-veld van verzuring (fig. 9) naar klimaatverande-ring (fig. 10) als belangrijkste emissie. Betrek-0,200,150,100,050,00mens. toxiciteitverzuringklimaatveranderingbetonschaduwkosten(Euro)wapenings-staalglas gasverbranding1 kg0,00020,00030,0051 kg0,0260,0140,0751 kg0,0020,0240,0501 kg0,0240,0070,1428,006,004,002,000,00schaduwkosten(1000Euro)mens, toxiciteitverzuringklimaatveranderingbeton wapenings-staalglas gasverbranding124ton0,030,040,633,5 ton0,090,050,26300 kg0,00050,0070,01540 ton0,950,295,6911Milieubelasting per kg in schaduwkosten12Milieubelasting in schaduwkosten voor ons gehele huis gedurende 30 jaar11maart 2012 15 I 22ken we vervolgens de schaduwkosten erbij, omde verschillende milieu-indicatoren te kunnencombineren (fig. 11), dan is per kg materiaalbeton eigenlijk te verwaarlozen ten opzichtevan de overige materialen. Gaan we dan naarde werkelijke hoeveelheden materiaal, dan valtvooral het verschil in schaduwkosten in relatietot de gebruikte hoeveelheden op. Vergelijkbijvoorbeeld eens 40 ton aardgas met 124 tonbeton, of 3,5 ton staal met 124 ton beton.Slechts een halve LCAIn de voorbeeldberekening die we hier heb-ben gemaakt, hebben we getallen gebruiktdie uitgaan van de cyclus vanaf de grondstoftot en met de bouwplaats en een deel van degebruiksperiode. Dat is dus eigenlijk maar eenhalve LCA, want voor een goede analyse zou-den we ook het milieu-effect van onderhoudof recycling en hergebruik van materialenmee willen nemen. Met de gegeven aanpakis dit heel goed mogelijk. De principes blijvenprecies hetzelfde. De grote winst wordt ver-volgens verkregen door niet naar de uitkomstvan ??n LCA te kijken, maar de LCA juist tegaan gebruiken om alternatieven met elkaarte vergelijken. Wat nu als ik andere cementenneem voor mijn beton, of betongranulaat gagebruiken, lichter ga construeren, of juistmeer in hogesterktebeton bouw? In dit rijtjehoren ook de afwegingen voor meer of min-der ramen, aantal bouwlagen, betere isolatie,gasbesparende maatregelen of gedragingenenz. Door consequent de verschillende alter-natieven met elkaar te vergelijken, kunnen weoptimaliseren, momenteel alleen nog via mi-lieukosten en kostprijs (profit), maar in detoekomst hopelijk ook op de gebieden vanpeople en prosperity.Een blik in de toekomstVoor de toekomst wordt op Europees niveaual hard gewerkt aan de invulling van een mi-lieubeoordeling. Op raamwerkniveau is menbezig met prEN 15643-1 `Sustainability As-sessment of Buildings ? General Framework'.De invulling hiervan is vooral gevorderd in deplanet-poot waarbij de benodigde basisgege-vens voor de uiteindelijke berekeningen wor-den gehaald uit prEN 15804 `EnvironmentalProduct Declarations' (EPD). Als voorloperhiervan kan de Milieu Relevante Product In-formatie (MRPI) worden gezien, momenteelnog gebaseerd op de NEN 8006.Wanneer in 2012 het nieuwe Bouwbesluit vankracht wordt, is voor nieuwbouw verplichtgesteld om inzicht te hebben in de milieube-lasting van de materialen van het gebouw.Europa begint druk uit te oefenen, zodat allelanden iets soortgelijks gaan introduceren. Deverwachting is dat een volgende stap zal zijndat er eisen gesteld gaan worden aan welkemaximale milieubelasting is toegestaan.Nu al is bij de verkoop van woningen eenenergielabel verplicht. Mede daardoor neemtde maatschappelijke druk toe om voor nieuw-bouwwoningen met een laag energieverbruikte kiezen. Ook overheden en bedrijven spelenin op de ontwikkeling in duurzaamheid. Denkaan het duurzaam inkopen van de overheid ende CO2-prestatieladder 2.0 van ProRail: hoehoger op de ladder, hoe meer virtuele kortingde aanbieder mag rekenen op de prijs [19].Tot slotIn deze Betoniek is duurzaamheid in de beteke-nis van `sustainability' wat meer aangezet danenkel de CO2-footprint of betongranulaat. Hetis altijd onzeker hoe de toekomst zich zal ont-wikkelen, maar het is vrij zeker meer sustaina-ble. We hopen dat u met deze Betoniek alvasteen beetje meer bent voorbereid.DankwoordDe redactie van Betoniek bedankt Suzannede Vos-Effting voor het inbrengen van haarkennis en expertise bij de totstandkomingvan dit nummer.12 maart 2012 15 I 22Betoniek is h?t vakblad over technologie enuitvoering van beton en verschijnt 10 keerper jaar. Betoniek wordt uitgegeven door?neas, uitgeverij van vakinformatie bv, inopdracht van het Cement&BetonCentrum.In de redactie zijn vertegenwoordigd:BAM Infra, BAS Research & Technology,BMC Certificatie, BTE Nederland, ENCI,Mebin en TNO. Voor de jaarlijkse afleveringover het Examen Betontechnoloog BV wordtsamengewerkt met de Betonvereniging.Uitgave ?neas, uitgeverij vanvakinformatie bvPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 - 65 00 85E: info@aeneas.nlWebsite www.betoniek.nlRedactie T: 0411 65 35 84E: betoniek@aeneas.nlMedia-advies T: 0411 - 65 35 81E: t.vanwanrooij@aeneas.nlVormgeving Inpladi bv, CuijkAbonnementen/adreswijzigingen?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 65 00 85E: info@aeneas.nlAbonnementen 2012Jaarabonnement, inclusief toegang onlinearchief: 85 (excl. 6% btw)Buiten Nederland geldt een toeslag voorextra porto. Abonnementen lopen per jaaren kunnen elk gewenst moment ingaan.Opzeggen moet altijd schriftelijk gebeu-ren, uiterlijk twee maanden voor vervalda-tum. Kijk voor de mogelijkheden van on-line abonnementen op www.betoniek.nl.? ?neas, uitgeverij van vakinformatie2012.Niets uit deze uitgave mag worden over-genomen zonder toestemming van de uit-gever. De algemene publicatievoorwaar-den van de uitgever worden verondersteldbekend te zijn en zijn op aanvraag beschik-baar. Hoewel de grootst mogelijke zorgwordt besteed aan de inhoud van het blad,zijn redactie en uitgever van Betoniek nietaansprakelijk voor de gevolgen, van welkeaard ook, van handelingen en/of beslissin-gen gebaseerd op de informatie in dezeuitgave.Niet altijd kunnen rechthebbenden van ge-bruikt beeldmateriaal worden achterhaald.Belanghebbenden kunnen contact opne-men met de uitgever.Betoniek onlineDeze Betoniek en alle 421 vorige edities zijn online te raadplegen opwww.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dit archief gratis toegankelijk.Nog geen lid? Kijk op www.betoniek.nl voor een interessant aanbod.15/23 - SR en VLHEr zijn nieuwe aanduidingen in de cementbenamingen voor sulfaatbestandheid en zeer lagewarmteontwikkeling. Waren de cementbenamingen voor velen altijd al moeilijk te doorgronden,de Europese normen voor cement kennen weer een paar nieuwe aanduidingen, te weten: SR enVLH. SR staat voor `Sulphate Resistance' en vervangt de aanduiding HS, `Hoog Sulfaatbestand'.De aanduiding VLH staat voor `Very Low Heat' en omvat cementen die een zeer lage warmteont-wikkeling kennen. Omdat deze ontwikkelingen invloed hebben op de wijze waarop we cementenaanduiden, is het in de volgende uitgave van Betoniek tijd voor een kleine update.Literatuur en bronnen1 Maslov, A.H., `A theory of humanmotivation'. Phychological Review, Vol.50, pp. 370-396. (1943).2 en.wikipedia.org/wiki/World_population, oktober 2011.3 www.cembureau.be/about-cement/key-facts-figures, oktober 2011.4 The Limits to Growth, The Club of Romeproject, 1972.5 Adams, W.M., `The Future of Sustain-ability: Re-thinking Environment andDevelopment in the Twenty-first Century'.Report of the IUCN Renowned ThinkersMeeting, 29-31 January 2006 (2006).www.iucn.org6 en.wikipedia.org/wiki/Triple_bottom_line7 www.breeam.nl8 www.usgbc.org9 www.greenglobes.com10 www.pre-sustainability.com/content/eco-indicator-9911 www.cml.leiden.edu12 TWIN-2011 www.nibe.org13 www.mrpi.nl14 www.greencalc.com15 www.gprgebouw.nl16 Video `DuboCalc: zo werkt het',www.youtube.com/user/Rijkswaterstaat17 www.milieudatabase.nl18 Bepalingsmethode MilieuprestatieGebouwen en GWW-werken. StichtingBouwkwaliteit. Definitief 01-07-2011.19 www.skao.nl20 Wijzer met LCA's, www.cementenbeton.nlIn onzevolgendeuitgave
Reacties