Beton bevat naast zand, grind, cement en water onder andere ook vulstoffen. Vulstoffen hebben als functie de eigenschappen van het beton of de betonspecie te beïnvloeden. Dit kunnen eigenschappen zijn zoals sterkte, verwerkbaarheid of hydratatiewarmte. Momenteel staan vulstoffen ook in de belangstelling om de milieu-impact van beton te verlagen. In deze Betoniek gaan we in op de functies van vulstoffen in beton, wat voor vulstoffen er zijn en hoe wordt omgegaan met nieuwe vulstoffen.
BAND
UITGAV E
Mei
2022
10 17
BAND
UITGAV E
Goed gevuld Over vulsto en
in beton
Betoniek Standaar 17-10.indd 1 02-05-22 11:26
2 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
Goed gevuld
Beton bevat naast zand, grind, cement en water onder
andere ook vulstoen. Vulstoen hebben als functie
de eigenschappen van het beton of de betonspecie te
beïnvloeden. Dit kunnen eigenschappen zijn zoals
sterkte, verwerkbaarheid of hydratatiewarmte.
Momenteel staan vulstoen ook in de belangstelling
om de milieu-impact van beton te verlagen. In deze
Betoniek gaan we in op de functies van vulstoen in
beton, wat voor vulstoen er zijn en hoe wordt
omgegaan met nieuwe vulstoen.
WA AROM GEBRUIKEN WE VULSTOFFEN?
In NEN-EN 206 staat in de denitie van vul-
stoen duidelijk uitgelegd waarom we vul-
stoen gebruiken: Een vulstof is een jn ver-
deelde anorganische grondstof gebruikt in
beton met de bedoeling bepaalde eigen-
schappen te verbeteren of speciale eigen-
schappen te bereiken. Vulstoen worden in
beton dus gebruikt om bepaalde eigenschap-
pen te verbeteren, zoals sterkte en de ver -
werkbaarheid, of zelfs om bepaalde speciale
eigenschappen te creëren. Maar vulstoen
worden ook vaak gebruikt simpelweg om
cement te ver vangen. Nu klinkt het of een vul -
stof, want zo doet de term vermoeden, alleen
een vulling is die bepaalde holten opvult,
maar zoals al genoemd kunnen vulstoen
diverse eecten hebben op de betoneigen -
schappen. In het Engels en ook onze zuider -
buren de Belgen noemen de vulstof een toe -
voeging, een term die de lading beter dekt.
Verderop in deze Betoniek gaan we in op wat
een vulstof is en wat voor vulstoen er zijn.
Als laatste gaan we in op hoe er wordt omge -
gaan met nieuwe vulstoen die op de markt komen. Eerst gaan we kort in op de eigen
-
schappen waarop een vulstof invloed heeft.
Verwerkbaarheid
Vulstoen worden soms speciek toege -
voegd om de verwerkbaarheid van betonspe -
cie te beïnvloeden. Denk hierbij aan de ver -
betering van de samenhang, stabiliteit en
verpompbaarheid van het mengsel.
Hydratatiewarmte
Door ver vanging van portlandcement door
een reactieve vulstof kan de temperatuur -
ontwikkeling van verhardend beton worden
verlaagd. Een principe dat wordt toegepast
bij massabeton. Zo worden bijvoorbeeld
machinefunderingen gestort waarbij het
cement voor 50% is ver vangen door poeder -
koolvliegas om de hydratatiewarmte te ver -
minderen. Het gevolg is wel dat dit mengsel
een trage sterkteontwikkeling heeft.
Sterkte
Wanneer in een mengsel cement wordt ver -
vangen door een vulstof, zal in principe de
1 Vulstoen (bron: BetonLexicon, foto: CUR)
Betoniek Standaar 17-10.indd 2 02-05-22 11:26
3 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
Levensduur
Vooral als een vulstof een functie heeft als
bindmiddel kan dit resulteren in een dichtere
structuur, waardoor bijvoorbeeld chloriden
minder gemakkelijk kunnen binnendringen.
Een vulstof kan zo voor een langere levens-
duur zorgen. Of de functie als bindmiddel ook
resulteert in een langere levensduur zal ech-
ter wel moeten worden aangetoond.
Kleur
Pigmenten zijn zeer jne vulsto en die als
doel hebben beton een kleur te geven. Juist
de jne fractie van het toeslagmateriaal
heeft veel invloed op de kleur van beton.
Pigmenten zijn dan ook kleine inerte korrels
die goed in het cementsteen verdeeld zijn.
Door hun kleur geven ze kleur aan het beton.
WAT DOET EEN VULSTOF?
Een vulstof heeft dus invloed op de eigen-
schappen van beton. Twee van de eigenschap-
pen van vulsto en die invloed hebben op de
eigenschap van beton worden nu uitgelicht: de
jnheid en de reactiviteit, waarbij de laatste
verder wordt uitgewerkt in het k-waarde con-
cept en het gelijkswaardigheidsconcept.
Fijnheid
Door meer jn materiaal ( g. 2) te gebruiken
krijg je meer pasta en creëer je meer afstand
tussen de korrels van het toeslagmateriaal.
Hiermee voorkom je blokkade van toeslag-
materiaal. Er is daardoor minder kans op
sterkte lager worden. Als de vulstof echter
de ruimte tussen cementkorrels gaat vullen
en de korrelpakking beter wordt, kan het
beton ook sterker worden. Want hoe dichter
de korrelpakking, hoe sterker het beton. Dit
werkt met name met vulsto en die jner zijn
dan cement waarmee de holten tussen de
cementkorrels verder kunnen worden
gevuld. Wanneer de vulstof reactief is of op
een andere wijze invloed heeft op de hydra-
tatie, kan het ver vangen ook leiden tot een
hogere eindsterkte.
Milieu-impact
Als een vulstof e ect op de sterkte heeft, zou
deze ook kunnen worden gebruikt om de
hoeveelheid bindmiddel in de vorm van port-
landcementklinker te verlagen. Omdat port-
landcement een grote invloed heeft op de
milieu-impact van beton, in de vorm van CO
2-
uitstoot, geeft bijna elke ver vanging van
portlandcement een verlaging van de milieu-
impact. Het ver vangen van portlandcement
door een vulstof zal echter ook invloed heb-
ben op andere eigenschappen van het beton.
2 Illustratie van de jnheid van vulstof
Betoniek Standaar 17-10.indd 3 02-05-22 11:26
4 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
ontmenging en bleeding. Het geeft een
betere verpompbaarheid en verbetert het
zelfverdichtende gedrag. Het kan ook resul
-
teren in een verhoging van de consistentie.
Dit zien we bijvoorbeeld door het kogellager-
eect door de korrelvorm bij het gebruik van
poederkoolvliegas.
In betonmortel wordt onder de jne delen de
deeltjes verstaan die een diameter hebben
kleiner dan 0,125 mm. Onder de zeer jne
delen worden de materialen bedoeld met een
deeltjes kleiner dan 0,063 mm. Dit zijn de
inerte deeltjes die volgens NEN-EN 12620
onder de vulstoen vallen. Cement is een
jnkorrelig materiaal met een korreldiameter
tussen hoofdzakelijk de 0,003 en 0,03 mm.
Deze vulstoen vormen in beton samen met
het cement en het water de pasta die tussen
de holle ruimten van het toeslagmateriaal
komt. Zodra de reactieve delen gaan reage -
ren, wordt de pasta een steenachtige lijm.
Inert of reactief
Inerte vulstoen zijn vulstoen die nage -
noeg geen reactie aangaan tijdens het ver -
hardingsproces. Ze reageren niet met water
en er is ook geen reactie in combinatie met
het cement. In de regelgeving worden de
inerte vulstoen type I vulstoen genoemd.
Reactieve vulstoen reageren wel of hebben
wel een actieve rol tijdens de verhardings -
fase. Het kan zijn dat de vulstof zelf reageert
met water of dat deze alleen reageert als er
cement aanwezig is en dan een reactie met de
reactieproducten van het cement en water
(calciumhydroxide) aangaat. De reactieve
vulstoen kunnen een bijdrage hebben in de
dichtheid van het beton. Reactieve vulstoen
hebben echter ook een direct chemisch eect
met betrekking tot levensduur omdat zij de
samenstelling van de cementsteen beïnvloe -
den. De toevoeging van bijvoorbeeld poeder -
koolvliegas en andere puzzolanen leidt tot
binding van calciumhydroxide wat tot een dichtere structuur leidt. Daarnaast worden
alkaliën gebonden. Beide hebben tot gevolg
dat toevoeging van puzzolanen de weerstand
van beton tegen ASR, sulfaataantasting en
schade door vertraagde ettringietvorming
kunnen verhogen. Reactieve vulstoen wor
-
den in de regelgeving type II vulstoen
genoemd. Bij type II vulstoen wordt bij het
bepalen of wordt voldaan aan de eisen van de
milieuklasse, de vulstof meegerekend met
het zogeheten k-waarde concept.
Het k-waarde concept
Het k-waarde concept uit NEN-EN 206
wordt gebruikt om de reactiviteit van een
vulstof te kunnen verrekenen. Het gaat
er van uit dat een vulstof een bijdrage levert
aan de sterkteontwikkeling en daarmee aan
de dichtheid en zich dus gedeeltelijk
gedraagt als een bindmiddel. De vulstof kan
met dit concept gedeeltelijk worden meege -
rekend bij de bepaling van de water-
cementfactor en bij het minimumcementge -
halte. Als vulstoen worden meegerekend
bij het minimumcementgehalte en de maxi-
male water-cementfactor dan wordt dit
gedaan met de volgende formule:
cementgehalte = cement + k vulstof
EEN BEETJE REACTIEF
De betontechnologische werkelijkheid is
complex en kent geen strikte scheiding
tussen inert en reactief. In de praktijk is
het mogelijk dat er geringe reactiviteit is,
die echter niet wordt meegenomen om aan
de eisen voor de milieuklasse te voldoen.
Het is mogelijk dat een vulstof wel reactief
is, maar dat deze toch als type I wordt
geclassiceerd omdat er geen regel-
geving is om het als een type II te
classiceren.
Betoniek Standaar 17-10.indd 4 02-05-22 11:26
5 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
Deze methode gaat uit van de algemeen
bekende type II vulstoen poederkool-
vliegas, silica fume en gegranuleerde hoog-
ovenslak. Voor deze vulstoen zijn normen
beschikbaar en zijn er grenzen vastgesteld
voor de hoeveelheid die mag worden mee-
gerekend en er zijn waarden vastgesteld
voor de k-factor zoals beschreven in tabel 1.
Gelijkwaardigheidsconcept
Het gelijkwaardigheidsconcept wordt
gebruikt om aan te tonen dat een mengsel-
gelijkwaardige technische eigenschappen
heeft als een referentiebeton. Dit concept
wordt gebruikt als:
? een vulstof reactief is, maar niet bij de
type II vulstoen hoort;
? men bij een type II vulstof wil afwijken van
de eisen in tabel 1;
? een vulstof niet reactief is, maar wel een
positieve bijdrage heeft op bepaalde
eigenschappen, zoals kalksteenmeel.
Bij deze methode wordt er beoordeeld of er
sprake is van gelijkwaardige prestaties. Er
mag dan worden afgeweken van het mini
-
mumcementgehalte en/of water-cementfac -
tor als is aangetoond dat het mengsel met de
vulstof minimaal gelijkwaardig presteert ten opzichte van een mengsel met alleen cement,
waarbij niet alleen naar de sterkte maar ook
naar de prestaties op levensduur wordt geke
-
ken. Hierbij zal voor de combinatie cement, die
voorkomt in de cementnorm NEN-EN 197-1
en een of meer vulstoen moeten worden
vastgesteld of deze gelijkwaardige prestaties
wat betreft blootstelling aan omgevingsin -
vloeden in vergelijking met een referentiebe -
ton dat voldoet aan de eisen voor de van toe -
passing zijn milieuklasse. Het aantonen van
gelijkwaardigheid is uitgewerkt in CUR-Aan-
beveling 48 voor de volgende eigenschappen:
? weerstand tegen carbonatatie;
? weerstand tegen chloridepenetratie;
? vorst-dooizoutbestandheid;
? bestandheid tegen zeewater;
? bestandheid tegen sulfaten.
Voor elk van deze eigenschappen is vastge -
legd welke testen er moeten worden
gedaan. Om vast te stellen of een eigen-
schap gelijkwaardig is, zijn er beoordelings -
criteria vastgelegd. Deze beoordelings -
criteria vergelijken op basis van statistiek de
testwaarde van het beton met de vulstof met
de testwaarde van het referentiebeton.
In Nederland is het principe van gelijkwaar -
dige prestatie voor de combinatie poeder -
Tabel 1. k-factor voor de genormeerde type II vulstoen volgens NEN-EN 206 en NEN 8005
VULSTOF CEMENTSOORT MA XIMALE
MASSAVERHOUDING
1) WATER-CEMENT
FACTOR MILIEUKL ASSE K
poederkoolvliegas CEM I0,33 0,4
CEM II/A 0,25 0,4
CEM III/A of B 0,25 0,2
silica fume klasse 1 CEM I en II/A
2) 0,11 0,45 2
CEM I en II/A
2) 0,11 >0,45X0, XD, XS en X A 2
CEM I en II/A
2) 0,11 >0,45XC en XF 1
gegranuleerde
hoogovenslak
3) CEM I en II/A 1,0 0,6
1) Maximale massaverhouding = vulstof / cement
2) Met uitzondering van cement met silica fume als bestandsdeel
3) In de NEN-EN 206 wordt informatie gegeven hoe de factor lokaal kan worden ingevuld. Voor gegranuleerde hoogovenslak is in
Nederland geen k-waarde vastgelegd. In een informatieve bijlage wordt 0,6 aanbevolen voor de combinatie met CEM I en CEM II/A.
Betoniek Standaar 17-10.indd 5 02-05-22 11:26
6 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
koolvliegas met cement, gegranuleerd hoog-
ovenslak met cement en kalksteenmeel en
cement en combinaties hier van uitgewerkt in
een beoordelingsrichtlijn: BRL 1802: Vulstof/
cementbeton ook wel attestbeton genoemd.
Ook na het vaststellen van de gelijkwaardig-
heid geldt voor elke vulstof dat altijd aan de
hand van een initieel onderzoek vastgesteld
zal moeten worden of de vulstof geschikt is
om beton te maken, zodat de gewenste
prestaties worden gehaald. Deze werkwijze
is gelijk aan de werkwijze die altijd wordt
gebruikt wanneer er een nieuw mengselsa-
menstelling wordt gemaakt.
VOORBEELDEN VAN VULSTOFFEN
Er zijn al een aantal namen van vulsto en
langsgekomen. In tabel 2 staat een overzicht
van genormeerde en gecerti ceerde vul-
sto en. Van een aantal van deze vulsto en
zal worden uitgelegd waar deze van zijn
gemaakt en welke functie ze ver vullen in
beton. Hierbij zullen eerst de inerte type I
vulsto en langskomen en daarna de reac-
tieve type II vulsto en. Kalksteenmeel
Kalksteenmeel (foto 3) is een vulstof die
wordt verkregen door het mechanisch
bewerken van uitsluitend kalksteen. Kalk-
steen bestaat uit calciumcarbonaat (CaCO
3)
en magnesium carbonaat (MgCO
3).
Vulstof die vrijkomt bij thermisch reinigen van
al dan niet teerhoudend asfalt
Deze vulstof komt vrij bij het thermisch rei-
nigen van asfalt. Tijdens het thermisch reini-
gen van het asfaltgranulaat ontstaan rook-
gassen bij de verbranding met daarin jne
delen. Deze jne delen worden afgevangen
3 Kalksteengroeve in Winterswijk,
foto: Gerard ten Dolle
Tabel 2. Genormeerde en gecerti ceerde vulsto en
NORMEN BEOORDELINGS-
RICHTLIJNEN
Vulstof NEN-EN
12620NEN-EN
12878 NEN-EN
450-1NEN-EN
13263-1 NEN-EN
15167-1 BRL
1804BRL
1802Type k-factor
kalksteenmeel X X X I
siliciumdioxide meel X XI
vulstof die vrijkomt bij het
thermisch reinigen van al dan
niet teerhoudend asfalt X
XI
vulstof van ELO-staalslakken uit
het roestvast staalprocédé X
XI
vulstof uit metamorfe
kalkhoudende zandsteen X
XI
pigmenten X I
poederkoolvliegas XXII 0,2-0,4
silica fume klasse 1 XII 1-2
gegranuleerde hoogovenslak XXII 0,6
Betoniek Standaar 17-10.indd 6 02-05-22 11:26
7 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
en vormen zo de vulstof. Deze als type I
geclassiceerde vulstof beschikt over latent
hydraulische eigenschappen. Dit betekent
dat als deze eigenschappen worden aange-
toond, deze vulstof eventueel ook als vulstof
met bindmiddelfunctie kan worden gebruikt.
In combinatie met diverse cement types
dragen zij bij aan de sterkteontwikkeling.
Hoe dit kan worden aangetoond, wordt later
behandeld, als we het over nieuwe vulstof -
fen gaan hebben. Deze vulstoen kunnen
relatief veel alkaliën bevatten.
Vulstof van ELO-staalslakken uit het roestvast
staalprocédé
Electro Ovenslak (ELO) is een vulstof ver -
kregen door de bewerking van volume
gestabiliseerde staalslakken die vrijkomen
bij de productie van roestvast staal door
middel van het E AF-S-proces (Electric Arch
Furnace Stainless Steel).
Vulstof uit metamorfe kalkhoudende
zandsteen
Vulstof uit metamorfe kalkhoudende
zandsteen komt voort uit een gesteente met de volgende samenstelling:
?
kwarts: 30-50%
? veldspaten: 15-30%
? calciet: 5-20%
? lithische fragmenten: 5-15%.
Poederkoolvliegas
Bij kolengestookte elektriciteitscentrales
komt het bijproduct poederkoolvliegas vrij.
Deze jne stof is een puzzolaan. Dit betekent
dat de vulstof niet reageert met water alleen
maar wel met water in combinatie met cal-
ciumhydroxide (Ca(OH)
2). Deze laatste is in
beton afkomstig uit de reactie van water met
portlandcement(klinker). Over het alge -
meen heeft beton met poederkoolvliegas
een betere verwerkbaarheid. Door de reac -
tie met water is er ook een bijdrage in de
sterkteontwikkeling (g. 4) en de dichtheid.
Deze puzzolane reactie is altijd langzamer
dan de cementreactie, waardoor de
1-daagse sterkte over het algemeen lager
is. Dit komt doordat de pH-waarde van het
poriewater voldoende moet zijn gestegen
om het glas van de poederkoolvliegas te
laten oplossen. Ver volgens kunnen de
120
100
80
60
40
200
activiteitenindex [%]
tijd [dagen]
0 50 100 150 200 250 300 350 400
4
Sterkteontwikkeling van een mengsel met poederkoolvliegas ten opzichte van een referentiemengsel
Betoniek Standaar 17-10.indd 7 02-05-22 11:26
8 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
opgeloste componenten reageren met het
gevormde calcium hydroxide. In guur 4
wordt aan de hand van de activiteitenindex
aangegeven wanneer de reactie plaatsvindt.
De activiteitenindex geeft de sterkte van het
mengsel met de vulstof ten opzichte van de
sterkte van het referentiemengsel weer. Ten
opzichte van de referentie van een mortel of
beton is 25% van het cement ver vangen
door poederkoolvliegas. Bij het referentie-
mengsel bestaat het bindmiddel voor 100%
uit cement.
Silica fume
Bij de productie van het metaal silicium,
nodig voor computerchips, komt silica fume
(foto 5) vrij. Deze jne deeltjes kunnen 100
keer jner zijn dan cement en hebben een
gemiddelde diameter van 0,15 µm. Daardoor
is silica fume uitermate geschikt om de holle
ruimten tussen de cementkorrels te vullen
en een positieve bijdrage te leveren aan de
korrelpakking. Net zoals poederkoolvliegas
is het een puzzolaan materiaal. Door de puz-
zolane reactie en de positieve invloed op de
korrelpakking geeft het in de regel een snel-
lere sterkteontwikkeling en een hogere
sterkte. Ter illustratie, de ver vanging van 3 tot 4 kg cement in een kuub beton door 1 kg
silica fume heeft geen negatieve invloed op
de 28-daagse sterkte. De reactie heeft ook
invloed op de dichtheid van het beton.
Er wordt dan ook een k-factor van 1 tot 2
toegekend aan silica fume.
Door het grote speci eke opper vlakte is er
een grotere waterbehoefte en wordt de kans
op bleeding kleiner. Er zal dus zorgvuldig
met nabehandeling moet worden omge-
gaan. Betonmengsels met silica fume heb-
ben een grotere samenhang en taaiheid.
Hoogovenslak
Bij het productieproces van ruwijzer komt
het bijproduct hoogovenslak vrij. Snel afge-
koeld en jngemalen hoogovenslak is een
latent hydraulische vulstof, dit betekent dat
de slak met water reageert. Dit is een lang-
zaam proces dat kan worden versneld als de
pH wordt verhoogd. De activator van de
reactie is bijvoorbeeld portlandcement.
Door de reactie met water en met de vrij-
komende calciumhydroxide uit de reactie
van portlandcementklinker met water heeft
de hoogovenslak een bijdrage bij de sterkte
en bij de dichtheid en daarmee de levens-
duur van beton.
5
Silica fume (foto: BetonLexicon)
Betoniek Standaar 17-10.indd 8 02-05-22 11:26
9 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
PROCEDURE VOOR NIEUWE VULSTOFFEN
Met de aandacht voor de duurzaamheid van
bouwmaterialen in de termen van CO
2-
reductie en circulariteit is er veel belang-
stelling voor de rol van de vulstof als ver-
vanger van portlandcement. Dit betekent
dat er veel nieuwe jne poeders op de markt
komen uit een brede diversiteit van bronnen.
Een veel gehoorde vraag is: wat is het e ect
van deze nieuwe vulstof op beton? En dan
gaat het om het gehele pallet van prestaties
van de mortel, het jonge en het oude beton.
Om een nieuwe vulstof te kunnen gebruiken,
zal er daarom zekerheid moeten zijn over de
bruikbaarheid, de e ecten op de prestaties
van beton en de recyclebaarheid. De
geschiktheid zal, net zoals voor de vulsto en
die er nu zijn, moeten worden aangetoond.
De stappen die genomen worden om de
geschiktheid aan te tonen zijn beschreven in
guur 6. Bij inerte vulsto en zal bij de geschiktheid vooral worden gekeken in
welke mate de vulstof e ect heeft op de
prestaties van het beton, met name het e ect
op de sterkteontwikkeling. Daarnaast wordt
gekeken of er geen nadelige nevene ecten
zijn bijvoorbeeld op de levensduur. Als de
vulstof ook een bindmiddelfunctie heeft dan
zal er worden gekeken of de combinatie
cement met vulstof gelijkwaardig is met het
gelijkwaardigheidsconcept.
Inerte vulsto en
Voordat de geschiktheid wordt beoordeeld,
wordt eerst gekeken of het materiaal wel
onder de de nitie van een inerte vulstof valt.
Dit houdt in dat het om een vulstof gaat die
valt onder de scope van NEN-EN 12620
' Toeslagmateriaal voor beton'. Daarnaast
moet worden aangetoond dat het materiaal
in ieder geval aan de generieke eisen vol-
doet zoals beschreven in tabel 3.
Tabel 3. Generieke eisen voor type I vulsto en (BRL 1804)
EIS
GRENSWA ARDEN
zeefdoorval
- zeef 2 mm 100% m/m
- zeef 125 µm 85-100% m/m
- zeef 63 µm 70-100% m/m
alkaligehalte, uitgedrukt als Na
2O-equivalent (Na 2O + 0,658 × K 2O) 5,0% m/m
methyleenblauwadsorptie 1,2 % m/m
gehalte aan chloriden -
gehalte aan sulfaten (SO
3) 4,0 % m/m
invloed op sterkteontwikkeling 65 %
invloed op bindtijd < 120 min
bepaling van vormhoudendheid < 10 mm
6 Schema beoordeling Beoordelingsmethodiek geschiktheid alternatieve grondsto en voor beton (op
basis van bijlage A CROW-CUR-Publicatie 'Beoordelingsmethodiek geschiktheid alternatieve
grondsto en voor beton')
Betoniek Standaar 17-10.indd 9 02-05-22 11:26
10 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
De volgende stap is dat wordt gekeken of er
al internationale regelgeving bestaat. Naast
de regelgeving moet er ook praktijker varing
zijn. Als een van de twee of beide er niet zijn,
kan er het traject van het opstellen van een
CROW-CUR Aanbeveling met achtergrond-
rapport worden gevolgd.
Als uit de internationale regelgeving of
onderzoek naar voren komt dat er aanvul-
lende eisen nodig zijn, bestaan die ten eerste
uit eisen waarmee het materiaal wordt gede-
nieerd. Hierbij gaat het vaak om de hoofd-
bestanddelen. Daarnaast worden eisen
gesteld aan de vulstof waarmee voorkomen
wordt dat er schadelijke reacties optreden.
Voorbeelden van dit soort eisen zijn:
? maximumgehalte aan organische
bestanddelen;
? maximaal gloeiverlies;
? maximumgehalte aan water oplosbaar
fosfaat;
? maximumgehalte aan magnesiumoxide;
? basiciteit;
? maximale expansie.
Vulstoen waar voor aanvullende eisen voor
zijn vastgesteld, zijn: kalksteenmeel, sili-
ciumdioxidemeel, vulstof die vrijkomt bij het
thermisch reinigen van al dan niet teer -
houdend asfalt, vulstof van ELO-staalslak -
ken en vulstof uit metamorfe kalkhoudende
zandsteen. Zo zijn voor kalksteenmeel de
aanvullende eisen beschreven in tabel 4. Reactieve vulstoen
Zodra een vulstof reactief is en een actieve
rol heeft in het bindingsproces, is het ook
belangrijk deze bindmiddelbijdrage te kun-
nen bepalen. Dit betekent dat een cement in
combinatie met deze vulstof aantoonbaar
prestaties op het gebied van sterkte en
levensduur moet kunnen halen om geschikt
te zijn voor het gebruik in beton.
Bij vulstoen met bindmiddelfunctie kan de
geschiktheid worden aangetoond met de
BRL 1802 vulstof/cementbeton. In deze BRL
is beschreven hoe kan worden aangetoond
dat een combinatie van vulstof en cement
als bindmiddel kan worden gebruikt. De
basis van het aantonen is CUR-Aanbeveling
48, waarin is beschreven hoe de geschikt -
heid voor de milieuklassen kan worden aan-
getoond en welke testen daar voor moeten
worden gebruikt. De werkwijze beperkt zich
vooralsnog tot de bekende vulstoen in
combinatie met cementen op basis van
portlandcementklinker.
Vulstoen waarmee op deze wijze is aange -
toond dat zijn in combinatie met specieke
cementen kunnen worden gebruikt, zijn:
? gemalen gegranuleerde hoogovenslak;
? kalksteenmeel;
? poederkoolvliegas.
Voorbeeld van een nieuwe vulstof
Een voorbeeld van een nieuwe vulstoen die
recent op de markt is verschenen is AEC-vul-
stof. AEC-vulstof is afkomstig van het nat
malen en opwerken van AEC-bodemas. Deze
bodemas is afkomstig van zogenoemde Afval
Energie Centrales (AEC's) en heeft een aan-
tal specieke eigenschappen, waardoor dit
materiaal na opwerking en maling geschikt is
voor toepassing in beton. Het bestaat name -
lijk daarna hoofdzakelijk uit jngemalen
minerale delen, zoals keramiek, glas en
gevormde slakachtige fasen. De AEC's bezit -
ten roosterovens waarin huishoudelijk en
Tabel 4. Aanvullende eisen voor type I vulstoen (BRL 1804)
EIS GRENSWA ARDE
gehalte aan siliciumdioxide (SiO
2) 2 % m/m
gehalte aan organische bestanddelen (TOC) 0,5 % m/m
gehalte aan carbonaten 87 % m/m
gehalte aan calciumcarbonaat (CaCO
3)
- voor toepassing in zelfverdichtend beton 87 % m/m
- voor overige toepassingen 72 % m/m
Betoniek Standaar 17-10.indd 10 02-05-22 11:26
11 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
daaraan gelijk gestelde afvalstoen worden
verbrand. De grove asdelen worden opge-
vangen in een waterbad en ver volgens opge -
werkt. De opgewerkte bodemas wordt ver -
volgens nat gemalen tot de gewenste
jnheid, waarbij tevens ongewenste compo-
nenten worden verwijderd. Deze laatste twee
stappen zijn belangrijk omdat daardoor de
kwaliteit actief wordt gestuurd en het materi-
aal wordt gehomogeniseerd.
Voordat deze vulstof kon worden toegepast
en deze in de Beoordelingsrichtlijn 1804
voor vulstoen voor beton kon worden
opgenomen, zijn er veel onderzoeken
gedaan naar het eect van deze vulstof op
een breed scala van eigenschappen zoals de
sterkte, buigtreksterkte, vorst-dooibe -
standheid, waterindringing, sterkte ontwik -
keling, uitloging en circulariteit. Hierbij zijn
de prestaties steeds vergeleken met die van
een referentiemengsel op basis van port -
landcement. Bij het te onderzoekenmengsel
is een deel het portlandcement ver vangen
door de vulstof.
Uiteindelijk is gebleken dat er wel invloed is
op de eigenschappen van het beton. De
meeste eigenschappen zijn minimaal gelijk -
waardig te noemen. Alleen bij de vorst-dooi-
test liet het beton met AEC-vulstof een
lagere bestandheid in de vorm van wat meer
afschilvering. De resultaten van dit onder -
zoek zijn vastgelegd in CROW-CUR-Aanbe -
veling 128 getiteld AEC-vulstof in ongewa-
pend aardvochtig beton. Deze rapportage
kan als uitgangspunt gebruikt worden voor
het opnemen van AEC-vulstof in BRL 1804
voor vulstoen in beton. Omdat het om een
relatief nieuwe grondstof voor beton gaat, is
de scope van de toepassing vooralsnog
beperkt tot ongewapend aardvochtig beton. CONCLUSIES
Door het op juiste wijze inzetten van
vulstoen is het mogelijk te sturen met de
prestaties van beton. Prestaties die hiermee
worden gestuurd zijn: sterkteontwikkeling,
verwerkbaarheid, verpompbaarheid,
levensduur en de milieuprestaties. Of een
vulstof geschikt is om te gebruiken in beton
zal moeten worden aangetoond met behulp
van een geschiktheidsonderzoek. Deze
grondstoen breiden de mogelijkheden uit
voor de betontechnoloog om beton te
maken dat geschikt is voor de specieke
eisen en wensen van een bouwproject.
DANK WOORD
De redactie dankt Angelo Sarabèr (Sarabèr
Consultancy) voor zijn inhoudelijke bijdrage
bij de totstandkoming van deze Betoniek.
Betoniek Standaar 17-10.indd 11 02-05-22 11:26
12 MEI 2022 STANDA ARD 17 10
BETONIEK = STANDAARD + VAKBLAD
Onderdeel van het Betoniek-abonnement is naast Betoniek Standaard ook Betoniek Vakblad. Dit is een magazine op groot formaat met artikelen over onder meer projecten, ontwikkelingen, onderzoek, regelgeving en onderwijs. Deze artikelen worden geschreven door de lezers van Betoniek zelf. Daarin wijkt Betoniek Vakblad dus af van Betoniek Standaard, dat volledig door een deskundige redactie wordt geschreven. Betoniek Vakbladverschijnt vier keer per jaar. Alle artikelen zijn te raadplegen op www.betoniek.nl. Voor leden van Betoniek is dat gratis!
BETONIEK = STANDAARD + VAKBLAD
Onderdeel van het
Vakblad
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
V A K B L A D 1 2022
Aan de slag met
grondsto en
HECHTING DEK VLOEREN ? GROF SECUNDAIR TOESL AGMATERIA AL
ONTWIKKELINGEN GRONDSTOFFEN ? BR ANDWERENDHEID TUNNELS
Cover.indd 1 26-04-22 09:51
Literatuur
? Betoniek 16/21 ? Op de korrel, 2017.
? Betoniek 16/12 ? De kleur van beton, 2015.
? Betoniek 14/18 ? Over: slak, 2008.
? Betoniek 6/28 ? Een wolk van stof, 1985.
? NEN-EN 12620, Toeslagmateriaal voor beton, 2008.
? NEN-EN 206, Beton ? Speci catie, eigenschappen, ver vaardiging en conformiteit, 2021.
? NEN 8005, Nederlandse invulling van NEN-EN 206: Beton ? Speci catie, eigenschappen, ver vaardiging
en conformiteit, 2017.
? NEN-EN 197-1, Cement ? Deel 1: Samenstelling, speci caties en conformiteitscriteria voor gewone
cementsoorten, 2011.
? NEN-EN 12878, Pigmenten voor het kleuren van bouwmaterialen gebaseerd op cement en/of kalk ?
Speci caties en beproevingsmethoden, 2014.
? NEN-EN 450-1, Vliegas voor beton ? Deel 1: De nitie, speci caties en conformiteitscriteria, 2012. ? NEN-EN 13263-1, Silicafume voor beton ? Deel 1:
De nities, eisen en conformiteitsbeheersing, 2009.
? NEN-EN 15167, Gemalen gegranuleerde hoogovenslak voor gebruik in beton, mortel en
injectiemortel ? Deel 1: De nities, speci caties en
conformiteitscriteria, 2006.
? CUR-Aanbeveling 48 ? Procedures, criteria en beproevingsmethoden voor de toetsing van de
geschiktheid van nieuwe cementen voor toepassing
in beton en voor de gelijkwaardige prestatie van
beton met vulsto en, 2010.
? BRL 1802: Vulstof/cementbeton, 2016.
? BRL 1804: Vulstof voor toepassing in beton en mortel, 2019.
? CROW-CUR-Publicatie: Beoordelingsmethodiek geschiktheid alternatieve grondsto en voor beton,
2015.
? CROW-CUR-Aanbeveling 128 ? AEC-vulstof in ongewapend aardvochtig beton, 2021.
Lidmaatschap
Kijk voor meer informatie over
onze lidmaatschappen op
www.betoniek.nl/lidworden
of neem contact op via lezers-
ser vice@aeneas.nl of
073 205 10 10.
Voorwaarden
Je vindt onze algemene
voorwaarden op
www.betoniek.nl/algemene-
publicatievoorwaarden-betoniek.
Betoniek Standaard is onderdeel van Betoniek Platform, hét kennisplatform over
technologie en uitvoering van beton. Betoniek Standaard verschijnt 4x per jaar en is
een uitgave van Aeneas Media bv, in opdracht van het Cement&BetonCentrum. In de
redactie zijn vertegenwoordigd: BAM Infraconsult, Betonhuis, ENCI, SKG-IKOB, TNO,
Van Wijnen en IJB Groep.
Uitgave
Aeneas Media bv
Ruimte 4121
Veemarktkade 8
5222 AE 's-Hertogenbosch
Website
www.betoniek.nl
Lezersservice
T: 073 205 10 10
E: lezersser vice@aeneas.nl Vormgeving
Inpladi bv, Cuijk
Redactie
T: 073 205 10 27
E:
betoniek@aeneas.nl
Hoewel de grootst mogelijke zorg
wordt besteed aan de inhoud van
het blad, zijn redactie en uitgever
van Betoniek niet aansprakelijk
voor de gevolgen, van welke aard
ook, van handelingen en/of beslis-
singen gebaseerd op de informatie
in deze uitgave.
Niet altijd kunnen rechthebbenden
van gebruikt beeldmateriaal
worden achterhaald. Belang-
hebbenden kunnen contact
opnemen met de uitgever.
© Aeneas Media bv 2022
ISSN: 2352-1090
KENNISDELING VIA BETONIEK, DANKZIJ ONZE PARTNERS
Betoniek Standaar 17-10.indd 12 02-05-22 11:26
In NEN-EN 206 staat in de definitie van vulstoffen duidelijk uitgelegd waarom we vulstoffen gebruiken: Een vulstof is een fijn verdeelde anorganische grondstof gebruikt in beton met de bedoeling bepaalde eigenschappen te verbeteren of speciale eigenschappen te bereiken. Vulstoffen worden in beton dus gebruikt om bepaalde eigenschappen te verbeteren, zoals sterkte en de verwerkbaarheid, of zelfs om bepaalde speciale eigenschappen te creëren. Maar vulstoffen worden ook vaak gebruikt simpelweg om cement te vervangen. Nu klinkt het of een vulstof, want zo doet de term vermoeden, alleen een vulling is die bepaalde holten opvult, maar zoals al genoemd kunnen vulstoffen diverse effecten hebben op de betoneigenschappen. In het Engels en ook onze zuiderburen de Belgen noemen de vulstof een toevoeging, een die de lading beter dekt. Verderop in deze Betoniek gaan we in op wat een vulstof is en wat voor vulstoffen er zijn. Als laatste gaan we in op hoe er wordt omgegaan met nieuwe vulstoffen die op de markt komen. Eerst gaan we kort in op de eigenschappen waarop een vulstof invloed heeft.
Verwerkbaarheid
Vulstoffen worden soms specifiek toegevoegd om de verwerkbaarheid van betonspecie te beïnvloeden. Denk hierbij aan de verbetering van de samenhang, stabiliteit en verpompbaarheid van het mengsel.
Hydratatietemperatuur
Door vervanging van portlandcement door een reactieve vulstof kan de temperatuurontwikkeling van verhardend beton worden verlaagd. Een principe dat wordt toegepast bij massabeton. Zo worden bijvoorbeeld machinefunderingen gestort waarbij het cement voor 50% is vervangen door poederkoolvliegas om de hydratatiewarmte te verminderen. Het gevolg is wel dat dit mengsel een trage sterkteontwikkeling heeft.
Sterkte
Wanneer in een mengsel cement wordt vervangen door een vulstof, zal in principe de sterkte lager worden. Als de vulstof echter de ruimte tussen cementkorrels gaat vullen en de korrelpakking beter wordt, kan het beton ook sterker worden. Want hoe dichter de korrelpakking, hoe sterker het beton. Dit werkt met name met vulstoffen die fijner zijn dan cement waarmee de holten tussen de cementkorrels verder kunnen worden gevuld. Wanneer de vulstof reactief is of op een andere wijze invloed heeft op de hydratatie, kan het vervangen ook leiden tot een hogere eindsterkte.
Milieu-impact
Als een vulstof effect op de sterkte heeft, zou deze ook kunnen worden gebruikt om de hoeveelheid bindmiddel in de vorm van portlandcementklinker te verlagen. Omdat portlandcement een grote invloed heeft op de milieu-impact van beton, in de vorm van CO2-uitstoot, geeft bijna elke vervanging van portlandcement een verlaging van de milieu-impact. Het vervangen van portlandcement door een vulstof zal echter ook invloed hebben op andere eigenschappen van het beton.
Levensduur
Vooral als een vulstof een functie heeft als bindmiddel kan dit resulteren in een dichtere structuur, waardoor bijvoorbeeld chloriden minder gemakkelijk kunnen binnendringen. Een vulstof kan zo voor een langere levensduur zorgen. Of de functie als bindmiddel ook resulteert in een langere levensduur zal echter wel moeten worden aangetoond.
Kleur
Pigmenten zijn zeer fijne vulstoffen die als doel hebben beton een kleur te geven. Juist de fijne fractie van het toeslagmateriaal heeft veel invloed op de kleur van beton. Pigmenten zijn dan ook kleine inerte korrels die goed in het cementsteen verdeeld zijn. Door hun kleur geven ze kleur aan het beton.
Reacties