januari2017
19 16
Da's sterk!
Over ultra-
hogesterkte beton
Band
Uitgave
STANDAARD voor technologie en uitvoering van beton
2 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
Da's sterk!
De druksterkte is van oudsher de belangrijkste
eigenschap van beton. De laatste decennia is er
een spectaculaire ontwikkeling gaande met
betrekking tot de hoogte van die druksterkte.
Nieuwe inzichten en grondstoffen bieden onge-
kende mogelijkheden. Het is op dit moment
mogelijk ultra-hogesterktebeton (UHSB) te ver-
vaardigen met een druksterkte vergelijkbaar met
die van staal. Maar niet alleen de druksterkte,
ook andere eigenschappen van UHSB zijn veel
beter dan die van traditioneel beton. In deze
Betoniek gaan we in op het materiaal UHSB zelf,
de samenstelling en eigenschappen ervan, de
productie en de toepassingsmogelijkheden.
Ontwikkeling druksterkte beton
Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw is er
een gestage groei gekomen in de te bereiken
betondruksterkte (fig. 2) Deze groei resul-
teerde in de ontwikkeling van hogesterktebeton
(HSB). De eerste serieuze projecten waren de
Peconor Ekofisk beschermwand (1988, C55/67)
en de tweede Stichtse brug (1997, C70/85). De
ontwikkeling van hogesterktebeton leverde
niet alleen een significant hogere druksterkte
op. Tevens namen de verwerkbaarheid en de
dichtheid van het beton enorm toe. Sinds die tijd is de druksterktegrens steeds verder naar
boven verlegd. We spreken inmiddels van
beton met normale, hoge, zeer hoge, en ultra
hoge sterkte (tabel 1).
De benamingen zeer-hogesterktebeton of
ultra-hogesterktebeton dekken eigenlijk niet
de gehele lading. Het is meer dan sterkte
alleen en het zou eigenlijk beter zijn te spre-
ken van 'uitzonderlijk goed presterend
beton'. In het Engels spreekt men wel van
ultra high performance concrete (UHPC).
?
Proefbelasting op
plaat van UHSB
foto: Peter Buitelaar
Tabel 1 Betonsterkten en -sterkteklassen
beton betonsterkteklassebetonvoorschrift
normaal beton < 65 [MPa]NEN-EN 206
hogesterktebeton (HSB) 65 ? 115 [MPa]NEN-EN 206
zeer-hogesterktebeton (ZHSB) 115 ? 150 [MPa]?
ultra-hogesterktebeton (UHSB) 150 ? 200 [MPa]?
druksterkte in MPa
250
225
200
175
150
125
10075
50
250 1900 191019201930
jaartal 194019501960197019801990200020102020
3 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
UHSB
UHSB is een cementgebonden materiaal dat
bestaat uit een geoptimaliseerde gradering
van korrelvormige componenten, een extreem
lage water-cementfactor (wcf) van circa 0,20,
een relatief kleine D
max (grootste korrelafme -
ting) en een zeer lage porositeit (< 5% (v/v)).
De extreem lage wcf wordt bereikt door een
ongewoon hoog cementgehalte en een nor
-
male hoeveelheid water. Met een druksterkte
van meer dan 150 MPa gedraagt het materiaal
zich weinig ductiel (bros). Daarom wordt aan
UHSB vaak een hoog percentage van circa
2,0% (v/v) (staal)vezels toegevoegd om de
ductiliteit te verhogen.
Principe UHSB
Het principe van UHSB is gebaseerd op het
verkrijgen van een zo laag mogelijke porosi- teit. Porositeit is holle ruimte en dus negatief
met betrekking tot sterkte en levensduur. De
laagst mogelijke porositeit wordt verkregen
door UHSB zo te ontwerpen dat met de
beschikbare korrelvormige materialen een
2
Ontwikkeling beton-
druksterkte in de tijd
1
Catharinabrug te
Leiden foto: Gerda
van Ekris i.o.v.
HiConNL
4 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
optimale pakkingsdichtheid wordt verkregen.
Om de pakkingsdichtheid en daarmee de
prestatie van UHSB verder te verbeteren,
worden tussen het (fijne) toeslagmateriaal en
het cement fijne poeders gebruikt als vliegas
en diverse soorten steenmeel. In aanvulling
op het cement wordt er silica fume toegepast
(fig. 3). De ruimten tussen de cementdeeltjes
(1 tot 20 ?m) worden daardoor gevuld met
microsilicadeeltjes (0,1 tot 0,3 ?m). De hoe-
veelheid silica fume die hiervoor nodig is,
bedraagt circa 10 tot 30% van het gewicht
van het cement. Door op deze wijze de
beschikbare korrels (zand, fijn zand, vulstof-
fen, cement en microvulstoffen) optimaal te
'stapelen', verkrijgt UHSB de laagst mogelijke
porositeit en in potentie de hoogste sterkte.
Erg belangrijk dus om dit te realiseren. Specie-eigenschappen UHSB
UHSB, met of zonder staalvezels, heeft als
specie meestal zelfverdichtende eigenschap-
pen (foto 4). Het hoge aandeel poeder(s), het
lage watergehalte en de forse dosering
effectieve superplastificeerders geeft de
UHSB-specie een licht stroperig karakter
(thixotroop). De speciestabiliteit is goed. De
uitstekende verwerkbaarheid, stabiliteit en de
kleine D
max maken het mogelijk zeer slanke
constructies te maken.
Eigenschappen verhard beton
Kenmerkend voor UHSB is het uitzonderlijk
goed presteren op het gebied van verschil-
lende betoneigenschappen die zich niet
beperken tot de betondruksterkte (tabel 2).
Druksterkte
Door de extreem lage wcf en de hoge dichtheid
door opvulling van de kleinste ruimten is het
mogelijk zeer hoge druksterkten te realiseren.
Druksterkten van 200 MPa (fabrieksmatig
geproduceerd beton) tot 500 MPa (laborato-
riumschaal) zijn reeds gerealiseerd.
Treksterkte
De treksterkte van beton hangt weliswaar
samen met de druksterkte, maar het verband
tussen die twee grootheden is bij UHSB niet
zand
steenmeel
cement
microsilica
0,01 0,1 110 1001.000
10.000
cumulatieve zeefdoorval in %
korrelgrootte in µm
100
90
80
70
60
50
40
30
20
10
3
Korrelgradering van
een UHSB-mengsel
4
UHSB heeft ook
zelfverdichtende
eigenschappen
5 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
eenduidig. Zo is de invloed van vulstoffen in
UHSB van grote invloed op de druksterkte door
opvulling van de kleinste ruimten (poriën). Bij
belasting op trek speelt dit veel minder een rol.
Uit onderzoek is gebleken dat wanneer de
druksterkte met 50% toeneemt, de treksterkte
slechts met 15 tot 20% toeneemt. De verhoging
van de elasticiteitsmodulus blijft nog verder
achter bij de verhoging van de druksterkte,
deze neemt slechts met 5% toe.
Elasticiteitsmodulus
De elasticiteitsmodulus is een van de belangrijk -
ste eigenschappen van beton en van belang
voor het voorspellen van vervorming. Een hoge
elasticiteitsmodulus wil zeggen dat het beton
weinig zal (kan) vervormen onder een bepaalde
optredende belasting. Heeft een con struc tie(deel)
als belangrijkste functie onvervormbaar (stijf) te
zijn, is UHSB met zijn hoge elasticiteitsmodulus
een belangrijk voordeel. Dit komt doordat met
een kleinere doorsnede dezelfde stijfheid kan
worden gerealiseerd. Dit biedt de mogelijkheid
constructies, die normaliter in staal zouden
worden gemaakt, nu in (vezelversterkt) UHSB
te realiseren.
Ductiliteit
Ductiliteit is een maat voor de taaiheid en
rekbaarheid van een materiaal. Taaie materi-
alen als koper hebben een hoge ductiliteit.
UHSB is zeer sterk maar bros. De betonmatrix
is daardoor onvoldoende taai en heeft een
lage ductiliteit. Hierdoor bezwijkt het beton bros (plotsklaps) bij de bezwijkdrukspanning.
Dit plotsklaps bezwijken kan worden tegen-
gegaan door toevoeging van staalvezels aan
het beton waardoor de ductiliteit toeneemt.
Het meest gebruikte formaat van staalvezels
heeft een lengte van 13 mm, een diameter
van 0,20 mm en de dosering bedraagt vaak
2,0% (v/v). Het toevoegen van (staal)vezels
heeft ook een positief effect op de te meten
druksterkte. Als een proefkubus in een druk-
bank op druk wordt belast, zal deze door de
optredende verkorting deels op trek bezwijken.
Ondanks de aanwezigheid van een relatief
hoog aandeel staalvezels in het mengsel zijn
uitstekend verwerkbare UHSB-mengsels te
realiseren.
Krimp
Uitdrogingskrimp
De uitdrogingskrimp is sterk afhankelijk van
de omgevingscondities. Bij een lage relatieve
vochtigheid (RV) zal de uitdrogingskrimp
hoger zijn dan onder meer vochtige condities.
Ook de betonsterkteklasse is van invloed op
de mate van uitdrogingskrimp. Bij een beton
met een hoge sterkteklasse en dus een lage
water-bindmiddelfactor, zoals UHSB, is de
dichtheid van het materiaal ook aan het
betonoppervlak hoger. Hierdoor zal de uitdro-
gingskrimp onder gelijke condities lager uitvallen.
Ook de dimensionering van een constructie
heeft invloed. Dikke massieve constructies zijn
minder gevoelig voor (drogende) omgevings-
Tabel 2 Betoneigenschappen van de verschillende betonsterkten
eigenschap
normaal betonHSBUHSB
mechanisch Druksterkte [MPa]
20 - 6565 - 105150 - 200
treksterkte [MPa] 2,3 - 4,34,5 - 5,06,0 - 10,0
elasticiteitsmodulus [GPa] 28 - 3838 - 4150 - 60
volumiekemassa [kg/m
3] 240024502525
uitdrogingskrimp ++++++
autogene krimp ++++++
kruip coëfficiënt ? ca. 2,0ca. 1,0ca. 0,8
6 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
condities dan dunne, slanke wanden/kolom-
men/vloeren. Omdat UHSB het mogelijk
maakt slanker te construeren, zou het risico
op uitdrogingskrimp dus kunnen toenemen.
Echter, omdat het materiaal zoveel dichter is, zal
dit in de praktijk nauwelijks een rol van beteke -
nis spelen.
Autogene krimp
Net zoals bij normaal beton en zeker ook bij
hogesterktebeton, moet men bij UHSB oog
hebben voor de autogene krimp. Het hoge
poedergehalte, de zeer lage water-cementfac
-
tor en het veelal ontbreken van grof toeslag -
materiaal kunnen aanleiding geven tot hoge
totale krimpwaarden (uitdrogingskrimp plus
autogene krimp). Bovendien verandert bij
UHSB, zoals ook het geval is bij andere soorten
hogesterktebeton, het evenwicht tussen uit
-
drogingskrimp en autogene krimp. De auto -
gene krimp is bij UHSB groter dan de uitdro -
gingskrimp en bedraagt circa 75% van de
totale krimp.
Kruip
Elk materiaal vervormt als er een kracht op
wordt uitgeoefend. Naarmate de kracht
groter wordt, neemt de vervorming toe. Als
bij beproeving de kracht niet verder wordt
verhoogd, blijkt de vervorming toch nog
enige tijd toe te nemen. Die extra vervorming
wordt kruip genoemd. Kruip is een belangrijk
fenomeen voor betonconstructies. Het leidt
tot grotere vervormingen dan waarop ? op
grond van de E-modulus ? kan worden gere- kend. Kruip van beton is de vervorming van
de gelstructuur, veroorzaakt door capillaire
spanning van het chemisch niet-gebonden
water. De grootte van de kruipvervorming is
nagenoeg recht evenredig met de elastische
vervorming van het beton.
De grootte van de kruip van beton is afhanke-
lijk van:
?
de relatieve vochtigheid;
? de ouderdom op het tijdstip van belasten;
? de sterkteklasse van het beton;
? de geometrie van de betondoorsnede;
? de duur t van de belasting;
? de zwaarte van de belasting.
De grootte van de kruipcoëfficiënt kan variëren
van circa 2,0 voor de normale sterkteklassen
tot circa 1,0 voor HSB. Voor UHSB is de
kruipcoëfficiënt circa 0,80. Het verschil in
kruipcoëfficiënt is dus groter tussen normaal
beton en HSB dan tussen HSB en UHSB.
Levensduur
Als we de verschillende aantastingsmechanis -
men beschouwen en kijken naar de unieke
eigenschappen van UHSB, zijn we goed in staat
in te schatten wat dit betekent voor de levens
-
duur van met UHSB vervaardigde constructies.
De levensduur van beton heeft een relatie met
de dichtheid en de porositeit van het beton.
UHSB heeft vanwege zijn hoge dichtheid en
lage porositeit een zeer goede bestandheid
tegen de bekende schade mechanismen en dus
een hoge levensduur (tabel 3).
Tabel 3 Duurzaamheid van de verschillende betonsterkten
eigenschap normaal betonHSBUHSB
levensduur porositeit [% v/v]
14 - 2010 - 131,5 - 5
luchtdoorlatendheid [m
2] 10 ?16 10?17 10?19
chloride diffusiefactor [m 2/s]2 · 10 ?16 2 · 10 ?17 2 · 10 ?19
vorstbestandheid matig/goeduitstekenduitstekend
carbonatatie na 3 jaar in mm ca. 740,2
7 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
Carbonatatie
De carbonatatie (milieuklassen XC) verloopt
uiterst langzaam. Veel informatie is hierover
nog niet beschikbaar maar eerste metingen
laten zien dat er na 1 jaar (bewaaromstandig-
heden 20 °C, RV 65% buiten beschut) nog
geen carbonatatiefront waarneembaar is (fig. 5).
Ander onderzoek geeft na 3 jaar blootstelling
een waargenomen carbonatatiefront op circa
0,2 mm onder het betonoppervlak.
Indringing chloriden en andere schadelijke stoffen
UHSB heeft ook een hoge weerstand tegen de
indringing van chloriden of andere schadelijke
stoffen. Hiermee is UHSB uitstekend toe te
passen in met chloride belaste constructies
(milieuklasse XD) en bij andere agressieve
blootgestelde omstandigheden (milieuklasse
XA). Een maat voor de indringing van chlori-
den is de versnelde chloridemigratiecoëffici-
ent, D
rcm. De weerstand tegen het binnendrin-
gen van in water opgeloste chloriden is door
de extreem lage porositeit buitengewoon
goed. Het meten van D
rcm-waarden is door de
meestal aanwezige staalvezels niet goed uit-
voerbaar. Door echter dezelfde betonsamen-
stelling aan te maken zonder staalvezels kun
je een vervangende waarde meten. Metingen
hierop laten waarden zien die tot 100 keer
lager zijn dan van normaal beton:
D
rcm = 0,11 · 10 ?12. UHSB is echter niet auto-
matisch beter bestand tegen de aantasting
door zuren, maar door het nagenoeg ontbre-
ken van een capillair poriesysteem zal de
aantasting wel uiterst langzaam verlopen.
Vorst-dooiweerstand
De vloeistofdichtheid van UHSB is hoog. De
weerstand tegen vorst-dooiwisselingen
(milieuklasse XF) is in belangrijke mate afhan -
kelijk van de aanwezigheid van met water
gevulde poriën. Door de extreem lage poro-
siteit is er tijdens een vorstaanval geen water
beschikbaar dat kan bevriezen. De vorst- dooiweerstand van UHSB is dan ook zeer
goed. In vergelijking met normaal beton
presteert UHSB hierop 35 tot 40 keer beter.
Alkali-silicareactie
Een ander schademechanisme dat een relatie
heeft met vochtopname en vochttransport is
de alkali-silicareactie (ASR). Voor het ontwikkelen
van de schadelijke ASR is een permanente
toevoer van water noodzakelijk om de expan-
sieve reactie in stand te houden. Door het
nagenoeg ontbreken van poriën en de lage
permeabiliteit is er nauwelijks toevoer van
water mogelijk. Daardoor is het risico op de
schadelijke ASR beperkt.
Nabehandeling
Iedereen weet dat beton moet worden nabe-
handeld, moet worden gekoesterd, zolang nog
niet alle eigenschappen ten volle zijn ontwik-
keld. Dit nabehandelen houdt in dat wordt
voorkomen dat het beton voortijdig uitdroogt
en mogelijk niet alle cement kan hydrateren, of
dat het beton door afdekken wordt beschermd
tegen vorst en temperatuurschokken. Dit is
voor UHSB niet anders dan voor normaal
beton. Een adequate nabehandeling zorgt
ervoor dat de potentiële eigenschappen van
beton in situ worden gerealiseerd.
Toepassingsmogelijkheden UHSB
Door zijn unieke eigenschappen is UHSB een
veelzijdig en interessant constructiemateriaal
geworden dat kan concurreren met staal.
5
Na 1 jaar geen
carbonatatie
waarneembaar
8 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
Indien hoge trekspanningen optreden, zal
UHSB, ondanks de toevoeging van staalvezels
,altijd traditioneel gewapend zijn (foto 8). De
goede verwerkbaarheidseigenschappen in
combinatie met een kleine D
max geven de
ontwerper een enorme vrijheid met betrek-
king tot vormgeving. Door zijn sterkte is het
mogelijk veel slanker te construeren in verge-
lijking met normaal beton. Dit betekent dat
er minder materiaal nodig is en dat het eigen
gewicht van een constructie(deel) afneemt.
Bij een gelijk draagvermogen komt dit ten
goede aan een hogere toe te laten belasting.
Deze efficiëntie kan ten volle worden benut
bij bijvoorbeeld schaalconstructies (foto 7),
uitkragende balkonplaten, grote overspan-
ningen (foto 1) en (straat)meubilair (foto 6).
Aan de hand van deze voorbeelden wordt
duidelijk dat UHSB een heel nieuwe dimensie
toevoegt aan het bouwen in beton. Wat
vroeger niet mogelijk was in beton kan nu wel
worden gerealiseerd en wat al mogelijk was
in bouwen in beton gaat er heel anders uit-
zien doordat constructies veel slanker kunnen
worden uitgevoerd. Maar hoe maak je UHSB?
Welke grondstoffen hebben we er voor
nodig? Kun je het wel maken in een gemid-
delde betoncentrale? En hoe duurzaam is
UHSB eigenlijk? Allemaal vragen waarop in
het navolgende een antwoord zal worden
gegeven.
Samenstelling UHSB
Bij het samenstellen van UHSB maken we
gebruik van meer verschillende grondstof-
componenten dan bij normaal beton. Naast
cement, toeslagmateriaal, water en een
eventuele hulpstof worden bij UHSB ook
meerdere vulstoffen, staalvezels, kunststofve-
zels en verschillende hulpstoffen toegepast.
Cement
Bij UHSB zijn hoge cementgehalten gebruike-
lijk. Cementgehalten van 800 kg/m
3 tot wel
1000 kg/m
3 zijn beslist geen uitzondering.
Voor UHSB kunnen meerdere cementtypen
worden toegepast en het is zeker niet zo dat
UHSB uitsluitend met fijngemalen portland-
cement kan worden gemaakt. Een hogere
fijnheid van het cement geeft weliswaar meer
reactiviteit maar kan ook leiden tot een
hogere waterbehoefte en dat is, voor het
realiseren van een extreem lage wcf, niet
6
Straatmeubilair
foto: Samson Urban
Elements B.V.
7
Schaaldak
Deitingen Sued
Raststaette,
Zwitserland
foto: Christian Kleis
8
Storten van
gewapende
UHSB-plaat, foto
Peter Buitelaar
9 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
zonder meer een voordeel. Welke cement-
soort het meest geschikt is, hangt af van de
gestelde eisen aan het UHSB en de overige
beschikbare grondstoffen. Het gaat om de
integrale prestatie van de gehele compositie.
Veelal zal hiervoor een uitgebreid geschikt-
heidsonderzoek nodig zijn.
Vulstoffen (poeders)
Naast cement worden er in UHSB ook relatief
hoge doseringen andere poeders toegepast.
Deze kunnen puzzolaan (vliegas/silica fume),
latent hydraulisch (gemalen hoogovenslak) of
chemisch inert (steenmeel) zijn. Deze poeders
worden toegepast om de porositeit nog verder
op te vullen. Bij de overgang van microschaal
naar nanoschaal hebben de poeders de
functie om de ruimten tussen de cementkor-
rels op te vullen en de poreuze contactzone
tussen de cementmatrix op gelijk niveau te
brengen met de rest van de matrix. Hierdoor
wordt de aanhechting van de cementmatrix
aan het toeslagmateriaal sterk verbeterd. Men
noemt dit wel het filler- of microfiller-effect en
dit positieve effect op de dichtheid en sterkte
wordt hoger ingeschat dan de puzzolane of
hydraulische reactiviteit van de vulstoffen.
Toeslagmateriaal
De maximale korrel D
max is afwijkend van wat
we in normaal en hogesterktebeton gewend
zijn. Deze is maximaal 6 mm maar vaak is er
sprake van een kleinere D
max van 1 à 2 mm.
De keuze voor een kleinere D
max heeft te
maken met het breukmechanisme. Bij een
kleinere D
max wordt de enigszins poreuze
contactzone tussen de cementmatrix en de
toeslagkorrel kleiner. Verder verschilt de elas -
ticiteitsmodulus van de cementmatrix met die
van het toeslagmateriaal waardoor piekspan-
ningen ontstaan. Door het verkleinen van de
D
max worden ook deze piekspanningen ver-
laagd. Het scheurrisico, en hiermee het risico
op bezwijken, neemt daardoor af. Naast het specifiek toepassen van verschillende fracties
(afmetingen) van toeslagmateriaal moet ook
voor een toeslagmateriaal met een hoge
eigen druksterkte worden gekozen. Omdat de
cementmatrix door de lage wcf een hoge
druksterkte heeft, moet worden voorkomen
dat het toeslagmateriaal de zwakste schakel
wordt. Met het in Nederland gebruikelijke
riviermateriaal lukt het niet om UHSB te
maken. Voor het samenstellen van UHSB
gebruikt men vaak stollingsgesteenten als
basalt, graniet of diabas [1]. Ook met bauxiet
(mineraal dat voor de aluminiumproductie
wordt gewonnen) kunnen na een hittebehan-
deling (calcineren) zeer hoge sterkten worden
bereikt.
Hulpstoffen
Omdat voor UHSB een lage tot zeer lage
water-cementfactor een absolute voorwaarde
is, is het essentieel dat gebruik kan worden
gemaakt van zeer efficiënte plastificerende
en/of waterreducerende hulpstoffen. De
derde generatie plastificerende hulpstoffen
die worden gebruikt voor zelfverdichtend
beton, HSB maar zeker ook voor UHSB zijn de
polycarboxylaat ethers [2]. Dit zijn polymeren
bestaande uit een lange keten met, afhanke-
lijk van het polymerisatieproces, één of meer
zijketens van verschillende lente die de
afstoting van de kleinste deeltjes cement en
poeders onderling enorm vergroot. De groep
polycarboxylaat ethers is inmiddels zo groot
geworden en de keuze voor overige bestand-
delen voor UHSB zo uitgebreid, dat de juiste
keuze alleen aan de hand van een uitgebreid
geschiktheidsonderzoek kan worden gemaakt.
Vezels
UHSB zonder vezels gedraagt zich lineair-
elastisch. De vervorming is evenredig met de
uitgeoefende kracht. UHSB is echter weinig
ductiel (bros), wat kan leiden tot plotsklaps
bezwijken bij een te grote belasting. Dit
10 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
gedrag kan door toevoegen van vezels sterk
worden verbeterd. Na toevoeging van de
vezels gedraagt het UHSB zich niet meer
ductiel (bros) maar 'taai'. Voor toepassing in
UHSB komen staal-, glas- en kunststofvezels
in aanmerking [3]. De kunststofvezels kennen
we al langer als probaat middel om het ontstaan
van plastische krimpscheuren te beperken/
voorkomen of de brandbestandheid van
(hogesterkte)beton te verbeteren. Deze vezels
hadden tot voor kort geen constructieve
functie maar de ontwikkeling van deze vezels
met verbeterde mechanische (constructieve)
eigenschappen gaat snel. Staalvezels in con-
structieve toepassingen zijn al tientallen jaren
bekend en worden ook in normaal beton in
steeds meer toepassingen succesvol ingezet.
Staalvezels en kunststofvezels zijn in UHSB
een bijzonder goede combinatie. Kunststof-
vezels veroorzaken bij hoge belastingen
microscheurvorming in het UHSB. Hierdoor
worden de staalvezels eerder en beter geacti-
veerd. Door de kleine Dmax hebben de vezels
een veel betere (langere) verankering in de
cementmatrix en zijn daarom constructief
veel effectiever dan bij toepassing in normaal
beton.
In figuur 9 zijn twee typische UHSB-samen-
stellingen weergegeven. Productie van UHSB
Type menger
De productie van UHSB vraagt een weliswaar
technisch goed toegeruste betoncentrale
maar is zeker in de modernere centrales ook
goed te produceren (foto 10). Een absolute
voorwaarde is wel dat de menger beschikt
over voldoende mengintensiteit. Dit betekent
een duidelijke voorkeur voor een dwangmenger
in de centrale. De productie van UHSB in een
vrijevalmenger lijkt op dit moment buitenge-
woon moeilijk. Dit heeft te maken met het
hoge aandeel fijn materiaal dat de neiging
heeft te agglomereren (samenklonteren). De
grote hoeveelheid (staal)vezels en de hoge
dosering hulpstof(fen) vragen eveneens om
intensieve mengcapaciteit. Dwangmengers
zijn hiervoor meer geschikt.
Doseervolgorde
Naast voldoende mengintensiteit moet een
betoncentrale natuurlijk ook beschikken over
voldoende mogelijkheden om het relatief
grote aantal verschillende grondstoffen te
kunnen opslaan, transporteren en afwegen.
Hoewel elk type (dwang)menger zijn eigen
doseervolgorde vraagt, is er bij de productie
van UHSB wel een zekere voorkeur voor het
droog voormengen van de fijne fracties. Dit is
9
Twee UHSB-samen-
stellingen met
verschillende D
max met een druksterkte
van ca. 200 MPa
cement 26%
zand 0/1mm 17%
basalt 2/6mm
28%
microsilica
8%
staalvezels
2%
superplastificeerder
3% water
16%
volume verhoudingen UHPC met staalvezels; Dmax = 6 mm
cement 27%
zand 0/1mm 38%
microsilica 5%
staalvezels
2% steenmeel
8%
superplastificeerder
3% water
17%
volume verhoudingen UHPC met staalvezels; Dmax = 1 mm
11 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
vooral nodig om het al eerder aangehaalde
samenklonteren te voorkomen. Nadat het
min of meer droge poedermengsel is voorge-
mengd, wordt geleidelijk het aanmaakwater
toegevoegd, liefst zonder de hulpstof. Het
verkrijgen van een mengsel zonder klontering
is het meest kritische onderdeel in het meng-
proces. Na toevoegen van het beschikbare
aanmaakwater zal er van enige verwerkbaar-
heid nog geen sprake zijn. Bij het doseren van
de hulpstoffen is ervaring met de productie
van UHSB gewenst. Dit is nodig omdat na
volledige dosering van de hulpstoffen de
gewenste verwerkbaarheid nog niet direct
beschikbaar is. De uiteindelijke verwerkbaar-
heid wordt verkregen door te blijven mengen
totdat geen verandering meer wordt waarge-
nomen, zowel visueel als in het opgenomen
vermogen van de menginstallatie. Afhankelijk
van de effectiviteit van de hulpstof en/of de
mengintensiteit van de menger kan dit minu-
ten duren. Als laatste worden de vezels en het
grovere toeslagmateriaal toegevoegd. Zij
hebben over het algemeen minder meng-
energie nodig om homogeen te worden
verdeeld. Het heeft de voorkeur de (staal)
vezels gefaseerd met het grove toeslagmate-
riaal (D
max van 6 mm) mee te doseren. Uit
ervaring blijkt dat de uiteindelijke mengtijden
kunnen variëren van 5 tot soms wel 15 minu-
ten.
Duurzaamheid
We hebben eerder in deze Betoniek kunnen
lezen dat UHSB een hoge, nagenoeg onder-
houdsvrije, levensduur heeft. Dit maakt het
beton per definitie duurzaam. Immers, indien
een constructie 100% blijft functioneren
gedurende lange tijd is er in die periode geen
behoefte aan een vervanging of constructief
onderhoud.
Samengevat zijn de positieve duurzaamheids-
eigenschappen van UHSB ten opzichte van
normaal beton: ?
door verbeterde weerstand tegen externe
invloeden is een langere constructieve le-
vensduur te bereiken;
? door minder materiaalgebruik, slankere
constructie, zijn minder grondstoffen en
transportcapaciteit nodig.
Een uitdaging bij de toepassing van UHSB is
de mate van hergebruik. Het materiaal is nu
moeilijk te hergebruiken door de toevoeging
van vezels die bijna niet uit het beton zijn te
halen. Verwacht wordt dat door verbetering
van breek- en scheidingstechnieken UHSB in
de toekomst ook is her te gebruiken en dus
een nog duurzamer materiaal kan worden.
Tot slot
Hoewel UHSB ongekende mogelijkheden
biedt, moet er voor bredere toepassing nog wel
het een en ander gebeuren. Dit geldt zowel
voor het ontwerp van de constructie als de
mengselsamenstelling. Zo is er behoefte aan
10
Betoncentrale
tijdens productie
UHSB
12 januari 2017 STANDAARD 16 I 19
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch Website
www.betoniek.nl
Lezersservice
T: 073 205 10 10, E: lezersservice@aeneas.nlVormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
T: 0411 65 35 84, E: betoniek@aeneas.nl
Advertentieverkoop
Bureau Van Vliet, Frank Oudman,
T: 023 571 47 45,
E: f.oudman@BureauVanVliet.com
Abonnementen 2016
Jaarabonnement: 4x Betoniek Standaard,
4x Betoniek Vakblad en toegang tot het
online archief: ? 128,- (excl. btw).
Buiten Nederland geldt een toeslag voor
extra porto. Abonnementen lopen per jaar
en kunnen elk gewenst moment ingaan.
Opzeggen moet altijd schriftelijk gebeuren,
uiterlijk twee maanden voor vervaldatum.
Kijk voor de mogelijkheden van online
abonnementen op www.betoniek.nl. Betoniek wordt tevens elektronisch opge-
slagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van
tekstbijdragen in de vorm van artikelen
of ingezonden brieven en/of makers van
beeldmateriaal worden geacht daarvan op
de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen,
e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of
inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de
redactie ter inzage en zijn op te vragen.
Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt
besteed aan de inhoud van het blad, zijn
redactie en uitgever van Betoniek niet aan-
sprakelijk voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslissingen
gebaseerd op de informatie in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van
gebruikt beeldmateriaal worden achter-
haald. Belanghebbenden kunnen contact
opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2017
ISSN: 2352-1090
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over technologie en
uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een uitgave van Aeneas
Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de redactie zijn vertegenw\
oordigd:
BAM Infraconsult, BTE Nederland, ENCI, SKG-IKOB, Mebin en TNO.
(constructieve) regelgeving. Ook de productie,
verwerking en nabehandeling van UHSB vra
-
gen om verder onderzoek. Voor de nabije
toekomst hoeft zeker niet verwacht te worden
dat de toepassing van UHSB een enorme vlucht
gaat nemen. Echter, gezien de potentie van
UHSB als ultiem constructief bouwmateriaal zal
er zeker aandacht blijven voor de ontwikkeling
en toepassing van UHSB.
Literatuur
1 Van natuurlijke oorsprong, Betoniek 15/04,
2010.
2 Het ABC van een PCE, Betoniek 16/10, 2014.
3 Staalvezelbeton, Betoniek 8/28, 1991.
Geraadpleegde bronnen
? Schmidt, M., Fehling E., UHPC: 10 years of
research and development at the University
of Kassel, 2007.
?
Schmidt M., Fehling E., Proceedings of the
International Symposium on Ultra High
Performance Concrete, Geisenhanslüke,
2004.
? Breye, S., De Vos, B., Optimalisatie van de
samenstelling van UHSB, 2013.
? Y
u, R., Spiesz, P., Brouwers H., Mix design
and properties assessment of Ultra-High
Performance Fibre reinforcement concrete,
2013.
? Spiesz, P., Hunger, M., Durability of ultra-
high performance concrete Experiences
from a real-scale application, 2016.
Betoniek = Standaard + Vakblad
Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook
Betoniek Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder
meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze
artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek
Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie
wordt geschreven. Betoniek Vakblad verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn
te raadplegen op www.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dat gratis! Band
Uitgave
STANDAARD voor technologie en uitvoering van beton
januari
2 017
19 16
Da's sterk! Over ultra-
hogesterkte beton
Reacties