voor technologie en uitvoering van beton
3 2018
Stempelraam
van beton
Bekisting voor rond Depot ? Prefab wapening landtunnel ? Circulair beton
P01_Cover.indd 1 05-10-18 16:04
Dyckerhoff ?maakt er meer van.
Dyckerhoff,
Verkoopkantoor Nederland/Belgie
nl@dyckerhoff.com
www.dyckerhoff.nl
Waalbrug Ewijk (A 50)
Dyckerhoff Basal levert hoge sterkte beton C 90/105;
Dyckerhoff levert speciale cement VARIODUR 30
Fotos: Bart van Hoek
DyB Anz_Waalbrug Ewijk_225x297_lay.indd 1 15.03.17 10:33
3 VAKBLAD I 3 2018
Inhoud
Durf
Hoewel het soms een hele zoektocht is om de ge-
meenschappelijkheid van de artikelen in ons vak-
blad te vinden, dank ik de auteurs in deze uitgave
voor het gemak waarmee hun inbreng is samen te
vatten. Het gaat allemaal in één woord over durf.
Durf om te vernieuwen, durf om te veranderen en
durf om al die geweldige ideeën ? door de 'stuur-
lui aan de wal' al zo vaak innovatief of (doe eens
gek) disruptief genoemd ? nu ook werkelijk in de
praktijk toe te passen.
Hoe vaak hebben we het in de afrondende ge-
sprekken bij een aanbesteding of bij het opstellen
van het zoveelste EMVI-plan niet gesproken over
prefabricage, logistieke innovatie, 3D-wapenings-
tekenen, meervoudig gebruik van tijdelijk hulp-
werk en maximale verduurzaming van onze
bouwcyclus?
Best vaak
En wat komt er uiteindelijk van terecht? Ook ge-
noeg, dat bewijzen tenminste de artikelen in deze
editie. Een zeer uitvoerige en kritische beschrijving
van het verwerken van wapening in een disrup-
tieve bouwmethode op de A9 Gaasperdammer-
weg. Een kijkje in de praktijk van het werken in
een bouwput met een definitief stempelwerk en
praktijk ervaringen met het maximaliseren van
hergebruik en het behoud van (rest)waarde. Alle-
maal geslaagde voorbeelden van vernieuwingen
binnen onze sector op het scherp van de snede.
Dat daar durf voor nodig is mag duidelijk zijn.
Durf is geen roekeloosheid, het is de eigenschap
die in een veranderende markt de spreekwoorde-
lijke mannen van de jongentjes scheidt, wanneer
het weer eens spannend is in de bouw.
Kortom: Mens durf te bouwen!
Ik wens u alvast veel leesplezier.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nl
Stempelraam geïntegreerd
in constructie
Diverse slimme oplossingen doorslag-
gevend bij aanbesteding parkeergarage
Jaarbeursplein.
4
Wapening als Legoblokken
Veel tijdwinst bij Gaasperdammer-
tunnel door toepassing prefab
wapening.
12
Kan beton nog circulairder?
Consequenties en mogelijkheden
circulair beton.
18
De cirkel is rond
Uitgekiende bekistingsoplossing voor
Depot Boijmans Van Beuningen.
24
Examen betontechnoloog
2018
Het hoogste slagingspercentage ooit
is dit jaar gehaald bij het examen
Betontechnoloog.
31
Oktober 2018
jaargang 6
En verder online/service 31
voor technologie en uitvoering van beton 3 2018
Stempelraam
van beton
Bekisting voor rond Depot ? Prefab wapening landtunnel ? Circulair beton
In deze editie meer over depot
Boijmans van Beuningen, de
gaasperdammertunnen en de parkeergarage bij het Jaarbeursplein
P03_Voorwoord_inhoud.indd 3 08-10-18 13:09
auteur Rutger Veldhoen Visser & Smit Bouw bv
Diverse slimme oplossingen doorslaggevend bij aanbesteding
parkeergarage Jaarbeursplein
Nog dit jaar moet de grondige facelift van het Jaarbeursplein in
Utrecht klaar zijn. Belangrijk onderdeel van het project is de
ondergrondse parkeergarage. Uitvoeringstechnisch een zeer
aansprekend werk, onder meer dankzij een betonnen stempel-
raam dat is gebruikt als werkplatform en is geïntegreerd in de
definitieve constructie (foto 1).
H
et nieuwe Jaarbeursplein heeft
een prominente plek in de plan-
nen voor de herinrichting van het stati-
onsgebied in Utrecht. Het autovrije
plein moet een stuk levendiger worden
en plaats bieden aan grote manifesta- ties en evenementen. Op het plein
komen bomen en een grote vijver die
(afgedekt) kan dienen als podium.
Onder het plein bevindt zich een par-
keergarage met een oppervlak van
120 × 66 m
2, die plek moet bieden aan 778 auto's, over drie lagen. De
ingang voor auto's bevindt zich op de
Croeselaan.
Het interieur krijgt door het hoge afwer-
kingsniveau en het kleurgebruik een
opvallend frisse uitstraling (foto 2). De
Stempelraam
geïntegreerd
in constructie
2
De parkeergarage
heeft een hoog afwer-
kingsniveau, foto:
Marina Kemp in
opdracht van Van Hat-
tum en Blankevoort
4 VAKBLAD I
3 2018
P04_Parkeergarage_Jaarbeursplein-Nieuw.indd 4 08-10-18 13:22
1
LEKA-palen als onder-
steuning van het stem-
pelraam, foto: Lievense wanden zijn uitgevoerd als blijvende
stalen damwanden die Ferrari-rood zijn
geverfd. De plafonds zijn wit en de
vloeren deels knalgeel. Fraai zijn ook de
witte kolommen met rode bies, die zijn
vormgegeven als ovale zandloper.
Stempelraam
Als oplossing voor de stabiliteit van de
bouwput bedacht de aannemer een
betonnen stempelraam. Eén raam aan
de bovenzijde was voldoende voor de
stabiliteit van de hele put. Het stempel-
raam is in de definitieve situatie geïnte-
greerd in het dak van de parkeergarage.
Met deze oplossing werd afgeweken van
het referentieontwerp, dat uitging van
een traditioneel stalen stempelraam.
Deze oplossing vormde een van de
doorslaggevende onderdelen waarmee
de Engineer&Construct-tender werd gewonnen door de combinatie van
twee VolkerWessels-ondernemingen
Van Hattum en Blankevoort en Visser &
Smit Bouw, een team waarin de kennis
van infra en u-bouw samenkwamen.
De reden om voor een betonnen stem-
pelraam te kiezen, was vooral het
beperken van risico's. Het verwijderen
van het stempelraam zou namelijk
onherroepelijk leiden tot vervormingen
van de damwanden en de omliggende
grond. Vanwege de plek, centraal in
Utrecht en tussen nabijgelegen pan-
den, zou dit tot grote risico's leiden.
Ook de bouwfasering zou bij een stalen
stempelraam een stuk complexer zijn.
Een bijkomend voordeel van het beton-
nen stempelraam was dat het kon wor-
den gebruikt voor een werkplatform tij-
dens de uitvoering. Door de centrale positie van het platform in de bouw-
kuip waren daardoor minder grote kra-
nen en betonpompen nodig. Tot slot is
een blijvend stempelraam duurzamer
omdat het tijdens de bouw niet hoeft
te worden verwijderd.
Het stempelraam is op maaiveldniveau
ter plaatse in het zand gestort op pre-
fab balkbodems en met behulp van
randbekistingen (foto 3).
Ondersteuning
Er moest een oplossing worden gevon-
den om het stempelraam in de bouw-
fase te ondersteunen, vanaf het moment
dat de grond werd afgegraven. In eerste
instantie is gekeken of er op de plek van
de definitieve kolommen een tijdelijke
ondersteuning mogelijk was. Dat bleek
niet het geval: door de mogelijke scheef-
PROJECTGEGEVENS
project
Parkeergarage Jaarbeursplein (Croeselaan)
opdrachtgever Gemeente Utrecht
opdrachtnemer Bouwcombinatie Jaarbeursplein, bestaande uit de VolkerWessels-
ondernemingen Visser & Smit Bouw en Van Hattum en Blankevoort
leverancier betonmortel Dyckerhoff Basal
aanbrengen onderwaterbeton Faber onderwaterbeton
Aquatech Diving
leverancier ankers e.d. Hakron
grondwerk Aannemingsbedrijf Bonneveld BV
waterdichte bitumenlaag Kimmenade
architect Zwarts & Jansma Architecten
constructeur Bartels Ingenieurs voor Bouw & Infra
5 VAKBLAD I 3 2018
P04_Parkeergarage_Jaarbeursplein-Nieuw.indd 5 08-10-18 13:22
3
Het storten van het
stempelraam,
foto: Henk Wind
(Bouwwereld)
stand en maatafwijkingen van tijdelijke
palen was dat niet haalbaar.
In plaats daarvan is gekozen voor toe-
passing van Leka-palen tussen de defi-
nitieve kolommen in (foto 1). Leka-
palen zijn boorpalen die bestaan uit
een stalen buis en zijn voorzien van een
schroefkop en een groutlichaam. De
palen zijn tot ruim 30 m beneden maai-
veld aangebracht. Boven op elke paal is
een deksel gelast met een verticale pin.
Deze pinnen staken in de later gestorte
balken van het stempelraam en zorgde
voor stabiliteit van de palen.
Werkplatform
De parkeergarage moest worden
gebouwd op een bijzonder klein bouw- terrein. Plek voor een torenkraan was er
nauwelijks. Daarom is, zoals gezegd, óp
het stempelraam een werkplatform
(werkbrug) gecreëerd. Op dit platform
kon een mobiele kraan heen en weer
rijden (foto 4 en 5). Aan- en afvoer van
materiaal, zoals betonmortel, moest
voor een belangrijk deel over deze plat-
forms geschieden.
Om het gehele gebied onder het stem-
pelraam te kunnen ontgraven, is de
positie van het platform tijdens de
bouw één keer aangepast: twee gekop-
pelde platforms werden omgebouwd
tot één platform. De platforms zijn
opgebouwd met demontabele casset-
tes die tijdens het uitgraven te verplaat-
sen waren.
Onderwaterbetonvloer
De horizontale afsluiting van de bouw-
kuip is gerealiseerd met een onder-
waterbetonvloer (owb-vloer) van circa
1,0
m dik. Deze is gestort op Gewi-
ankers, in totaal 1400 stuks. Hiermee
werd de opwaartse waterdruk op de
onderwaterbetonvloer tijdens de bouw
opgenomen.
De fundering is berekend als paal-plaat-
fundering: de belasting in de eindfase
wordt door zowel de Gewi-ankers als
door de onderste vloer opgenomen,
wat mogelijk was door de relatief
goede zandbodem in Utrecht. De
Gewi-ankers worden tijdens de bouw
dus op trek en in de definitieve fase op
druk belast.
Om de diepte van de bouwkuip te
beperken, zijn de poeren, die zich
onder de definitieve kolommen bevin-
den, geïntegreerd in de owb-vloer. Op
die plekken is de owb-vloer gewapend
uitgevoerd (fig. 6). Om de wapening
rond de groutankers te kunnen aan-
brengen, rekening houdend met tole-
rantie van de ankers, is gebruikgemaakt
van een tijdelijk frame van steigermate-
riaal. Dit frame is gebruikt om de wape-
ning in den droge te vlechten. Enkele
wapeningsstaven zijn losgehouden om
later op de juiste positie te kunnen
schuiven (fig. 6). De korf zelf is op hulp-
staven en hoeklijnen gesteld.
Het aanbrengen van een wapeningsnet
onder water is vaak bijzonder kritisch.
Er bestaat een reëel risico dat de netten
tijdens het storten gaan opdrijven. In
4 en 5
Werkbrug in twee
verschillende
opstellingen
6 VAKBLAD I 3 2018
P04_Parkeergarage_Jaarbeursplein-Nieuw.indd 6 08-10-18 13:22
dit project was dat niet aan de orde,
mede dankzij een zeer ervaren
uitvoerder.
Het storten van de owb-vloer was een
huzarenstukje op zich. In totaal moest
een kleine 9000 m
3 beton worden
gestort. Om de hinder voor de omge-
ving te beperken, is deze stort non-stop
in circa 100 uur uitgevoerd. Er waren
ongeveer 800 vrachten mee gemoeid.
Om onderbrekingen in het storten te
voorkomen, had de betonleverancier
een speciale ontheffing om met de
truckmixers over de busbanen in het
centrum van Utrecht te rijden. Ook
stond er continu een tweede betoncen-
trale stand-by.
Om de stort goed te laten verlopen, is
intensief overleg geweest tussen Bouw-
combinatie Jaarbeursplein, Faber
Onderwaterbeton, Aquatech Diving en
Dyckerhoff Basal. In gezamenlijk over-
leg werden opstelplaatsen van de
betonpompen, de stortmethodiek, het
afvoeren van het slib en de stabiliteit
van het betonmengsel vastgesteld. In
totaal zijn vijf betonpompen gebruikt.
Twee tot drie hebben daadwerkelijk
staan pompen tijdens de stort van het
6
Detail poerwapening
met losse staven, hulp-
staven en hoeklijn
7
Ankers op de dam-
wanden ter plaatse
van de hellingbaan
Fasering
In de uitvoering is de volgende fasering toegepast:
? Aanbrengen (definitieve) damwan-
den
? Aanbrengen Leka-palen als onder-
steuning stempelraam
? Aanbrengen groutankers als onder-
steuning onderwaterbetonvloer
? Storten stempelraam
? Ontgraven bouwput
? Aanbrengen wapening onderwater-
betonvloer
? Storten onderwaterbeton ?
Leegpompen put
? Schoonspuiten owb-vloer en
damwanden
? Storten constructievloer
? Aanbrengen kolommen -3-laag
? Aanbrengen balkbodems en vloer -2
? Aanbrengen kolommen -2-laag
? Aanbrengen balkbodems en vloer -1
? Storten kolommen -1
? Storten bg-vloer tussen stempelraam
? Verwijderen Leka-palen
7 VAKBLAD I 3 2018
P04_Parkeergarage_Jaarbeursplein-Nieuw.indd 7 08-10-18 13:22
onderwaterbeton. De overige twee
dienden als back-up. De gemiddelde
verwerkingssnelheid was 110 m
3/uur.
Waterdichtheid
Op de owb-vloer is een constructieve
vloer aangebracht. Uit kostenoverwegin-
gen is er tussen de owb-vloer en de con -
structievloer geen grindlaag toegepast.
Voor een goede waterdichte verbinding
met de damwanden zijn deuvels toege -
past (foto 7). Desondanks konden lekka -
ges niet worden voorkomen. Op diverse
damwandplanken afgelast ten behoeve
van waterdichtheid.
Dit had wel wat invloed op het afwer-
kingsniveau: door de lassen hebben de
damwanden een wat ruwere
uitstraling.
Om de damwanden te kunnen schilde -
ren, was het nodig ze volledig blank te
stralen. Daarbij zijn enkele gelaste
naden weer opnieuw gaan lekken, waardoor het laswerk op diverse plek
-
ken moest worden hersteld.
Tussenvloeren
De -2- en -1-vloer dragen op balkbo-
dems die zijn opgelegd op de prefab
kolommen. De balkbodems zijn ter
plaatse gestort, op de kolommen en
tussen de Leka-palen (foto 8).
Tussen de balkbodems op deze tussen-
verdiepingen bedraagt de overspan-
ning 16 m. Deze zijn uitgevoerd met
breedplaten (foto 8). Het materiaal
voor de vloeren moest door het stem-
pelraam worden aangevoerd. De
breedplaten liggen tussen de balkbo-
dems in, waardoor de vloer aan de
onderzijde dus volledig vlak is.
Dakvloer
De kolommen onder het stempelraam
zijn niet zoals de onderste twee lagen
in prefab beton maar in ter plaatse gestort beton uitgevoerd (foto 9).
Omdat de balken van het stempelraam
al aanwezig waren, was prefab beton
niet mogelijk. Voor het storten van de
kolommen zijn de bekistingsmallen van
de prefab-betonleverancier overgeno-
men, die vooraf al zodanig waren ont-
worpen dat ze geschikt waren voor
storten op locatie.
Tussen de balken van het stempelraam
(in twee richtingen) zijn breedplaat-
vloeren aangebracht, waarna het
geheel met een druklaag is aangestort.
Zo ontstond een dikke massieve vloer,
die aan de onderzijde volledig vlak is.
Alleen de balkbodems en de naden van
de breedplaten zijn zichtbaar.
De dakvloer wordt zeer zwaar belast.
Tijdens de bouw door zwaar materieel
en in de eindfase door onder meer
natuurstenen tegels, een zandpakket,
een vijver en bomen. Zowel de stem-
8
De tussenverdieping
is in breedplaat
uitgevoerd,
foto: Lievense
8 VAKBLAD I 3 2018
P04_Parkeergarage_Jaarbeursplein-Nieuw.indd 8 08-10-18 13:22
pels zelf als de tussengelegen vloeren
zijn daarom met naspanning uitge-
voerd. Voor de vloerdelen is deze
na spanning in de druklaag aange-
bracht. Om de strengen te kunnen aan-
spannen, zijn inkassingen in de vloer
opgenomen die later zijn aangestort
(foto 10). De voorspanning in de bal-
ken is op dezelfde manier uitgevoerd.
In de berekening van de balken moest
rekening worden gehouden met wisse-
lende steunpunten. Eerst lagen die ter
plekke van de Leka-palen en later ter
plekke van de kolommen.
Verbinding druklaag-balken
De bovenzijde van de druklaag was
gelijk aan de bovenzijde van de balken.
Doordat er dus geen doorgaande druk-
laag aanwezig was, was de verbinding
tussen de balken en de tussenstorts kri-
tisch voor lekkages. Voor een goede
verbinding tussen de druklaag en de
balken zijn aan boven- en onderzijde
stekankers toegepast en zijn de zijkan-
ten van de balken opgeruwd (foto 11).
Toch kon, mede als gevolg van het
krimpen van het beton, niet worden
voorkomen dat de voeg tussen de bal-
ken en de vloeren ging lekken. Dit is
opgelost door over de vloer een soort
zelfhelend spuitbitumen aan te
brengen. 9
Kolommen op de
-1 vloer zijn ter
plaatste gestort,
foto: Henk Wind
(Bouwwereld)
10
Naspanning in
inkassingen in vloeren
11
Breedplaten tussen de
balken van het stempel-
raam en ankers voor de
verbinding, foto: Henk
Wind (Bouwwereld)
9 VAKBLAD I 3 2018
P04_Parkeergarage_Jaarbeursplein-Nieuw.indd 9 08-10-18 13:22
De Leka-palen zijn ? nadat de kolom-
men klaar waren ? verwijderd, tot iets
onder de bovenkant van de vloeren. De
inkassingen zijn vervolgens aangestort
(foto 12).
Tot slot
Om de bouw van de parkeergarage
Jaarbeursplein op een bijzonder kleine
locatie mogelijk te maken, werd flink
wat inventiviteit van de aannemer
gevraagd. De oplossing die de bouw-
combinatie voor dit project had
bedacht, met als blikvanger een perma-
nent stempelraam, vormde uiteindelijk
de doorslag in de aanbesteding.
Inrit
Het project is gerealiseerd in twee bouwkuipen. Naast de in
dit artikel beschreven kuip voor de garage zelf, was er ook een
kuip voor de inrit. De twee bouwkuipen werden gescheiden
door een damwand die in een latere fase is afgebrand (foto
13). Die scheiding was nodig vanwege het stempelraam.
Vanwege de bijzondere vorm van de inrit, met een geknikte
helling en een in horizontale zin taps toelopend vorm, was
ook deze inrit een flinke uitdaging. Alleen al het vinden van
het juiste betonmengsel was niet eenvoudig. Dit mengsel
moest vloeibaar genoeg zijn om soepel de hele inrit te kunnen
storten, maar stug genoeg om het hellende deel in lagen aan
te kunnen brengen.
In de hellingbaan zit een vloerverwarming die is aangesloten
op de stadsverwarming.
12
Aangestort beton op
posities tijdelijke
LEKA-palen
13
Afgebrande damwand tussen bouwkuip inrit
en garage
Ondanks enkele tegenslagen is het pro-
ject naar ieders tevredenheid verlopen.
In 2018 worden het plein en de garage
geopend. Voor de opdrachtnemer zit
het er dan echter nog niet op. In de
opdracht zit tevens het onderhoud
voor een periode van 15 jaar.
AFZINKKELDERS
PREFAB KELDERBAKKEN
PREFAB KELDERWANDEN GESTORTE KELDERS TRILLINGVRIJ
GEEN BARRIÈREWERKING GRONDWATER BOUWEN OP DE ERFGRENS
BOUWEN OP DE ERFGRENS
BESPARING BOUWTIJD EN RISICO DAMWAND (NIET NODIG)
035-588 1888
info@kelderbouw.nl
www.kelderbouw.nl MBS Kelderbouw
Energieweg 2
3762 ET Soest
P04_Parkeergarage_Jaarbeursplein-Nieuw.indd 10 08-10-18 13:23
TEKTONIEK.NL
Kennis zit in mensen. Binnen het Tektoniek-netwerk
beschikken we over de kennis voor de beste architectuur
in beton. Daarbij gaat het altijd om de relatie tussen vorm -
geving, constructie en maakbaarheid. Met expertise op
het gebied van schoonbeton, constructieve optimalisaties,
productontwikkelingen en materiaalontwikkelingen.
Op de netwerkpagina van www.tektoniek.nl zijn de
juiste mensen te vinden. Misschien hoort u er ook bij?
Dat kan, het kennisnetwerk is groeiende.
TEKTONIEK
hoe maak ik de beste architectuur in beton?
Drents Museum Assen - designed by Erick van Egeraat - foto: J. Collingr\
idge
advertentie Tektoniek Cement 12016.indd 1 03-02-16 09:34
auteur ir. Patrick van Berkel IXAS / Heijmans Infra BV, ir. Tom Janssen IXAS / Ballast Nedam Infra BV, Bas van Sinten IXAS / Heijmans Infra BV
Als onderdeel van de uitbreiding van de A9 tussen
de knooppunten Holendrecht en Diemen is de
afgelopen jaren gewerkt aan een 3 km lange land-
tunnel. Vanwege de hoge bouwsnelheid moest
een slim concept worden bedacht voor de wape-
ning. De oplossing was te werken met geprefabri-
ceerde wapeningselementen die als legoblokken
op de bouwplaats in elkaar werden gezet.
H
et project A9 Gaasperdammer-
weg is onderdeel van de weguit-
breiding Schiphol-Amsterdam-Almere
(SAA), een programma van Rijkswater-
staat. In het project wordt de snelweg,
tussen de knooppunten Holendrecht
en Diemen, verbreed van drie naar vijf
rijstroken per rijrichting en een wissel-
strook. De extra rijstroken zorgen voor
een betere doorstroming en bereik-
baarheid van de noordelijke Randstad.
Om dit te kunnen realiseren, moeten
diverse kunstwerken worden ver-
Wapening als
legoblokken
Veel tijdwinst bij Gaasperdammertunnel door toepassing
prefab wapening
1
Tijdelijke opslag
wapeningselementen
12 VAKBLAD I 3 2018
PROJECTGEGEVENS
project A9 Gaasperdammerweg, in het bijzonder de
Gaasperdammertunnel (landtunnel)
opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer (DBFM) IXAS, een aannemerscombinatie van Ballast Nedam, Fluor, Heijmans en 3I
leverancier wapening Buig Centrale Steenbergen (BCS)
p12_Gaasperdammertunnel.indd 12 08-10-18 13:24
nieuwd of verbreed, zoals de brug
over de Gaasp, het viaduct over de
Muntbergweg en de kunstwerken van
het noordelijk deel van knooppunt
Holendrecht (fig. 2). Het meest
spraakmakende onderdeel van het
project is ongetwijfeld de 3 km lange
landtunnel; de Gaasperdammertun-
nel. Redenen om een tunnel aan te
leggen zijn schonere lucht in de
woonwijken langs de tunnel en min-
der geluidsoverlast. Boven op het dak
van de tunnel komt een groot park waarmee de huidige fysieke barrière
tussen de wijken Bijlmermeer (ten
noorden van A9) en Gaasperdam (ten
zuiden van de A9) wordt opgeheven
(foto 3).
Ontwerp
In de tunnel is voor elke rijbaan een
afzonderlijke tunnelbuis gerealiseerd.
Met twee parallelrijbanen (elk drie rij-
stroken), twee hoofdrijbanen (twee
rijstroken en een reservering voor een
derde rijstrook) en een wisselbaan (één rijstrook) resulteert dat in vijf
tunnelbuizen (fig. 4). Tussen de
hoofd- en parallelrijbanen liggen
twee middentunnelkanalen. Daarin
bevinden zich de dienstgang en de
vluchtgang vanuit de hoofd- en
parallelrijbaan. De tunnel is opgedeeld in zestig moten
van ongeveer 50 m lang. Er zijn twee
standaardmoten: één met een
gesloten- en één met open
vloerconstructie.
Wapening als
legoblokken
13 VAKBLAD I
3 2018
Verbrede A9 met 2x5\n rijstroken en \fisselstrook
Landt\bnnel Gaasperdamme\nr\feg met 5 t\bnnelb\biz\nen
Aan te passen lokaal \n\fegennet
Fietspadennet bestaan\nd
Spoorlijn
Metro
2
Verbreding A9 Gaasperdammerweg
3
De Tunnel moet de fysieke
barrière tussen de wijken
Bijlmer en Gaasperdam
opheffen
p12_Gaasperdammertunnel.indd 13 08-10-18 13:24
Bouwtijd
Het contract tussen opdrachtgever
Rijkswaterstaat en opdrachtnemer IXAS
is een Design, Build, Finance en Main-
tain (DBFM) contract. In dit type con-
tact is de opdrachtnemer niet alleen
verantwoordelijk voor het ontwerp en
de realisatie, maar ook voor de finan-
ciering en het onderhoud in dit geval
gedurende 20 jaar. Dit betekent ook
dat IXAS niet wordt betaald voor het
opleveren van een constructie maar
voor de beschikbaarheid (bruikbaar-
heid) van weg (en tunnel). Hierdoor
ontstaat een drive de ontwerp- en uit-
voeringsfase zo snel mogelijk en met
zo min mogelijk hinder te doorlopen.
In de totale planning was voor de ruw-
bouw tunnel, 16 maanden
beschikbaar.
Er is met drie bouwstromen tegelijk
gewerkt. Per bouwstroom bedroeg de
cyclus één week: voor de vloer een week, voor de wanden een week en
voor het dak een week. Die cyclustijd
leek aanvankelijk lastig haalbaar. Er is
een verlenging naar twee weken over-
wogen ? werken met halve weken
lukte niet omdat het weekend nodig
was voor uitharding van het beton.
Maar uiteindelijk is toch ingezet op een
weekcyclus.
Wapeningsconcept
Belangrijke factor in de planning was
de wapening. Om de hoge productie-
snelheid te kunnen halen, was al vroeg
in het proces duidelijk dat de wape-
ning moest worden geprefabriceerd.
Wapeningselementen (korven, netten,
rolmatten) werden in de fabriek ver-
vaardigd en naar de bouwplaats
getransporteerd. Daar werd de wape-
ning in elkaar gezet tot een geheel
afgewapende moot. Het traditioneel
wapenen had zoveel tijd gekost en er
zouden dan zoveel mensen nodig zijn, dat de planning in dat geval nooit
haalbaar zou zijn geweest. Dit mede
door de grote hoeveelheid wapening
die moest worden verwerkt, in totaal
zo'n 40.000 ton.
Het ontwerpen van de wapeningsele-
menten was een complex, intensief en
langdurig proces. Startpunt vormde de
wapeningsschets van de twee stan-
daardmoten, vervaardigd door de
constructeur. Daarmee is een traject
gestart samen met de wapeningsleve-
rancier. Gezocht is naar een concept
gebaseerd op een aantal 'bouwstenen'
ofwel standaardlegoblokjes (elemen-
ten) voor de wapening.
Uitwerking wapening
Bij het ontwerpen van de 'elementen'
golden veel uiteenlopende randvoor-
waarden die soms tegenstrijdig met
elkaar waren. Enerzijds moest de wape -
ning zo economisch mogelijk worden
5
Opbouw wapening in
Gaasperdammertunnel
14 VAKBLAD I 3 2018
4
Doorsnede standaard-
tunnelmoot
p12_Gaasperdammertunnel.indd 14 08-10-18 13:24
ontworpen, anderzijds moest deze snel
kunnen worden aangebracht.
Daarom zijn vooraf duidelijke spelre-
gels afgesproken. Ten aanzien van de
productiesnelheid van de elementen in
de buigcentrale was het zaak het aan-
tal verschillende wapeningselementen,
waar mogelijk, te minimaliseren. Dit
vereiste tijdens het ontwerp een zeer
nauwe samenwerking tussen de con-
structeur, vlechter en buigcentrale.
Daarom zijn er zijn vele overleggen
geweest tussen deze disciplines.
Een van de belangrijkste eisen was de
noodzaak de elementen op de juiste
manier te kunnen plaatsen. Er is daarbij
goed gekeken naar de 'stapelbaarheid'
van de elementen, de legvolgorde, de
richting met de bijbehorende detaille-
ring van aansluitingen en overlappin-
gen. Om dit goed inzichtelijk te
maken, is gebruikgemaakt van een
3D-model. De wapeningselementen
zijn in het model ingeladen om te con-
troleren of deze in de juiste volgorde
konden worden geplaatst en op een
juiste wijze zouden aansluiten (fig. 5).
Een andere randvoorwaarde werd
gevormd door de technische mogelijk-
heden vanuit de vlechtcentrales. Welke
machines waren beschikbaar, welke
afmetingen konden die realiseren, wat
waren de minimale buigstralen voor de
verschillende diameters en wanneer
kon er wel en niet worden gelast? Dat
lassen is vaak een noodzaak om sta-
biele wapeningselementen te kunnen vervaardigen. Maar vanuit het ontwerp
zijn hechtlassen lang niet altijd toe-
gestaan in verband met vermoeiing.
Dit is een treffend voorbeeld van
tegengestelde randvoorwaarden.
Voor de maximale afmetingen en het
gewicht van de elementen waren ook
het transport en kraancapaciteit
bepalend.
Aantal verschillende elementen
Het was kortom een zeer complexe
puzzel. Het aantal verschillende ele-
menten werd gaandeweg hoger dan
aanvankelijk de bedoeling was. Dat
was onder meer te wijten aan de varia-
ties in de tunnelmoten. Die variaties
hadden weer te maken met invloeden
van buitenaf, zoals kruisingen met
wegen en trein-/metrosporen. Als die
niet al invloed hadden op de vorm van
de moot, dan toch vaak wel op de hoe-
veelheid en afmetingen van de
wapening.
Tijdsdruk in ontwerp
Bij het ontwerpen van de elementen
speelde ook nog eens dat vanwege de
drie bouwstromen ook het wapenings-
ontwerp in drie stromen is uitgevoerd.
Men was lang niet altijd op de hoogte welke elementen er al voor een andere
stroom waren ontworpen. Er zijn daar-
door elementen gemaakt die erg veel
op elkaar leken en waarvan het ach-
teraf beter zou zijn geweest ze samen
te voegen. Maar er was vaak simpel-
weg de tijd niet voor om dit parallel uit
te zoeken.
Vorm wapening
Voor elk onderdeel van de wapening is
een afzonderlijk element gemaakt. Ele-
menten werden in verschillende lagen
aangebracht: de hoofdwapening, de
verdeelwapening en de beugels (foto
6). Dat had wel de nodige consequen-
ties voor het ontwerp. Zo werden in de
korven voor de dwarskrachtwapening
zwaardere langsstaven aangebracht
vanwege de regel dat een minimale
hoeveelheid van de hoofdwapening
omsloten moet zijn door beugels.
Enkele onderdelen konden niet anders
worden gerealiseerd dan door middel
van het bijleggen van losse staven. En
soms werd er ook bewust voor geko-
zen om meer of zwaardere wapening
aan te brengen als dat vanuit het oog-
punt van logistiek wenselijk was zie
kader 'Voorbeeld verschuiven
overlappingslas'.
6
Wapening in lagen
15 VAKBLAD I 3 2018
p12_Gaasperdammertunnel.indd 15 08-10-18 13:25
Gewicht
De afmetingen, en dus het gewicht, van
de elementen waren soms zeer groot.
De consequenties daarvan zijn aan het
begin niet altijd goed doorzien. Zo ging
op enkele plekken de bovenwapening
van de vloer opbollen als gevolg van
het gewicht van de wandwapening.
Ook golfde de vloerwapening zelf
omdat de hulpwapening te licht was.
Oorzaak was het innovatieve concept
en de problemen zijn gaandeweg met
goed resultaat opgelost.
Sparingen
Er is voor gekozen om bij het ontwerp
van de elementen geen rekening te
houden met sparingen en inkassingen
in de constructie. In plaats daarvan
werd de wapening op de plek van de
sparingen en inkassingen in de bouw
weggeslepen en werd bijlegwapening
los aangebracht (foto 7). Aanvankelijk
is nog wel geprobeerd ook de sparin-
gen zo veel mogelijk te standaardise-
ren, maar vorm en positie waren van zoveel variabelen en partijen afhanke-
lijk dat dit niet te doen was.
Optimum
Uiteindelijk is er een optimum gevon-
den tussen een economisch ontwerp
én een hoge productiesnelheid. Zo
heeft de vlechter moeten inleveren in
praktische oplossingen, omdat het
economisch een te grote impact had
en aan de andere kant heeft de con-
structeur/ontwerper moeten inleveren
op een zo economisch mogelijk ont-
werp, vanwege een praktische oplos-
sing die de productiesnelheid
waarborgde.
Levering
Hoewel de wapening bij één leverancier
is ingekocht, is deze door drie verschil-
lende fabrikanten geleverd. Enerzijds
omdat het om heel veel wapening ging,
anderzijds omdat niet alle fabrieken
technisch in staat waren alle elementen
te leveren, in een korte periode.
Er is lang gezocht naar een optimaal
proces van levering van de wapening.
Zo werd er gedacht aan een gezamen-
lijk opslagplaats, waar de leveringen
vanuit de verschillende leveranciers kon
worden verzameld. Of met een soort
'tussentrailers' waarmee leveringen
konden worden samengevoegd en
waarbij de wapening direct vanaf de
trailer kon worden verwerkt. Uiteindelijk
is ervoor gekozen de wapening vanuit
de verschillende centrales direct op de
bouwplaats te leveren. Daarbij is wel
rekening gehouden met de fasering. Zo kwam op maandag de wapening voor
de vloeren, op woensdag voor de
wapening voor de wanden enzovoort
(foto 1).
Legplan
De verschillende elementen werden
door de uitvoering op de juiste positie
aangebracht. Daarbij werd niet, zoals
normaal, gewerkt met wapeningsteke-
ningen maar met legplannen, voorzien
van contouren voor de elementen. Op
deze legplannen stonden de wape-
ningselementen met codes aangege-
ven. Hoe die elementen er in detail uit-
zagen, stond in afzonderlijke
elementtekeningen. Deze element-
tekeningen waren in feite productie-
tekeningen en werden gebruikt in de
fabriek. Alle elementtekeningen waren
beschikbaar vanuit het centrale docu-
mentmanagementsysteem, bijvoor-
beeld met behulp van een tablet.
Op basis van de codering van de ele
-
menten wist de uitvoering waar wat
moest worden geplaatst. Overigens
ontstond daar snel de nodige ervaring
in en kon de uitvoering aan de vorm
van de netten zien waar ze moesten
komen, zonder het te moeten opzoe -
ken in het legplan. In het proces zijn
nog wel enkele optimalisaties doorge -
voerd. Zo is de richting van de tekst
van de labels aangepast, zodat je
beter kon zien in welke richting een
element moest worden geplaatst en
wat de oriëntatie van de wapening
was.
Voorbeeld verschuiven overlappingslas
De wens bestond een overlappingslas in het dak van wapening Ø25-100 naar Ø16-
100 (loodrecht op de rijrichting) buiten de beugelwapening (t.b.v. dwarskracht) te
positioneren. Dit om de plaatsingssnelheid te verhogen. Dit betekende da\
t deze
overlappingslas 500 mm moest worden verplaatst, waarbij de staven Ø25\
moesten
worden verlengd. Voor de volledige moot met een lengte van 50 m werkt dit behoor-
lijk door. Zeker omdat dit vanwege symmetrie aan twee zijden per moot voorkomt.
Met staafgewichten:
? Ø16 van 1,61 kg/m
? Ø25 van 3,93 kg/m
is de extra wapening: (3,93 ? 1,61) kg/m × (50 m / 0,1 m) ×\
0,5 m × 2 = 1160 kg per
moot. Als dit van toepassing is op 20 moten betekent dat een verschil van 23.200 kg!
De productiesnelheid moet hier dus worden afgewogen tegen de extra koste\
n.
7
Wapening in sparingen
is op de bouwplaats
weggeslepen
16 VAKBLAD I 3 2018
p12_Gaasperdammertunnel.indd 16 08-10-18 13:25
Legplan bijlegwapening rond sparingen
en inkassingen
Hoewel de bijlegwapening rond sparin-
gen en inkassingen is aangebracht met
losse wapening, zijn ook hiervoor 'ele -
menten' gebruikt. Voor elk detail werd
de bijlegwapening gebundeld aangele -
verd die op de bouwplaats volgens
tekening moest worden aangebracht;
dit was dan het element van de bijleg -
wapening. Dit was een lastig deel van
het proces, dat aanvankelijk werd
onderschat. De invloed van een sparing
op de omliggende wapening was vaak
complex. Zo had een sparing in een
wand ook invloed op de wapening in
de vloer. Het ging hierbij dus om veel
afzonderlijke details en heel veel infor -
matie. Uiteindelijk is ook dit goed geko -
men. Soms hing de uitvoerder bijvoor -
beeld een geplastificeerde kopie van
het detail op de plek waar dat detail
moest worden gewapend.
Acceptatie
Voor de infrasector is het werken met
geprefabriceerde wapening relatief
onbekend, zeker op deze schaal. Aan- vankelijk was er de nodige weerstand
bij verschillende partijen. Maar ook in
het ontwerp was het wennen. Het
maken en dus ook het lezen van teke-
ningen was anders dan normaal het
geval is. Toezichthoudende partijen als
TIS en bouw- en woningtoezicht moes-
ten hierin schakelen, maar ook site-
engineering. Het controleren van een
legplan met bijbehorende elementte-
keningen is heel wat anders dan het
controleren van een wapeningsteke-
ning. Er was niet één tekening waarop
je een duidelijk overzicht had van de
wapening. Soms moest de 3D-teke-
ning erbij worden gehaald om exact te
zien waar welke wapening lag en of er
geen sprake was van clashes.
Ervaring
Om de weekcyclus te halen was het
aanvankelijk erg hard werken. In het
begin werden dan ook lange dagen
gemaakt. Maar al vrij snel kwam de
vaart erin kwam en kreeg men de
weekcyclus onder de knie . Een groter
probleem was de korte tijd tussen de
verschillende activiteiten. Tussen het gereed komen van de fundering en
start van de vloer bijvoorbeeld. Ach-
teraf gezien had daar iets meer ruimte
genomen moeten worden, zeker in het
begin.
Extra complicerende factor was de
beperkte ruimte. De Gaasperdammer-
tunnel is gebouwd in dicht bevolkt
gebied, waardoor het vaak passen en
meten was om materialen naar de
bouwplaats te krijgen en tijdelijk op te
slaan.
Deze wijze van werken was vernieu-
wend en vrij uniek voor de civiele
bouw. Terugkijkend was het, ondanks
enkele tegenslagen, een succesvol con-
cept, met hoog bouwtempo en goede
arbeidsomstandigheden als grote voor-
delen. Het is dan ook zeker voor herha-
ling vatbaar. Voorwaarde is dat er vol-
doende repetitie aanwezig is.
Het succes is mede te danken aan de
positieve instelling van alle betrokken
partijen. Op die manier kan er met een
positief gevoel worden toegewerkt
naar de openstelling van de tunnel in
2020 (foto 8).
8
Met een positief gevoel
wordt toegewerkt naar
de openstelling van de
tunnel
17 VAKBLAD I 3 2018
p12_Gaasperdammertunnel.indd 17 08-10-18 13:25
auteur ir. Edwin Vermeulen MBA, ir. Cindy Vissering Betonhuis
Kan beton nog circulairder?
Consequenties en mogelijkheden circulair beton
1
Het Groot Handelsgebouw in Rotterdam heeft nog
steeds de originele gevel en draagconstructie van beton
Foto: Michiel Verbeek
18 VAKBLAD I 3 2018
P18_Circulariteit.indd 18 08-10-18 13:27
Ambities op het gebied van circulariteit zijn hoog
en er zijn heel veel manieren om daar invulling aan
te geven, ook voor het materiaal beton. Recycling
is er daar een van. Het is weliswaar een belang-
rijke, maar zeker niet de enige.
D
e circulaire economie heeft als
uitgangspunt het sluiten van
kringlopen. De motivatie daarachter is
meerledig. Zo is er een eindigheid aan
de beschikbaarheid van diverse grond-
stoffen (zie ook kader 'Beschikbaarheid
grondstoffen') en voor veel essentiële
grondstoffen zijn we al afhankelijk van
landen buiten Europa (fig. 2). Ook
speelt de explosieve stijging van de
vraag naar grondstoffen en de samen-
hang van grondstoffengebruik met de
uitstoot van CO
2. Tot slot hopen de
afvalbergen zich op.
Schaalniveaus van circulariteit
Volgens de betonladder (zie kader
'Betonakkoord en betonladder') zijn er
verschillende schaalniveaus van circula-
riteit: van REFUSE en REDUCE tot aan
RECYCLE.
De belangrijkste vraag die je kunt stel-
len, is óf je wel moet bouwen. Niet
bouwen (REFUSE) heeft de grootste
positieve milieu-impact. REFUSE kan
ook betrekking hebben op de
grondstoffenkeuze.
Kan beton nog circulairder?
2
Productieconcentratie van kritieke materialen, bron: Europese Commissie
19 VAKBLAD I 3 2018
P18_Circulariteit.indd 19 08-10-18 13:27
Dat kan op het niveau van keuze tussen
verschillende materialen, of als het over
beton gaat, in de keuze van de grond-
stoffen van het beton zelf (secundair of
primair.
REDUCE is een bekend onderwerp voor
constructeurs: het zo slank mogelijk
ontwerpen van de constructie. Het
effect is tweezijdig: minder materiaal-
gebruik én meer gebruiksoppervlak ten
opzichte van de constructie, waardoor
je bij gelijkblijvend gebruiksoppervlak
kleiner kan bouwen.
REDUCE kun je ook inzetten in het ont-
werp van het betonmengsel. Zoals
minder cement toepassen en hoog-
ovenslak (restmateriaal dat vrijkomt bij
de productie van ruwijzer) inzetten.
Ook optimalisatie van korrelpakking
valt hieronder (fig. 4). Hierbij wordt de
spreiding in de korrelgrootte van de
ingrediënten zo ontworpen, dat er
minder 'gaten' vallen die gevuld moe-
ten worden met cement.
Beide methoden worden al breed toe-gepast en passen goed in de circulaire
economie.
Een van de volgende stappen is herge-
bruik (RE-USE). Dit kan gelden voor een
heel gebouw, bijvoorbeeld door het
gebouw een andere functie te geven
(foto 1). Of voor alleen de draagcon-
structie, waarbij er een nieuwe schil
voor het gebouw wordt gemaakt (foto
5). Ook kan het gelden voor bouwde-
len. Aardige ontwikkeling in dat kader
is het 'circulair viaduct', dat zó wordt
ontwikkeld dat de elementen later in
een ander viaduct kunnen worden
ingezet (fig. 6). Of het 'donorskelet'
waarbij delen van de draagconstructie
van bestaande gebouwen worden her-
gebruikt voor een nieuw gebouw.
Door middel van reparatie (REPAIR) of
renovatie (REFURBISH) kunnen objec-
ten en/of bouwdelen een langere
levensduur krijgen. Het verschil tussen
deze twee zit vooral in de intensiteit van de aanpassingen die worden
gemaakt.
Recyclen
Toch ligt de focus bij circulair beton
vaak op recycling (RECYCLE). Dat
gebeurt in Nederland, doordat er rela-
tief veel bouwwerken worden gesloopt,
op grote schaal. Volgens 'Nederland
circulair in 2050' (zie kader) moet
betonpuin hoogwaardig worden gere-
cycled en ingezet om nieuwe produc-
ten van te maken. Nu al wordt 100%
van het betonpuin nuttig hergebruikt.
Het grootste gedeelte wordt toegepast
als wegfundatiemateriaal en een klein
deel wordt toegepast als toeslagmateri-
aal in nieuw beton.
Hoogwaardig versus laagwaardig
Door velen wordt de toepassing van
betongranulaat in nieuw beton gezien
als 'hoogwaardig' en de toepassing als
fundatiemateriaal als 'laagwaardig'.
Dat is echter niet gebaseerd op milieu-
technische argumenten. Het materiaal
blijft zo in de eigen keten en dat voelt
goed. Bovendien wordt er dan gevoels-
matig bespaard op primaire
grondstoffen.
In werkelijkheid is de toepassing van
betongranulaat als toeslagmateriaal
voor nieuw beton niet beter ('hoog-
waardiger') of slechter ('laagwaardi-
ger') dan de toepassing als fundatie-
materiaal. In beide gevallen worden
vergelijkbare primaire grondstoffen
vervangen. Het nog niet-gereageerde
cement in het betongranulaat levert
bovendien meerwaarde in fundaties
door opbouw van sterkte. Hierdoor kan
een relatief dunne laag asfalt worden
Betonakkoord en betonladder
De betonketen heeft het initiatief genomen een
eigen akkoord op te stellen: het Betonakkoord. Via
vier tafels met de thema's CO
2-reductie, Circulaire
Economie, Natuurlijk Kapitaal en Sociaal Kapitaal
hebben partijen nagedacht over doelstellingen en
maatregelen die effectief een invulling kunnen
geven aan een duurzame betonketen. Het Betonak-
koord is in juli 2018 ondertekend.
Belangrijke benadering vanuit de tafel voor circu-
laire economie is de zogenoemde betonladder.
Deze ladder geeft verschillende opties om invulling
te geven aan circulariteit: van refuse en reduce tot
aan recycle (fig. 3).
niveaus van circulariteit ? beton
refuse
re-use
upcycle
recycle
downcycle repair
refurbish
remanufacture
re-purpose
hoog
laag reduce
ontwerp
object
grondstoffen
rethink
}
} }
3
Niveaus van circulariteit in beton
4
Schematische weer-
gave van het verhogen
van de pakkingdicht-
heid met behulp van
korrelpakkingmodellen
20 VAKBLAD I 3 2018
P18_Circulariteit.indd 20 08-10-18 13:27
toegepast. Ook LCA-analyses tonen
aan dat er uit milieuoogpunt geen
algemene voorkeur bestaat (tabel 1).
De lokale match tussen vraag en aan-
bod en de transportafstand zijn daarom
bepalend voor de milieutechnisch
beste toepassing.
Beschikbaarheid
Als er overigens ooit geen vraag meer
zou zijn naar fundatiemateriaal, zal al
het betonpuin probleemloos worden
toegepast in nieuw beton. Doordat er
meer wordt gebouwd dan gesloopt,
kan het vrijkomende betongranulaat
namelijk maximaal circa 20% van de
vraag naar grind vervangen [2], terwijl
de regelgeving voor beton 30% vervan-
ging toestaat voor alle betontoepassin -
gen. De betonindustrie is er ook klaar
voor om al het vrijkomende betongra -
nulaat te gebruiken voor de productie van nieuw beton. Wanneer de vraag
naar fundatiemateriaal gaat dalen, zal
door marktwerking (vraag neemt af en
de prijs daalt) de toepassing van
betongranulaat vanzelf verschuiven
naar toeslagmateriaal voor beton.
Slim breken
Naast het 'gewone' hergebruik van
betongranulaat zijn er meerdere tech
-
nieken in ontwikkeling om betonpuin
zodanig te behandelen dat het oor -
spronkelijke toeslagmateriaal weer vrij -
wel in zijn originele staat, dus vrij van
cementsteen, wordt teruggewonnen.
Deze technieken maken gebruik van het
verschil in mechanische eigenschappen
tussen cementsteen en toeslagmateriaal.
Het gehydrateerde (en voor een klein
deel ongehydrateerde) cement komt
hierbij als separate fijne fractie vrij.
Voorbeelden van deze technieken zijn het thermisch behandelen (grof beton-
puin opwarmen tot > 600 °C, waarna
het gemakkelijk mechanisch is te ver-
kleinen), breektechnieken waarbij
hoofdzakelijk het cementsteen breekt
('slim breken') en gebruik van een hoge
elektrische puls (thermische expansie
van de cementsteen op het grensvlak
met het toeslagmateriaal c.q. drukgol-
ven, waarbij de treksterkte wordt over-
schreden). Deze technieken kunnen in
theorie op termijn de traditionele bre-
kers vervangen. Vooral het slim breken,
waarvoor meerdere concurrerende
technieken in ontwikkeling zijn, lijkt
wat technologie betreft kansrijk.
Uit onderzoek is gebleken dat het bij
slim breken vrijkomende toeslagmate-
riaal gelijkwaardig is aan primair toe
-
slagmateriaal. Slim breken maakt het
daardoor makkelijker om naast de
grove fractie ook de fijne fractie toe -
slagmateriaal opnieuw toe te passen in
beton. De fijne fractie van regulier
betongranulaat is wel toe te passen in
beton, maar vraagt qua handeling
vaak aanpassingen aan de opslag en
doseerinstallaties en bovendien heeft
toepassen van de fijne fractie ook bij
lage vervangingspercentages conse -
quenties voor de rekenregels voor de
constructeur.
Nadeel van de geavanceerde beton-
Nederland circulair in 2050
Ook in Nederland zijn er forse am-
bities op het gebied van circulari -
teit. Volgens de publicatie 'Neder -
land circulair in 2050' van de
Rijksoverheid (september 2016) [1]
moeten kritieke en niet-duurzaam
geproduceerde grondstoffen wor -
den vervangen door duurzaam ge-
produceerde, hernieuwbare en al -
gemeen beschikbare grondstoffen
en moet het ontstaan van afval
worden voorkomen. Verder moet er
sprake zijn van hoogwaardig herge -
bruik. Wat hoogwaardig precies
inhoudt, wordt overigens niet ge -
neriek beschreven. Dit kan per
grondstof anders zijn.
5
Bij het Wijnhavenkwar-
tier in Den Haag is een
nieuwe schil voor het
gebouw gebruikt
Tabel 1 Milieukosten en CO 2-emissies voor beton met en zonder granulaat
Kwaliteit % granulaat MKICO
2 (kg/m 3)
C20/250% granulaat ? 10,98116
C20/25 20% granulaat ? 11,06 117
C20/25 50% granulaat ? 11,17 119
C20/25 100% granulaat ? 11,09 120
C30/37 0% granulaat ? 12,17 131
C30/37 20% granulaat ? 12,31 133
C30/37 50% granulaat ? 12,42 135
C30/37 100% granulaat ? 12,34 136
21 VAKBLAD I 3 2018
P18_Circulariteit.indd 21 08-10-18 13:27
recyclingtechnieken is dat, waar
cementsteen bij 'gewone' betonrecy-
cling als onderdeel van het betongra-
nulaat mee terug het nieuwe beton in
gaat, er bij de geavanceerde recycling-
technieken een grote aparte poeder-
fractie ontstaat. Deze fractie, minimaal
400 kg per gerecyclede m
3 beton, is
verhoudingsgewijs veel te veel om
samen met het gerecyclede toeslagma-
teriaal als vulstof in hetzelfde nieuwe
beton toe te kunnen passen. Het kan
wel als vulstof in beton met primaire
materialen worden toegepast. Op dit
moment levert dat milieutechnisch en
betontechnologisch geen meerwaarde
in vergelijking met de gebruikelijke
(secundaire) vulstoffen, zoals poeder-
koolvliegas. Wel is het zo dat poeder-
koolvliegas op termijn schaars zal
worden.
Cement recyclen
Materialen behouden in afgedankte
producten idealiter hun oorspronkelijke
kwaliteit, om opnieuw in hetzelfde
soort product te kunnen worden
gebruikt. Op het niveau van betonele-
menten is dat goed denkbaar. Op het
niveau van de grondstoffen voor beton
echter niet. De toeslagmaterialen zand
en grind wijzigen weliswaar niet
wezenlijk bij de toepassing in beton,
maar cement reageert met water tot
een nieuw product. Dat nieuwe pro-
duct, cementsteen, kan niet zonder
bewerking opnieuw reageren met
water. Weliswaar is er altijd een deel
van het cement in beton aanwezig dat
nog niet is gehydrateerd, maar dit aan-
deel (gemiddeld minder dan 20%) is
onvoldoende om te kunnen toepassen als bindmiddel.
Uit onderzoek blijkt dat gerecycled
cementsteen, zonder verdere behande-
ling, voor de toepassing in beton als
vrijwel inerte vulstof kan worden
beschouwd. Met een (thermische)
behandeling kan er mogelijk wel een
reactieve vulstof van worden gemaakt.
Mogelijk is de bij slim breken vrijko-
mende poederfractie bruikbaar voor de
productie van portlandcementklinker,
de basisgrondstof voor cement. Voor-
deel is dat er dan minder kalksteen
hoeft te worden gebruikt voor de pro-
ductie van klinker en er dus er minder
CO
2 vrijkomt als gevolg van de calcina-
tie. Door het hoge aandeel hoogoven-
cement in Nederland en vooral door-
dat een deel van het zand bij de bij slim
breken vrijkomende poederfractie
terechtkomt (circa 30% volgens [3]), is
het noodzakelijk voor de productie van
klinker om naast de gerecyclede
cementsteen tevens kalksteen toe te
voegen. Voor de productie van een
constante kwaliteit klinker moet ook
wel een constante stroom van de poe-
derfractie beschikbaar zijn.
Circa 55% van de CO
2-emissie bij de
productie van portlandcement komt
vrij bij de calcinatie van kalksteen (de
omzetting van CaCO
3 in CaO en CO 2).
Portlandcementklinker bestaat vooral
uit C
3S en in mindere mate C 2S, waar-
bij de C staat voor calciumoxide (CaO)
en de S voor siliciumdioxide (SiO
2). Op
basis van het totale hoge gehalte aan
siliciumdioxide en het relatief lage
gehalte aan calciumoxide in gerecycled
cementsteen, kan maximaal circa 35% van de kalksteen worden vervangen,
waarmee voor de productie van port-
landcement een CO
2-reductie van circa
19% zou kunnen worden gerealiseerd.
Er moet wel worden opgemerkt dat
deze cijfers puur theoretisch zijn. Het
vervangen van dergelijk grote hoeveel-
heden kalksteen kan tot logistiek
onmogelijke opgaven leiden. Het lijkt
beter deze vorm van recycling te plaat-
sen, daar waar het granulaat en de
poederfractie direct kunnen worden
ingezet: op een betoncentrale of bij
een betonfabriek.
Een dergelijk hoog vervangingspercen-
tage is in de praktijk bovendien niet
haalbaar vanwege de aanwezigheid
van andere stoffen zoals zwavel. Boven-
dien is een CO
2-reductie van 19% als
ambitie sowieso gering in vergelijking
met tevens in ontwikkeling zijnde alter-
natieven zoals nieuwe klinkersoorten en
CO
2-afvang ? er zijn meerdere technie-
ken in ontwikkeling om minimaal 55%
tot meer dan 70% van de CO
2-emissie
bij de productie van cement af te
vangen.
Hoewel met de slimme breker toeslag-
materiaal kan worden geproduceerd
dat kwalitatief, voor de toepassing als
toeslagmateriaal in beton, beter is dan
regulier betongranulaat, lijkt het op dit
moment vanwege de resterende poe-
derfractie vooralsnog beter om beton
op de reguliere wijze te breken tot
betongranulaat en dat betongranulaat
lokaal toe te passen als fundatie- of toe-
slagmateriaal. Toekomstige ontwikke-
lingen brengen daar wellicht verande-
ring in.
Combineren van ketens
Beton levert in feite al heel lang een bij-
drage aan de circulaire economie, ook
al in de periode toen dit begrip niet
bestond. Zo worden reststromen uit
andere industrieën al decennia
gebruikt: slak afkomstig van de ruwij-
zerproductie en vliegas afkomstig van
kolengestookte elektriciteitscentrales.
Door deze nuttige toepassingen wordt
afval in andere ketens opgewaardeerd
tot bijproducten. Een recenter voor-
6
Bij Project Reevensluis
zijn er vergevorderde
plannen om een circu-
lair viaduct te bouwen.
22 VAKBLAD I 3 2018
P18_Circulariteit.indd 22 08-10-18 13:27
beeld van de toepassing van secundair
materiaal uit andere ketens is het
gebruik van AEC-granulaat (de steen-
achtige fractie die overblijft na de ver-
branding van vooral huishoudelijk
afval) in met name betonnen bestra-
tingsproducten zoals stenen, tegels en
banden. Verder wordt spoorballast
gerecycled en vervolgens als toeslag-
materiaal in beton toegepast (foto 7)
en ook bij het thermisch reinigen van
teerhoudend asfalt ontstaat toeslag-
materiaal dat in beton wordt verwerkt.
Risico's circulariteit
Beton scoort dus al relatief goed als het
gaat om circulariteit, al valt er natuurlijk
nog wel veel te winnen op het gebied
van adaptief en demontabel bouwen.
Er kleven ook risico's aan het streven
naar circulariteit. Het resulteert name-
lijk in een steeds groter aanbod van
alternatieve materialen voor toepassing
in beton. Dit biedt tal van kansen voor
het materiaal beton en draagt bij aan de circulariteit van andere ketens. Het
brengt ook risico's met zich mee dat er
materialen toegepast gaan worden, die
ofwel direct negatieve consequenties
hebben voor de betonkwaliteit of die
op termijn het hergebruik van
betongranulaat verhinderen. Nieuwe
materialen zullen daarom zeer kritisch
moeten worden onderzocht op
geschiktheid voor toepassing in beton,
rekening houdende met de toekom-
stige recycling.
Conclusie
Het sterkste milieuvoordeel van beton
is zonder twijfel de zeer lange en
onderhoudsarme levensduur, zodat de
op het gebied van circulariteit te beha-
len winst beperkt is in vergelijking met
materialen met een veel kortere levens-
cyclus. Beton kan volgens de definitie
van 'Nederland circulair in 2050' nu al
als circulair worden beschouwd, door-
dat er uitsluitend gebruik wordt
gemaakt van algemeen beschikbare grondstoffen en er geen afval wordt
gecreëerd. Daarbij worden productke-
tens gecombineerd. Beton draagt zelfs
bij aan het oplossen van afvalvraagstuk-
ken van andere industrieën. Winst op
het gebied van circulariteit moet voor
beton dan ook vooral worden gezocht
in hergebruik van bouwwerken en
bouwdelen door demontabel en adap-
tief ontwerpen.
Literatuur
1
Nederland circulair in 2050, septem-
ber 2016. Het ministerie van Infra-
structuur en Milieu en het ministerie
van Economische Zaken, mede
namens het ministerie van Buiten-
landse Zaken en het ministerie van
Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties.
2 #duurzaambeton ? trending topics,
Betonplatform, november 2014.
3 Brouwers J., Florea M., Slim breken
sluit materiaalkringloop, Cement
2013/4
7
Spoorballast wordt
gerecycled en vervol-
gens gebruikt al stoe-
slagmateriaal in beton
Foto: Marc Pasqual
Beschikbaarheid
grondstoffen
De grondstoffen voor cement en
beton (kalksteen, klei, grind en zand)
zijn wereldwijd onbeperkt beschik-
baar. Dat geldt ook voor onze regio.
Ze vallen dus onder de categorie 'al-
gemeen beschikbaar'. De maatschap-
pij legt wel beperkingen op aan de
winning van deze grondstoffen. Win-
ning wordt alleen toegestaan onder
de voorwaarde van maatschappelijke
meerwaarde. Voor zand en grind zijn
dit het creëren van nieuwe natuur of
recreatiemogelijkheden of meer
ruimte voor een rivier om overstro-
mingen te voorkomen. Dit leidt, ook
in de voorzienbare toekomst, tot vol-
doende beschikbaarheid van zand en
grind.
23 VAKBLAD I 3 2018
P18_Circulariteit.indd 23 08-10-18 13:27
auteur Sjors Tullemans BAM Materieel
Uitgekiende bekistingsoplossing voor Depot Boijmans Van Beuningen
De cirkel is rond
Een bijzonder gebouw vraagt om een bijzondere
bekistingsoplossing. Dat geldt zeker voor Depot
Boijmans Van Beuningen. Voor de dubbelge-
kromde gevel, uitgevoerd in ter plaatse gestort
beton, bedacht BAM Materieel een uitgekiend
bekistingsconcept (foto 2). Met als bijkomstigheid
een knap staaltje rekentechniek. N
aast het museum Boijmans Van
Beuningen, in het Museumpark in
Rotterdam, verrijst het Depot Boijmans
Van Beuningen. Het is het eerste open-
baar toegankelijke depot ter wereld en
herbergt een complete collectie kunst-
objecten. Het gebouw heeft een opper-
vlak van 40.000 m
2 en kent een ronde
plattegrond die naar boven in omvang
toeneemt. De diameter aan de onder-
zijde is 40 m en aan de bovenzijde
60 m. Het gebouw telt zes verdiepin-
gen en is 39 m hoog.
De betonnen gevel wordt bekleed met
spiegelglas, waardoor het gebouw
minder opvalt en er van buitenaf een
1
Bekisting voor de
ronde gevel van het
Depot Boijmans Van
Beuningen
24 VAKBLAD I 3 2018
PROJECTGEGEVENS
Project Depot Boijmans Van Beuningen
Opdrachtgever Gemeente Rotterdam, Museum Boijmans Van
Beuningen, Stichting de Verre Bergen
Aannemer BAM Bouw en Techniek
Bekisting BAM Materieel
Leverancier betonmortel Cementbouw
Architect MVRDV
Constructeur IMd Raadgevende Ingenieurs
P24_Boijmans van Beuningen.indd 24 08-10-18 13:29
mooi beeld ontstaat van wat er zich
allemaal afspeelt in het park (fig. 3).
Op het dak bevindt zich een beelden-
tuin en een dakopbouw met restaurant
en technische ruimten.
Gevel
Door de variërende diameter ontstaat
een dubbelgekromde gevel. De gevel
van de onderste twee verdiepingen
(2 × 6 m hoog) is in het werk gestort.
Die van de vier lagen erboven is uitge-
voerd in prefab beton (fig. 4). Er is
overwogen ook de onderste verdiepin-
gen in prefab beton uit te voeren om
zo tijdwinst te kunnen boeken, maar constructief bleek dat niet haalbaar.
De gevel rust op een zware ringvor-
mige fundering op schroefpalen.
De wanddikte van het in het werk
gestorte deel van de gevel varieert van
450/500 mm op de begane grond tot
350 mm op de eerste verdieping. De
gevel is in twee delen gestort; eerst de
onderste en vervolgens de tweede
bouwlaag. Ook hier is eerst een andere
oplossing overwogen: voor de bouw-
snelheid had het aanvankelijk de voor-
keur de wand van 12 m hoog in één keer
te storten. Maar dat bleek niet haalbaar.
Het zou leiden tot een zeer complexe aansluiting met de eersteverdiepings-
vloer. Die vloer heeft bovendien een
functie in de stabiliteit van de gevel en
moest dus aanwezig zijn nog voordat de
gevel op de eerste verdieping zou wor-
den gestort. Tot slot zou ook de stortbe-
lasting op de hulpconstructie bij het in
een keer storten wel erg groot worden.
Bekisting
Voor de bekisting hebben diverse vari-
anten de revue gepasseerd. Twee
oplossingen van externe bekistingsle-
veranciers gingen uit van een rechte,
gesegmenteerde achterconstructie
voor de bekisting (fig. 5a en 5b). Uit-
2
Schaaldelen met
vakwerkconstructie
3
Artist impression van
Depot Boijmans Van
Beuningen
4
De gevel van de
onderste twee
lagen is ter
plaatste gestort en
daarboven uitge-
voerd in prefab
beton
5b
Oplossing met
bekisting in meer-
dere hoeken
5a
Oplossing met
rechte bekisting
25 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 25 08-10-18 13:29
eindelijk is door BAM Materieel een
eigen variant ontwikkeld (fig. 6). De
aangeboden oplossingen bleken
namelijk te moeilijk uitvoerbaar.
Bovendien zouden ze te veel ruimte in
beslag nemen. De variant van BAM
Materieel volgt de dubbelgekromde
contouren volledig. Bijkomend voor-
deel van deze oplossing was dat een
regelmatig centerpenpatroon eenvou-
diger was te realiseren, doordat de
centerpennen overal haaks op de
gevel stonden.De bekisting voor de eerste bouwlaag is
opgedeeld in 64 segmenten (schaalde-
len). Deze segmenten kwamen min of
meer toevalligerwijs exact overeen met
de stramienen in het ontwerp. Voor elk
segment is voor de buitenkist (stelkist)
een afzonderlijk bekistingselement toe-
gepast. 64 elementen dus, die slechts
eenmaal zijn ingezet. Ze moesten
immers blijven staan, onder meer om
de belasting uit de vloer en de schaal
van de tweede verdieping op te kun-
nen nemen.
Voor de binnenkist (sluitkist) op de eer-
ste verdieping zijn twee keer 16 ele-
menten toegepast: 16 voor het deel
van de wand van 500 mm dik en 16
voor het deel met wanddikte 450 mm.
Deze elementen zijn dus elk tweemaal
gebruikt.
De wanden zijn in vier kwarten gestort.
Voor de wanden op de tweede laag zijn
ook 64 stelkisten toegepast. Voor de
sluitkist zijn hier 16 elementen
gebruikt, die allemaal dus vier keer zijn
ingezet. Opbouw elementen
De bekistingselementen zijn zoals
gezegd dubbelgekromd en lopen naar
boven toe iets taps uit. Er zijn speciale
elementen voor ontwikkeld. Uitgangs-
punten waren: de mogelijkheid tot
assemblage op de bouwplaats, beper-
king materiaal, beperking gewicht, hijs-
baarheid, voldoende draagkracht,
mogelijkheid tot bevestiging aan de
fundering, mogelijkheid tot koppeling
met de vloer en de bekisting erboven
en tot slot zo min mogelijk
ruimtebeslag.Alle elementen zijn op dezelfde manier
opgebouwd. Belangrijkste onderdeel
zijn twee verticale, stalen, gekromde
spantbenen. Voor deze spantbenen is
een speciaal samengesteld profiel ont-
wikkeld. Dit profiel heeft twee lijven,
waartussen de centering kon worden
aangebracht. De bovenflens loopt iets
breder uit dan de onderflens, waardoor
er ruimte was de bekisting op de spant-
benen te bevestigen (fig. 7).
Dwars op de spantbenen bevinden zich
schenkels die de gekromde vorm van
de wand volgen (foto 8). Daartoe zijn
ze exact op maat gefreesd. De schen-
kels zijn in lengterichting verstevigd
met baddinghout. Dwars op de
schenkels zijn verzonken latjes (tengels)
aangebracht om het betonplex op te
kunnen bevestigen.
Zo ontstond een constructie waarbij de
spantbenen de verticale kromming
volgde, de schenkels de horizontale en
het betonplex de kromming in beide
richtingen.
Het betonplex had enige overmaat.
Met behulp van een mal zijn ze exact
op maat gezaagd. Dit luisterde bijzon-
der nauw; zo speelde ook het type zaag
een rol. De 64 elementen moesten
goed op elkaar aansluiten. Dat was
zeker bij de sluitkist belangrijk. Daar
golden namelijk strenge eisen voor het
betonoppervlak (schoonbeton
CUR100, klasse B9). De naden moesten
goed dicht zijn, temeer omdat een zelf-
verdichtend betonmengsel is toege-
past. Een dergelijk vloeibaar mengsel
was nodig vanwege de vorm van de
wand die mechanisch verdichten
onmogelijk maakte.
6
Definitieve
oplossing met
gekromde bekisting
F7
Opbouw sluitkist (binnenzijde)
bekistingsplaat schenkel
baddinghout
spantbeen
tengels
26 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 26 08-10-18 13:29
Om wisselingen tussen te platen tegen
te gaan en om een dichting te creëren,
is achter de elementnaden een latje
bevestigd en zijn de naden afgekit. De
passing was vooral bij het plaatsen van
het laatste element spannend, maar
het bleek precies te passen.
De elementen zijn in de fabriek
gemaakt en in zijn geheel naar de
bouwplaats vervoerd. Belangrijk voor-
deel was dat ze goed stapelbaar waren.
De schaaldelen met de spantbenen zijn
op de bouwplaats samengesteld tot
een vakwerkconstructie, die deels uit
standaard kokervormige profielen
bestond, deels uit samengestelde
u-profielen. Om de spantbenen aan de
kokers te kunnen bevestigen, is er op
de juiste posities in het spantbeen een
sparing aangebracht, waarin de koker
kon worden geschoven. Deze koker
werd door middel van een pen beves-
tigd. Dankzij deze oplossing bevond de
knoop zich exact op de systeemlijn.
Het staal dat voor de sparing in de flen-
sen van de spantbenen moest worden
weggelaten, is gecompenseerd door
rond de sparing extra staal aan te bren-
gen (fig. 9). Het snijden van de onder-
delen voor het spantbeen gebeurde
overigens volledig computergestuurd.
Ondersteuning vakwerk
Het vakwerk werd op drie posities
ondersteund. De belangrijkste is de
aansluiting aan de binnenzijde van de
schaal, op de overgang van de funde-
ring naar de vloer. Hier komen grote (spat)krachten vrij. Daarom moest die
koppeling degelijk worden uitgevoerd.
In het beton zijn ankers ingestort,
waarop per element twee schoenen
zijn bevestigd (een ter plaatse van elk
spantbeen). Op die schoen is de bekis-
ting vastgemaakt (fig. 10). Omdat op deze schoen ook het horizontale been
van het vakwerk werd aangesloten,
moest die heel nauwkeurig worden
gemaatvoerd. Daarmee kon worden
uitgegaan van 'gedwongen positione-
ring'. De positie van het hele element
hing ervan af. De constructie werd via
Foto 8
Opbouw bekisting in
fabriek met spantbeen
schenkels en verstevi-
gend baddinghout
9
Koppeling spantbeen met vakwerk
pen
spantbeen sparing
spantbeen
verbreding
flens
centering vakwerkstaaf
10
Aansluiting bekisting op fundering
27 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuningen.indd 27 08-10-18 13:29
stelbouten op de schoen bevestigd en
de ruimte achter de schoen werd later
aangegoten (foto 11).
Ter plaatse van de twee andere steun-
punten rustte het vakwerk door middel
van een ontkistingsmechanisme (ont-
kistingspot) op stelconplaten. De
grond is op deze plaatsen verdicht.
Om de krachten en de vervorming van
de elementen te kunnen bepalen, is in
de berekening uitgegaan van een aan-
tal verschillende veerstijfheden van de
ondergrond: van volledig star tot rede-lijk slap. Zo ontstond een beeld van de
marges waarbinnen de vervorming van
de ondersteuning zich zou bewegen.
De constructie bleek uiteindelijk stijf
genoeg en de vervorming bleef ruim
binnen de marges.
Vloer en tweede bouwlaag
Toen de wand op de eerste bouwlaag
voldoende was verhard en de binnen-
kist was verwijderd, kon worden
begonnen aan de vloer en de bekisting
van de tweede laag. Omdat er enige
vertraging in de planning van de vloer
zat, is eerst de stelkist van de tweede
bouwlaag aangebracht. Dit bleek con-
structief haalbaar.
De bekistingselementen voor de tweede
laag zijn op een vergelijkbare manier
opgebouwd als die voor de eerste laag.
Alleen de ondersteuning was een stuk
eenvoudiger. In plaats van een vakwerk-
constructie bestond die uit een welis-
waar zware maar wel enkele schoor.
De koppeling van de bekisting en de
schoor met de onderliggende bekis-tingsconstructie was wel weer een
flinke puzzel. Er is een koppeling
gemaakt waarmee het mogelijk was de
bekisting onafhankelijk van de eerste
schaal opnieuw te stellen, met juiste
ronding en ongeacht de vervormingen
van de eerste schaal (fig. 12).
Vervolgens werd de vloer gestort. Deze
is volledig uitgekist. De kromming van
de schaal is dermate groot dat de vloer
deels op die schaal moest worden afge-
stempeld. Daarvoor zijn schoenen ter
plaatse van de centeringen toegepast
(fig. 13 en foto 14).
Nadat de vloer was gestort, moest men
de bekisting eerst laten schrikken om
ervoor te zorgen dat de constructie
zelfdragend werd en de belasting op
de hulpconstructie werd gereduceerd.
Dit is gerealiseerd met behulp van ont-
kistingspotten onder aan het vakwerk.
Berekening bekisting
Belangrijk vertrekpunt in het bekistings-
ontwerp was de positionering van de
11
Aansluiting bekisting
op fundering via een
schoen
12
Aansluiting wand-
bekisting tweede
bouwlaag op bekis-
ting eerste bouw-
laag
28 VAKBLAD I
3 2018
P24_Boijmans van Beuning
Reacties