VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD
3 2021
Hijsloods
in de wolken
AEC-VULSTOF VOOR BETON ? HOMOGENITEIT STA ALVEZELS IN BETON
? KRIMPVRIJ BETON? ? BETONNEN WANDEN MET HOUTMOTIEF
BV 3-2021_Cover.indd 1BV 3-2021_Cover.indd 1 14-10-21 16:2214-10-21 16:22
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Marjolein Heijmans, 06-57676351 of via e-mail m.heijmans@aeneas.nl.
Ook partner van Betoniek worden?
Met het delen van kennis draagt Betoniek al sinds 1970 bij aan een goede kwaliteit van de bouw in
Nederland. Dit doen we met hulp van onze partners, die net als wij het belang van kennis inzien.
Tegenover deze ondersteuning staan een aantal privileges, zoals een hoge korting op licenties, aandacht in het vakblad en online en gratis gebruik van de vacaturebank.
D
ura Vermeer is actief in bouw, infrastruc-
tuur, engineering en dienstverlening.
Projecten worden daarbij in opdracht
van derden en voor eigen risico ontwikkeld,
gerealiseerd en geëxploiteerd. Dura Vermeer is
onderscheidend en gaat vernieuwend te werk.
Samen met onze partners bieden wij toon-
Partner uitgelicht
Bouwer Dura Vermeer is al 160 jaar een onafhankelijk, nancieel solide
familiebedrijf. Een absolute specialist als het gaat om het ontwerpen,
realiseren en onderhouden van infrastructuur in de meest complexe
omgevingen in Nederland. Wij begrijpen de omgeving als geen ander en
bouwen samen aan optimale en duurzame oplossingen met opdrachtgever,
omgeving en eindgebruikers. Het is de wisselwerking tussen ons inzicht in
de behoeften en wensen van de lokale omgeving en onze ervaring met grote
projecten wat ons succesvol maakt.
Dura Vermeer
aangevende, integrale en duurzame oplossingen
voor uiteenlopende bouwopgaven. Wij zijn daar-
mee een solide partner voor onze relaties,
gericht op continuïteit en duurzaamheid.
gericht op continuïteit en duurzaamheid.gericht op continuïteit en duurzaamheid.
2 VAKBL AD 3 2021
BV 3-2021 Partners + Partners uitgelicht.indd 2BV 3-2021 Partners + Partners uitgelicht.indd 2 15-10-21 09:2115-10-21 09:21
Het vergrootglas
en de verrekijker
Lastig kan dat zijn, snel schakelen van micro meters
naar kilometers en weer terug. Toch is dat wel wat
we in de betonbouw met enige zwierigheid en
snelheid doen. Waar de werkelijke kracht van
het materiaal besloten ligt in het werkgebied van
vergrootglas of microscoop, ligt de toepassing van
beton vaak besloten in enorme afmetingen en
gigantische hoeveelheden.
In de categorie 'hoog en ver ' gaan we in deze uit-
gave van ons lijfblad in op de bouwmethode van de
? inmiddels wereldberoemde ? Zalmhaven, het
hoogste woongebouw van de Benelux. Een uit-
gekiend samenspel tussen prefab en in-het-werk-
gestort beton leverde een unieke combinatie van
snelheid en bouwveiligheid op.
Dit soort 'reuzenarbeid zou niet mogelijk zijn als
we ook niet op microniveau inzicht hebben in het
functioneren van het samenspel tussen toeslag-
materialen, bindmiddelen en hulpsto en. Onder-
zoek naar de toepassing van AEC'-vulstof opent
mogelijkheden om verder te werken aan her-
gebruik van afvalsto en; de ontwikkeling van
krimpreducerende hulpsto en biedt een mogelijk-
heid om robuuster te kunnen bouwen met beton.
Onder het motto 'meten is weten' presenteert
tenslotte staalvezelproducent Bekaert haar
er varingen bij de bewaking van de constante
kwaliteit bij de verwerking van met staalvezel
versterkt beton.
Ik wens jullie veel leesplezier en succes bij het
in- en uit te zoomen op beton.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nlPUZZELEN IN EEN HIJSLOODS
Bouwsysteem vraagt om horizontaal denken
en bouwen in prefab.
4
HOMOGENITEIT STA ALVEZELS IN BETON
Een belangrijk aandachtspunt bij staalvezel-
beton is de verdeling van de vezels: hoe weet
je zeker dat die homogeen door het mengsel
zijn verdeeld. 9
AEC-VULSTOF VOOR BETON
Onderzoek aan en regelgeving voor gemalen
AEC-bodemas als vulstof voor ongewapend
aardvochtig beton. 14
BETON ZONDER KRIMP, BESTA AT DAT?
Wereldwijd is er steeds meer er varing met
hulpsto en die krimp van beton reduceren.
Wat zijn de kansen en risico's van deze
technologieën? 20
BETONNEN WANDEN MET HOUTMOTIEF:
EEN BETONTECHNOLOGISCH ADVIES
Adviesrapport als onderdeel van de opleiding
Betontechnologisch Adviseur 26
OK TOBER 2021
JA ARGANG 9
EN VERDER
PARTNER UITGELICHT 2 ONLINE EN SERVICE 31
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 3 2021
Hijsloods
in de wolken
AEC-VULSTOF VOOR BETON ? HOMOGENITEIT STA ALVEZELS IN BETON
? KRIMPVRIJ BETON? ? BETONNEN WANDEN MET HOUTMOTIEF
BV 3-2021_Cover.indd 1BV 3-2021_Cover.indd 1 14-10-21 16:2214-10-21 16:22
Foto voorpagina:
Hijsloods Zalmhaven I op weg naar beneden, foto Matthijs van der Steen
3 VAKBL AD 3 2021
INHOUD
BV3-2021 Inhoud_hoofdredactioneel.indd 3BV3-2021 Inhoud_hoofdredactioneel.indd 3 14-10-21 16:2514-10-21 16:25
PROJECTGEGEVENS
project De Zalmhaven
opdrachtgever Zalmhaven CV (AM b.v. en Amvest Vastgoed b.v.)
aannemer BAM Bouw en Techniek Grote projecten
prefab beton Byldis
breedplaatvloeren Geelen Beton
ondersteuning vloeren Safe
hijsloods Civiele Technieken deBoer
betonmortel Dyckerho Basal
betonpompen Faber Betonpompen
maatvoering MOUS Systems
architect 'high-rise' Dam & Partners Architecten
architect 'mid-rise' K A AN Architecten
ontwerpend constructeur Zonneveld ingenieurs b.v.
coördinerend constructeur BAM Advies & Engineering
toetsend constructeur Van Rossum
opleverdatum tweede kwartaal 2022
oplevering Tweede kwartaal 2023
1 Hijsloods op zijn hoogste punt
4 VAKBL AD 3 2021
Auteur Frans Quataert, Bouwplaatsmanager BAM Bouw en Techniek ? Jacques Linssen, Betoniek
2. Zalmhaven.indd 42. Zalmhaven.indd 4 14-10-21 16:4414-10-21 16:44
BOUWSYSTEEM VR A AGT OM HORIZONTA AL BOUWEN EN DENKEN IN PREFAB
De hoogste woontoren van de Benelux, Zalmhaven I,
nadert zijn voltooiing. De indrukwekkende hijsloods,
een mobiele fabriekshal waarbinnen de verdiepingen
werden gebouwd en die, bouwlaag voor bouwlaag,
omhoog werd gevijzeld, is inmiddels weer ontmanteld.
Mooi moment om terug te kijken: hoe is het bouwproces
binnen de loods ingericht en wat hebben we geleerd?
D
e Zalmhaven ligt in hartje Rotterdam, op
steenworp afstand van de Erasmus-
brug. Het project bestaat uit drie torens,
voornamelijk ingevuld met woningen. Zalmha-
ven I, de high-rise, is met 215 m de hoogste van
de drie. Hij is grotendeels opgebouwd uit pre-
fab betonnen wanden, een dragende gevel en
breedplaatvloeren.
HIJSLOODS
Na een uitgebreide studie heeft bouwer BAM
er voor gekozen de toren te bouwen met behulp
van een hijsloods. Hierin is telkens één com-
plete verdieping gerealiseerd, waarna de hijs-
loods een verdieping omhoog werd gevijzeld en
de vijfdaagse bouwcyclus opnieuw kon begin-
nen.
De reden om voor een bouwloods te kiezen zat
hem met name in de veiligheid, zowel de arbo-
veiligheid als de omgevingsveiligheid. Dankzij
de hijsloods was de kans op vallen van objecten nihil en kon worden voldaan aan de strenge
eisen uit de Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid.
Naast meer veiligheid leidde deze bouwwijze tot
minder weer verlet en betere arbeidsomstandig-
heden. Zie ook het artikel Omgevingsveiligheid
bepaalt uitvoeringsmethode De Zalmhaven uit
Betoniek 2019/4.
De hijsloods ? 50 m lang, 38,5 m breed en 12 m
hoog (fi g. 2) ? is ontworpen in samenwerking
met Civiele Technieken deBoer. Hij is op bega-
negrondniveau gemonteerd om het gebouw
heen en op vier grote stalen kolommen (Ø813 ×
16 mm) buiten het gebouw gefundeerd. Bene-
den stond een vijzelconstructie die de loods tel-
kens één slag omhoog vijzelde (fi g. 3, foto 4).
Bij iedere twee slagen werden vier nieuwe sta-
len kolomdelen toegevoegd met een lengte van
ongeveer 6 m. Juist deze opbouw, afwijkend
van hijsloodsen die eerder in Nederland zijn
toegepast ? daar stonden de loodsen op het gebouw zelf ? vormde de sleutel tot succes.
VOORZIENINGEN
Een hijsloods is lang niet voor ieder project
geschikt. Toepassing vraagt een ? inke inves-
tering die pas interessant is bij grote projecten
PUZZELEN
IN EEN
HIJSLOODS
2 Plattegrond hijsloods
3 Omhoog vijzelen hijsloods
5 VAKBL AD 3 2021
2. Zalmhaven.indd 52. Zalmhaven.indd 5 14-10-21 16:4514-10-21 16:45
en een hoge bouwsnelheid. En de vorm van het
gebouw moet zich er voor lenen. Zo is een
regelmatige plattegrond, zonder grote spron-
gen in de gevel, ideaal. Bij afwijkingen moeten
voorzieningen worden getroffen met een
nadelig effect op de kosten en het bouwtempo.
Een ander voorwaarde is dat het gebouw in
staat moet zijn extra belastingen op te nemen.
Bij Zalmhaven I gold dat met name voor de
horizontale (wind)belastingen. De verticale
belasting werd immers nagenoeg volledig naar
de vier poten afgedragen. Juist dat maakte dit ontwerp van de loods zo geschikt.
Wel is bij deze bouwsystemen altijd speciale
aandacht nodig voor de windbelasting. Door
-
dat de het aangeblazen opper vlak van een hijs -
loods groter is dan het gebouw zelf, is het niet
vanzelfsprekend dat het gebouw die belasting
op kan nemen. Uiteraard zijn er voorzieningen
te treffen als de sterkte of stijfheid in het
gebouw niet voldoende zijn, maar ook die moe -
ten zo veel mogelijk worden vermeden; je moet
immers voorkomen een 'definitieve' construc -
ties te maken in een 'tijdelijke' situatie. Op als deze aspecten scoorde Zalmhaven I
goed. Het gebouw leende zich dus uitstekend
voor deze bijzondere bouwmethode. Uiteraard
moesten de nodige constructieve oplossingen
worden bedacht. Zo zijn er zijn voorzieningen
getroffen om uitknikken van de stalen kolom-
men te voorkomen, de zogenoemde 'kniksteu-
nen'. De horizontale belasting werd direct
onder de hijsloods aan het gebouw afgedragen
door de zogenoemde 'windvangconstructie',
een zware verankering op de vier hoekpunten
van het gebouw. Slechts op twee verdiepingen
bevond zich een inham in de gevel. Hier moest
een extra staalconstructie worden aange
-
bracht om de afstand tussen de vloer en de
constructie van de hijsloods te overbruggen.
BOUWPROCES
In de hijsloods bevonden zich twee 40-tons
bovenloopkranen (portaalkraan). De eerste
kraan fungeerde als hijskraan die de bouwele -
menten vanaf maaiveld door een hijsopening
langs het gebouw omhoog hees (fig. 2, foto 5).
Omdat deze kraan zich boven de bouwplaats
bevond, voldeed dit aan de eisen vanuit de
Richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid. De tweede
kraan, de montagekraan, zorgde voor het hori-
zontale transport binnen de hijsloods. De hijs -
kraan was aan de noordzijde van het gebouw
gepositioneerd. Oostzijde zou, vanwege de
overheersende windrichting uit het westen,
nog beter zijn geweest, maar dat was niet
mogelijk omdat daar een ander gebouw staat.
Voor een efficiënt proces was het noodzakelijk
dat de kranen continu in bedrijf waren. 12 uur
per dag, iedere dag zo'n 24 hijsjes. Bij ieder
hijsje moest de capaciteit zoveel mogelijk wor -
den benut. Dus geen ladingen van 500 kg maar
bij voorkeur van minimaal van 30 ton. Op basis
hier van zijn de afmetingen van de prefab wan-
den geoptimaliseerd. Ook het hijsen van instal-
laties moest zo efficiënt mogelijk gebeuren.
Een bak van 2,5 m bij 10 m werd telkens volle -
dig gevuld. Soms was het nodig het hijsen van
prefab beton en installaties te combineren, bij-
voorbeeld door een deel van de installaties
vooraf op de breedplaatvloeren te monteren.
Een belangrijk voordeel van toepassing van
een bovenloopkraan was veel beheerster kon
worden gehesen dan bij een traditionele kraan.
Wel nam het hijsen uiteraard behoorlijk wat tijd
in beslag, zeker voor de bovenste verdiepin-
gen. Toch was de snelheid van de kraan niet
echt een beperkende factor. Want een belang-
4 De hijsloods wordt vanaf beneden omhooggevijzeld,
foto: BAM Advies en Engineering
6 VAKBL AD 3 2021
2. Zalmhaven.indd 62. Zalmhaven.indd 6 14-10-21 16:4514-10-21 16:45
rijk deel van de tijd was nodig voor het aanpik-
ken en weer afpikken van de elementen en die
varieerde niet met de hoogte van het gebouw.
Grofweg was de tijd die een hijsje kost te ver -
delen in 1/3 voor het aanpikken 1/3 voor het
hijsen zelf en weer 1/3 voor het afpikken.
DENKEN IN PREFAB
Om het bouwsysteem volledig tot zijn recht te
laten komen, was het zaak in prefab te denken:
alles moest zoveel mogelijk worden geprefa-
briceerd. Niet alleen het beton maar ook de
installaties, wapening, afbouw. Zo werden de
gevelelementen in de fabriek van de leveran-
cier samengesteld. Aan het prefab betonnen
binnenspouwblad is het natuursteen buiten-
spouwblad vooraf bevestigd, inclusief isolatie.
Ook de beglaasde kozijnen zijn al bij de leve -
rancier in het element geplaatst. Sommige ele -
menten werden deels op een nabijgelegen hub
aan de Keileweg geassembleerd. Daar werd
bijvoorbeeld de aluminium bekleding op de
balkons gemonteerd. Er is zelf nog uitgezocht
de badkamer volledig prefab aan te leveren. Dat bleek echter niet haalbaar.
Dit alles heeft niet alleen geleid tot een hoog
bouwtempo, ook waren er geen handelingen
meer nodig aan de buitenkant van het gebouw
en kon een gevelsteiger achterwege blijven.
HORIZONTA AL BOUWEN
De verdiepingen zijn gebouwd in een vijfdaagse
cyclus. Kenmerkend in het systeem is dat er
horizontaal moest worden gebouwd. Er was
immers maar één verdiepingshoogte beschik
-
baar, waardoor elementen niet over elkaar heen
konden worden getild (foto 5). Het was dus
noodzakelijk van achter naar voren te werken,
waardoor de bouwvolgorde goed moest worden
uitgekiend. Dit was nogal een puzzel.
Het vloer veld is verdeeld in vier vakken. Op dag
1 van de 5-daagse cyclus werden, van achteren
naar voren, de elementen in vak 1 gesteld; ach-
tereenvolgens de hoekelementen, de gevels, de
binnenwanden en de breedpaatvloeren. Op dag
2 werden de prefab betonelementen van vak 2
gemonteerd en gingen de vlechter en de instal-
lateur aan de slag in vak 1, ook weer van achte -ren naar voren. Dit ging telkens door t/m dag 4.
De vloer is in twee fases gestort, op dag 3 en dag
5. Op diezelfde dag 5, tijdens het storten, werd
de hijsloods naar de nieuwe niveau gevijzeld.
De dag nadat het eerste deel van de vloer was
gestort, kon al worden begonnen met het stel-
len van de balkonpui op de boven gelegen ver
-
dieping. Omdat er niet voldoende hoogte was,
werd deze vanaf de onderzijde gehesen en in
een speciaal ontwikkeld stelraam geplaatst.
Het storten van het beton gebeurde vanaf een
standleiding in het midden van de plattegrond.
Gezien de grote hoogte van het gebouw vraagt
dit behoorlijk wat van het betonmensgel. Een
goede afstemming met de betonmortelleve -
rancier was dan ook essentieel.
JUST-IN-TIME
In totaal waren in de hijsloods tien verschil-
lende bedrijven actief. Dat vroeg natuurlijk de
nodige coördinatie. Vanwege de invulling van
de cyclus kon niet iedereen tegelijk aan de
slag. Zo waren er ploegen die pas op dag 2 van
de cyclus konden starten. Die werkten bijvoor -
5 Elementen werden langs het gebouw omhoog gehesen. Kenmerkend aan
het systeem was verder dat er horizontaal moest worden gebouwd, foto: SHH
7 VAKBL AD 3 2021
2. Zalmhaven.indd 72. Zalmhaven.indd 7 14-10-21 16:4514-10-21 16:45
bovenloopkraan ? op de kern van het gebouw
geplaatst die het overige deel van het dak kon
demonteren. Alle elementen zijn met de
bovenloop kraan naar beneden gehesen.
Het dak in uiteindelijk in twee weken tijd ont-
manteld.
Ver volgens kon worden begonnen met het
afzakken van de hijsloods (foto 6). De hijs-
kraan werd tijdens het zakken aan de noord-
zijde geparkeerd en de montagekraan aan de
zuidzijde, zodat die langs het gebouw mee naar
beneden konden zakken. Het proces van
afzakken was feite omgekeerd aan het omhoog
vijzelen van de loods. Telkens zakte de con-
structie één verdieping omlaag en telkens
werd een kolomdeel van de staanders verwij-
derd. Het hijsgat moest tijdens het zakken wor-
den dichtgezet vanwege de stijfheid.
EVALUATIE
Meer nog dan bij andere systemen was bij
Zalmhaven I de vooraf bedachte planning
bepalend. Als het echt nodig was, kon er best
enigszins van worden afgeweken, zo lang dat
maar paste binnen de vooraf opgestelde uit-
gangspunten. Dat heeft uiteindelijk geleid tot
een geolied proces, zeker na een korte
opstartperiode waarin alle bedrijven konden
wennen aan het systeem.
Het werken binnen de loods werd door iedereen
als zeer prettig er varen. Een van de weinige kri-
tiekpunten van het bouwplaatspersoneel was
het gebrek aan daglicht. Er is nog nagedacht
over transparante platen in het dak, maar dat
was constructief niet mogelijk; deze zouden de
schijfwerking ondermijnen. Daar had hooguit
aan de zijkanten iets voor verzonnen kunnen
worden. Een ander aandachtspunt was het
lawaai van de schermen bij harde wind.
Enige optimalisatie is misschien mogelijk in de
opstartfase, met name voor het schoren van de
hijsloods op het moment dat die nog niet aan
het gebouw kon worden afgesteund.
Het zijn wat kleine aandachtpunten die het
enthousiasme van de betrokken partijen zeker
niet teniet hebben gedaan. Het proces liep
gesmeerd en de hoeveelheid onwerkbare
dagen lag beduidend lager dan gebruikelijk.
Het succes was mede te danken aan de goede
samenwerking met Bydlis ,de leverancier van
de prefab betonelementen. De bouwmethode
smaakt al met al zeker naar meer. Er wordt al
MA ATVOERING
Gezien de strakke planning was het belangrijk dat de elementen direct exact op hun plaats stonden.
Vooral het startpunt, de hoekelementen, moesten zeer nauwkeurig worden gemaatvoerd. Iedere fout
in het begin zou later tot problemen leiden. Om een nauwkeurige maatvoering mogelijk te maken, is
gebruikgemaakt van het MOUS systeem. Het uiteindelijke resultaat was een maximale afwijking in de
gehele toren van 1,5 cm.
beeld van dag 2 tot 4, 12 uur per dag. Hiermee
kwamen zij alsnog op een 36-urige werkweek
uit.
Ook het gebruik van de kranen vergde een
nauwgezette afstemming. Iedereen moest
ruim van te voren intekenen op een bepaald
tijdslot.
Om de strakke planning mogelijk te maken was
het noodzakelijk dat wat arriveerde bij de
bouwplaats direct naar boven werd gehesen,
daar direct werd overgenomen door de monta-
gekraan en ver volgens meteen werd verwerkt.
Er was geen plek grote hoeveelheden materi-
aal op te slaan. En als iets mee terug moest
worden gehesen, bijvoorbeeld de opslagbak
voor installaties, moest die op het juiste
moment klaar staan. Om te zorgen dat vrach-
ten precies op tijd aankwamen kon gebruik
worden gemaakt van een hub aan de Keileweg.
Uiteraard moesten bijvoorbeeld de prefab wan-
den wel tijdelijk ergens worden neergezet. Aan-
dachtspunt daarbij was de belasting. Daar is op
een slimme manier mee omgegaan, door wan-
den daar te plaatsen waar later ook een wand
zou komen, waardoor de belasting door onder-
gelegen wanden kon worden opgenomen.
ONTMANTELING
Nadat de toren op hoogte was, was het zaak
de hijsloods weer netjes beneden te krijgen.
In eerste instantie moest het dak van de loods
worden gedemonteerd. Voor het eerste deel
gebeurde dat handmatig. Zodra er ruimte
was, is een kleine kraan ? aangevoerd via de
6 Afzakken hijsloods, de toren steekt af in de mist, foto: Matthijs van der Steen
8 VAKBL AD 3 2021
2. Zalmhaven.indd 82. Zalmhaven.indd 8 14-10-21 16:4514-10-21 16:45
SLIMME
MEETGOOT MA AK T HOMOGENITEIT INZICHTELIJK
HOMOGENITEIT
staalvezels in beton
1 Meetgoot gemonteerd aan een truckmixer
Het toevoegen van staalvezels
aan beton gebeurt meestal op de
betoncentrale. Vaak worden
zakken staalvezels toegevoegd
aan een volgeladen betonmixer
met behulp van een transport
band. Een belangrijk aandacht
punt daarbij is de verdeling van de
vezels: hoe weet je zeker dat alle
zakken goed homogeen over de
truckmixer zijn verdeeld?
DOSEREN
Het doseren van staalvezels op de betoncen-
trale kan op diverse manieren. De meest effici-
e
nte methode is om de vezels samen met alle
overige bestanddelen reeds in de menger toe
te voegen om op die manier een mooi homo-
geen mengsel te verkrijgen. In de praktijk zijn
er echter nauwelijks betoncentrales die dit
doen, omdat men bang is dat er vezels achter -
blijven in de menger, die op een ander werk aan
het opper vlak in het zicht kunnen komen.
Een tweede methode is het meegeven van de
vezels in de uitstroom van de menger op het
moment dat het beton in de truckmixer valt.
Het mengen van de al redelijk verspreide staal-
vezels gebeurt dan in de truckmixer. Dit vraagt
echter om voldoende ruimte rond de menger,
enerzijds om dat veilig te kunnen doen en
anderzijds om de benodigde vezels op te slaan.
De meeste centrales hebben die ruimte niet.
Veruit de meeste doseringen vinden daarom
vaak achteraf plaats, dus nadat de truckmixer
al volledig is geladen met beton. De truckmixer
rijdt daar voor naar een speciaal ingerichte
9 VAKBL AD 3 2021
Auteur Bart Wight, Bekaert
3. Meetgoot.indd 93. Meetgoot.indd 9 14-10-21 16:3014-10-21 16:30
2 Een juiste en homogene dosering van staalvezels in beton is bepalend voor de werking
laadplaats op het terrein van de betoncentrale.
Daarbij wordt vaak een transportbandje toege-
past, een enkele keer gebeurt het vanaf een
plateau, waarbij de zakken direct achter in de
mixer worden geladen.
Op het moment dat de vezels worden geladen
moet de truckmixer op vol vermogen draaien en daarbij minimaal 10 -12 omwentelingen per
minuut maken, om er voor te zorgen dat de
vezels goed worden gemengd. De vezels kun-
nen dan gelijkmatig worden toegediend met
een snelheid van ongeveer 40 ? 60 kg/minuut.
Nadat de laatste vezels zijn toegevoegd, moet
de truckmixer nog minimaal 60 omwentelingen maken op vol vermogen om er zeker van te zijn
dat ook de laatste vezels goed zijn gemengd.
Veelal wordt gedacht dat de vezels onderweg naar
de bouwplaats verder door het beton heen worden
gemengd, maar dat is een misvatting. Onderweg
wordt het beton alleen in beweging gehouden; de
trommel draait daarbij veel te langzaam. Mengen
moet dus op de centrale geschieden.
EGELBALLEN
Als het mengen van de staalvezels niet goed is
gegaan, kunnen zogenoemde egelballen ont-
Op het moment dat vezels worden geladen moet de truckmixer op vol
vermogen draaien om ervoor te zorgen dat de vezels goed worden
gemengd
10 VAKBL AD 3 2021
3. Meetgoot.indd 103. Meetgoot.indd 10 14-10-21 16:3014-10-21 16:30
staan: samenklonterende ballen van vezels en
beton. Dit wordt pas zichtbaar bij het lossen
van het beton (bijvoorbeeld in een betonpomp)
en is een teken dat de vezels niet homogeen
zijn verdeeld. Egelballen kunnen ontstaan als
het doseren te snel is gegaan (bijvoorbeeld als
vanaf een plateau in één keer de hele zak is
toegevoegd) of als de truckmixer te langzaam
heeft gedraaid tijdens het doseren. Een andere
mogelijke oorzaak is een truckmixer met ver-
sleten schoepen, waardoor hij veel slechter
mengt. Als het betonmengsel er visueel goed uitziet en
goed en constant door de betonpomp heen-
gaat, zowel bij de eerste m
3 als ook de laatste
m³ uit de betonmixer, dan mag men er van uit
gaan dat de vezels redelijk goed zijn verdeeld
over het mengsel.
METEN IS WETEN
Om te bepalen hoe homogeen vezels door het
beton zijn verdeeld, is het mogelijk om zoge -
noemde uitspoelproeven te doen. De methode
d
aar voor is beschreven in NEN-EN 14721 [1]. Hierbij worden uit een monster betonspecie
staalvezels onttrokken, gedroogd en gewogen en
omgerekend naar een dosering per m³. Vanzelf
-
sprekend geeft één monster per truckmixer geen
g
oed beeld. Er moeten drie monsters worden
genomen tijdens het lossen op 1/3, 1/2 en 2/3 van
de hoeveelheid beton die wordt gelost. Een
lading wordt als homogeen en goed gedoseerd
beschouwd als het staalvezelgehalte in elk mon -
ster niet meer dan 20% afwijkt van het beoogde
s
taalvezelgehalte en het gemiddelde van de drie
monsters samen niet meer dan 15% afwijkt.
3 De EyeD geeft inzicht in het aantal staalvezels in beton
11 VAKBL AD 3 2021
3. Meetgoot.indd 113. Meetgoot.indd 11 14-10-21 16:3014-10-21 16:30
Voor deze testen kan gebruik worden gemaakt
van een pijpmagneet. Een monster betonspecie
wordt geleegd in die magneet en nagespoeld
met water. Alle vezels worden door de sterke
magneet uit het betonmonster gehaald.
Hoewel dit het werk vereenvoudigt, blijft het
doen van dit soort testen arbeidsintensief.
Bovendien is er met drie monsters nog steeds
slechts sprake van een steekproef.
EYED
Het zou beter zijn als je continu en direct zou
weten hoe de verdeling van de staalvezels is
over de gehele truckmixer. Om hier beter
inzicht in te krijgen ontwikkelde Bekaert de
EyeD, een meetgoot die achter een truckmixer
kan worden gehangen (foto 1).
Dit apparaat wekt een groot elektromagne-
tisch veld op. Op het moment dat de betonspe -
cie door de meetgoot heen gaat, verstoren de
staalvezels dit elektromagnetische veld.
Hoe homogener de vezels zich in het beton
verdeeld hebben, hoe constanter de versto-
ring, die wordt afgezet in een grafiek rond de
gemiddelde verstoring (fig. 4).
De betonstroom uit de mixer wordt continu
gemeten met hoogte- en snelheidsmeters om
zo ook een relatie te krijgen met het volume
aan betonspecie.
Om beter inzicht te krijgen in de verdeling van staalvezels
kan de EyeD worden gebruikt, een meetgoot die de verstoring van een elektromagnetisch veld meet
Het resultaat van de meting is direct na het los -
sen van de mixer zichtbaar. De EyeD is voorzien
van Wifi en een gsm-module om de data te ver -
zenden naar een ser ver, waardoor de resulta-
ten direct beschikbaar zijn voor analyse en er
bij afwijkingen direct maatregelen kunnen
worden genomen.
MEETRESULTATEN
De grafiek in figuur 4 geeft een voorbeeld van
meetresultaten weer. In de grafiek zijn de tole -
rantiegrenzen van 15% (blauw) en 20%
(groen) weergegeven. De metingen worden
weergegeven voor een voortschrijdend gemid-
delde van 10 l, 100 l en 1000 l (1 m
3). Vooral die
laatste geeft de trend van de homogeniteit
goed weer. De metingen van 10 l zijn vergelijk -
baar met een uitspoelproef. Je ziet daarbij heel
goed de pieken en dalen en daarmee de
betrouwbaarheid van de steekproef.
De homogeniteit wordt nu weergegeven rond
een gemeten gemiddelde (0-lijn). Dit gemid-
delde zegt nog niets over de dosering zelf,
alleen maar hoe homogeen de vezels zich in de
truckmixer hebben verdeeld. Maar of er nu 35
kg/m³ gemiddeld aanwezig is of 25 kg/m³, dat
geeft de EyeD nu niet aan. Dat moet met de
hand aan het systeem worden ingegeven. Het
systeem kan echter ook zogenoemde RFID- chips lezen. Op deze datadragers kunnen het
type staalvezel en een unieke code per verpak
-
kingseenheid worden meegegeven. Als dan
bijvoorbeeld 21 verschillende units worden
geregistreerd van 20 kg en uit de meting komt
dat er 12 m³ beton door de goot is gegaan tij-
dens het lossen, dan betekent dat een dosering
van 35 kg/m³ (21 x 20 / 12).
VOORBEELDEN INHOMOGENE DOSERING
De EyeD geeft een goed beeld van situaties
waarbij de dosering niet optimaal is verlopen.
De grafiek in figuur 5 laat zien wat er gebeurt
als de vezels wel op de juiste manier worden
gedoseerd, maar direct na het toevoegen van
de laatste vezels de truckmixer stopt met
draaien op vol vermogen.
Bij de grafieken in figuur 6 zijn de vezels goed
gedoseerd in een truckmixer met totaal versle -
ten schoepen, die ondanks het draaien op vol
vermogen de vezels daardoor niet goed kan
verdelen.
TESTEN
Om de betrouwbaarheid van het apparaat te
testen zijn vele controleproeven uitgevoerd.
Hiertoe zijn meerdere truckmixers volledig
gelost, waarbij is gemeten met de EyeD én met
uitspoelproeven. Op de momenten dat een
monster voor een uitspoelproef werd geno -
men, werd een signaal aan de EyeD gegeven,
die v
er volgens een punt op de grafiek mar -
keert. De resultaten staan in fig. 7. Op de
g
emarkeerde punten zijn later de gemeten
hoeveelheden als rode punten uitgezet in de
grafieken. Als er al verschillen zichtbaar zijn,
dan ligt dat meer aan de precisie van het
moment van monstername, dan aan afwijkin -
gen in de EyeD. Bij het gebruik is kalibratie dus
niet nodi
g. De vele uitspoelproeven die reeds
zijn uitgevoerd bevestigen de nauwkeurigheid
van het apparaat.
A ANBEVELINGEN VOOR TOEPASSING EYED
Het meten met EyeD is een nieuwe en unieke
methode en zeker niet altijd noodzakelijk.
Zolang de vezels op de juiste manier worden
gedoseerd is er immers niet veel reden om te
twijfelen aan de homogeniteit. Voor de con-
structies van staalvezelbeton die tot nu toe zijn
gerealiseerd, voornamelijk op staal gefun-
deerde vloeren, zijn bovendien de risico's bij
een onvoldoende homogeniteit niet erg groot.
In een vloer kan in het ergste geval een (krimp)
4 Voorbeeld van een meting van de EyeD, met op de y-as de afwijking van het gemiddelde (0-lijn) en op de x-as het percentage van het geloste volume
12 VAKBL AD 3 2021
3. Meetgoot.indd 123. Meetgoot.indd 12 14-10-21 16:3014-10-21 16:30
-40 -35
-30
-25 -20 -15
-10-50
5
10
15
20
25
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
dosage deviation [%]
volume %
5 Voorbeeld van een resultaat van de EyeD waarbij het toevoegen van de laatste vezels is gestopt met draaien op vol vermogen
7 Vergelijking resultaten EyeD en uitspoelproeven, x-as hoeveelheid in liters, y-as de gemeten kg/m³
-40 -35
-30
-25
-20
-15
-10-50
5
10
15
20
25
30
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
dosage deviation [%]
volume %
6 Resultaten EyeD bij een truckmixer met versleten schoepen
scheur ontstaan, maar het risico op lichamelijk
letsel of financiële schade is heel klein.
Voor vloeren op palen, onderwaterbetonvloe -
ren of andere, meer constructieve toepassin-
gen worden vaak balktesten uitgevoerd met
het beoogde of toegepaste mengsel. Daarmee
wordt ook de homogeniteit meegenomen,
omdat de monsters vaak op meerdere plekken
uit de mixer worden genomen.
Maar voor verdiepingsvloeren of andere con-
structieve toepassingen waarbij wel een hoger
risico bestaat, is homogeniteit en daarmee de
juiste manier van doseren wel van groot belang
en kan meten met de EyeD een uitkomst zijn.
De EyeD kan bij alle doseringen worden
gebruikt. Daarbij wordt een volledig rapport
gegenereerd over het type, hoeveelheid en
homogeniteit van het geleverde staalvezelbeton
dat wordt gelost uit de truckmixer. Het resultaat
kan snel ná het lossen worden beoordeeld,
zodat bij afwijkingen direct eventuele maatrege -
len kunnen worden genomen. Het is overigens
ook nodi
g direct te handelen. Het uitlezen van de
data na enkele dagen of weken is zinloos omdat
dan geen maatregelen meer mogelijk zijn.
Met de EyeD is aangetoond hoe belangrijk het is
om de juiste instructies te volgen voor het dose -
ren van de staalvezels in de betonspecie en te
be
schikken over goed onderhouden materieel.
LITER ATUUR1 NEN-EN 14721:2005+A1:2007 ? Beproevingsmethode
voor staalvezelbeton - Meting van het vezelgehalte in
betonspecie en verhard beton
Om de betrouwbaarheid van het
apparaat te testen zijn
vergelijkingen uitgevoerd met
uitspoelproeven
13 VAKBL AD 3 2021
3. Meetgoot.indd 133. Meetgoot.indd 13 14-10-21 16:3014-10-21 16:30
14 VAKBL AD 3 2021
Auteur G ert van der Wegen, SGS INTRON ? Angelo Sarabèr, Sarabèr Consultancy
(Gert van der Wegen en Angelo Sarabèr zijn respectievelijk rapporteur en voorzitter van de CROW-werkgroep N1794 'AEC-vulstof in ongewapend beton')
1. AEC Vulstof.indd 141. AEC Vulstof.indd 14 15-10-21 09:2315-10-21 09:23
De behoefte aan geschikte
vulsto? en voor beton, met name
met een puzzolaan karakter,
is de afgelopen jaren sterk
toegenomen. Deze leemte kan
mede worden ingevuld door
gemalen AEC-bodemas, waardoor
deze minerale reststof hoog-
waardig wordt benut. In eerste
instantie zal deze vulstof worden
toegepast in ongewapende
betonproducten, vervaardigd met
aardvochtige betonspecie. Maar
hoe presteert die AEC-vulstof dan
ten opzichte van de gebruikelijke
vulstof kalksteenmeel in
dergelijke betonproducten? En
welke eisen moeten we stellen
aan de AEC-vulstof?
D
e Nederlandse betonindustrie gebruikt
jaarlijks grote hoeveelheden vulstoff en.
Met de in het Betonakkoord [1] vastge-
legde doelstelling om de CO
2-emissie van
beton nog verder te verlagen (ten minste met
30% en een ambitie van 49% reductie in 2030),
is de behoefte aan met name puzzolane en
latent-hydraulische vulstoff en sterk toegeno-
men. Daarbij is het wel van belang dat toepas-
sing van dergelijke vulstoff en niet ten koste
gaat van de kwaliteit en de circulariteit van het
beton. Dat is immers ook een doelstelling van
het Betonakkoord (100% hergebruik van de
betonreststromen als grondstof voor nieuw
beton in 2030). AEC-vulstof kan bijdragen aan
deze doelstellingen.
AEC-BODEMAS
Bij de verbranding van huishoudelijk afval en
daaraan gelijkgestelde bedrijfsafvalstoff en in
ONDERZOEK A AN EN REGELGEVING VOOR
GEMALEN AEC-BODEMAS ALS VULSTOF VOOR
ONGEWAPEND A ARDVOCHTIG BETON
AEC-vulstof
voor beton
1 Productie betontegels die in het onderzoek zijn gebruikt
15 VAKBL AD 3 2021
1. AEC Vulstof.indd 151. AEC Vulstof.indd 15 15-10-21 09:2315-10-21 09:23
een afval-energiecentrale (AEC) komt AEC-
bodemas vrij, in Nederland jaarlijks circa 1,9
miljoen ton. Dit materiaal bestaat uit de
onbrandbare restanten uit het huishoudelijk en
daaraan gelijkgesteld afval. Denk met name
aan metalen, keramiek, glas, steen en tijdens
de verbranding gevormde glasachtige
bestanddelen. Na opwerking van de AEC-
bodemas resteert een steenachtig materiaal
dat in principe geschikt is voor toepassing in
beton.
Een deel hier van wordt na opwerking tot AEC-
granulaat (conform CUR-Aanbeveling 116/
BRL 2507) toegepast als toeslagmateriaal in
betonstraatstenen en -tegels. Een nieuwe ont-
wikkeling met een wezenlijk andere functiona-
liteit is de opwerking van deze bodemas tot
AEC-vulstof. Blue Phoenix Group is de initia-
tiefnemer en ontwikkelaar van het procédé.
Kenmerkend hierbij is dat na de gebruikelijke
opwerking een natte maling plaatsvindt tot de
gewenste fijnheid. Door deze natte maling
kunnen de concentraties aan componenten die
voor beton ongewenst zijn, worden geredu-
ceerd. Het gaat met name om sulfaten, chlori-
den en metallisch aluminium en zink. ONDERZOEK
Door CROW-werkgroep N1794 'AEC-vulstof
in ongewapend beton' is uitgebreid onder
-
zoek uitgevoerd naar de eigenschappen van
de AE
C-vulstof en de prestaties er van in
beton [2]. In dit onderzoek zijn zowel beton -
technologische als milieuhygiënische aspec -
ten van het 1
e leven beton bepaald. Tevens is
de geschiktheid van de grondstoffen ? ver -
kregen na recycling van dit 1
e leven beton ? bepaald als toeslagmateriaal en vulstof in
een 2
e leven beton (circulariteit).
K AR AK TERISERING AEC-VULSTOFFEN
Met een grootschalige proefinstallatie zijn
door Blue Phoenix Group bodemassen van drie
geografisch verspreide AEC-centrales (Dui-
ven, Rozenburg en Delfzijl) verwerkt tot AEC-
vulstof met een gemiddelde korrelgrootte van
circa 8 µm (AEC-1, AEC-2, AEC-3). Deze kor
-
relgrootte is vergelijkbaar met die van de kalk -
steenmeel (10 µm) die als referentie in het
betononderzoek is betrokken. Het gehalte aan
organische stof (TOC) is procesmatig bewust
in een brede range ingesteld om de invloed
er van op de betoneigenschappen te kunnen
vaststellen. De resultaten van de chemische
analyses van de 3 monsters AEC-vulstof zijn
getoond in tabel 1.
Ondanks de verschillende herkomst van de
AEC-bodemas als uitgangsmateriaal voor aan-
vang van het opwerkings- en maalproces, ver -
tonen de geproduceerde AEC-vulstoffen
slechts een geringe variatie in de onderzochte
chemische eigenschappen.
De geringe variatie in eigenschappen is ook
gebleken uit de elementaire en mineralogische
samenstelling van de betreffende AEC-vulstof -
fen [2]. AEC-vulstof bestaat voor 2/3 deel uit
amorf materiaal (o.a. glas) met daarnaast
kwarts, meliliet en calciet als belangrijkste
kristallijne bestanddelen [2]. Het hoge gehalte
aan amorf siliciumhoudend materiaal is de
reden dat AEC-vulstof een puzzolaan is.
Het sulfaat- en alkaligehalte van de drie
onderzochte AEC-vulstoffen voldoen aan de
generieke eisen gesteld in BRL 1804, de beoor -
In een onderzoek zijn zowel betontechnologische als
milieuhygiënische aspecten van het 1
e leven beton bepaald
2 SEM-foto AEC-vulstof (SEM = Scanning Electron Microscopy)
Tabel 1 Karakterisering AEC-vulstoffen
EIGENSCHAPEENHEID AEC-1 AEC-2 AEC-3 GENERIEKE EIS
BRL 1804 [3]
Som SiO
2+Al2O3+Fe 2O3 %(m/m) 65,4 66,9 69,0 -
CaO %(m/m) 18,2 17,0 16,4 -
Onoplosbaar (HCl/Na
2CO3) %(m/m) 41,7 43,5 44,1 -
Sulfaat, wateroplosbaar (SO
3) %(m/m) 1,18 0,70 0,88 -
Sulfaat, zuuroplosbaar (SO
3) %(m/m) 2,10 1,31 1,65 ? 4,0
Chloride, wateroplosbaar %(m/m) 0,19 0,11 0,29 -
Chloride, zuuroplosbaar %(m/m) 0,32 0,23 0,42 -
Alkali-equivalent, XRF %(m/m) 4,8 4,8 4,6 ? 5,0
Oplosbaar fosfaat (P
2O5) %(m/m) < 0,0010 < 0,0010 < 0,0010 -
Metallisch aluminium + zink %(m/m)< 0,03 < 0,03 < 0,03 -
TOC %(m/m) 5,8 2,0 0,69 -
16
VAKBL AD 3 2021
1. AEC Vulstof.indd 161. AEC Vulstof.indd 16 15-10-21 09:2315-10-21 09:23
delingsrichtlijn voor ' Vulstof voor toepassing in
beton en mortel' [3].
Uit het karakteriseringsonderzoek zijn geen
concentraties aan bestanddelen naar voren
gekomen die een belemmering zouden kunnen
vormen voor de toepassing van deze AEC-vul-
stoffen in ongewapend beton.
BETONONDERZOEK 1
E LEVEN
Bij een betonfabriek zijn onder toezicht van
SGS INTRON betontegels ver vaardigd waarbij
25%(m/m) van het cement is ver vangen door
de 3 AEC-vulstoffen (foto 1, 3 en 4). Als refe -
renties zijn betontegels ver vaardigd zonder
cementver vanging (REF) en met 25%(m/m)
cementver vanging door kalksteenmeel
(KSM). De samenstelling van deze beton-
mengsels is weergegeven in tabel 2. De geme -
ten eigenschappen van de betontegels na 28
dagen verharden zijn samengevat in tabel 3.
Met de AEC-vulstoffen als gedeeltelijke
cementver vanger blijken aardvochtige beton-
producten te kunnen worden ver vaardigd met
een goede (buig)trek- en druksterkte, zelfs
hoger dan die van het referentiebeton (geen
cementver vanging).
Tabel 2 Samenstelling 1) vervaardigde betontegels (in kg/m 3)
COMPONENT REFKSM AEC-1 AEC-2 AEC-3
CEM l 52,5 N 289 219 218 219 219
Vulstof 0 79 73 73 73
Water (effectief) 80 89 106 106 105
Absorptiewater (in toeslagmateriaal) 11 11 11 11 11
Zand 0-2 791 791 801 794 790
Graniet 2-8 1154 1154 1152 1177 1157
'Wbf' (effectief) 0,28 0,30 0,36 0,36 0,36
1) Exclusief ca. 5% V/V lucht
Er zijn betontegels vervaardigd waarbij 25 %(m/m) van het cement
is vervangen door de drie AEC-vulstoffen
Tabel 3 Eigenschappen 28 dagen verhard beton
EIGENSCHAPREFKSM AEC-1 AEC-2 AEC-3
Volumieke massa (kg/m
3) 2180 2210 2280 2260 2270
Druksterkte (MPa) 31,7 n.b. 53,9 51,8 53,6
Buigtreksterkte (MPa) 5,6 5,6 8,5 7,3 7,6
Ultrasone snelheid (km/s) 3,98 4,07 4,17 4,10 4,06
Verhouding buigtrek/druksterkte(%) 18 n.b. 16 14 14
Berekende dyn. E-modulus (GPa)
1) 31,0 32,9 35,7 34,2 33,7
Afschilfering na 14 cycli (kg/m
2) 0,01 0,01 0,03 0,73 1,3
TOC-gehalte AEC-vulstof (%m/m) 5,8 2,0 0,69
1) Berekend met Edyn = 0,9?v 2 (aanname Poissons ratio = 0,2)
3 Geperste tegels
17 VAKBL AD 3 2021
1. AEC Vulstof.indd 171. AEC Vulstof.indd 17 15-10-21 09:2315-10-21 09:23
De vorstdooizoutbestandheid van het beton
met AEC-vulstoff en varieert sterk: van zeer
hoog (vergelijkbaar met het referentiebeton)
tot een niveau dat minimaal vereist wordt in
betreff ende productnorm (NEN-EN 1339).
Deze variatie kan niet worden verklaard door
de waterabsorptie en/of de eff ectieve water-
'bindmiddel'factor van het betreff ende beton.
Ook het gehalte TOC lijkt niet van invloed te zijn
op de vorstdooizoutbestandheid.
CIRCUL ARITEIT
Betontegels zonder vulstof (REF), met kalk-
steenmeel (KSM) en met vulstof AEC-3 zijn na
Tabel 4 Samenstelling en eigenschappen 2e leven beton
EIGENSCHAPBETONGR ANUL A AT
REFBETONGR ANUL A AT
KSMBETONGR ANUL A AT
AEC-3
Betonsamenstelling (kg/m
3):
CEM I 42,5 N 320320320
Water eff ectief 160160160
Absorptiewater 707066
Betongranulaat 4-22 mm 104910491049
Rivierzand 0-4 mm 666666666
Specie-eigenschappen
Zetmaat (mm) 110120130
Schudmaat (mm) 400390420
Temperatuur (ºC) 19,319,018,8
Luchtgehalte (%V/V) 1,81,81,9
Volumieke massa (kg/m
3) 2235 22552245
Eigenschappen verhard beton
Kubusdruksterkte (MPa) na:
7 dagen 36,534,136,0
28 dagen 42,442,844,0
Volumieke massa (kg/m
3) na:
7 dagen 229022902280
28 dagen 229022802290
Maximale waterindringing (mm) 242513
Chloridemigratiecoë? ciënt (.10
-12 m2/s) 22,0 21,615,7
2 maanden versneld hydrateren bij 40 oC ver-
kleind met een kaakbreker, waarbij ver volgens
de fractie 4-22 mm droog is uitgezeefd. De kor-
reldichtheden (?
rd) van deze drie betongranula-
ten waren identiek: 2230 kg/m
3. De waterab-
sorptie van het betongranulaat met AEC-3 was
na 24 uur enigszins lager dan die met REF en
KSM: 6,0%(m/m) voor AEC-3 versus 6,4
%(m/m) voor REF en KSM).
Betontechnologisch
Met bovengenoemde 3 monsters betongranu-
laat als grof toeslagmateriaal zijn betonmeng-
sels ver vaardigd met de samenstelling zoals getoond in tabel 4. Een aantal eigenschappen
van deze betonmengsels is eveneens weerge-
geven in de tabel.
Op basis van dit beperkte onderzoek zal naar
verwachting de betontechnologische kwaliteit
van betongranulaat met AEC-vulstoff en verge-
lijkbaar zijn met die van regulier betongranu-
laat en daarmee geen beperking vormen voor
een 2
e leven toepassing.
Milieuhygiënisch
De uitloging van het betongranulaat zonder
vulstof (REF) en van het betongranulaat met
vulstof AEC-3, verkregen door het verkleinen
van betreff ende betontegels, is bepaald met de
kolomproef volgens NEN 7383 ten behoeve van
toetsing aan het Besluit Bodemkwaliteit.
Uit dit onderzoek blijkt dat betongranulaat met
AEC-3 wat betreft de componenten: barium,
chroom, koper, molybdeen en chloride een
hogere uitloging vertoont dan het betongranu-
laat zonder vulstof (REF). Deze uitloging vol-
doet in alle gevallen nog ruimschoots aan de
eisen van het Bbk (Besluit Bodemkwaliteit).
Geconcludeerd mag worden dat de milieuhygi-
enische kwaliteit van betongranulaat met AEC-
vulstoff en vergelijkbaar is met die van regulier
betongranulaat en op dit aspect geen beper-
king vormt voor een 2
e leven toepassing.
CONCLUSIES ONDERZOEK
Op basis van het uitgevoerde onderzoek is
geconcludeerd dat de door Blue Phoenix Group
geproduceerde AEC-vulstof geschikt is om te
worden toegepast in ongewapende, niet-con-
structieve betonproducten ver vaardigd met
droge of aardvochtige betonspecie.
Tevens is aangetoond dat door toepassing van
AEC-vulstof in dergelijke betonproducten, de
materiaalstromen ontstaan door recycling van
dat beton opnieuw als grondstof in een 2e
leven beton kunnen worden toegepast. Deze
toepassing van AEC-vulstof is dus volledig
circulair op de onderzochte aspecten.
REGELGEVING
Op basis van de verkregen inzichten is CROW-
CUR Aanbeveling 128 [4] opgesteld, waarin defi -
nities, eisen en regels voor AEC-vulstof zijn vast-
gelegd.
De aanbeveling geldt enkel voor AEC-vulstof die
wordt geproduceerd uit AEC-bodemas afkomstig
uit een AEC-installatie met een natte ontslakker,
waarbij naast de voor bodemas gebruikelijke
4 Breukvlak betontegel met AEC-vulstof
18 VAKBL AD 3 2021
1. AEC Vulstof.indd 181. AEC Vulstof.indd 18 15-10-21 09:2315-10-21 09:23
bewerkingsstappen, met name zeven en het ver-
wijderen van ferro- en non-ferrometalen, heel
s
pecifiek een nat maalproces is inbegrepen.
De aanbeveling is bedoeld voor AEC-vulstof die
wordt toegepast in ongewapende, niet-con -
structieve betonproducten ver vaardigd met
bet
onspecie van consistentieklassen C0 (droog)
en C1 (aardvochtig) en met een maximale dose -
ring aan AEC-vulstof van 140 kg/m
3. Deze boven-
grens is gesteld om overmatig kalkverbruik te
v
oorkomen, waardoor het risico op een vermin -
derde vorstdooiweerstand van het beton kan
opt
reden.
De eisen die gesteld worden aan de prestatie-
eigenschappen van de AEC-vulstof zijn gelijk aan
de eisen die in BRL 1804 voor elke type I vulstof
gelden (invloed op bindtijd, sterkte en vormhou -
dendheid). De eisen die standaard gelden voor
de ma
teriaaleigenschappen (korrelverdeling,
Na
2O-equivalent, methyleenblauwabsorptie,
chloriden, sulfaten), zijn op grond van het uitge -
voerde onderzoek aangevuld met eisen voor TOC
en g
ehalte metallisch aluminium en zink.
GESCHIK TE GRONDSTOF
Het uitgevoerde onderzoek en de opgestelde
regelgeving geeft aan dat AEC-vulstof een
geschikte grondstof is voor toepassing in
ongewapende, niet-constructieve beton
-
pr
oducten ver vaardigd met aardvochtige
betonspecie. Bovendien is aangetoond dat de
toepassing van AEC-vulstof volledig circulair is
op de onderzochte aspecten. Daarmee kan
AEC-vulstof een belangrijke bijdrage leveren
aan onze duurzaamheidsambities vastgelegd
in het Betonakkoord.
Momenteel is een werkgroep aan de slag om
BRL 1804 aan te passen voor AEC-vulstof met
als uitgangspunt deze aanbeveling. Nadat deze
aanpassing van kracht geworden is, kunnen
AEC-vulstoffen die aan de eisen van BRL 1804
voldoen met KOMO-certificaat op de markt
gebracht worden.
LITER ATUUR
1 https://www.betonakkoord.nl/
2 Onder zoek geschiktheid nat gemalen AEC-bodemas
als vulstof in ongewapend aardvochtig beton, SGS
INTRON rapport A117460/R20210149d, juli 2021.
3
Beoor
delingsrichtlijn voor het KOMO®
productcertificaat voor ' Vulstof voor toepassing in
beton en mortel', BRL 1804, 2019.
4
AE
C-vulstof in ongewapend aardvochtig beton,
CROW-CUR Aanbeveling 128, 2021.
CUR-A ANBEVELING 128
CUR-Aanbeveling 128 ? AEC-vulstof in onge -
wapend aardvochtig beton komt binnenkort
beschikbaar op www.cur-aanbevelingen.nl
AEC-vulstof is een geschikte grondstof voor toepassing in
ongewapende, niet-constructieve betonproducten vervaardigd met
aardvochtige betonspecie en de toepassing is volledig circulair op
de onderzochte aspecten
5 Waterindringingsfront bij beton 2e leven met betongranulaat afkomstig van 1e leven beton met van links naar rechts: geen vulstof (REF), kalksteenmeel en AEC-vulstof
19 VAKBL AD 3 2021
1. AEC Vulstof.indd 191. AEC Vulstof.indd 19 15-10-21 09:2315-10-21 09:23
WERELDWIJD STEEDS MEER ERVARING MET
HULPSTOFFEN DIE KRIMP VAN BETON REDUCEREN
Beton is een veelzijdig bouwmateriaal dat voor diverse toepassingen
wordt gebruikt. Bij een deel van die toepassingen is krimp, om
uiteenlopende redenen, een ernstig nadeel. Om de effecten van
krimp in beton te beheersen worden meestal krimpwapening of
krimpvoegen toegepast. Er zijn echter ook technologische
ontwikkelingen waarmee krimp kan worden beheerst.
Wat zijn de kansen en risico's van deze technologieën?
Beton zonder krimp,
BESTA AT DAT?
B
eton krimpt door diverse chemische en
fysische mechanismen, hierover zijn al
vele boeken vol geschreven. De grootste
factoren zijn autogene krimp, uitdrogings -
krimp en thermische krimp. Globaal zijn de
oorzaken dat het volume van het verharde
materiaal kleiner is dan de losse componenten
cement en water, waardoor er krimp ontstaat.
Daarnaast treedt er een volumeverandering op
wanneer het water niet volledig is gebonden
met het cement en daarna uitdroogt. Ook bij
afkoeling, bijvoorbeeld van de opgebouwde
hydratatiewarmte, neemt het volume van het
beton af.
Op deze vormen van krimp kan weliswaar
enige mate van invloed worden uitgeoefend,
bijvoorbeeld door het gekozen mengsel of het
beheersen van omstandigheden, maar het is
niet mogelijk het volledig tegen te gaan.
VERHINDERDE KRIMP
Bij alle constructies van enige omvang komt
verhindering van krimp voor. Bijvoorbeeld bij
betonvloeren en -platen die direct op een niet-
glijdende ondergrond worden gestort zonder
dat er krimpvoegen worden toegepast (foto 2).
Hierbij valt te denken aan monolietvloeren in
1 Storten en afwerken van een vloer met zweller in Zweden, foto: ABT
grote bedrijfshallen of kelder vloeren, maar
ook aan onderwaterbeton. Een andere situatie
waarbij krimp wordt verhinderd betreft beton-
wanden die op een eerder gestorte betonplaat
worden gestort, bijvoorbeeld in kelders,
tunnels en onderdoorgangen en waterzuive -
ringen. Ook van een dek dat op wanden wordt
gestort, kan de krimp zijn verhinderd.
KRIMPSCHEUREN
Als het krimpen van het beton wordt
verhinderd, ontstaan trekspanningen. Zijn die
trekspanningen groter dan de treksterkte, dan
ontstaan scheuren. De som van autogene
krimp en uitdrogingskrimp is bij verhindering
al voldoende om de spanningen te laten
oplopen tot boven de treksterkte.
De huidige strategie voor het beheersen van
scheuren is vaak de scheurwijdte te beperken
door het toepassen van krimpwapening. Dat
kan een traditionele wapening zijn. Maar ook
staalvezels in combinatie met een kleine hoe -
veelheid traditionele wapening in het beton
zijn hier voor erg effectief. Bij beheerste
scheurwijdte heeft beton in principe een lange
levensduur en is het relatief waterdicht. Toch
zijn er betrekkelijk veel problemen met
20 VAKBL AD 3 2021
Auteur Niki Loonen, ABT
4. krimpvrij beton.indd 204. krimpvrij beton.indd 20 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
21 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 214. krimpvrij beton.indd 21 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
constructies als gevolg van krimpscheur-
vorming, bijvoorbeeld een verkorte levensduur
en lekkage. Ook met de toepassing van krimp-
voegen zijn deze veelal niet naar volle tevre-
denheid te beheersen. Beton heeft weliswaar
zelfhelende eigenschappen, maar bij beton
met hoogovencement zijn deze beperkt (en in
Nederland is dat een zeer veel toegepast en
relatief duurzaam bindmiddel). Dit omdat er bij
beton met hoogovencement minder calcium-
hydroxide als reactieproduct aanwezig is.
KRIMPREDUCTIE
Krimp kan worden gereduceerd door beton-
technologische optimalisatie van water- en
cementgebruik, maar 100% effectief is dat
nooit. Er zijn zoals gezegd ook technologische
ontwikkelingen waarmee krimp kan worden
beheerst. Daarbij kunnen middelen in het
beton worden toegepast die krimp reduceren.
Voor de Nederlandse situatie zijn dat er drie:
?
Kr
impreducerende hulpstof / Shrink Reduc -
ing Agent (SR A)
?
Z
wellende hulpstof / Swelling Agent (SA)
?
Z
wellend bindmiddel / Calcium Sulfoalumi-
nate cement (CSA) In Nederland worden deze middelen nog
nauwelijks gebruikt. In het buitenland is toe
-
passing van zowel SA als SR A gebruikelijker.
De toepassing van CSA-cement kent vooral
belangstelling dankzij de lagere CO
2-uitstoot
dan portlandcement. Bij enkele typen CSA is
zwel een bijwerking die hier nuttig kan worden
gebruikt.
SHRINK REDUCING AGENT (SR A)
Een SR A is een hulpstof die die de opper vlak -
tespanning van het water verlaagt in de ver -
harde fase van het beton en is daardoor ook
iets plastificerend in de plastische fase van het
beton. Het water heeft daardoor een minder
grote opper vlaktespanning waardoor beton
plastischer is bij verwerking en minder
capillaire spanning opwekt bij verdamping uit
verhard beton. De meeste SR A-producten
kunnen de uitdrogingskrimp tot zo'n 40% redu-
ceren. Hierbij zal er dus niet minder volume -
krimp optreden. De uitwendige krimp wordt
uitgewisseld voor grotere inwendige poriën;
de massa-afname blijft gelijk.
De toepassing van SR A leidt ertoe dat de
krimpspanning afneemt en dus tot een afname van het aantal scheuren. Mogelijk dat krimp-
scheuren zelfs in het geheel niet optreden,
omdat de krimpspanning mogelijk onder de
treksterkte blijft. Het effect op de wijdte van
scheuren is beperkt, omdat die primair door de
wapening wordt bepaald.
Met de plastificerende werking van de hulpstof
neemt ook de open tijd iets toe en de verhar
-
dingssnelheid iets af. Bijvoorbeeld bij mono-
lietvloeren moet er rekening mee worden
gehouden dat er wat meer tijd nodig is om de
vloer af te werken.
Een aandachtspunt zou kunnen zijn dat de
krimpreductie leidt tot grotere poriën na uit -
drogen; dit is een negatieve eigenschap. Door -
dat er minder microkrimpscheuren ontstaan en
de spanning beter kan relaxeren, is de beton-
matrix over het algemeen minder diffuus. Het
beton zou dus ook beter kunnen presteren op
duurzaamheidsaspecten. Onderzoeksgege -
vens naar positieve en negatieve effecten op
levensduur zijn echter niet bekend.
SWELLING AGENT (SA)
Zwellers bevatten bestanddelen die in de plas -
tische fase en de jonge verhardingsfase zwel-
len. Voorbeelden zijn Quellmittel 1 van Sika en
Expancrete van Mapei. Over het algemeen zijn
dit poeders waar van de bestanddelen, als ze in
aanraking komen met water, oxideren en daar -
mee uitzetten. Meestal komt er bij de oxide van
metalen waterstofgas vrij. Dit zorgt voor een
aanzienlijke toename van het volume, echter
zonder noemenswaardige opbouw van druk -
spanning zodat uitdrogingskrimp nauwelijks
wordt gecompenseerd. Sommige zwellers zor -
gen voor een verbeterde etringietvorming,
waardoor de zwel plaatsvindt waarbij wel
opbouw van drukspanning plaatsvindt.
Bijvoorbeeld bij ondersabeling van kolommen
met krimparme mortels of het vullen van
sparingen wordt een relatief grote mate van
zwel gecreëerd om een goede aansluiting te
verzekeren. Bijvoorbeeld bij betonvloeren of
wanden wordt getracht om autogene krimp te
compenseren. Het is zelfs mogelijk om door
middel van de zwelling door etringietvorming
het beton op voorspanning te brengen om latere
krimp te compenseren. Bij deze laatste toepas -
sing speelt relaxatie echter een aanzienlijke rol.
Als de zwel in een relatief jonge fase van het
beton optreedt, gaat een groot deel van de zwel
'verloren' doordat in het beton dan nog een zeer
hoge mate van relaxatie kan optreden.
2 Tot circa 0,3 mm wijde scheuren in een monolietvloer
In Nederland worden krimp reducerende hulpstoffen
nog nauwelijks gebruikt
22 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 224. krimpvrij beton.indd 22 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
De zwellende hulpstoffen kunnen van invloed
zijn op het reactieproces van het cement en de
effectiviteit kan afhankelijk zijn van het type
cement. De open tijd kan bijvoorbeeld afnemen
en de middelen kunnen bij hoogovencement
minder effectief zijn. Het is aan te bevelen om
voorafgaand geschiktheidsonderzoek te doen
naar open tijd, reactie snelheid en effectiviteit.
CSA-CEMENT
De meeste gebruikte bindmiddelen in beton
zijn portlandcement en hoogovencement. Er
zijn echter meer cementsoorten, waaronder
CSA-(beliet)cement. Dit cementtype wordt
met minder kalksteen en bij een iets lagere
temperatuur geproduceerd, waardoor de CO
2-
uitstoot lager ligt. Met name om die reden
wordt met belangstelling naar de toepassing
van dit bindmiddel gekeken.
Een deel van de CSA-cementen heeft als bij-
verschijnsel dat er in sterke mate ettringiet
wordt gevormd bij de verharding. Ettringiet
bindt veel watermoleculen en zwelt daarbij
enigszins. Tevens kan dat gebonden water niet
meer verdampen, waardoor ook de uitdro-
gingskrimp afneemt.
Afhankelijk van het type CSA kunnen enkele
procenten cementver vanging al voldoende zijn
voor een redelijke zwel. Deze toepassing is erg
experimenteel en vergt om die reden zeker nog
verder onderzoek. Ook verloopt de cement
-
r
eactie relatief snel, waardoor geschiktheids -
onderzoek zeker noodzakelijk is.
CSA staat onder één naam bekend. Er zijn ech-
ter diverse producten op de markt beschikbaar
met sterk uiteenlopende prestaties, maar ook
chemische samenstelling. Dit zit met name op
de concentraties van de verschillende grond-
stoffen die zijn gebruikt voor de productie van
de CSA-klinker. De eigenschappen van het
CSA-cement kunnen daardoor sterk variëren.
Verder kan CSA helpen bij waterdichte con-
structies. Wanneer er een overmaat aan
cement wordt gedoseerd waarbij een deel
bestaat uit CSA, is het waterbindend vermogen
groot. Wanneer er scheur vorming optreedt,
komt er water door de scheur en zal een onge -
reageerd CSA een aanzienlijke hoeveelheid
water kunnen binden. Waardoor er relatief veel
self healend volume aanwezig is in het beton.
BEPROEVEN VAN KRIMP EN ZWEL
Krimpen van beton kan worden gemeten op
beton- of mortelprisma's die kort na storten worden ontkist. In foto 4 is een meetopstelling
weergegeven. Deze methode is vooral
geschikt voor beton met een geringe autogene
krimp (WCF ? 0,45) zonder de toepassing van
zwellers, omdat die effecten al in de zeer
vroege verhardingsfase optreden.
Het is ook mogelijk om op mortelprisma's
een infrarood meting uit te voeren vanaf
het moment van vullen van de mal. Hiermee
k
unnen de effecten van autogene krimp en
zwel beter in beeld worden gebracht.
Adequate conditionering van de monsters is
cruciaal voor een juiste meting. Er zal daarna
een verrekening van mortel naar beton moeten
worden gemaakt, omdat het grind in beton de
effecten van zwel en krimp reduceert.
Geen van beide proeven houdt rekening met
het effect van kruip / relaxatie, waardoor met
name het effect van autogene krimp en zwel
in de zeer jonge verhardingsfase wordt
overschat. Het is dus niet gezegd dat als
krimpproeven uitwijzen dat met toepassing
van zwellers geen verkorting meer optreedt,
dat er dan ook geen krimpspanningen meer in
de praktijk ontstaan.
MEETRESULTATEN
Op basis van resultaten uit onderzoek, projec -
ten en product specificaties zijn grafieken
samengesteld die weergeven hoe krimp,
krimpreductie en zwel over de tijd verloopt
(figuur 5-8). Deze geven een indicatie van de
mate waarin krimp en zwel optreedt. Omdat
ieder betonmengsel en iedere situatie anders
is, zal altijd onderzoek nodig zijn naar speci-
fieke mengsels en toepassingen. Het toege -
paste bindmiddel heeft bijvoorbeeld een
3 Water voerende krimpscheuren in een kelderwand met een wijdte tot circa 0,15 mm
Omdat ieder betonmengsel en iedere situatie anders is, is altijd
onderzoek nodig naar specifieke mengsels en toepassingen
4 Proefopstelling meten krimp
23 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 234. krimpvrij beton.indd 23 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
aanzienlijke invloed op de autogene krimp en
het watergehalte en de daaraan gerelateerde
water-cement-factor op de uitdrogingskrimp.
De grafi ek in fi guur 5 toont dat de autogene
krimp in de jonge fase aan aanzienlijke invloed
heeft op de totale krimp. Een zwelmiddel lijkt
de krimp die in de jonge fase optreedt groten-
deels te compenseren.
Uit de 180-daagse grafi ek in fi guur 6 valt af te
leiden dat de uitdrogingskrimp over het alge-
meen dominant is over autogene krimp. Bij-
voorbeeld bij massabeton, dat niet door en
door uitdroogt, neemt het eff ect van uitdro-
gingskrimp af. Thermische krimp is niet opge-
nomen in de grafi eken. Hierover kan worden
gezegd dat 10 ºC afkoeling overeenkomt met
0,001 m/m krimp. Bij 20 ºC afkoeling is het
eff ect vergelijkbaar met de uitdrogingskrimp.
Worden de verschillende eff ecten met elkaar
gecombineerd, dan valt in de grafi eken in
fi guur 7 te zien dat met een combinatie van SA-
en SR A-krimpspanningen in de jonge fase tot 7
à 14 dagen kan worden voorkomen. Op de
lange termijn kan met de toepassing van SR A
de krimpmaat van beton met circa een derde
worden gereduceerd (fi g. 8). Met toepassing
van SA en SR A lijkt het mogelijk de krimpmaat
met een factor 2 te reduceren.
Van het tijdsverloop waarin een CSA-cement
tot zwel leidt is nog niet veel bekend. Uit litera-
tuur volgt dat die zwel trager verloopt dan bij
een SA omdat de zwel gelijk op zou lopen met
de verharding. Als te snel te veel zwel wordt
geïntroduceerd, kan het beton scheuren door
het uitzetten van het beton. Omdat CSA-
cement minder snel zwelt, kan er dus ook meer
zwel worden geïntroduceerd, waardoor het
mogelijk lijkt nog meer krimp te compenseren
en de constructie mogelijk blijvend onder druk
te zetten door zwel (voorspanning).
GESCHIK THEIDSONDERZOEK
De toepassing van krimpcompensatie staat in
Nederland nog in de kinderschoenen. Het biedt
echter interessante perspectieven. Om de ver-
schillende technologieën goed te kunnen toe-
passen, zal er vooraf moeten worden getest. De
toepassing van de genoemde (hulp)stoff en kan
immers invloed hebben op de verwerkbaarheid,
open tijd, reactiesnelheid, eindsterkte en
mogelijk ook de levensduur van het beton.
Vooraf een geschiktheidsonderzoek uitvoeren
om deze zaken op korte maar ook op lange ter-
0,0008
0,0006
0,0004
0,00020
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,0030,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen) tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
5 Gemeten krimp in de vroege fase (tot 14 dagen)
0,0008
0,0006
0,0004
0,0002
0
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
7 Gecombineerde eff ecten krimp en hulpstoff en tot 14 dagen
0,0008
0,0006
0,0004
0,0002
0
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,0030,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen) tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
6
Gemeten krimp tot 180 dagen
0,0008
0,0006
0,0004
0,0002
0
-0,0002
-0,0004
-0,0006
-0,0008 -0,001 uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
uitdrogingskrimp (1)
uitdrogingskrimp met SR A (2)
autogene krimp CEM I (3)
autogene krimp CEM III (4)
zwel met SA (5)
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,001
0,0005 0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
-0,0025
-0,0025 -0,003
0,0005
0
0,0005 0,001
-0,0015 -0,002
1 + 4
2 + 4
2 + 3 + 5
2 + 4 + 5
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
krimpmaat (mm/m)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
tijd (dagen)
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten
krimpeecten gecombineerd
8 Gecombineerde eff ecten krimp en hulpstoff en tot 180 dagen
24 VAKBL AD 3 2021
4. krimpvrij beton.indd 244. krimpvrij beton.indd 24 15-10-21 09:2415-10-21 09:24
mijn te toetsen, is zeker nodig bij combinaties
van materialen die niet eerder zijn toegepast.
Ook het zwel- en krimpgedrag zal vooraf moe-
ten worden beproefd, omdat hulpstoff en ver-
schillend kunnen reageren op de overige
materialen in het beton.
Bij gebleken geschiktheid kan met proefstor-
ten en proefprojecten in de praktijk worden
geëxperimenteerd.
PR AK TIJK
In het buitenland worden krimpreduceerders
en zwellers al regelmatig toegepast (foto 1).
Recent bijvoorbeeld bij bij een groot vrieshuis
in Italië. Naar verluid zijn de er varingen daar-
mee goed. Ook worden, onder de belofte van
'zero shrinkage concrete technology with no
joints' door de fi rma Primekss wereldwijd,
(maar nog niet in Nederland), monolietvloeren
gerealiseerd, met behulp van technologie
waarbij het beton zwelt en veel water wordt
gebonden. Doordat er geen krimpspanningen
optreden, worden de vloeren alleen construc-
tief gewapend met staalvezels. Wel worden er
in die vloeren nog op tussenafstanden van
circa 40 tot 50 meter dilataties toegepast. Doordat er
Reacties