Beton iek
1 14|23 Betoniek april 2009
BAND UITGAVE
14 23
april 2009 Vakblad V oor bouwen met beton
beton & Co 2
CO 2, het lijkt wel of iedereen het er over heeft en alles in CO 2-uitstoot wordt
uitgedrukt. Bij het kopen van een nieuwe auto krijg je een prijsvoordeel afhan-
kelijk van de CO
2-uitstoot per gereden kilometer. Voor het koken van een ketel
water wordt ongeveer 15 gram CO
2-uitstoot genoemd en voor een zoekop-
dracht bij Google 7 gram. De thermostaat gemiddeld 1 graad lager bespaart
ongeveer 250 kg CO
2-uitstoot per jaar. Het is sterk de vraag of deze getallen
betrouwbaar zijn. Ze worden dan ook veel bediscussieerd omdat onduidelijk is
wat er allemaal is meegeteld en niet. Dit geldt ook voor beton. In deze Betoniek
geven we informatie over CO
2 zelf, maar gaan daarnaast ook in op de CO 2-uit-
stoot door de productie van beton, het bouwen met beton en de gebruiksfase
van een betonnen constructie.
2 14|23 Betoniek april 2009
Stel jezelf de vraag hoeveel CO 2-uitstoot er hoort
bij een kilo tomaten die je in de winkel wilt kopen.
Als de tomaten van de koude grond uit Nederland
komen is er bijvoorbeeld alleen CO
2-uitstoot van het
plukken en het transport in koelwagens. Komen ze
uit de kassen dan moeten we de verwarming in de
kassen ook meetellen. Als de tomaten uit Spanje
komen mag ook het transport vanaf Spanje niet
worden vergeten. Kortom het is moeilijk om snel een
uitspraak te doen over de hoeveelheid CO
2-uitstoot.
Voordat deze Betoniek ingaat op CO
2 en beton heb-
ben we eerst wat meer informatie nodig over CO
2.
Wat is het eigenlijk? Welke rol speelt het in de
natuur en waarom is het ineens zo belangrijk? Hoe-
veel CO
2 wordt er eigenlijk in de wereld geprodu-
ceerd en in het bijzonder in Nederland?
w at is C o 2?
CO 2 is de chemische aanduiding van het gas kool-
stofdioxide, ook wel kooldioxide genoemd. Het gas
is opgebouwd uit één koolstofatoom en twee zuur-
stofatomen (fig. 1). Koolstofdioxide is een kleurloos
en reukloos gas. Ongeveer 0,03 % van de lucht om
ons heen bestaat uit dit gas. Het is een natuurlijk
product.
1 De chemische aanduiding van het gas koolstofdioxide
Co 2-kringloop
Koolstofdioxide komen we in de natuur tegen bij
planten, mensen en dieren. Planten nemen water
en koolstofdioxide op en leggen dit vast in glucose
wat een bouwsteen is voor de productie van cel-
lulose in bijvoorbeeld de bladeren. De energie die
voor deze omzetting nodig is komt van de zon. We
noemen dit reactieproces ook wel fotosynthese.
Voor ons als mensen is het van groot belang dat bij
deze reactie zuurstof (O
2) vrijkomt.
Dieren en mensen doen het omgekeerde. Zij ade-
men zuurstof (O
2) in en koolstofdioxide (CO 2) uit.
Deze CO
2 komt vrij bij de verbranding van energie-
houdende voedingsstoffen (vetten en koolhydra-
ten) in het lichaam als we energie gebruiken voor
bijvoorbeeld het bewegen van spieren. De vrijgeko-
men CO
2 is weer beschikbaar voor de planten. Zo
ontstaat de natuurlijke CO
2-kringloop.
O=C=O
duidelijke stijging door verbranding van fossiele
brandstoffen
400
450
300
1000 1200 1400 1600 1800 2000
400 300 200 100 0400
350
300
250
200
ijstijden
cyclus
CO
2-concentratie [ppmv]
x 1000 jaar geleden
2 Wisselende concentratie CO 2-equivalenten in de lucht door de eeuwen heen [2]
3 14|23 Betoniek april 2009
Co 2-concentratie in de lucht
In de lucht is een bepaalde hoeveelheid (concen-
tratie) CO
2 aanwezig. Door de eeuwen heen is deze
concentratie niet constant. Figuur 2 laat een soort
golfbeweging in CO
2-concentraties zien. Een stijging
kan worden veroorzaakt doordat in de natuur bos-
branden of vulkaanuitbarstingen plaatsvinden. Een
daling kan worden veroorzaakt doordat er planten
en dieren sterven en met hen alle opgeslagen CO
2
weer in de grond verdwijnt. Zo ontstaan weer nieu-
we stoffen zoals olie en gas. Deze zijn ooit ontstaan
uit resten van planten en dieren. Ook kalksteen
voor de productie van cement ontstaat uit kalkhou-
dende restanten van bijvoorbeeld vissen.
De laatste 100 jaar vertoont de concentratie CO
2 in
de lucht een duidelijk afwijkende stijging. Het is
inmiddels algemeen aanvaard dat dit wordt veroor-
zaakt door de mens die, bovenop wat door de na-
tuur vrijkomt, CO
2 produceert door de verbranding
van fossiele brandstoffen (olie en gas) als energie- bron voor bijvoorbeeld motoren, verwarmingen en
koelinstallaties.
Deze CO
2-uitstoot valt met 3-4 % [m/m] ten opzichte
van de natuurlijke aardse CO
2-uitstoot wel mee
[1]. Toch is dit lage percentage voldoende voor de
sterke toename van de CO
2-concentratie in de laat-
ste 100 jaar.
w aarom staat C o 2-productie ter discussie?
CO 2 behoort tot de groep van broeikasgassen. Deze
gassen zitten in de luchtlaag rond de aarde en
houden warmte vast. De gassen delen allemaal één
eigenschap: ze laten zonnestraling (warmte) wel
door naar de aarde, maar de terugkerende infra-
roodstraling (warmte) niet. Het effect van deze laag
van gassen is in praktijk vergelijkbaar met het gla-
zen plafond van tuinbouwkassen, vandaar de naam.
Een deel van de broeikasgassen hoort in onze
atmosfeer. Het zorgt ervoor dat de aarde op een
goede, leefbare temperatuur blijft. Maar de hoeveel-
heid CO
2 neemt steeds verder toe (fig. 2).
3 Een groot deel van de industriële CO 2-uitstoot wordt veroorzaakt door de productie van elektriciteit
Mt CO
2-equivalenten
60.000
40.000
20.000
0
1970 1980 1990 2000 2010N
2O
CH
4
CO2
HFK, PFK en SF 6
4 Mondiale uitstoot van broeikasgassen [3]
4 14|23 Betoniek april 2009
De deken wordt hierdoor steeds dikker en de ge-
middelde temperatuur van de aarde neemt toe.
equivalente Co 2 Omdat CO 2 verreweg het grootste aandeel heeft in
de broeikasgassen (ongeveer 2/3 volgens fig. 4) wor-
den alle broeikasgassen omgerekend naar een hoe-
veelheid CO
2 met een vergelijkbaar effect. Dit noe-
men we equivalente CO
2. Andere broeikasgassen
zijn methaan (CH
4), lachgas (N 2O) en fluorhoudende
gassen (HFK/PFK/SF
6). Dat betekent bijvoorbeeld dat
de uitstoot van 1 ton methaangas wordt gerekend
als 21 ton equivalente CO
2 en 1 ton lachgas N 2O als
320 ton.
In het volgende gedeelte van Betoniek wordt de CO
2- uitstoot in de wereld in kaart gebracht. Zo kunnen
we ontdekken waar veel en weinig CO
2 wordt ge-
produceerd.
Co 2-productie in de wereld
Wereldwijd werd in 2004 ongeveer 50.000 Mt, men-
selijke/industriële CO
2 geproduceerd. Het grootste
deel ervan is af komstig van het verbranden van
fossiele brandstoffen voor de productie van elek-
triciteit (fig. 5). Verdelen we de energieproductie
over de wereld, dan zien we dat in China/India en
de Verenigde Staten/Canada de grootste bijdragen
hebben (fig. 6).
Op wereldschaal wordt er nagedacht over beper-
king van de CO
2-uitstoot. Dit heeft geleid tot het
1970 1980 19902000 2 010
0
20.000 40.000 60.000 80.000
100.000 120.000
Mt CO
2-equivalenten
overig ontbossing
industrie
wegtransport
raffinaderijen elektriciteits-
centrales
huishoudens en
dienstensector
internationaal
transport
CO 2-emissies [Mt]
5.860 to 7.690
4.460 to 5.860
3.060 to 4.460
1.660 to 3.060
260 to 1.660
OECD Noord-
Amerika
Zuid-
Amerika voormalig USSR
Midden
Oosten Azië inclusief China OECD Pacific
OECD Pacific
OECD
Europa
niet-OECD
Europa
Afrika
6 CO 2-uitstoot (geen equivalent) door het verbranden van fossiele brandstof\
fen voor energie-productie in 2006 (volgens IPCC methode) [4]
5 CO
2-uitstoot verdeeld naar sector [3]
5 14|23 Betoniek april 2009
Kyoto-akkoord (1997) waarin landen afspraken
hebben gemaakt om hun eigen CO
2-uitstoot te be-
perken. Om deze afspraken te controleren is er het
IPCC opgericht. Dit staat voor "Intergovernmental
Panel on Climate Change". Daar zijn de spelregels
afgesproken hoe de CO
2-uitstoot wordt gemeten
en geteld, zodanig dat we geen appels met peren
vergelijken. De IPCC-methode rapporteert alleen
de emissies naar lucht. Vlieg verkeer boven een
bepaalde hoogte en de internationale scheepvaart
vallen hier bijvoorbeeld buiten, evenals zogenoemd
kort cyclisch CO
2 (zie ook kader 2) [3].
Met deze informatie in de hand gaan we snel kijken
naar Nederland. Voor welke hoeveelheid CO
2-uit-
stoot zijn wij verantwoordelijk?
Co 2-uitstoot in nederland
In Nederland schommelt de jaarlijkse CO 2-uitstoot
vanaf 1995 al rond de 170 Mt CO
2 (fig. 7). Een dui-
delijk omhoog of neergaande lijn is niet zichtbaar.
Om in Nederland te voldoen aan de afspraken van
het Kyoto-akkoord moet de komende jaren toch een
dalende tendens worden ingezet. De politiek is hier
inderdaad mee bezig, zoals we later in deze Betoniek
zullen zien.
In figuur 8 is de totale productie van CO
2 in Neder-
land onderverdeeld naar sectoren. Net als de hele
wereld is ook in Nederland de verbranding van fos-
siele brandstoffen voor de productie van elektriciteit
verantwoordelijk voor het grootste aandeel van de
CO
2-productie (Energiesector 52 Mt). Op de tweede
1990 1995 2000 2005 2006 2007 2 012
135,0 145,0
140,0 150,0
160,0 170,0
155,0 165,0
175,0
CO2 [Mt]
doelstelling voor
Nederland in het
kader van het Kyoto
akkoord is om, in
2012, 6% minder CO
2
uit te stoten dan in 1990
7 Totale CO 2-uitstoot in Nederland [5]
CO
2 [Mt]
50,0
40,0
30,0
20,0
10,0
0,0
energiesector verkeer
en vervoer chemische
Industrie consumenten overige industrie raffinaderijen landbouw afvalverwijdering bouw drinkwater-
voorziening
riolering en water-
zuiveringsinstallaties
handel, diensten
en overheid (HDO)
8 CO 2-uitstoot in Nederland (2007) verdeeld naar sectoren [5]
6 14|23 Betoniek april 2009
plaats komt de Verkeer- en vervoersector (39 Mt).
Het vervaardigen van beton en betonproducten en
het transport naar de bouwplaats vallen onder de
sector Overige industrie (16 Mt). Het bouwen op de
bouwplaats van een betonnen gebouw valt in de sec-
tor Bouw (1 Mt). Het verwarmen van woningen in de
gebruiksfase valt in de consumenten sector (16 Mt)
en niet onder de al eerder genoemde energiesector.
In het volgende gedeelte zoomen we eerst in op
de CO
2-uitstoot die nodig is voor de productie van
beton en zijn belangrijkste grondstoffen. Daarna
bespreken we een indicatief voorbeeld van de totale
CO
2-uitstoot van een betonnen bouwwerk gedu-
rende zijn hele leven.
Co 2 en de productie van beton
Om de CO 2-uitstoot van de productie van beton te
berekenen moeten we de uitgangspunten, net als
bij de tomaten uit Spanje, goed op een rij zetten.
In kader 1 is als voorbeeld de CO
2-uitstoot van een
m 3 betonmortel die in Nederland wordt geprodu- ceerd weergegeven. De betonspecie per m
3 in dit
voorbeeld, levert tussen de 140 en de 170 kg CO
2.
Pas op, als we andere uitgangspunten kiezen kan
het resultaat sterk veranderen. Wordt bijvoorbeeld
een ander of meer cement toegepast, of wordt de
wapening meegeteld, dan ontstaat er snel een heel
ander beeld. Als we betonspecie gaan verwarmen
om een snellere beginsterkte te verkrijgen moeten
we de brandstof ook meetellen. De CO
2-uitstoot van
het voorbeeld kan door veranderende uitgangspun-
ten eenvoudig 5 á 10 keer zo hoog worden.
Wat opvalt is dat als we alleen naar een m
3 be-
tonspecie kijken, het cement de grootste bijdrage
geeft aan de CO
2-uitstoot (fig. 9). De keuze van het
type en de hoeveelheid cement die in beton wordt
toegepast beïnvloedt dan ook in grote mate de CO
2-
uitstoot van een m 3 beton. In de volgende paragraaf
kijken we dan ook specifiek naar de CO
2-uitstoot
van cement.
cement
overige grondstoffen
(hulpstof/zand/grind/water)
aanvoer grondstoffen
productie betoncentrale
transport truckmixer
80%
6%
9%
4%
1%
9 Verdeling van de CO 2-uitstoot van een m3 beton in Nederland [6]
k ader 1: Voorbeeld C o 2-uitstoot van 1 m 3
beton in nederland
De berekening bestaat uit een optelling van de
CO
2-uitstoot van elke processtap (activiteit) en elke
grondstof die in beton wordt verwerkt. Het verkrijgen
van deze informatie is niet eenvoudig en kan overal
anders zijn. Het mengen met een dwangmenger of
een vrijevalmenger kan bijvoorbeeld al een verschil
opleveren.
Voor de voorbeeldberekening zijn de volgende uit-
gangspunten gekozen:
? 1 m
3 betonmortel
? ongewapend beton
? sterkteklassen C20/25 en C28/35
? milieuklasse XC1
? consistentieklasse S3
? met en zonder toepassing van betongranulaat (20 tot 50 %)
? volumieke massa van het beton tussen de 2140 tot 2340 kg/m3
? toepassing van alleen hoogovencement (CEM III/B 42,5 N) ? transport van de grondstoffen naar de productie-
locatie is meegenomen
? de energie voor het mengen is meegenomen
? het transport naar de bouwplaats is meegenomen
Het resultaat van de berekeningen is dat er tussen
de 140 en de 170 kg CO
2 per m 3 betonspecie wordt
uitgestoten. Deze resultaten zijn terug te vinden in
de MRPI bladen van VOBN [6]. MRPI staat voor Milieu
Relevante Product Informatie en is van de meeste
producten te verkrijgen. De onderverdeling van CO
2-
uitstoot is grafisch weergegeven in figuur 8.
7 14|23 Betoniek april 2009
Co 2-uitstoot van cement
Net als bij beton is de CO 2-uitstoot van elk cement
anders. Dat komt omdat niet elk cement dezelfde
samenstelling heeft, elke cementfabriek een ander
brandstofpakket gebruikt voor de cementoven en de
aanvoer van grondstoffen voor cement op elke locatie
anders is.
Één ding hebben we wel geleerd in de vorige para-
graaf, dat cement een groot deel van de CO
2-uitstoot
van een m 3 beton voor zijn rekening neemt.
Er zijn drie belangrijke aspecten die veel invloed
hebben op de CO
2-uitstoot per ton cement (zie ook
fig. 10):
1. de decarbonatatie van de kalksteen bij het bran-
den van kalksteen tot portlandcementklinker;
2. het al of niet toepassen van alternatieve brand-
stoffen voor het verwarmen van de cementoven;
3. cementtype of te wel het aandeel portlandce-
mentklinker in het cement.
Decarbonatatie van kalksteen
Voor het produceren van portlandcementklinker
wordt kalksteen/mergel als belangrijkste grondstof
gebruikt. Om van kalksteen portlandcementklin-
ker te maken moet deze tot een hoge temperatuur
worden verhit. Uit de kalksteen (CaCO
3) komt CO 2
vrij (decarbonatatie) en gaat via de schoorsteen de lucht in. De achtergebleven CaO verbinding wordt
onderdeel van de portlandcementklinker (zie Beto-
niek 14/8 Heet gebakken). Het vrijkomen van CO
2 is
dus onlosmakelijk verbonden met de productie van
portlandcementklinker.
Brandstof
Voor het stoken van een cementoven is veel brand-
stof nodig. Het gebruik van fossiele brandstoffen
levert veel CO
2-uitstoot op. Het gebruik van biomas-
sa of alternatieve brandstoffen kan de CO
2-uitstoot
beperken (kader 2). Er zijn in de wereld cement-
ovens die voor meer dan 80% op alternatieve brand-
stoffen en biomassa branden. Figuur 11 geeft het
percentage alternatieve brandstoffen weer dat in
cementovens in de diverse landen wordt ingezet.
Cementtype
Niet elke cementsoort bestaat uit 100 % portlandce-
mentklinker. Als andere hoofdcomponenten aan het
cement worden toegevoegd, verandert de
CO
2-uitstoot.
Een puur portlandcement (CEM I) bestaat voor 100
% uit portlandcementklinker, maar een hoogoven-
cement (CEM III/B) heeft in de regel maar 30 % port-
landcementklinker. De huidige situatie is dat aan
grondstoffen als hoogovenslak en poederkoolvliegas
geen CO
2-uitstoot wordt toegerekend omdat het als
een restproduct bij de staalproductie respectievelijk
de elektriciteitsproductie wordt beschouwd. Met
andere woorden: het portlandcementklinkergehalte
in een cementsoort is bepalend voor de hoeveelheid
CO
2-uitstoot van een ton cement.
80
60
40
20
0 NL LX BR US JP wereldCZ
B D
% alternatieve brandstoffen
land
K Gemiddeld percentage alternatieve brandstoffen bij
cementproductie [7]
decarbonatatie van kalksteen
het gebruik van brandstoffen
brandstoftransport
elektriciteitverbruik
andere
56%
30% 4%
2%
8%
J Bronnen van CO 2 in een gemiddeld Europees portlandcement in
procenten [7]
8 14|23 Betoniek april 2009
verschillende landen van de wereld. Op wereldschaal
bedraagt de gemiddelde CO
2-uitstoot circa 900 kg
per ton portlandcement [4, 8]. Voor Nederland ligt
deze situatie gunstiger. De bijdrage varieert af han-
kelijk van de herkomst. Zo zijn voor CEM I waarden
te vinden van circa 710 kg CO
2 per ton cement [9].
Echter het meest toegepaste cement in Nederland is
hoogovencement. Een CEM III/B cement stoot circa
220 kg CO
2 uit per ton cement [9] (fig. 14).
Gemiddeld genomen heeft in Nederland geprodu-
ceerd cement het laagste klinkergehalte ter wereld,
circa 40%. België en Duitsland volgen op enige
afstand (fig. 13). Dat betekent ook een verschil in
CO
2-uitstoot.
Co 2-uitstoot van cement in nederland
Het is nu duidelijk waarom er verschillen zijn in
CO
2-uitstoot tussen cementsoorten onderling en de
k
ader 2: alternatieve brandstoffen en C o 2 Alternatieve brandstoffen dragen niet bij aan de uit-
putting van de schaarse fossiele brandstoffen zoals
kolen en olie. Op hoofdlijnen kunnen we hierin twee
categoriën onderscheiden.
1 Biomassa
Voorbeelden van biomassa als brandstof zijn: afval-
hout, rioolwaterzuiveringslib, papierslib en diermeel.
Bij de verbranding van biomassa komt ook CO
2 vrij.
De biomassa heeft echter tijdens de levenscyclus
CO
2 opgenomen uit de lucht. Omdat de CO 2 relatief
kort daarvoor aan de atmosfeer is onttrokken, wordt
biomassa gezien als CO
2-neutraal. We spreken van
een gesloten, kort-cyclische CO
2-kringloop. 2
Overige alternatieve brandstoffen
De overige alternatieve brandstoffen voor een
cementoven zijn afval of restproducten die anders
moeten worden gestort. Voorbeelden hiervan zijn:
papierpellets of bedcokes.
Bij de verbranding van overige alternatieve brand-
stoffen komt ook CO
2 vrij. De verwerking van deze
secundaire brandstoffen wordt door de politiek als
een nuttige toepassing beschouwd. Het speelt een
belangrijke rol in het realiseren van de nationale ener-
giedoelstelling van 10 % duurzame energie in 2020 en
de reductie van broeikasgassen. Er wordt daardoor
minder CO
2-uitstoot aan toegerekend.
L Cementoven van ENCI Maastricht
9 14|23 Betoniek april 2009
de totale Co 2-uitstoot
We gaan op dit punt in Betoniek weer even terug.
Er waren drie fasen in de levensduur van een con-
structie waar CO
2 wordt uitgestoten: de produc-
tiefase van beton, de bouwfase van de betonnen
constructie en de gebruiksfase van het gebouw. We
beschouwen een indicatief voorbeeld van de totale
CO
2-uitstoot van een betonnen bouwwerk geduren-
de zijn hele leven. Want het is uiteindelijk de totale
CO
2-uitstoot die telt [10].
In figuur 15 is voor de woning- en utiliteitsbouw
weergeven wat de verhouding is in CO
2-uitstoot tus-
sen de verschillende levensfasen. In beide voorbeel-
den valt op dat de gebruiksfase verreweg de hoog-
ste CO
2-uitstoot kent. Dit heeft alles te maken met het feit dat is gerekend met een levensduur van 50
jaar van het gebouw. Van al deze jaren is de CO
2-uit-
stoot meegeteld voor het verwarmen en koelen van
het gebouw en het verbruik van gas en elektriciteit
door allerhande apparaten en verlichting.
Bij de keuze van de bouwmaterialen op basis van
CO
2-uitstoot is het aan te bevelen ook de invloed
van een bouwmateriaal op de totale CO
2-uitstoot
van een bouwwerk te berekenen.
Beton is een bouwmateriaal dat in de gebruiksfase
van een bouwwerk voor CO
2-uitstoot beperking
kan zorgen als gebruik kan worden gemaakt van de
thermische eigenschappen. Hierop gaan we in de
volgende paragraaf verder in.
80
60
40
20
0 NL LX BR wereld
CZ
B P
D E
% portlandcementklinker
land
M Gemiddeld percentage portlandcementklinker van geproduceerde
cementen [7]
CO
2 [t]
CEM III/B
Nederland CEM I
Nederland CEM I
Wereld
0
0 ,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9
N CO 2-uitstoot per ton cement [4, 8, 9]
verhouding CO 2 -emissie in de keten voor woningen verhouding CO 2 -emissie in de keten voor utilitaire gebouwen
bouwmaterialen bouwfase gebruiksfase
bouwmaterialen bouwfase gebruiksfase
18% 2%80% 7%2%91%
keten keten
O Verhouding van CO 2-uitstoot tussen de verschillende levensfasen van een woning (links) e\
n een utiliteitsgebouw (rechts) [10]
14|23 Betoniek april 2009 10
thermische massa van beton
Beton is in vergelijking met andere bouwmaterialen
een zwaar materiaal. In de gebruiksfase van een
bouwwerk kan het voordelig zijn om over veel massa
te beschikken. Beton heeft wat we noemen een grote
thermische massa. Dat wil zeggen, beton heeft het
vermogen om warmte te absorberen als het warm
is en later weer af te geven als het af koelt. Dit effect
kan worden gebruikt om de temperatuurschomme-
lingen in een woning te beperken (fig. 17).
Dit effect op de temperatuur is goed merkbaar als
we op een zomerdag een grote kathedraal binnen
lopen. Buiten vallen de mussen van het dak en
binnen is het koud. De grote massa van de dikke
muren warmt niet snel op en heeft daarmee een
koelende functie. Dezelfde eigenschap hebben zwa-
re betonnen gebouwen. Als het beton 's zomers de
lucht koelt scheelt dat enorm in de energiekosten
voor de airconditioner.
We kunnen dit effect nog versterken door te wer-
ken met betonkernactivering. Hierbij wordt de zwa-
re betonconstructie niet alleen door de luchttempe-
ratuur warmer en kouder, maar wordt dit versterkt
door via leidingen in de betonvloer warmte en kou
van buiten aan en af te voeren om zo de warmteca-
paciteit van beton optimaal te benutten.
energieprestatie van een gebouw
In aansluiting op het belang van de totale CO 2-
uitstoot van een constructie heeft de overheid sinds
1995 in het Bouwbesluit eisen gesteld aan energie-
zuinigheid van een nieuwbouwwoning of utiliteits-
gebouw. In de Energieprestatienorm (EPN) wordt
de Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) geïntroduceerd
(kader 3).
Met deze energieprestatienorm is ervoor gekozen de
bouwwereld zelf te laten kiezen met welke maatre-
gelen de vereiste energiezuinigheid van een gebouw
wordt gerealiseerd. Deze eisen zijn gericht op een
P Bij betonkernactivering wordt actief gebruikgemaakt van de
thermische massa van beton
Q Invloed van de thermische massa van een gebouw op het comfort [11]
30 ºC
15 ºC dagnacht dag
6-8 ºC verschil tussen
externe en interne
piektemperaturen
piektemperatuur vertraagd tot 6 uur
interne temperaturen bij veel thermische massa
interne temperaturen bij weinig thermische massa
externe temperaturen
11 14|23 Betoniek april 2009
kader 3: energieprestatiecoëfficiënt (ePC)
De Energieprestatiecoëfficiënt, ook wel EPC ge-
noemd, geeft de energieprestatie van een nieuw-
bouwwoning of utiliteitsgebouw weer. In de Energie-
prestatienormen staat aangegeven hoe de EPC moet
worden berekend. Voor woningen is dit de NEN 5128
en voor utiliteitsgebouwen is dit de NEN 2916 [12, 13].
Berekening EPC
Voor de berekening van de EPC wordt het karakteris-
tieke energiegebruik gedeeld door het voor de wo-
ning, woongebouw of utiliteitsgebouw genormeerde
energiegebruik.
woningen
kantoren 1995 1998 2000 2003 2005 2006 2009
1
0
1,8
1,6
1,4
1,2
0,8
0,6
0,4
0,2
R De EPC-eis voor nieuwbouwwoningen en -kantoren door de jaren heen
Het karakteristiek energiegebruik is het berekende
energiegebruik voor verwarming, koeling, warmtap-
water, ventilatoren en verlichting, bevochtiging en
pompen vermindert met de energieopbrengst van
fotovoltaïsche zonnecellen (PV) en de compensatie
voor elektriciteitslevering van warmtekracht (WK).
Het genormeerde energiegebruik is het verbruik van
een gestandaardiseerd bewoners/gebruikersgedrag
van een woon- of utiliteitsgebouw.
totaalprestatie met betrekking tot de energiezuinig-
heid van een gebouw: de energieprestatie. Om een
besparing in CO
2-uitstoot te bereiken wordt door de
overheid de EPC stap voor stap verlaagd (fig. 18).
t ot slot
Over CO 2 en beton kunnen meters boeken worden
geschreven, vele discussies worden gevoerd en veel
vragen worden gesteld. In deze Betoniek is geprobeerd een overzicht te geven van de relevante aspecten
over dit onderwerp. Als belangrijkste advies willen
wij u meegeven dat als er wordt gesproken over CO
2
en beton we altijd moeten kijken naar de totale hoe-
veelheid CO
2-uitstoot tijdens de levensduur van het
bouwwerk dat we maken. Keuzes in bouwmaterialen
hebben invloed op de hoeveelheid energie die nodig
is om gebouwen te verwarmen. Beton is daar een
voorbeeld van.
12
In onze volgende uitgave
14|23 Betoniek april 2009
Abonnementsprijzen 2009:
Nederland ? 46 (excl. 6% btw)
België ? 51 (excl. 6% btw)
Kijk voor de mogelijkheden van
meelees- en online abonnementen
op www.betoniek.nl.
Aanmeldingen/opzeggingen:
Abonnementen kunnen op ieder
gewenst moment ingaan en worden
automatisch voor een jaar verlengd,
tenzij twee maanden voor de verval-
datum schriftelijk wordt opgezegd.
Overname van artikelen en illustra-
ties (met uitzondering van foto's) is
toegestaan onder voorwaarde van
bronvermelding.
ISSN 0166-137x
Redactie en uitgever stellen deze
uitgave zorgvuldig en naar beste
weten samen. Zij aanvaarden echter
geen enkele aansprakelijkheid voor
schade, van welke aard ook, die
het gevolg is van handelingen en/
of beslissingen gebaseerd op de
informatie in deze uitgave. Niet altijd
kunnen alle rechthebbenden van
gebruikt beeldmateriaal worden ach-
terhaald. Belanghebbenden kunnen
contact opnemen met de uitgever.
Colofon
Betoniek is hét vakblad over het
materiaal beton en verschijnt 10 keer
per jaar.
Betoniek wordt uitgegeven
door Æneas in opdracht van het
Cement&BetonCentrum. In de redactie
zijn vertegenwoordigd: ENCI, MEBIN,
CUR Bouw & Infra, Bam Infra en
TU Delft.
Uitgave:
Æneas, uitgeverij van vakinformatie bv
Postbus 101, 5280 AC, Boxtel
T: 0411 65 00 85
E: info@aeneas.nl
Webiste:
www.betoniek.nl
Redactie:
T: 0411 65 35 84
E: betoniek@aeneas.nl
Vormgeving:
Twin Media bv
Abonnementen/adreswijzigingen:
Uitgeverij Æneas
Postbus 101, 5280 AC, Boxtel
T: 0411 65 00 85
E: info@aeneas.nl Hoera, mijn beton klust zelf!
Beton waarin bacteriën verwerkt zitten, en dat
ook nog eens expres: wie doet zoiets en waar-
om? Wetenschappers van de Technische Uni-
versiteit Delft ontwikkelen beton met bacteriën
als mini-metselaars om scheuren te repareren.
Dit resulteert in zogenoemd zelfherstellend
beton. Handig, dan hoef je het zelf niet meer
te doen. Zeker als de bacteriën al in het beton
zitten. Dan heb je er helemaal geen omkijken
meer naar! Klinkt leuk, maar ook wel een beetje
raar: bacteriën zijn immers gevaarlijke beestjes
toch? Worden we er niet ziek van? Ontsnappen
ze niet uit het beton? In Betoniek 14/24 wordt
uitgezocht hoe dit zit.
foto pagina 1: Resultaat van de Case Study Pre-
fab beton 2008 (bron: Cement&BetonCentrum)
De redactie spreekt haar dank uit aan BAM, BFBN,
het Cement&BetonCentrum en VOBN en voor hun
technische inbreng bij de totstandkoming van dit
nummer.
literatuur en bronnen
1. National Oceanic & Atmospheric Administra-
tion: Earth system Research Laboratory.
www.esrl.noaa.gov.
2. Global warming art; globalwarmingart.com ?
IEA and ice core research.
3. Intergovernmental Panel on Climate Change;
www.ipcc.ch.
4. IEA statistics ? International Energy Agency;
www.iea.org.
5. Nederlandse Emissieautoriteit;
www.emissieregistratie.nl. 6.
VOBN: MRPI-bladen van betonmortel.
7. Cement&BetonCentrum ? Brochure Cement,
beton en CO
2. www.cementenbeton.nl.
8. BCA-factsheet 18 ? Embodied CO
2 of Portland
cement CEM I, additions, factory-made compos-
ite cements and combinations.
9. HEIDELBERGCEMENTGroup, MRPI-bladen van
cement.
10. BAM: Berekening van CO
2-emissie in de bouw-
sector. www.bamco2desk.nl.
11. Cement&BetonCentrum ? Brochure: Thermi-
sche massa voor energie zuinige gebouwen.
www.cementenbeton.nl.
12. NEN 5128 (2006) Energieprestatie van woonfunc-
ties en woongebouwen ? Bepalingsmethode.
13. NEN 2916 (2004) Energieprestatie van utiliteits-
gebouwen ? Bepalingsmethode.
Reacties