Nieuwe aanduidingen in de cementbenamingDe naamgeving voor cementen is voor velen een complex stelsel van codes. Voorheen sprak men van een portland A, B of C. Nu komen we twee nieuwe aanduidingen tegen: SR en VLH. SR staat voor ‘Sulphate Resistance’ en vervangt de aanduiding HS – ‘Hoog Sulfaatbestand’. VLH staat voor ‘Very Low Heat’ en gaat over cementen met een zeer lage warmteontwikkeling. De invloed die deze ontwikkelingen hebben op hoe we cement in de praktijk aanduiden, wordt in deze Betoniek besproken. Kortom, tijd voor een kleine update.
BandUitgavev a k b l a d o v e r t e c h n o l o g i e e n u i t v o e r i n g v a n b e t o napril20122315SR en VLHNieuwe aanduidingenin de cementbenaming2 april 2012 15 I 23SR en VLHDe naamgeving voor cementen is voor velen eencomplex stelsel van codes. Voorheen sprak menvan een portland A, B of C. Nu komen we tweenieuwe aanduidingen tegen: SR en VLH. SR staatvoor `Sulphate Resistance' en vervangt de aan-duiding HS ? `Hoog Sulfaatbestand'. VLH staatvoor `Very Low Heat' en gaat over cementenmet een zeer lage warmteontwikkeling. Deinvloed die deze ontwikkelingen hebben op hoewe cement in de praktijk aanduiden, wordt indeze Betoniek besproken. Kortom, tijd voor eenkleine update.Nieuwe aanduidingenZoals in de inleiding al wordt beschreven, zijnde aanduidingen SR en VLH nieuwe bouwstenen voor cementbenamingen. De basisvan de cementbenamingen is vastgelegd inNENEN 1971 `Cement Deel 1: Samenstelling, specificaties en conformiteitcriteria voorgewone cementsoorten'. In de nieuwe versievan 2011 is de aanduiding SR opgenomen.Voor het speciale cement met de aanduidingVLH is er een aparte Europese cementnorm.Dit is NENEN 14216 `Cement ? Samenstelling, specificaties en conformiteitcriteria voorbijzondere cementsoorten met erg lagehydratatiewarmte'. Ondanks dat deze aanduiding al een jaar of vijf bestaat, beschouwenwe hem vanwege zijn onbekendheid in dezeBetoniek als `nieuw'.Om beide nieuwe aanduidingen goed te kunnen bespreken, beginnen we deze Betoniekmet een korte samenvatting van de cementbenamingen en lichten daarna de SR en VLHuitgebreid toe.CementbenamingenCementbenamingen zijn veelal lange codesmet letters en getallen. In de benaming wordtgeprobeerd om zoveel mogelijk informatie teVoorpagina:illustratie Richardvan de Pol3april 2012 15 I 231In tuinbouw komtveel sulfaat vrij enwordt daaromsulfaatbestandcement toegepastgeven over het product (kader op pagina 4).De benaming vertelt ons:1 de cementsoort en de samenstelling;2 de sterkteklasse en de beginsterkteontwikkeling;3 de eventuele speciale eigenschappen.Cementsoort en samenstellingHet eerste deel van de cementbenamingbeschrijft de cementsoort. Dit is ??n van devijf hoofdgroepen voor cement zoals weergegeven in tabel 1. Een hoofdgroep wordt aangeduid met de letters CEM, afgeleid van hetwoord cement, aangevuld met een Romeinscijfer I tot en met V.Direct achter deze aanduiding volgt informatie over de samenstelling. Eerst een letter A, Bof C, wat informatie geeft over de hoeveelheid portlandcementklinker. Daarna een letterof lettercombinatie die vertelt welke anderebestanddelen dan portlandcementklinker inhet cement aanwezig zijn (tabel 3).De exacte grenzen voor de verhoudingen vande verschillende bestanddelen zijn opgenomen in tabel 4, die op pagina 67 van dezeBetoniek is opgenomen.4 april 2012 15 I 23Sterkteklassen en beginsterkteontwikkelingEr bestaan 3 sterkteklassen voor cement, teweten: 32,5, 42,5 en 52,5. Deze getallen zijneen verwijzing naar de minimale normdruksterkte op 28 dagen van het betreffendecement. Deze normdruksterkte wordt gemeten aan mortelbalkjes van 4x4x16 cm? diezijn vervaardigd uit cement en standaardnormzand (zand met een constante korrelverdeling) met een vaste watercementfactorvan 0,50.Bij de sterkteklasse hoort ook nog een letteraanduiding voor de beginsterkteontwikkeling. Dit kunnen zijn de letters L (voor Low),N (voor Normal) of R (voor Rapid). Allesterkteklassen met hun bijbehorende eisenzijn weergegeven in tabel 2.Voorbeeld cementbenamingAls voorbeeld kijken we naar een CEM III/B 42,5 N LH SR. Deze naam bestaat uit drie delen.Het eerste deel van de code is CEM III/B. Dit vertelt ons dat we te maken hebben met een hoogovencement(tabel 1), bestaande uit portlandcementklinker en gegranuleerde hoogovenslak. De `/B' geeft het gehalte portlandcementklinker weer. Dit moet liggen tussen 20% en 34%. Het gehalte hoogovenslak ligt tussen 66% en 80%(tabel 4, pagina 67).Het tweede deel van de code is 42,5 N. Het getal 42,5is de sterkteklasse van het cement. Dat betekent dat denormsterkte van dit cement op 28 dagen zal liggen tussen de 42,5 en 62,5 N/mm2. De letter N betekent dat ereen `normale' beginsterkteontwikkeling is (tabel 2).Het derde deel van deze code is LH ? `Low Heat' enSR ? `Sulphate Resistance'. Deze codes geven de specialeeigenschappen lage warmteontwikkeling en hoge sulfaatbestandheid van het cement aan.Tabel 2 Eisen voor de sterkteklasse van cementsterkteklassenormsterkte [N/mm2]beginsterktena 2 dagenbeginsterktena 7 dagensterkte na 28 dagen32,5 L 1) 12 32,5 52,532,5 N 1632,5 R 10 42,5 L 1) 16 42,5 62,542,5 N 10 42,5 R 20 52,5 L 1) 10 52,5 52,5 N 20 52,5 R 30 1) Alleen van toepassing voor hoogovencement met lage beginsterkteTabel 1 Hoofdgroepen van cementhoofdgroep naamCEM I portlandcementCEM II samengesteld portlandcementCEM III hoogovencementCEM IV puzzolaancementCEM V composietcement5april 2012 15 I 23Speciale eigenschappenIn de cementbenaming kennen we ook tweeaanduidingen voor speciale eigenschappenvan het cement. NENEN 1971 beschrijft:1 SR ? `Sulfate Resistance'Dit is de nieuwe aanduiding en vervangt deaanduiding HS ? `Hoog Sulfaatbestand'. Inde volgende paragraaf gaan we hier uitgebreid op in.2 LH ? `Low heat'Deze codering staat voor lage warmteontwikkeling en is niet gewijzigd. Er is alleeneen VLHcode bijgekomen voor `Very LowHeat'. De aanduiding VLH wordt op eengeheel eigen wijze toegepast in de cementbenaming. Daarover later meer.SRcementenSR staat voor `Sulfate Resistance'. Deze aanduiding vervangt zoals gezegd een aanduiding die we in Nederland al heel lang kennen,namelijk: HS ? `Hoog Sulfaatbestand'. Dereden van deze wijziging is dat het criterium`Hoog Sulfaatbestand', dat wij in Nederlandal heel lang in onze Nederlandse cementnorm(NEN 3550) hadden staan, nu wordt hetopgenomen in de Europese cementnorm(NENEN 1971). Daarmee wordt het Nederlands verwisseld voor het Engels, `et voil?'.Als dit nu het enige is dat wijzigt, dan is hetnog te overzien. Maar de eisen aan sulfaatbestand cement zijn ook gewijzigd. We kennenvanaf nu zeven producten, onderverdeeld indrie groepen van sulfaatbestand cement. Denieuwe eisen waaraan deze producten moeten voldoen zijn weergegeven in tabel 5.Eisen aan SRcementenHet eerste wat opvalt in tabel 5 is dat er nu, integenstelling tot het verleden, drie groepenvan sulfaatbestand cement bestaan. Nieuw isde groep met puzzolaancementen, CEM IV.Laten we per groep beschouwen welke eisener vertrouwd voor ons zijn, en met welkenieuwe eisen we te maken krijgen.Groep 1 ? Sulfaatbestand portlandcementSulfaatbestand portlandcement is voor ons nietsnieuws. In Nederland kenden we daarvoor eeneis van maximaal 3% C3A en een Al2O3gehaltevan maximaal 5% in het portlandcement. Dezeeisen zijn met de komst van de nieuwe Europesecementnorm komen te vervallen.Voor portlandcement worden vanaf nu drieniveaus voor sulfaatbestandheid beschreven.Het is de SR0, SR3 en SR5. Deze 0, 3 en 5staan voor het maximale percentage C3A datin de portlandklinker aanwezig mag zijn. Deklasse SR5 is een verruiming van de eis die wein Nederland tot nu toe kenden.Om dit te begrijpen moeten we even terugnaar het schademechanisme `sulfaataantasting'. Sulfaataantasting is het reageren vansulfaat met C3A, dat onder opname van waterTabel 3 Bestanddelen voor cementaanduiding naamhydraulischK portlandcementklinkerlatent hydraulischS gegranuleerde hoogovenslakpuzzolaanD microsilica (silica fume)P natuurlijke puzzolanenQ gebrande natuurlijke puzzolanenV silicahoudende poederkoolvliegasW calciumhoudende poederkoolvliegasT gebrande leisteenInertL kalksteenmeel (TOC < 0,20%) 1)LL kalksteenmeel (TOC < 0,50%) 1)1) TOC = totaalgehalte aan organische bestanddelen6 april 2012 15 I 23Tabel 4 De 27 producten van de familie van gewone cementsoortenhoofdtypen aanduiding van de 27 producten(gewone cementsoorten)klinker hoogovenslakmicrosilicaK S D 2)CEM I portlandcement CEM I 95100 CEM II portlandslakcement CEM II/AS 8094 620 CEM II/BS 6579 2135 portlandmicrosilicacement CEM II/AD 9094 610portlandpuzzolaancement CEM II/AP 8094 CEM II/BP 6579 CEM II/AQ 8094 CEM II/BQ 6579 portlandvliegascement CEM II/AV 8094 CEM II/BV 6579 CEM II/AW 8094 CEM II/BW 6579 portlandleisteencement CEM II/AT 8094 CEM II/BT 6579 portlandkalksteencement CEM II/AL 8094 CEM II/BL 6579 CEM II/ALL 8094 CEM II/BLL 6579 portlandcomposietcement 3) CEM II/AM 8094CEM II/BM 6579CEM III hoogovencement CEM III/A 3564 3665 CEM III/B 2034 6680 CEM III/C 519 8195 CEM IV puzzolaancement 3) CEM IV/A 6589 CEM IV/B 4564 CEM V composietcement 3) CEM V/A 4064 1830 CEM V/B 2038 3150 7april 2012 15 I 23samenstelling (gehalten in massaprocent 1))hoofdbestanddelen nevenbestanddelenpuzzolanen vliegas gebrandeleisteenkalksteennatuurlijkegebrandenatuurlijkesiliciumhoudendcalciumhoudendP Q V W T L LL 05 05 05 05620 052135 05 620 05 2135 05 620 05 2135 05 620 05 2135 05 620 05 2135 05 620 05 2135 05 620 05 2135 05620 052135 05 05 05 051135 053655 051830 053150 051) De waarden in de tabel zijn uitgedrukt ten opzichte van de som van hoofd en nevenbestanddelen.2) Het gehalte microsilica mag niet meer dan 10% bedragen.3) In het geval van portlandcomposietcement CEM II/AM en CEM II/BM, puzzolaancement CEM IV/A en CEM IV/B en composietcement CEM V/A en CEM V/B moeten de hoofdbestanddelen, anders dan klinker, in de aanduiding van het cement vermeld zijn.8 april 2012 15 I 23gaat zwellen en beton van binnenuit kapotkan drukken (zie Betoniek 15/13 DEF?). Dezeschade kan worden voorkomen als er geen ofweinig C3A aanwezig is. Een sulfaatbestandportlandcement SR3 bevat minder C3A daneen portlandcement SR5 en zal minder kansop sulfaataantasting hebben.In Nederland wordt sulfaatbestand portlandcement nagenoeg niet toegepast. Dit komtomdat wij veel gebruik maken van sulfaatbestand hoogovencement. Daarnaast isbekend dat een C3Aarm portlandcementgemakkelijk chloriden doorlaat, wat mogelijkniet gewenst is.Groep 2 ? Sulfaatbestand hoogovencementVoor hoogovencementen is niets veranderdin de eisen voor sulfaatbestandheid. Als ermeer dan 65% hoogovenslak in het cementaanwezig is, is de SRaanduiding van toepassing. Als we dit vergelijken met de C3Aeisenvan het portlandcement, wordt hier feitelijkbedoeld dat het percentage portlandcementklinker kleiner moet zijn dan 35%.Bij sulfaatbestand hoogovencement is geenspecifieke eis gesteld aan het C3Agehalte. Ditkomt enerzijds doordat er een laag aandeelportlandcementklinker in het cement aanwezig is en anderzijds doordat de dichtheid vande cementsteen bij hoge gehalten hoogovenslak zo groot is, dat het voor sulfaten heelmoeilijk wordt om binnen te dringen in hetbeton.Groep 3 ? Sulfaatbestand puzzolaancementDe groep sulfaatbestand puzzolaancementis nieuw in onze regelgeving. In Nederlandwordt dit cement niet veel toegepast en hetTabel 5 De zeven producten in de drie groepen van sulfaatbestand cementhoofdgroepschrijfwijze van de zeven producten(drie groepen van sulfaatbestandcement)samenstelling [% m/m] 1)hoofdbestanddelenklinkerKhoogovenslakSnatuurlijkepuzzolaanPsiliciumhoudendevliegasVCEM I sulfaatbestandportlandcementCEM ISR 0 95100CEM ISR 3CEM ISR 5CEM III sulfaatbestandhoogovencementCEM III/BSR 2034 6680 CEM III/CSR 519 8195 CEM IV sulfaatbestandpuzzolaancement 2)CEM IV/ASR 6579 2135CEM IV/BSR 4564 36551) De waarden in de tabel zijn uitgedrukt ten opzichte van de som van hoofd en nevenbestanddelen2) In het geval van sulfaatbestand puzzolaancement CEM IV/ASR en CEM IV/BSR moeten de hoofdbestanddelen, anders dan klinker,in de aanduiding van het cement vermeld zijn (zie voorbeeld)VoorbeeldVolgens NENEN 1971 bevat puzzolaancement CEM IV/A (P) 32,5 N SR tussen de 21% en 35% natuurlijke puzzolaan (P),heeft het een sterkteklasse van 32,5 met een normale beginsterkteontwikkeling (N) en een maximaal C3Agehalte van 9%.9april 2012 15 I 23is ook niet een standaard toegelaten cementvoor de toepassing in beton volgensNEN 8005. Omdat er in Europa ook landenzijn waar dit product wel wordt toegepast alsgewoon sulfaatbestand cement, is dezegroep toegevoegd aan de Europese cementnorm.Bij sulfaatbestand puzzolaancement valt opdat het cement niet elke puzzolaan magbevatten. Er mag alleen gebruik wordengemaakt van de siliciumhoudende poederkoolvliegas (V) en de natuurlijke puzzolanen(P). Dit is een beperking binnen deze groepomdat we normaal een grotere groeppuzzolanen mogen toepassen als bestanddeelin cement (tabel 4, pagina 67).Tevens moet er een hoger aandeel puzzolaanworden toegepast dan normaal. Dit om dedichtheid van de cementsteen op termijn tevergroten en meer weerstand te cre?rentegen het binnendringen van sulfaten. Daarnaast wordt er aan de gebruikte portlandcementklinker een eis gesteld aan het C3Agehalte: deze moet kleiner zijn dan 9%.Hiermee be?indigen we de beschrijving vanSR en gaan we verder met de tweede `nieuwe'aanduiding: die van de zeer lage warmteontwikkeling.Speciale VLHcementenDe tweede speciale eigenschap van eencement kan een lage warmteontwikkelingzijn. Bij de gewone cementen wordt hiervoorde aanduiding LH ? `Low Heat' (lage warmteontwikkeling) gebruikt. Deze cementen gebruiken we bijvoorbeeld voor beton waarbijwe de warmteontwikkeling willen beperken(voorbeelden hiervan zijn terug te vinden inBetoniek 15/17 Meten is hot! en Betoniek15/21 Temperaturen).maximaal toegestaneC3Agehalte in deklinker (K)nevenbestanddelen05 03505 05 05 905 92Beton in deveehouderij heeft eenverhoogd risico opsulfaataantasting10 april 2012 15 I 23Een cement ontvangt een LHpredikaat alsblijkt dat ??n gram cement minder dan270 Joule hydratatiewarmte produceertgedurende zeven dagen. Omdat portlandcementklinker verantwoordelijk is voor veelwarmteproductie, zijn LHcementen in depraktijk producten met een laag aandeel portlandcementklinker. In Nederland is het meestgebruikte LHcement CEM III/B 42,5 N LH SR.Is een nog lagere warmteontwikkeling vereist,dan kunnen we gebruikmaken van een VLHcement.Dit speciale cement produceert per gramcement minder dan 220 Joule hydratatiewarmte gedurende zeven dagen. VLH staatzoals gezegd voor `Very Low Heat' (zeer lagewarmteontwikkeling). Om dit lage niveau vanwarmteontwikkeling te realiseren, moet hetTabel 6 Mogelijke VLHcementen volgens NENEN 14216hoofdgroep aanduiding sterkteklasseVLH IIIhoogovencementVLH III/B 22,5 22,5VLH III/C 22,5 22,5VLH IVpuzzolaancementVLH IV/A 22,5 22,5VLH IV/B 22,5 22,5VLH VcomposietcementVLH V/A 22,5 22,5VLH V/B 22,5 22,540030020010000 1 2 3 4 5 6 7dagentotaalontwikkeldewarmtebij20?C[J/g]CEM I 52,5 RCEM I 42,5 RCEM I 32,5 RCEM II/B-V 42,5 NCEM III/A 42,5 NCEM III/B 42,5 N LH SRVLH III/C 22,5LH < 270VLH < 2203Hydratatie-warmte-ontwikkeling vancementen11april 2012 15 I 23aandeel portlandcementklinker zeer laag zijn.Een overzicht van alle mogelijke VLHcementen is weergegeven in tabel 6.VLH vervangt CEMOmdat we niet meer spreken van een gewooncement zoals omschreven in NENEN 1971,maar van een speciaal cement volgens NENEN 14216, is een duidelijk afwijkende naamgeving bedacht. Er komt geen achtervoegselzoals bij de aanduiding LH. In deze naamgeving worden de letters CEM vervangendoor VLH.SterkteontwikkelingOmdat de VLHcementen een zeer laag aandeel portlandcementklinker hebben, kunnenwe ons voorstellen dat de sterkteontwikkelingvan het cement minder snel gaat. Daaromgeldt voor een VLHcement een afwijkendelage sterkteklasse van 22,5. De normdruksterkte na 28 dagen zal liggen tussen 22,5 en42,5 N/mm2. Er is geen andere sterkteklassemogelijk.De beginsterkteontwikkeling zal voor alleVLHcementen gering zijn. De aanduidingvoor de beginsterkteontwikkeling (L, N, R) isin de naamgeving van de VLHcementendaarom komen te vervallen.SamenstellingVoor de samenstellingseisen van de VLHcementen wordt terug verwezen naarNENEN 1971. De eisen die daar gelden voorbijvoorbeeld CEM III/B, gelden ook voorVLH III/B.PrestatieeisenVoldoen aan de samenstellingseis is geengarantie voor de lagere warmteontwikkeling.4Voorbeeld vanmassabeton: eenpyloonmoot vande Muiderbrug12 april 2012 15 I 23Betoniek onlineDeze Betoniek en alle 422 vorige edities zijn online te raadplegen opwww.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dit archief gratis toegankelijk.Nog geen lid? Kijk op www.betoniek.nl voor een interessant aanbod.15/24 VlinderenWe hebben allemaal wel eens de bedrijvigheid gezien die plaatsvindt rondom het uitvoeren vaneen monolietvloer. Als aan het einde van de werkdag de vloer gestort is, gaat iedereen tevredennaar huis. Nu begint het vloerenbedrijf echter aan de tweede fase van het werk: het afwerken vanhet betonoppervlak. De volgende ochtend ligt er een perfect gladde en vlakke vloer, die sterk isen nog wat glimt van de curing compound. Hoe dit afwerken, het vlinderen, precies in zijn werkgaat, is bij minder mensen bekend omdat deze werkzaamheden zich afspelen in de avond ennacht na de betonstort. In de volgende Betoniek vertellen we wat er allemaal bij komt kijken.Gaat het bij SR alleen om samenstellingseisen,bij VLH horen daar ook prestatieeisen bij. Eenvan de meest gestelde vragen is of CEM IV/Aook een zeer lage warmteontwikkeling heeft.Er is namelijk veel portlandcementklinker inaanwezig. Dit klopt inderdaad. Een CEM IVwordt alleen maar een VLH IV als de gemetenwarmteontwikkeling ook aan de prestatieeisen voldoet van 220 J/g.Tot slotNormen zijn altijd in ontwikkeling. SommigeNederlandse normen worden opgenomen inde Europese normen en dan krijgen we temaken met aanpassingen die ons in de praktijk kunnen raken. Met deze Betoniek is inzichtverkregen in een dergelijke wijziging. Wijhopen dan ook dat u nog eens terugkijkt indeze Betoniek als u de coderingen SR en VLHtegenkomt.Literatuur1 Betoniek 15/13 DEF? Over sulfaataantasting, Delayed Ettringite Formations (DEF)& Thaumasiet.2 Betoniek 15/17 Meten is Hot!, Wat temperatuurmetingen aan beton ons kunnenvertellen.3 Betoniek 15/21 Temperaturen. Over hetmeten van temperatuur in beton in depraktijk.In onzevolgendeuitgaveBetoniek is h?t vakblad over technologie enuitvoering van beton en verschijnt 10 keerper jaar. Betoniek wordt uitgegeven door?neas, uitgeverij van vakinformatie bv, inopdracht van het Cement&BetonCentrum.In de redactie zijn vertegenwoordigd:BAM Infra, BAS Research & Technology,Kiwa BMC, BTE Nederland, ENCI, Mebin enTNO. Voor de jaarlijkse aflevering over hetExamen Betontechnoloog BV wordt samengewerkt met de Betonvereniging.Uitgave ?neas, uitgeverij vanvakinformatie bvPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 65 00 85E: info@aeneas.nlWebsite www.betoniek.nlRedactie T: 0411 65 35 84E: betoniek@aeneas.nlMediaadvies T: 0411 65 35 81E: t.vanwanrooij@aeneas.nlVormgeving Inpladi bv, CuijkAbonnementen/adreswijzigingen?neasPostbus 101, 5280 AC, BoxtelT: 0411 65 00 85E: info@aeneas.nlAbonnementen 2012Jaarabonnement, inclusief toegang onlinearchief: 85 (excl. 6% btw)Buiten Nederland geldt een toeslag voorextra porto. Abonnementen lopen per jaaren kunnen elk gewenst moment ingaan.Opzeggen moet altijd schriftelijk gebeuren, uiterlijk twee maanden voor vervaldatum. Kijk voor de mogelijkheden van online abonnementen op www.betoniek.nl.? ?neas, uitgeverij van vakinformatie2012.Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder toestemming van de uitgever. De algemene publicatievoorwaarden van de uitgever worden verondersteldbekend te zijn en zijn op aanvraag beschikbaar. Hoewel de grootst mogelijke zorgwordt besteed aan de inhoud van het blad,zijn redactie en uitgever van Betoniek nietaansprakelijk voor de gevolgen, van welkeaard ook, van handelingen en/of beslissingen gebaseerd op de informatie in dezeuitgave.Niet altijd kunnen rechthebbenden van gebruikt beeldmateriaal worden achterhaald.Belanghebbenden kunnen contact opnemen met de uitgever.
Reacties