'Wanneer mag de kist er af?' Da's een vraag die vaak wordt gesteld. Want in de meeste gevallen geldt voor het bouwproces: hoe vroeger de bekisting van een verhardende betonconstructie kan worden verwijderd, hoe beter. Er kan dan namelijk worden doorgegaan met het bouwproces. Maar bijna iedereen weet ook dat de bekisting ? met oog op de kwaliteit van de constructie ? niet te vroeg mag worden verwijderd. Dus daarom de terechte vraag: Wanneer mag de kist er af?
Eigenlijk kun je de vraag ‘Wanneer mag de kist er af?’ op twee manieren zien:
1. Onder welke voorwaarden mag de kist er af?
2. Op welk tijdstip mag de kist er af?
In feite is het antwoord op de tweede vraag het belangrijkst voor het bouwproces. Maar het tijdstip waarop de bekisting mag worden verwijderd, wordt bepaald door het antwoord op de eerste vraag. En die voorwaarden – of eisen – om te mogen ontkisten, hangen af van allerlei aspecten die relevant kunnen zijn. We kunnen dit ‘vertalen’ naar een stappenplan, als hulpmiddel voor de aannemer. Met dit stappenplan kan het tijdstip worden bepaald waarop de bekisting van een specifieke betonconstructie mag worden verwijderd. In deze Betoniek introduceren we het stappenplan en behandelen we de verschillende stappen. Op www.betoniek.nl doorlopen we het aan de hand van een voorbeeldsituatie.
Band
Uitgave
STANDAARD voor technologie en uitvoering van beton
augustus
2018
25 16
Wanneer mag de kist eraf? Een stappenplan om
het ontkistingstijdstip
te bepalen
2 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Wanneer mag
de kist er af?
'Wanneer mag de kist er af?' Da's een vraag die
vaak wordt gesteld. Want in de meeste gevallen
geldt voor het bouwproces: hoe vroeger de
bekisting van een verhardende betonconstructie
kan worden verwijderd, hoe beter. Er kan dan
namelijk worden doorgegaan met het bouw
proces. Maar bijna iedereen weet ook dat de
bekisting ? met oog op de kwaliteit van de
constructie ? niet te vroeg mag worden
verwijderd. Dus daarom de terechte vraag:
Wanneer mag de kist er af?
Eigenlijk kun je de vraag 'Wanneer mag de kist
er af?' op twee manieren zien:
1.
Onder welke voor
waarden mag de kist er af?
2.
Op welk tijdstip mag de kist er af?
In feite is het antwoord op de tweede vraag
het belangrijkst voor het bouwproces. Maar
het tijdstip waarop de bekisting mag worden
verwijderd, wordt bepaald door het antwoord
op de eerste vraag. En die voorwaarden ? of
eisen ? om te mogen ontkisten, hangen af van
allerlei aspecten die relevant kunnen zijn. We
kunnen dit 'vertalen' naar een stappenplan,
als hulpmiddel voor de aannemer. Met
dit stappenplan kan het tijdstip worden
bepaald waarop de bekisting van een specifieke betonconstructie mag worden
verwijderd. In deze Betoniek introduceren we
het stappenplan en behandelen we de
verschillende stappen.
Stappenplan
Het uitgangspunt van het stappenplan is een
algemene lijst met bekistingsaspecten, die
van invloed zijn op het tijdstip waarop mag
worden ontkist:
?
De
bekisting ondersteunt de verhardende
betonconstructie.
?
De
bekisting beschermt het verhardende
betonoppervlak tegen:
-
bevriezing;
?
Peri Tunnel Bypass
Fluelen
(bron PERI GmbH)
3 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
- indringing van schadelijke stoffen;
-
mechanische schade tijdens het
uitvoerings
proces.
?
De b
ekisting zorgt voor nabehandeling van
het verhardende betonoppervlak:
-
nabehandeling algemeen;
-
verschil in uiterlijk door verschil in
nabehandeling.
?
De bekisting heeft ? bedoeld of onbedoeld
? invloed op het temperatuurverschil tussen
het beton in de kern en in de dekking van
de constructie (temperatuurbeheersing).
Deze aspecten kunnen relevant zijn bij een
specifieke betonconstructie.
1
Aspect onder
steuning
(bron PERI GmbH)
Het stappenplan is als volgt:
1.
Selecteer de aspecten die relevant zijn
bij de specifieke betonconstructie.
2.
Bepaal ? per relevant aspect ? de eis om
te mogen ontkisten. Dit is een eis aan
een bepaalde eigenschap van het beton,
in een bepaalde locatie in de constructie.
3.
V
olg ? per relevant aspect ? de ontwik-
keling van de betoneigenschap tijdens
de verharding, en check wanneer aan
de eis is voldaan.
4.
W
anneer aan de eisen van alle
relevante aspecten is voldaan, mag
worden ontkist.
Het is dus helaas niet zo dat het exacte
tijdstip waarop de bekisting mag worden
verwijderd, voorafgaand aan het storten
bekend is. Dit blijkt pas tijdens het
verhardingsproces. Hierop gaan we later
verder in.
4 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Stap 1 en 2: Aspecten
We beginnen met het toelichten van de
genoemde aspecten. Hierbij bekijken we per
aspect ook de relevantie en de eis om te
mogen ontkisten. Daarmee behandelen we
dus stap 1 en 2 van het stappenplan. De
belangrijkste zaken per aspect zijn samenge-
vat in tabel 1.
Zoals gezegd, zijn er allerlei aspecten die van
invloed zijn op het tijdstip waarop mag wor-
den ontkist, en die relevant kunnen zijn bij een
specifieke betonconstructie. Voor elk aspect is
er een eis om te mogen ontkisten; dit is een eis
aan een bepaalde betoneigenschap, bijvoor-
Druksterkte
beeld de ondoorlatendheid (impermeabili-
teit). Dat is de functionele eis. Maar sommige
eigenschappen zijn niet eenvoudig te bepalen
aan verhardend beton in een constructie. In
die gevallen wordt de functionele eis 'vertaald'
naar een eis aan een andere betoneigenschap
die wel eenvoudig te bepalen is, bijvoorbeeld
de druksterkte. Dat is de meetbare eis.
De eigenschappen zijn op een bepaald
moment echter niet gelijk in elke locatie in de
constructie. Zie het artikel 'Ontkisten vanaf
het juiste moment' in Betoniek Vakblad
2017/4 voor een toelichting. Het is dus ook
belangrijk dat bekend is in welke locatie(s) in
de constructie de eis geldt.
Bij veel aspecten geldt een (meetbare) eis aan de druk-
sterkte. Dat vraagt wel wat toelichting.
Ten eerste is het belangrijk om te weten of de eis geldt
voor de cilinder- of de kubusdruksterkte. Als dit niet
duidelijk is, moet het worden nagevraagd bij de opstel-
ler van de eis. Voor de eisen afkomstig uit de Europese
uitvoeringsnorm NEN-EN 13670 is niet duidelijk gesteld
of het de cilinder- of de kubusdruksterkte betreft. In
Nederland en België vertalen we deze eisen normaal
gesproken naar kubusdruksterktes, maar dat zou een
onveilige benadering kunnen zijn. De groene (ontwerp)
versie van de Nederlandse aanvullende voorschriften op NEN-EN 13670 (NEN 8670) geeft duidelijk aan dat de
daarin geëiste druksterktes kubusdruksterktes betreffen.
Ten tweede kan de eis gelden voor de gemiddelde of karak-
teristieke druksterkte. Of er wordt geen toelichting gegeven,
zoals bij de eisen afkomstig uit NEN-EN 13670. Dit heeft te
maken met de zekerheid dat de geëiste druksterkte ook
daadwerkelijk wordt bereikt. Dit heeft weer direct verband
met de manier waarop de druksterkte van het beton in een
constructie wordt bepaald. Over dit onderwerp is helaas
(nog) veel onduidelijkheid en discussie. In deze Betoniek
gaan we er daarom niet op in. Meer hierover staat in het
artikel 'Sterkte? Welke sterkte?' in Betoniek Vakblad 2018/2.
Tabel 1 Aspecten met bijbehorende eisen om te mogen ontkisten
aspect functionele eis aanmeetbare eis aan
geëiste waarde locatie
ondersteuningsterkte en/of stijfheid (druk-, buigtreksterkte,
elasticiteitsmodulus, kruipcoefficient)druksterkte te bepalen door ontwerper 1 te bepalen door ontwerper
bescherming
tegen bevriezing sterkte druksterkte 5 N/mm² betonoppervlak
tegen indringingimpermeabiliteit druksterkte te bepalen door ontwerper betonoppervlak
tegen mechanische schadesterkte druksterkte te bepalen door aannemer (richtlijn: 5 N/mm²) betonoppervlak
nabehandeling algemeenbetonkwaliteit (sterkte en impermeabiliteit)druksterkte te bepalen door ontwerper middels nabehandelingsklasse betonoppervlak
verschil in uiterlijk'dichtheid' van de porienstructuur gewogen rijpheid zo veel mogelijk gelijk aan vergelijkbare storten betonoppervlak
temperatuur-
beheersingtemperatuurverschil beton en omgeving
temperatuurverschil beton
en omgeving (idem) te bepalen door ontwerper te bepalen door ontwerper
1) Op basis van de groene versie zal NEN 8670 meer invulling geven aan de \
eis
5 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Ondersteuning
De bekisting ondersteunt de verhardende
betonconstructie. Er kan worden ontkist als
de constructie sterk genoeg is om zichzelf en
eventuele belastingen te dragen, en stijf
genoeg is om daarbij niet te veel te vervor -
men. Bij niet-dragende bekistingen (zoals
bekistingen van wanden en kolommen) zijn
de benodigde sterkte en stijfheid van het
beton natuurlijk lager dan bij dragende
bekistingen (zoals onderzijden van vloeren en
balken). Bij de bepaling van de benodigde
sterkte en stijfheid moet niet alleen rekening
worden gehouden met het eigen gewicht,
maar ook met de eventuele belastingen in de
bouwfase. Een te ontkisten vloer kan bijvoor-
beeld via stempels de bovengelegen, zojuist
gestorte vloer moeten dragen.
Bij dit aspect is de functionele eis om te
mogen ontkisten, een eis aan de sterkte en/of
stijfheid (druksterkte, buigtreksterkte, elastici-
teitsmodulus of zelfs kruipcoëfficiënt) van het
beton. Deze functionele eis zal bijna altijd
worden vertaald naar een meetbare eis aan de
druksterkte. De Europese uitvoeringsnorm
NEN-EN 13670 stelt geen geëiste waarde.
Deze moet door de ontwerper worden
bepaald. Er wordt overigens gewerkt aan de
Nederlandse aanvullende voorschriften op NEN-EN 13670: NEN 8670. Op dit moment
is de groene (ontwerp) versie klaar. Daarin
worden voor dragende bekistingen geëiste
druksterktes gegeven die gelden als de ont-
werper geen waarde opgeeft. Deze geëiste
waarden zijn afhankelijk van de druksterkte-
klasse van het beton. Voor niet-dragende
bekistingen stelt de groene versie van NEN
8670 als geëiste waarde minimaal 3,5 N/
mm², met een voorkeur voor minimaal 5 N/
mm². Bij dit aspect is het ook belangrijk dat
wordt aangegeven in welke locatie in de
constructie de eis geldt. Helaas doet de
regelgeving daar geen uitspraken over.
Dit aspect is eigenlijk in alle gevallen relevant.
2
Aspect bescherming
tegen bevriezing in
winterse situatie
Tabel 1 Aspecten met bijbehorende eisen om te mogen ontkisten
aspect functionele eis aanmeetbare eis aan
geëiste waarde locatie
ondersteuningsterkte en/of stijfheid (druk-, buigtreksterkte,
elasticiteitsmodulus, kruipcoefficient)druksterkte te bepalen door ontwerper 1 te bepalen door ontwerper
bescherming
tegen bevriezing sterkte druksterkte 5 N/mm² betonoppervlak
tegen indringingimpermeabiliteit druksterkte te bepalen door ontwerper betonoppervlak
tegen mechanische schadesterkte druksterkte te bepalen door aannemer (richtlijn: 5 N/mm²) betonoppervlak
nabehandeling algemeenbetonkwaliteit (sterkte en impermeabiliteit)druksterkte te bepalen door ontwerper middels nabehandelingsklasse betonoppervlak
verschil in uiterlijk'dichtheid' van de porienstructuur gewogen rijpheid zo veel mogelijk gelijk aan vergelijkbare storten betonoppervlak
temperatuur-
beheersingtemperatuurverschil beton en omgeving
temperatuurverschil beton
en omgeving (idem) te bepalen door ontwerper te bepalen door ontwerper
1) Op basis van de groene versie zal NEN 8670 meer invulling geven aan de \
eis
6 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Bescherming
Bescherming tegen bevriezing
Het beton(oppervlak) moet worden
beschermd tegen beschadiging door eenmaal
optredende bevriezing, tot het zelf sterk
genoeg is. NEN-EN 13670 geeft invulling
hieraan door te stellen dat de temperatuur
van het betonoppervlak niet onder 0 °C mag
dalen, tot het beton in dat oppervlak een
druksterkte van 5 N/mm² heeft bereikt. De
bekisting kan worden gebruikt om hieraan te
voldoen. Daarvoor is het natuurlijk wel
belangrijk om de warmte-isolerende waarde
van de bekisting af te stemmen op de omge-
vingstemperaturen. Een stalen kist heeft
amper isolerende waarde; een houten kist
isoleert beter, maar isoleert niet voldoende bij
strenge vorst. Wanneer dit aspect relevant is, is de functio-
nele eis om te mogen ontkisten, een eis aan
de sterkte van het betonoppervlak. De meet-
bare eis is dat de druksterkte van het beton-
oppervlak minimaal 5 N/mm² moet zijn.
Dit aspect is natuurlijk alleen relevant als
sprake kan zijn van vorst gedurende de ver-
hardingsfase. Bovendien moet de bekisting
bewust deze beschermende functie hebben
gekregen. De bescherming tegen bevriezing
kan namelijk ook op andere manieren worden
geregeld.
Bescherming tegen indringing
In specifieke gevallen is het belangrijk om het
beton(oppervlak) te beschermen tegen
indringing van schadelijke stoffen, tot het zelf
voldoende ondoorlatend (impermeabel) is.
3
Aspect bescherming
tegen indringing
van schadelijke
stoffen bij zeewater
(bron Doka Neder
land BV)
7 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Een voorbeeld is een constructie in of bij de
zee, waar sprake is van zeewater met chlori-
den. De bekisting kan worden gebruikt om
deze bescherming te bieden.
Wanneer dit aspect relevant is, is de functio-
nele eis om te mogen ontkisten, een eis aan
de impermeabiliteit van het betonoppervlak.
Deze functionele eis zal bijna altijd worden
vertaald naar een meetbare eis aan de druk-
sterkte. De geëiste waarde wordt door de
ontwerper bepaald.
Zoals gezegd, is dit aspect alleen in specifieke
gevallen relevant. Bovendien moet de bekis-
ting bewust deze beschermende functie
hebben gekregen. De bescherming tegen
indringing kan namelijk ook op andere
manieren worden geregeld.
Bescherming tegen mechanische
schade
De bekisting beschermt het betonoppervlak
tegen mechanische schade tijdens het uitvoe-
ringsproces, tot het zelf sterk genoeg is.
Daarnaast mogen het betonoppervlak en de
hoeken natuurlijk niet beschadigen door het
ontkisten zelf. Bij de bepaling van de beno-
digde sterkte van het betonoppervlak moet
rekening worden gehouden met de mogelijke
mechanische impact tijdens het uitvoerings-
proces. Met het oog op het ontkisten, moet
rekening worden gehouden met de vorm van
de betonconstructie, de manier van ontkisten
en daarmee de krachten die op de constructie
komen.
Bij dit aspect is de functionele eis om te
mogen ontkisten, een eis aan de sterkte van
het betonoppervlak. De meetbare eis is een
eis aan de druksterkte van het betonopper-
vlak. De regelgeving stelt geen geëiste
waarde. Deze moet door de aannemer wor-
den bepaald, rekening houdend met de genoemde omstandigheden. NEN-EN 13670
geeft wel een richtlijn van minimaal
5 N/mm².
Dit aspect is eigenlijk in alle gevallen relevant.
In de meeste situaties zal de geëiste druk-
sterkte overigens niet hoog zijn.
Nabehandeling
Nabehandeling algemeen
De bekisting zorgt voor nabehandeling van
het verhardende betonoppervlak. Dat het
nabehandelen van betonoppervlakken
belangrijk is voor de uiteindelijke kwaliteit van
de betonconstructie, kan niet vaak genoeg
worden gezegd. Er kan worden gekozen uit
verschillende geschikte nabehandelingsme-
thodes, en er moet worden nabehandeld
gedurende een bepaalde minimale nabehan-
delingsduur (zie ook NEN-EN 13670). Eén
van de methodes is het laten staan van de
bekisting. De nabehandelingsduur wordt
bepaald door de kwaliteit van het betonop-
pervlak (zowel sterkte als impermeabiliteit).
Hiervoor bestaan nabehandelingsklassen. Hoe
hoger de klasse, hoe hoger de eis aan de
kwaliteit van het betonoppervlak. Zie Betoniek
Standaard 16/22 'Pappen en nathouden' voor
meer informatie.
Wanneer de bekisting gedurende de hele
nabehandelingsduur moet zorgen voor de
nabehandeling, is de functionele eis om te
mogen ontkisten, een eis aan de kwaliteit van
het betonoppervlak. In NEN-EN 13670 is
deze functionele eis vertaald naar een meet-
bare eis aan de druksterkte. Bij nabehande-
lingsklasse 2, 3 en 4 is de eis dat de druk-
sterkte in het betonoppervlak minimaal gelijk
moet zijn aan 35%, 50% resp. 70% van de
gespecificeerde karakteristieke druksterkte na
28 dagen. De ontwerper bepaalt de nabehan-
delingsklasse.
8 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Dit aspect is alleen relevant als de bekisting
gedurende de hele nabehandelingsduur moet
zorgen voor de nabehandeling. Er kan ook
worden gekozen voor eerder ontkisten, op
voorwaarde dat gedurende de rest van de
nabehandelingsduur wordt gekozen voor een
andere geschikte nabehandelingsmethode.
Verschil in uiterlijk
Het aspect 'verschil in uiterlijk' hangt samen
met het aspect 'nabehandeling algemeen'. Bij
schoonbeton is het belangrijk dat de kleurin-
tensiteit (in het geval van 'gewoon' grijs
beton dus de grijstint) van het betonopper-
vlak weinig varieert. Er zijn veel factoren die
van invloed zijn op deze intensiteit, zie Beto
niek Standaard 16/12 'De kleur van beton'.
Eén daarvan is het moment van ontkisten. In
feite is de 'dichtheid' van de poriënstructuur
van het betonoppervlak een invloedsfactor op
de kleurintensiteit. Deze wordt onder andere
bepaald door de nabehandelingsduur. En
omdat de bekisting bij schoonbeton vaak
moet zorgen voor de nabehandeling gedu-
rende de hele nabehandelingsduur, is het moment van ontkisten dan dus van invloed
op de kleurintensiteit.
Wanneer dit aspect relevant is, is de functio-
nele eis om te mogen ontkisten, dat de 'dicht-
heid' van de poriënstructuur van het betonop-
pervlak zo veel mogelijk gelijk is aan de
'dichtheid' waarbij de vergelijkbare storten
zijn ontkist. Deze functionele eis kan het beste
worden vertaald naar een meetbare eis aan de
gewogen rijpheid. Let op: bij dit aspect gaat
het dus niet om een geëiste waarde van de
gewogen rijpheid, maar om een gelijke gewo-
gen rijpheid. Het doel is namelijk het voorko-
men van variaties in kleurintensiteit. Overigens
is het uitgangspunt dat sowieso voldoende
nabehandeling heeft plaatsgevonden op het
moment van ontkisten (zie het vorige aspect).
Dit aspect is alleen relevant bij schoonbeton
waarbij een variatie in kleurintensiteit tussen
verschillende storten ? met bovendien
dezelfde mengselsamenstelling ? ongewenst
is. Bijvoorbeeld bij vlakken die in meerdere
storten worden gemaakt en bij meerdere
vlakken die vanwege richting en locatie goed
vergelijkbaar zijn.
Temperatuurbeheersing
Het verwijderen van de bekisting kan zorgen
voor een plotselinge toename van het tempe-
ratuurverschil tussen het beton in de kern en
in de dekking van de constructie ('tempera-
tuurschok'). In specifieke gevallen kan de
temperatuurschok zo groot zijn dat deze
resulteert in scheurvorming in het betonop-
pervlak. Als deze scheurvorming niet accepta-
bel is, is het belangrijk een dusdanig grote
temperatuurschok te voorkomen. De eis om
de bekisting te mogen verwijderen, hangt dan
samen met het verschil tussen de betontem-
peratuur (in kern en/of dekking) en de omge-
vingstemperatuur. Zie Betoniek Standaard
15/17 'Meten is hot!' voor meer informatie.
Aspect 'nabehandeling alge-
meen' - tabellen i.p.v. metingen
Voor het aspect 'nabehandeling algemeen'
biedt NEN-EN 13670 de mogelijkheid de
nabehandelingsduur niet te bepalen aan de
hand van een geëiste druksterkte, maar aan
de hand van een tabel met periodes. Voor
nabehandelingsklasse 2, 3 en 4 worden ?
afhankelijk van de oppervlaktetemperatuur
en de snelheid waarmee de sterkteontwikke-
ling verloopt ? periodes gegeven waarbij
wordt voldaan aan de nabehandelingsklasse.
Overigens bestaat ook nabehandelings-
klasse 1 waarbij de nabehandelingsduur
sowieso een periode is (12 uur). Er zijn ech-
ter maar weinig betonconstructies waar-
voor deze lage nabehandelingsklasse geldt.
9 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Wanneer dit aspect relevant is, is de eis om te
mogen ontkisten, een eis aan het tempera-
tuurverschil tussen beton en omgeving. Dit is
zowel de functionele als de meetbare eis.
Hierbij moet duidelijk zijn of de betontempe-
ratuur in de kern of het oppervlak wordt
bedoeld, en of aanvullende eisen worden
gesteld aan de verwachte omgevingstempe-
raturen. De geëiste waarde van dit tempera-
tuurverschil is van veel factoren afhankelijk,
en daarom zijn vuistregels moeilijk te geven
(tenzij ze heel veilig zijn). Het is beter de
geëiste waarde te laten vaststellen door de
ontwerper.
Zoals gezegd, is dit aspect alleen relevant in
specifieke gevallen waarin het verwijderen van
de bekisting kan leiden tot een temperatuur-
schok die weer tot (niet-acceptabele) scheur-
vorming kan leiden. Bijvoorbeeld bij massa-
beton in combinatie met een bekisting met
een relatief hoge warmte-isolerende waarde.
De temperatuurschok kan overigens ook
worden voorkomen door direct na het ontkis-
ten een ander warmte-isolerend materiaal aan
te brengen op de betonoppervlakken.
Stap 3: Ontwikkeling
betoneigenschappen
Stap 1 en stap 2 van het stappenplan zijn
behandeld. We hebben de relevante aspecten
geselecteerd, en we weten per relevant aspect
de eis om te mogen ontkisten, en bovendien
in welke locatie in de betonconstructie die eis
geldt. Hierna komt stap 3 waarbij we per
relevant aspect de ontwikkeling van de beto-
neigenschap tijdens de verharding volgen, en
we checken wanneer aan de eis is voldaan.
De ontwikkeling van de betoneigenschap ? en
daarmee het moment waarop aan de eis is
voldaan ? is pas tijdens de verharding precies
bekend. Als we kijken naar tabel 1, zien we bij
alle aspecten een (meetbare) eis aan tempera- tuurverschil, gewogen rijpheid of druksterkte.
De ontwikkeling van al deze eigenschappen in
een daadwerkelijke constructie hangt (mede)
af van de temperatuurontwikkeling van het
verhardende beton in die constructie. En die
temperatuurontwikkeling is weer van veel
factoren afhankelijk (mengselsamenstelling,
geometrie, omgevingscondities). Hierdoor
kan de temperatuurontwikkeling en daarmee
de ontwikkeling van de eigenschap vooraf niet
nauwkeurig genoeg worden bepaald. Uiter-
aard kan op basis van eerdere ervaringen of
het gebruik van modellen wel alvast een
inschatting worden gemaakt.
4
Aspect bescherming
tegen mechanische
schade tijdens het
uitvoeringsproces
(bron PERI BeNeLux
BV)
10 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Gewogen rijpheid
Bij de chemische reactie tussen cement en water ontstaat
cementsteen die mede zorgt voor onder andere de 'dichtheid'
van de poriënstructuur en de impermeabiliteit en druksterkte
van het beton. Bij een constante en specifieke betontemperatuur
heeft elke betonsamenstelling zijn eigen ontwikkeling van deze
eigenschappen in de tijd. Maar de betontemperatuur is ook van
invloed op deze ontwikkeling. Als twee dezelfde samenstellingen
tijdens de verharding verschillende betontemperaturen hebben,
is de ontwikkeling dus ook verschillend. Om de ontwikkelde
eigenschappen toch te kunnen vergelijken, kan gebruik worden
gemaakt van de gewogen rijpheid. Dit is een eigenschap van het
verhardende beton waarin zowel de verhardingstijd als de
betontemperatuur tijdens de verharding zijn verwerkt. Boven-
dien wordt hierbij rekening gehouden met de temperatuur-
gevoeligheid van het toegepaste cement, aan de hand van de
C -waarde. Twee dezelfde betonsamenstellingen met dezelfde
gewogen rijpheid, hebben dus een vergelijkbare 'dichtheid',
impermeabiliteit en druksterkte.
Met behulp van de gewogen rijpheid kan de druksterkte in een
daadwerkelijke betonconstructie worden bepaald. Hiervoor
moet voorafgaand aan het storten de relatie tussen de gewogen
rijpheid en de druksterkte worden vastgesteld. Deze relatie
wordt weergegeven via een ijklijn. Deze methode om de druk-
sterkte te bepalen wordt beschreven in NEN 5970. Zie het artikel
'Ontkisten vanaf het juiste moment' in Betoniek Vakblad 2017/4
voor meer uitleg en aanvullende informatie over de methode
gewogen rijpheid.
5
Aspect verschil in uiterlijk
bij schoonbeton
(bron Doka Nederland BV) Ontwikkeling betoneigenschap
volgen
De ontwikkeling van de betoneigenschap
moet dus worden gevolgd tijdens de verhar-
ding. Zoals gezegd, zijn de eigenschappen
temperatuurverschil, gewogen rijpheid en
druksterkte (mede) afhankelijk van de tempe-
ratuurontwikkeling van het verhardende
beton. Gelukkig is deze temperatuurontwik-
keling redelijk eenvoudig te meten! Dit kan
door het plaatsen van sensoren (thermo-
koppels) in het beton. Natuurlijk moeten deze
sensoren worden geplaatst in de locatie in de
constructie waar de eis geldt. We kijken per
genoemde eigenschap naar het verband
tussen de gemeten temperatuurontwikkeling
van het beton en de ontwikkeling van de
eigenschap.
Temperatuurverschil
Het verband tussen de gemeten temperatuur-
ontwikkeling van het beton en de ontwikke-
ling van het temperatuurverschil tussen het
beton en de omgeving is natuurlijk duidelijk
en eenvoudig. De enige extra 'actie' is dat ook
de ontwikkeling van de omgevingstempera-
tuur moet worden gemeten.
Gewogen rijpheid
In het kader 'Gewogen rijpheid' wordt het
verband tussen de gemeten temperatuuront-
wikkeling van het beton en de ontwikkeling
van de gewogen rijpheid toegelicht. Naast de
temperatuurontwikkeling is ook de C -waarde
van het cement nodig. Op basis van deze
twee kan de ontwikkeling van de gewogen
rijpheid worden bepaald met de rijpheids-
formule.
Druksterkte
In het kader 'Gewogen rijpheid' wordt ook
het verband tussen de gemeten temperatuur -
ontwikkeling van het beton en de ontwikke-
ling van de druksterkte toegelicht. De ontwik-
11 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
keling van de druksterkte kan worden bepaald
met de ontwikkeling van de gewogen rijpheid
(zie hiervoor) en een geschikte ijklijn.
Er zijn ook andere methodes om de ontwik-
keling van de druksterkte te bepalen, zie het
artikel 'Ontkisten vanaf het juiste moment' in
Betoniek Vakblad 2017/4. De methode gewo-
gen rijpheid is in Nederland echter de meest
bekende en meest toegepaste methode.
Eis checken
Om stap 3 van het stappenplan af te ronden,
moeten we per relevant aspect checken wan-
neer aan de (meetbare) eis om te mogen
ontkisten, is voldaan. Met andere woorden:
op welk moment de betoneigenschap aan de
eis voldoet.
Voor de eigenschap temperatuurverschil tus-
sen beton en omgeving geldt dat dit verschil
normaal gesproken kleiner wordt in de loop
van de tijd (uiteraard na de piek in de beton-
temperatuur). Het uitgangspunt is namelijk
dat de betontemperatuur daalt en de (gemid-
delde) omgevingstemperatuur min of meer
gelijk blijft. Maar let op als wordt voorspeld
dat deze omgevingstemperatuur sterk gaat
dalen na het moment waarop het tempera-
tuurverschil aan de eis voldoet. Het tempera-
tuurverschil kan dan namelijk weer groter
worden, waardoor alsnog niet is voldaan aan
de eis om te mogen ontkisten.
Stap 4: Tijdstip van ontkisten
Het enige wat nog resteert om het tijdstip te
bepalen waarop de bekisting daadwerkelijk
mag worden verwijderd, is stap 4: Er mag
worden ontkist wanneer aan de eisen van alle
relevante aspecten is voldaan.
Dit is het moment waarop aan de laatste eis is
voldaan. Dat betekent dat voor sommige
relevante aspecten geldt dat wordt ontkist op een later moment dan waarop is voldaan aan
de eis. Voor bijna alle aspecten geldt dat dat
geen probleem is, maar zelfs positief: er wordt
dan ontkist bij een hogere druksterkte (en
daarmee een hogere sterkte, stijfheid en
impermeabiliteit) dan geëist, of bij een lager
temperatuurverschil dan geëist. Maar let op:
Dit geldt niet voor het aspect 'verschil in
uiterlijk' waarbij de eis is dat de gewogen
rijpheid zoveel mogelijk gelijk moet zijn aan de
gewogen rijpheid waarbij de vergelijkbare
storten zijn ontkist. Als op een later tijdstip
wordt ontkist, kan dat namelijk een verschil in
kleurintensiteit geven. Als dit aspect relevant
is, moet dit aspect daarom bij alle vergelijk
-
bare storten het tijdstip van ontkisten bepalen.
Voorbeeld
We gaan nu het stappenplan doorlopen aan
de hand van een voorbeeldsituatie. Het
betreft de bekisting aan de onderzijde van
een in-situ gestort betonnen dek van een
viaduct in het binnenland. Hiervoor gelden de
volgende gegevens:
?
Sterkteklasse beton: C35/45
?
C
-waarde cement: 1,40
?
Dikte dek: 1,0 m
?
Materiaal bekistingsplaat: hout
?
Stortperiode: eind mei
?
Zeil op stortvlak aan bovenzijde
Ervaring vs. meten
Er zijn situaties waarin het niet nodig is temperatuurmetingen te
doen om te bepalen op welk tijdstip mag worden ontkist. Bij-
voorbeeld: Bij een specifieke wand zijn alleen de aspecten onder-
steuning en bescherming tegen mechanische schade relevant.
Voor beide aspecten geldt de eis dat de druksterkte in het beton -
opper
vlak minimaal 5 N/mm² moet zijn. Het betreft een stort in
juni met beton met een druksterkteklasse C35/45, waarbij
sowieso niet eerder dan twee dagen na het storten wordt ont-
kist. Op basis van ervaring kan worden geconcludeerd dat de
druksterkte van het beton in het betonoppervlak op dat tijdstip
voldoet aan de eis.
12 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Stap 1: Relevante aspecten
?
Ondersteuning: Relevant (altijd). Het
betreft bovendien een dragende bekisting.
?
Bescherming tegen bevriezing: Niet
relevant. In deze stortperiode is geen risico
op vorst gedurende de verhardingsfase.
?
Bescherming tegen indringing: Niet
relevant. Op deze locatie en in deze stort-
periode is geen risico op chloriden uit zee-
water of dooizouten gedurende de verhar-
dingsfase. Andere schadelijke stoffen zijn
ook niet aanwezig.
?
Bescherming tegen mechanische schade:
Relevant (altijd).
?
N
abehandeling algemeen: Relevant. De
bekisting moet gedurende de hele nabe-
handelingsduur zorgen voor de nabehan-
deling.
?
V
erschil in uiterlijk: Niet relevant. Het
betreft wel schoonbeton, maar er zijn geen
vergelijkbare storten. Om variaties in
kleurintensiteit binnen het dek te voor-
komen, is het wel belangrijk niet in verschil-
lende fases te ontkisten.
?
T
emperatuurbeheersing: Relevant. Het
betreft massabeton en hout heeft een
relatief hoge warmte-isolerende waarde.
Stap 2: Eisen voor ontkisten
?
Ondersteuning:
De ontwerper heeft
bepaald dat de cilinderdruksterkte mini-
maal 25 N/mm² moet zijn, en dat de 'bij-
behorende' kubusdruksterkte 30 N/mm² is.
Deze eis geldt voor de druksterkte
gemiddeld over de dikte van het dek.
?
Bescherming tegen mechanische schade:
Op basis van de omstandigheden tijdens en
na het ontkisten, heeft de aannemer beslo-
ten de richtlijn van NEN-EN 13670 te vol-
gen: de kubusdruksterkte in het betonop-
pervlak moet minimaal 5 N/mm² zijn.
?
Nabehandeling algemeen: Op basis van de
specificaties van de opdrachtgever heeft de
ontwerper bepaald dat nabehandelings- klasse 4 geldt. Dit betekent dat de kubus-
druksterkte in het betonoppervlak mini-
maal 32 N/mm² (70% van 45 N/mm²)
moet zijn.
?
T
emperatuurbeheersing: De ontwerper
heeft bepaald dat het verschil tussen ener-
zijds de betontemperatuur in de kern en
anderzijds de laagst verwachte omgevings-
temperatuur binnen 24 uur na ontkisten,
maximaal 20 ºC mag zijn.
Overigens blijkt uit bovenstaande dat de eis
bij het aspect 'bescherming tegen mechani-
sche schade' in deze situatie niet de laatste eis
zal zijn waar aan wordt voldaan, vanwege de
eis bij het aspect 'nabehandeling algemeen'.
Het aspect 'bescherming tegen mechanische
schade' hoeft daarom niet meer te worden
bekeken.
Stap 3: Ontwikkeling beton
-
eigenschappen
Ontwikkeling volgen:
?
Ondersteuning: De ontwikkeling van de
kubusdruksterkte gemiddeld over de dikte
van het dek kan worden bepaald met de
gemeten temperatuursontwikkeling van
het beton op drie locaties (dekking onder-
zijde, kern en dekking bovenzijde), en de
methode gewogen rijpheid. Om tot een
gemiddelde waarde over de dikte van een
constructie te komen, wordt vaak gebruik-
gemaakt van de genoemde drie locaties en
de volgende weegfactoren: Dekking
onderzijde 1/6 deel, kern 4/6 deel, dekking
bovenzijde 1/6 deel.
?
Nabehandeling algemeen: De ontwikkeling
van de kubusdruksterkte in het (bekiste)
betonoppervlak kan worden bepaald met
de gemeten temperatuursontwikkeling van
het beton in de dekking aan de onderzijde,
en de methode gewogen rijpheid.
?
T
emperatuurbeheersing: De ontwikkeling
van het verschil tussen de betontemperatuur
13 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
in de kern en de laagst verwachte omge-
vingstemperatuur kan worden bepaald met
de gemeten temperatuursontwikkeling in de
kern en de omgeving, in combinatie met de
locale weersvoorspelling.
Om voor alle drie aspecten de benodigde
temperatuursontwikkeling te meten, zijn
sensoren aangebracht op de volgende
locaties:
?
beton in dekking onderzijde dek;
?
beton in kern dek;
?
beton in dekking bovenzijde dek;
?
omgeving.
Figuur 7 toont de gemeten temperatuursont-
wikkeling bij elke sensor. Bovendien is de
temperatuursontwikkeling gemiddeld over de
dikte van het dek gegeven. Op basis van de
gemeten temperatuursontwikkeling en de
C-waarde toont figuur 8 de ontwikkeling van
de gewogen rijpheid. Figuur 10 geeft de
ontwikkeling van de kubusdruksterkte, op basis van de ontwikkeling van de gewogen
rijpheid en de ijkgrafiek (figuur 9).
Eisen checken:
?
Ondersteuning: Na ruim 3 dagen is de
geëiste kubusdruksterkte gemiddeld over
de dikte van het dek (minimaal 30 N/mm²)
bereikt. Zie rode lijnen in figuur 10.
?
Nabehandeling algemeen: Na ruim 4,5 dag
is de geëiste kubusdruksterkte in het
betonoppervlak (minimaal 32 N/mm²)
bereikt. Zie blauwe lijnen in figuur 10.
?
T
emperatuurbeheersing: Na bijna 5 dagen
is het geëiste verschil tussen enerzijds de
betontemperatuur in de kern en anderzijds
de laagst verwachte omgevingstempera-
tuur binnen 24 uur na ontkisten (maximaal
20 ºC) bereikt. Zie paarse lijnen in figuur 7.
Stap 4: Tijdstip van ontkisten
Vijf dagen na het storten is aan de eisen van
alle relevante aspecten voldaan, en mag de
bekisting worden verwijderd. 6
Aspect tempera
tuurbeheersing bij
massabeton
(bron: Doka Neder
land BV)
14 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
0
10 20
30 40 50
0 1 2 3 4 5 6 7
temperat uur in °C
ouderdom in dagen
temperatuur - voorbeeldsitua tie
dekking onderzijdekerndekking bovenzijdegemiddeld over dikte dekomgevingtemperatuurverschil kern -
omgeving (laagst verwacht 24h)
20 graden
0
1000 2000
3000
4000 5000 6000 7000 8000
0 12 3 45 67
gewogen rijpheid in °Ch
ouderdom in dagen
gewogen rijpheid - voorbeeldsitua tie
gemiddeld over dikte dek
dekking onderzijde
7
Temperatuurs
ontwikkeling
8
Ontwikkeling
gewogen rijpheid
15 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
0 5
10 15
20 25 30 35 40 45
100 100010000
kubusdruksterkte in N/mm
2
gewogen rijpheid in °C *h
ijkgrafiek - voorbeeldsitua tie
regressielijn
ijklijn
kubusdruksterkte in N/mm
2
0 5
10
15
20
25
30
35
40
0 12345 67
ouderdom in dagen
kubusdruksterkte - voorbeeldsitua tie
gemiddeld over dikte dek
dekking onderzijde
30 N/mm 2
32 N/mm 2
9
IJkgrafiek
10
Ontwikkeling
kubusdruksterkte
16 augustus 2018 STANDAARD 16 I 25
Betoniek = Standaard + Vakblad
Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook
Betoniek Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder
meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze
artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek
Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie
wordt geschreven. Betoniek Vakblad verschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn
te raadplegen op www.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dat gratis! voor technologie en uitvoering van beton 2 2018
Inzicht in
ondersteuningen
Betonsterkte 3D-betonprinten Bacteriën in beton Instrooilaag01-BV2_Cover.indd 1 02-07-18 11:16
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch Website
www.betoniek.nl
Lezersservice
T: 073 205 10 10, E: lezersservice@aeneas.nlVormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
T: 073 2051010, E: betoniek@aeneas.nl
Advertentieverkoop
Nancy Verschuren,
E: n.verschuren@aeneas.nl, T: 073 2051014
Lidmaatschap 2018
Jaarlidmaatschap: 4x Betoniek Standaard,
4x
Betoniek Vakblad en toegang tot het
online archief: ? 138,- (excl. btw).
Buiten Nederland geldt een toeslag voor
extra porto. Lidmaatschappen lopen per
jaar en kunnen elk gewenst moment
ingaan. Opzeggen moet telefonisch
gebeuren, uiterlijk twee maanden voor
vervaldatum. Kijk voor de mogelijkheden
van online Lidmaatschappen op
www.betoniek.nl. Betoniek wordt tevens elektronisch opge-
slagen en geëxploiteerd. Alle auteurs van
tekstbijdragen in de vorm van artikelen
of ingezonden brieven en/of makers van
beeldmateriaal worden geacht daarvan op
de hoogte te zijn en daarmee in te stemmen,
e.e.a. overeenkomstig de publicatie- en/of
inkoopvoorwaarden. Deze liggen bij de
redactie ter inzage en zijn op te vragen.
Hoewel de grootst mogelijke zorg wordt
besteed aan de inhoud van het blad, zijn
redactie en uitgever van Betoniek niet aan-
sprakelijk voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslissingen
gebaseerd op de informatie in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden van
gebruikt beeldmateriaal worden achter-
haald. Belanghebbenden kunnen contact
opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2018
ISSN: 2352-1090
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over technologie en
uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is een uitgave van Aeneas
Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de redactie zijn vertegenw\
oordigd:
BAM Infraconsult, BTE Nederland, ENCI, SKG-IKOB, Mebin en TNO.
Tot slot
In deze Betoniek hebben we een stappenplan
geïntroduceerd, dat kan worden gevolgd om
het tijdstip te bepalen waarop de bekisting
van een specifieke betonconstructie mag
worden verwijderd. Met behulp van dit
stappenplan kan op een onderbouwde
manier antwoord worden gegeven op de
vraag: 'Wanneer mag de kist er af?'.
Reacties