VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD
4 2021
Over de
Groene Boog
TUNNELBEKISTING OP GOLVENDE ONDERGROND ? BIJZONDERE BEKISTINGSOPLOSSING
SLUISHUIS AMSTERDAM ? INTERVIEW GER ARD WESTENBROEK
in samenwerking met
BV 4 2021-Cover.indd 1BV 4 2021-Cover.indd 1 21-12-21 09:2221-12-21 09:22
Dit nummer van Betoniek, speciaal over bekistingstechniek, is tot
stand gekomen in samenwerking met onze partner VSB, de Vereniging
va n Steiger-, Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven. VSB bundelt de
belangen van bedrijven die actief zijn in de bouw en de industrie,
waarbij het leveren van een tijdelijke werkplek op hoogte of
bekistingtechnieken centraal staat.
Alsjeblieft,
deze Betoniek wordt je
aangeboden door VSB!
Is vakkennis ook belangrijk binnen jouw
bedrijf? Sluit dan een licentie af voor je mede-
werkers voor onbeperkt gebruik van kennis
van Betoniek. Neem hiervoor contact op met
Marjolein Heijmans, m.heijmans@aeneas.nl of
kijk op www.betoniek.nl/wordlid.
B
etoniek is hét kennisplatform over de
technologie en uitvoering van beton.
Met het delen van kennis draagt Betoniek
al sinds 1970 bij aan een goede kwaliteit van de
bouw in Nederland. Je leest er over bijzondere
uitvoeringstechnieken, slimme praktijkoplos-
singen, de laatste regelgeving en nieuwe trends
en ontwikkelingen. Kortom, over alles wat jou
helpt nog beter te worden in je vak in de uitvoe-
ring of productie van beton.
2 VAKBL AD 4 2020
BV-2020 _4-VSB.indd 2BV-2020 _4-VSB.indd 2 21-12-21 09:0021-12-21 09:00
Nieuwe wijn?
?in oude zakken?.dat was ooit het versleten grapje dat
gemaakt werd bij de presentatie van de Beaujolais Pri-
meur op de aloude Betondag in de Doelen in Rotterdam.
De tijd staat echter niet stil, nieuwe wijn wordt oud,
oude zakken worden door nieuwe zakken ver vangen en
ondertussen heeft het jaarlijkse samenzijn van de
Betonvereniging een professionele opfrisser onder-
gaan. Vernieuwing en innovatie ? of volgens sommigen
het gebrek eraan ? is vaak een onderwerp van gesprek
in de bouw. Innovatie in de bouw is in de praktijk meer
een voortdurende evolutie dan een revolutie; voortbou-
wen op goede oplossingen uit het verleden en deze ver-
der componeren en ver jnen voor toepassingen van
vandaag. Digitalisering werkt hierbij als katalysator en
hefboom; het artikel van John van A sten geeft daar van
voorbeelden bij de toepassing van BIM bij hulpwerk.
Dit themanummer van ons vakblad ? geheel ingevuld
door bijdragen vanuit onze partner VSB ? gaat in op een
tweetal beeldbepalende ? en beeldvullende ? projecten
waarin naar mijn idee de kracht van vernieuwing in de
bouw duidelijk naar voren komt.
De nieuwe verbinding tussen A16 en A13 ten noordwes-
ten van Rotterdam is een fraai voorbeeld van een lint (of
in dit geval een boog) van stuk-voor-stuk eerder toege-
paste technieken die samen een bouwproject van
onderscheidend niveau vormen. Evolutie in de bouw
van landtunnels, slimme combinaties van tijdelijk en
de nitief werk en een bruggenbouwtechniek die niet
alleen goed werkt boven diepe ravijnen maar ook boven
drukke verkeersstromen. Echt beeldbepalend ? op een
geheel eigen wijze ? mag het Sluishuis genoemd wor-
den. Technieken die in een groot bruggenbouw project
niet zouden misstaan, hebben bijgedragen aan een
architectonisch hoogstaand welkom op Zeeburg. Eigen-
tijds scheefwonen op hoog niveau.
Ik wens jullie namens mijn collega's van de reactie veel
leesplezier en ? na welverdiende feestdagen ? een
gezonde en voorspoedige start van een mooi bouwjaar
2022.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nlNIEUWE SNELWEG TEN NOORDOOSTEN VAN
ROT TERDAM
De bestaande A16 wordt aan de noordrand
van Rotterdam verlengd met een 11 km lange
snelweg.
4
TUNNELBEKISTING OP GOLVENDE
ONDERGROND
Rottemerentunnel in de nieuwe A16 Rotter-
dam uitgevoerd met een stalen bekisting. 6
VOORBOUWMETHODE VR A AGT OM
BIJZONDERE BEKISTINGSOPLOSSING
Fly-over Terbregseplein uitgevoerd met ILM
waarbij segmenten op een voorbouwlocatie
zijn gestort. 14
ONDERSTEUNINGSCONSTRUCTIE
ONDERSTEUND
Kunstwerk verbindingsboog A13/A16 met
ondersteuningsconstructie op niet-draag-
krachtige ondergrond. 19
CANTILEVER-WANDEN ONDERSTEUND
Indrukwekkende ondersteuningsconstructie
voor grote uitkragingen in het Sluishuis in
Amsterdam. 24
BIM VOOR TIJDELIJKE VOORZIENINGEN
VSB werkt aan BIM-protocol voor tijdelijke
constructies. 28
VEILIGHEID HET BESTA ANSRECHT VAN VSB
Inter view met branchemanager
Gerard Westenbroek. 30
DECEMBER 2021
JA ARGANG 9
EN VERDER
PARTNERS 35 ONLINE EN SERVICE 35 | LEES OP WWW.BETONIEK.NL
OVER HET EX AMEN BETONTECHNOLOOG EN LEVVEL-BLOCKS
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 4 2021
Over de
Groene Boog
TUNNELBEKISTING OP GOLVENDE ONDERGROND ? BIJZONDERE BEKISTINGSOPLOSSING
SLUISHUIS AMSTERDAM ? INTERVIEW GER ARD WESTENBROEK
in samenwerking met
BV 4 2021-Cover.indd 1BV 4 2021-Cover.indd 1 21-12-21 09:0321-12-21 09:03
Foto voorpagina:
Rottemerentunnel in aanbouw, foto: Vincent Basler
3 VAKBL AD 4 2021
INHOUD
BV 4-2021 Inhoud_Voorwoord.indd 3BV 4-2021 Inhoud_Voorwoord.indd 3 21-12-21 09:3521-12-21 09:35
BOUWCOMBINATIE DE GROENE BOOG BOUWT A16 ROT TERDAM
De bestaande A16 wordt door de Groene Boog in opdracht van
Rijkswaterstaat aan de noordrand van Rotterdam verlengd met een
11 km lange snelweg. In het oog springende onderdelen van het
project zijn de aansluiting met de A13, de half verdiepte
Rottemerentunnel en de aansluiting met het Terbregseplein
(knooppunt A16/A20). In drie vevolgartikelen wordt ingegaan op
enkele bijzondere bekistings- en ondersteuningsconstructies.
Nieuwe snelweg
ten noordoosten
van ROTTERDAM
D
e A16 Rotterdam verbindt de A13 bij
Rotterdam The Hague Airport met de
A16/A20 bij het Terbregseplein. De
nieuwe snelweg moet zorgen voor een vlottere
doorstroming op de snelwegen en de omlig-
gende lokale wegen en daarmee de bereik-
baarheid en leefbaarheid in de regio verbete-
ren. Het project is ook wel bekend onder de
naam van het consortium dat door Rijkswater-
staat is gecontracteerd: De Groene Boog. Deze
bouwcombinatie is via een DBFM-contract niet
ARTIKELENSERIE
Dit is het eerste in een serie van vier artikelen
over bekistings- en ondersteuningsconstruc-
ties in het project A16 Rotterdam. Het eerste
artikel is een algemene inleiding, het tweede
gaat over de bekisting van de Rottemerentun-
nel, het derde over de bekisting in de y-over
bij de aansluiting met het Terbregseplein en
het vierde over de ondersteuningsconstructie
in de verbindingsboog met de A13.
1 Aansluiting bij Terbregseplein, foto: Topview Luchtfotogra e
4 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-1 groene boog - inleiding.indd 4BV 4-2021-1 groene boog - inleiding.indd 4 21-12-21 08:3121-12-21 08:31
PROJECTGEGEVENS
project A16 Rotterdam
opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer De Groene Boog, bestaande uit BESIX, Dura Vermeer, Van Oord, TBI-bedrijven
Croonwolter&dros en Mobilis, John Laing en Rebel
SCOPE
Aan de westzijde, ter plaatse van de huidige
aansluiting A13/N209, wordt de A16 met een
hoog gelegen verbindingsboog aangesloten
op de A13 richting Delft. Iets verder ten oosten
gaat de snelweg met een viaduct over de N471
heen. Naast het Schiebroeksepark kruist de
A16 Rotterdam de Hogesnelheidslijn (HSL) en
de RandstadRail (RET). Voor beide spoorweg-
overgangen wordt een viaduct gebouwd. Daar
waar de Ankie Verbeek-Ohrlaan de huidige
N209 kruist komt een volledige aansluiting. In
het Lage Bergse Bos komt de snelweg half
verdiept in een 2235 m lange tunnel te liggen,
de Rottemerentunnel. Het tunneldak en de
taluds worden groen ingericht met bomen,
struiken en weides voor recreatie. Aan de
oostzijde van de A16 wordt een y-over
gebouwd over het bestaande knooppunt
Terbregseplein, één van de drukste verkeers-
knooppunten van Nederland. Die y-over
verbindt de bestaande A16 met de nieuwe A16
Rotterdam.
De A16 Rotterdam krijgt 2x2 rijstroken, behalve
in het deel ten westen van de Rottemeren-tunnel, waar de weg 2x3 rijstroken krijgt.
Dit omdat op dit gedeelte de verkeersfunctie
van de huidige provinciale weg N209 wordt
gecombineerd met de nieuwe snelweg.
Met het oog op duurzaamheid wordt de weg
inclusief tunnel volledig energieneutraal.
Om geluidsoverlast te beperken, worden aan
weerszijden geluidschermen geplaatst en
komen er grondwallen.
Een overzicht van het project met de
belangrijkste kunstwerken staat in guur 2.
Het project is opgesplitst in drie deelgebieden:
1. het gebied ten noorden van Rotterdam,
2. de Rottemerentunnel en 3. het gebied
rondom het Terbregseplein.
ARTIKELENSERIE
Op de volgende pagina's wordt aandacht
besteed aan drie speci eke bekistings- en
ondersteuningsconstructies bij drie onder-
delen van het project: de bekisting van de
Rottemerentunnel , de bekisting in de y-over
bij de aansluiting met het Terbregseplein en de
ondersteuningsconstructie in de
verbindingsboog met de A13 ( g. 2).
Ondersteuning K10a
ILM Fly-over Terbregseplein
Aansluiting Ankie Verbeek-Ohrlaan
Aansluiting Hoofdweg
Rottemerentunnel
Aansluiting A13 / A16
Terbregseplein
Aansluiting N471
HSL en RET
Tunnel met stalen bekisting
alleen verantwoordelijk voor de bouw, maar
ook voor het ontwerp, de voor nanciering en
het onderhoud van het project over een peri-
ode van twintig jaar. De werkzaamheden zijn
gestart in 2019 en de weg zal naar verwachting
open gaan voor het verkeer in 2025.
2 Overzicht nieuwe A16
5 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-1 groene boog - inleiding.indd 5BV 4-2021-1 groene boog - inleiding.indd 5 21-12-21 08:3121-12-21 08:31
D
e Rottemerentunnel is een landtunnel
die half verdiept wordt aangelegd (fi g.
1) in het Lage Bergse Bos, een bosrijk
gebied ten zuidoosten van Bergschenhoek, ten
noorden van Rotterdam. De tunnel heeft een
lengte van 2235 m en een breedte van ruim
ROT TEMERENTUNNEL IN DE NIEUWE A16 ROT TERDAM
UITGEVOERD MET EEN STALEN TUNNELBEKISTING
Tunnelbekisting op
golvende ondergrond
In deelgebied 2 van het project
A16 Rotterdam (De Groene Boog)
wordt momenteel gewerkt aan de
half verdiepte Rottemerentunnel.
Deze tunnel wordt uitgevoerd met
een stalen bekisting die als een
soort trein op rails wordt voort-
bewogen. Een van de grootste uit-
dagingen daarbij is de aansluiting
van deze bekisting op de in hoogte
variërende gewapende onder-
waterbetonvloer.
BETROKKEN PARTIJEN
De specifi ek bij dit projectonderdeel
betrokken partijen:
project A16 Rotterdam
projectonderdeel Rottemerentunnel
opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer De Groene Boog, bestaande
uit BESIX, Dura Vermeer, Van Oord, TBI-
bedrijven Croonwolter&dros en Mobilis,
John Laing en Rebel
bekisting tunnel Hendriks precon
6
VAKBL AD 4 2021
Auteurs Gerard van Daatselaar, Hendriks precon ? Jacques Linssen, Betoniek / Aeneas Media
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 6BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 6 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
ARTIKELENSERIE
Dit is het tweede in een serie van vier artikelen
over bekistings- en ondersteuningsconstruc-
ties in het project A16 Rotterdam. Het eerste
artikel is een algemene inleiding, het tweede
gaat over de bekisting van de Rottemerentun-
nel, het derde over de bekisting in een y-over
bij de aansluiting met het Terbregseplein en
het vierde over de ondersteuningsconstructie
in de verbindingsboog met de A13.
1 Overzicht tunneltrein
7 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 7BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 7 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
30 m. Hij heeft een vaste, gespiegelde door-
snede, bestaande uit twee kokers met elk twee
rijstroken. Ertussenin bevindt zich het midden-
tunnelkanaal (MTK) (fig. 2).
BOUW TUNNEL
De wanden en het dak van de tunnel worden uit -
gevoerd in ter plaatse gestort beton met een
stalen bekisting. Als alternatief is het gebruik
van een paneelbekisting bekeken. De initiële
investering van de stalen bekisting was welis -
waar aanzienlijk hoger, maar dankzij de grote
repetitie, het hoge bouwtempo, de onafhanke -
lijkheid van kranen, het lagere risico op vertra-
ging, de lagere hoeveelheid arbeid, het
beperkte onderhoud en slijtage en minder
benodigde centerpennen, betere veiligheid,
bleek de oplossing met een stalen bekisting
aantrekkelijker, ook financieel. Er zijn twee
bouwstromen, die aan beide uiteinden van de
tunnel beginnen en zo naar elkaar toe werken.
Per bouwstroom wordt gebouwd in moten van
25 m lang die in een cyclus van 1 week worden
gerealiseerd. Daarbij worden de wanden van
het MTK twee cycli vóór de tunnel uit gebouwd
(foto 1, fig. 4). Hierdoor kan het vlechtwerk over
langere tijd worden uitgespreid en wordt het
volume beton dat op één dag moet worden
gestort beperkt. Het beton voor het middentun-
nelkanaal wordt 's op vrijdag gestort, zodat die
een weekend lang kan uitharden.
BEKISTING MTK
De wanden van het MTK worden gebouwd met
een stalen portaalbekisting. De wapening
wordt vooruit aangebracht, waarna de bekis -
ting er overheen wordt gereden (foto 5). Hier -
bij wordt de bekisting hydraulisch voorbewo-
gen over rails (zie verder onder het kopje
' Transport bekisting'). Ten behoeve van het ontkisten kan de bekisting
met een hydraulisch systeem worden in- en
uitgeklapt. Voor de veiligheid is er gekozen om,
naast een vaste trap, te werken met vaste
kooiladders voor calamiteiten. Deze zijn op de
kopse kant aangebracht. Aan binnen- en bui-
tenzijde zijn bordessen bevestigd, zowel hal-
verwege ? onder meer voor het aanbrengen
van de centeringen ? als bovenaan (foto 5). Het
bordes aan de binnenzijde wordt bij het ontkis
-
ten mee ingeklapt, zodat er voldoende ruimte
ontstaat om de bekisting schoon te maken en
in te oliën (foto 6).
Onder meer vanwege de aanwezigheid van
wapening (in het hart van de wand) en sparin-
gen, is er niet voldoende plek om het beton met
een trilnaald te kunnen verdichten. In plaats
daar van zijn op de bekisting trilmotoren aange -
bracht, die radiografisch zijn te bedienen (foto
7).
Belangrijk aandachtpunt in het ontwerp van de
bekisting was de bekistingsdruk. Aanvankelijk
is die ontworpen op 50 kN/m
2, wat later is ver -
hoogd tot 60 kN/m
2. Dit onder meer vanwege onzekerheid over de bekistingsdruk bij het
gebruik van de trilmotoren. Omdat die druk
moeilijk exact is te voorspellen is die bij de
eerste stort gemonitord met drukdozen, die op
de plek van de centerpennen zijn aangebracht.
Hiermee kan de druk op afstand worden inge
-
lezen. Bij de gehanteerde stortsnelheid van
1,5 m per uur
, blijkt dat de druk maximaal circa
210 kN per centerpen bedraagt, waar dit maxi -
maal 245 kN mag zijn.
BEKISTING TUNNEL
De tunnelkokers worden gerealiseerd met twee
25 m lange halftunnels (foto 8), voor iedere
koker een. De wand van het MTK is immers al
voorgestort. De bekisting is voorzien van bor -
dessen (o.a. voor bevestiging centerpennen),
kooiladders (vluchtwegen) en een trap aan het
uiteinde, die scharnierend is bevestigd en met
de bekisting meerolt (fig. 10).
De bekisting steunt op acht steunpunten aan
iedere zijde, die om-en-om zijn voorzien van
hydraulische cilinders waarmee de hele bekis -
ting op hoogte wordt gezet. Bij de overige
steunpunten staat de bekisting op stalen wig-
gen die ieder 200 ton kunnen dragen (foto 11).
Bij het ontkisten zakt de bekisting (hydrau-
lisch) circa 5 cm, zodat hij weer op de rails
terechtkomt en er aan de bovenzijde ruimte
ontstaat (even veel als tussen rail en wielstel)
(fig. 9).
Aan de binnenzijde van de buitenwanden klapt
de bekisting iets naar binnen, waardoor een ope -
ning ontstaat van circa 1 m ten behoeve van rei-
niging en inoliën. Hierbij klapt net als bij de MTK-
k
ist het bordes automatisch naar binnen. Voor de
aansluiting met de bovenzijde van de wanden is
op het dek van de tunnel een kokerprofiel beves -
2 Doorsnede tunnel
3 Impressie tunnel
8 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 8BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 8 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
4 Bouw MTK (bovenaan) en tunnel (onderaan)
5 Portaalbekisting MTK, voortbewogen via rails
9 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 9BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 9 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
tigd, dat koud tegen de wand aan ligt en bij het
ontkisten 5 cm naar binnen kan worden gezet.
De halftunnels worden tijdens het storten zij-
delings belast. Daarom worden ze op 4 plekken
in de lengte met een trekstang afgeschoord.
Deze trekstang is in een centerpengat aan de
MTK-wand verankerd.
Aan de binnenzijde is aan iedere zijde een hori-
zontaal kokerprofi el opgehangen via kettingen
aan de bekisting. Deze profi elen zorgen voor
een afbakening van het transport (o.a. truck-
mixers) (fi g. 9).
TR ANSPORT
Het transportsysteem voor de bekisting van het
MTK en van de tunnel is vergelijkbaar met
elkaar. De bekisting rijdt, hydraulisch aangedre-
ven, via een dubbel ? enswiel over rails heen
(foto 12, fi g. 13. fi g. 14). Dit transport gebeurt
heel geleidelijk en gecontroleerd, waarbij de
rails de bekisting als het ware sturen.
De rails zijn opgebouwd uit een stalen HEB-
profi el waarop op de bovenste ? ens een strip is
gelast, waar de stalen wielen overheen vallen.
Dit profi el is h.o.h. 2100 mm voorzien van stel-
spindels Ø50 mm, waarmee de hoogte kan
worden ingesteld, zodat de rails de variërende
hoogte van de onderwaterbetonvloer kunnen
volgen. Voor deze hoogtebepaling wordt gebruikgemaakt van een laser.
Er wordt gebruikgemaakt van minimaal een
dubbele set rails, zodat ze buiten de cyclus om
verplaatst kunnen worden. Omdat de middel-
ste rail wordt toegepast voor zowel de MTK als
de tunnel, blijven deze langer liggen en zijn
hier meerdere sets nodig.
Uit veiligheidsoverwegingen loopt er tijdens
het transport altijd iemand mee en is een nood-
knop voorzien. Ook de veiligheidsman en
arbeidsinspectie hebben meegekeken.
SCHUIFPANELEN
De tunnel wordt gebouwd in een bouwkuip
van stalen damwanden en een onderwater-
betonvloer. Deze onderwaterbetonvloer is
tevens constructievloer (permanent onder-
waterbeton). Kenmerkend voor onderwa-
terbeton is de tolerantie in het opper vlak.
Helemaal vlak is die nooit. Bij het realiseren
van de tunnelwanden moest rekening wor-
den gehouden met een variatie van + en
- 75 mm.
6 Portaalbekisting MTK, met wegklapbaar bordes
7 Trilmotor t.b.v. verdichting beton
10 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 10BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 10 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
De onderzijde van de bekisting bevindt zich op
enige afstand van de bovenzijde van de vloer.
De afstand tussen de bekisting en de in hoogte
variërende vloer wordt ingevuld met schuifpa-
nelen die op de bekisting zijn bevestigd. Hier-
voor is een systeem ontworpen dat de gol-
vende ondergrond kan volgen (fi g. 15, 16). Het
is een soort rups die bestaat uit panelen van
1,50 m lang, die aan de bovenzijde zijn voorzien
van een hydraulische cilinder waarmee ze in
hoogte kunnen worden versteld. De panelen
kunnen bovendien ten opzichte van elkaar
draaien. Om deze beweging mogelijk te maken
is de huidplaat van de panelen aan de uiteinde
voorzien van een ronding, die in de ronding van
de volgende huidplaat valt. In deze ronding is
een scharnier opgenomen waarmee het paneel
is bevestigd aan de rest van de bekisting. Deze
koppeling is robuust uitgevoerd, omdat de
bekistingsdruk hier aardig kan oplopen.
Onder de schuifpanelen is een rubberprofi el
bevestigd dat het laatste kiertje afdicht.
Als gevolg van de schuifpanelen ontstaat er een
kleine sprong in de betonwand. In het uiteinde-
lijke resultaat is deze niet zichtbaar, omdat hij
wegvalt achter een later aan te brengen barrier.
TAFELKIST
Het dek van het MTK wordt tegelijkertijd gestort
met de rest van het beton van de tunnel. Een
andere oplossing zou zijn dit dek uit te voeren
met prefab beton, maar het risico dat dit de
cyclus te veel zou belemmeren was te groot en
dankzij de grote repetitie bleek uitvoering in het
werk voordeliger.
Voor het storten van het dek van het MTK wordt
een tafelbekisting ingezet (foto 17). Deze
bekisting steunt op de ondergrond via wielen
en wordt ook zijdelings via wielen afgesteund
8 Tunnelbekisting in aanbouw
9 Tunnelbekisting bekist (boven) en ontkist (onder)
10 Langsdoorsnede tunnelbekisting
11 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 11BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 11 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
tegen de MTK-wanden aan. Afschoren was niet
nodig, omdat de bekisting geen kant op kan.
Op de bovenzijde is net als bij de tunnelbekis-
ting een kokerprofi el bevestigd voor de aan-
sluiting met de reeds gestorte wand.
De tafelbekisting wordt via een lier voortbe-
wogen, die is vastgezet in een haak in de vloer.
KOPKIST
Bovenop de tunnelkist bevindt zich een speciale
kopkist, die zowel kan worden ingezet bij door-lopende wapening als bij een dilatatie (fi g. 18).
De kopkist is zo ontworpen dat deze in de
dekking van het beton zit. Hierdoor kan al de
wapening vooruit worden gevlochten en hoeft
er niet te worden teruggekomen om de wape-
ning aan te helen en is er ook minder raakvlak
met de tunnelcyclus. Bij de wanden zijn twee
verschillende oplossingen voor de kopkist
bedacht: een ter plaatse van de dilataties en
een waar de wapening doorloopt (fi g. 19). Bij
die laatste is stremstaal gebruikt, dat het beton tegenhoudt en in het beton achterblijft. De
positie van de kopkist kan met spindels enigs-
zins worden aangepast.
BUITENKIST
De buitenkist van de tunnel was in het oor-
spronkelijke ontwerp voorzien van wielen om
hem met een lier voort te kunnen bewegen.
Uiteindelijk zijn deze wielen geschrapt en
wordt gewerkt met 3 m brede elementen die
met een kraan worden verplaatst (fi g. 20). Ook
13 Doorsnede rails
14 Detail dubbele ? enswielen op rails
12 Bekisting wordt met een hydraulische aandrijving via ? enswielen over rail
voortbewogen
11 Bekisting opgelegd op wiggen
15 Aanzicht bekisting met aan de onderzijde de schuifpanelen
16
Dwarsdoorsnede schuifpaneel 17 Tafelkist voor het storten van het dek van het MTK
12 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 12BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 12 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
deze buitenkist kan met een hydraulische cilin-
der op hoogte worden gesteld en is aan de
onderzijde voorzien van schuifpanelen. Het
bordes is bij het ontkisten ook weer inklapbaar
om ruimte te creëren.
FLEXIBELE CENTERPENPOSITIES
De vlechter houdt rekening met de fabricage
van zijn netten met de centerpennen. Omdat de
horizontale positie van de wapening in de wan-
den echter niet exact is te garanderen, is
gebruikgemaakt van ? exibele centerpengaten
(fi g. 21). Hierbij is een ronde plaat bevestigd
aan twee U-profi elen, dat zo over een soort
slobgat kan schuiven. Hierdoor is de horizon-
tale positie van de centerpennen circa 50 mm
te variëren. Vanwege de ronde vorm van de
plaat is enige verdraaiing mogelijk zonder dat
dit zichtbaar wordt. Variatie in hoogte is niet
nodig omdat de vlechter in die richting
makkelijker een strook kan vrijhouden.
MONTAGE
Alle sets bekistingen zijn in zo groot mogelijke
delen aangevoerd op de bouwplaats. Zo veel
mogelijk onderdelen zijn vooraf bevestigd.
Elementen van 3 m breed worden op de bouw-
plaats verder samengesteld tot moten van
25 m. Dit gebeurt door montagemensen van
19 Kopkisten voor wanden, met dilatatie (boven)
en doorlopende wapening (onder)
20 Buitenkist 21 Bovenaanzicht ? exibel centerpengat
18 Kopkistoplossing voor het dek, toe te passen bij zowel dilatatie als doorgaande wapening
leverancier Hendriks. Nadat de bekisting vol-
ledig was geassembleerd, volgde een werk-
en onderhoudsinstructie aan het bouwplaats-
personeel.
ONZICHTBA AR
De bekistingstrein loopt op het moment van
schrijven van dit artikel in volle gang. Iedere
week worden twee moten van 25 m afgerond.
Is de tunnel eenmaal klaar dan zal er van de
buitenzijde weinig meer te zien zijn. Na het
gereedkomen worden dak en taluds groen
ingericht met bomen, struiken en weides voor
recreatie. Alleen een glooiing in het landschap
verraadt dan de aanwezigheid van dit bijzon-
dere bouwwerk.
13 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 13BV 4-2021-2 Groene Boog - tunnel.indd 13 21-12-21 08:3221-12-21 08:32
FLY-OVER TERBREGSEPLEIN UITGEVOERD MET INCREMENTAL L AUNCHING METHOD,
WA ARBIJ SEGMENTEN OP EEN VOORBOUWLOCATIE ZIJN GESTORT
Voorbouwmethode
vraagt om bijzondere
bekistingsoplossing
14 VAKBL AD 4 2021
Auteur Harr y van Rijswijk, Doka Nederland
BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 14BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 14 21-12-21 08:3321-12-21 08:33
O
m de bestaande A16 te verbinden met
de A16 Rotterdam wordt een fl y-over
aangelegd bij het Terbregseplein, één
van de drukste verkeersknooppunten van
Nederland. Vanaf het Terbregseplein is de A16
Rotterdam straks de doorgaande route richting
Delft, Den Haag en Amsterdam. De weg
bestaat op dit deel uit 2 x 2 rijbanen. Na het passeren van de fl y-over gaat de A16 Rotter-
dam met een viaduct over de President Roose-
veltweg heen om een paar honderd meter ver-
derop onder de grond te verdwijnen in de
Rottemerentunnel. Met een afrit bij Terbregge
en een op- en afrit bij de Hoofdweg wordt de
A16 Rotterdam verbonden met het onderlig-
gend weggennet.
BEKISTING KOKERLIGGERS
De fl y-over bestaat uit twee kokerliggers. Om
het verkeer tijdens de bouw gewoon door te
kunnen laten rijden, is er voor gekozen de fl y-
ARTIKELENSERIE
Dit is het derde in een serie van vier artikelen
over bekistings- en ondersteuningsconstruc-
ties in het project A16 Rotterdam. Het eerste
artikel is een algemene inleiding, het tweede
gaat over de bekisting van de Rottermerentun-
nel, het derde over de bekisting in een ? y-over
bij de aansluiting met het Terbregseplein en
het vierde over de ondersteuningsconstructie
in de verbindingsboog met de A13.
BETROKKEN PARTIJEN
De specifi ek bij dit projectonderdeel betrokken partijen:
project
A16 Rotterdam
projectonderdeel Fly-over Terbregseplein
opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer De Groene Boog, bestaande uit BESIX, Dura Vermeer, Van Oord, TBI-bedrijven
Croonwolter&dros en Mobilis, John Laing en Rebel
bekisting segmenten Doka Nederland
Infrastructureel hoogstandje in het project A16 Rotterdam (De Groene
Boog) is de aansluiting met het Terbregseplein. Voor de bouw van de
? y-over wordt een bijzondere bouwmethode gebruikt: de Incremental
Launching Method. Op een voorbouwlocatie zijn daarbij de moten in
een op maat gemaakte bekisting gestort.
1 De kist van Doka en een stuk van het dek. Ook is een deel van het segment al gelanceerd.
15 VAKBL AD 4 2021
BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 15BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 15 21-12-21 08:3321-12-21 08:33
over te bouwen met een opmerkelijke tech-
niek: de Incremental Launching Method (ILM).
Elk van de beide kokerliggers bestaat uit 17
segmenten, die over eerder gerealiseerde pij-
lers worden geschoven (fig. 1). De segmenten
2 Voorbouwlocatie dekken fly-over
3
V
lechtgedeelte. Vooraan is een dwarsbalk zichtbaar. Met een shovel
wordt tegen deze dwarsbalk geduwd om de wapening naar de volgende
fase te verplaatsen. In de lengterichting zijn drie balken zichtbaar
bestaande uit UNP's en de rollers. Op deze balken rust de wapening
hebben een lengte die varieert van 22 tot 35 m,
afhankelijk van de afstand tussen de pijlers. Ze
worden op een landhoofd nabij de aansluiting
op de bestaande A16 voorgebouwd (zie kader
'Driedeling 'voorbouwtreintje). Doka werd als bekistingsspecialist ingeschakeld om de
bekisting op de voorbouwlocatie te leveren.
HYDR AULISCHE BEKISTINGSCONSTRUCTIE
De bekistingsconstructie voor het storten van de
onderbak van het wegdek (vloer en wanden
worden tegelijkertijd gestort) is opgebouwd uit
elementen van het Doka Top50 wandbekistings
-
systeem die in een U-vorm zijn geplaatst (fig. 4).
Omd
at het wegdek breder is dan de onderbak,
zijn aan de buitenzijde van de U-vormige bekis -
tingsconstructie horizontale bekistingselemen-
ten aangebracht waarop het wegdek wordt
g
estort (foto 6). Voor de positionering van het
geheel van staande en liggende bekistingswan -
den wordt gebruikgemaakt van een ondersteu-
ningsconstructie in vakwerkverband.
Als eerste wordt de onderbak gestort. Wan-
neer deze voldoende is uitgehard, wordt hierin
een ondersteuningsconstructie gemaakt op
basis van Doka's Staxo ondersteuningstoren.
Samen met de liggende bekistingswanden
16 VAKBL AD 4 2021
BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 16BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 16 21-12-21 08:3321-12-21 08:33
INCREMENTAL L AUNCHING METHOD
Zoals de naam van de bouwmethode wellicht al doet vermoeden, is de Incremental
Launching Method een techniek waarbij het te realiseren wegdek als het ware wordt
'gelanceerd' over de bestaande snelweg. De 820 m wegdek wordt langzaam verscho-
ven met een snelheid van 2 ? 2½ meter per uur. Voor het feitelijk lanceren van de
wegdeksegmenten wordt gebruikgemaakt van een zogenoemde lanceerneus. Dit is
een 30 m lange stalen constructie die aan de voorzijde van het eerste wegdekele-
ment vastzit. Deze gaat dan ook als eerste de snelweg over. De lanceerneus rust al op
de volgende pijler voordat het eerste betonnen wegdekelement over de weg wordt
geschoven. Zo voorkomt de neus dat de betonnen wegdekelementen over de afstand
tot de eerstvolgende pijler langzaam naar beneden 'duiken'. De lanceerneus brengt
de wegdekelementen als het ware keurig op de juiste hoogte naar de volgende pijler.
Met ILM wordt dek over bestaande weg geschoven, met aan voorzijde
lanceerneus
4 Dwarsdoorsnede bekistingsconstructie en vakwerkconstructie ter ondersteuning van staande en liggende panelen
5 Dwarsdoorsnede bekistingsconstructie met gestorte onderbak torens ter ondersteuning van wegdekgedeelte
17 VAKBL AD 4 2021
BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 17BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 17 21-12-21 08:3321-12-21 08:33
DRIEDELIG VOORBOUW-'TREINTJE'
De segmenten worden op de voorbouwlocatie
in drie achtereenvolgende fasen gebouwd, die
als een voorbouw'treintje' achter elkaar wor-
den uitgevoerd (foto 2). De voorbouwlocatie
s
taat onder een kleine helling vanwege de iets
hellende ligging van het dek.
Op het achterste deel van de voorbouwlocatie
wordt de wapening vervaardigd (foto 3). Deze
wordt op locatie samengesteld. De hoeveel -
heid wapening is ? mede door de ranke con -
structie van de pijler ? op bepaalde punten aan -
zienlijk. Met twee in elkaar liggende
UNP
-profielen met daartussen transportrollen
wordt de wapening met behulp van een dwars -
balk en een shovel naar de 'casting yard', de
t
weede fase, geduwd. Hier worden vervolgens
de betonnen bak en het wegdek gestort.
Na uitharding van het beton wordt de kist
gelost en het betonnen wegdeksegment met
twee strand-jacks (streng-vijzels) doorge -
trokken naar het voorste deel van de voor -
bouwlocatie om vervolgens te worden afge -
werkt en schoongemaakt. Dit laatste is van
be
lang omdat de wegdeksegmenten daarna
over de bestaande A16 worden gelanceerd.
ondersteunen deze het wegdek wanneer dat in
het werk wordt gestort (fig. 5).
De hele bekisting is aangebracht op een stalen
horizontale draagconstructie. Onder deze
draagconstructie bevinden zich 24 hydrauli-
sche vijzels waarmee de gehele bekisting naar
beneden kan worden bewogen en het beton-
nen wegdeksegment kan worden gelost. De
gehele bekistingsconstructie is bij Doka
Nederland in Oss voorgemonteerd en op loca-
tie tot bekisting samengesteld.
VERPL A ATSING MET LIER
Om het betonnen wegdekelement door te
kunnen schuiven naar de volgende fase, zijn
tijdens het storten openingen uitgespaard
waar zogeheten pulling sticks in worden
geplaatst (foto 7). Dit zijn stalen HE-profielen
die worden verbonden met een staalkabel die
aan een lier is bevestigd. De lier bevindt zich
aan het einde van het landhoofd en trekt de
elementen zo langzaam door naar hun vol-
gende fase. Om een soepele verplaatsing
mogelijk te maken, zijn er onder het beton tij-
delijke glijlagers aangebracht in de vorm van
teflonplaten (foto 8).
VEILIGHEID
Voor een veilige uitvoering van de wapenings-
en stortwerkzaamheden zijn aan beide zijden
van de bekistingsconstructie ruime werkstei -
gers voorzien. Omdat de wegdekken van de
fly
-over worden gelanceerd terwijl het ver -
keer gewoon doorrijdt, is een veilige 'over -
tocht' van het landhoofd naar de pijlers een
ab
solute voorwaarde. Daarom wordt de
gehele betonconstructie na het storten gron -
dig gereinigd en gecontroleerd op losse
delen.
Alhoewel de techniek zich als veilig heeft
bewezen, werd door De Groene Boog in samen -
werking met een verkeerspsycholoog ook
onder
zocht of dit als veilig beleefd wordt door
de weggebruiker. Tijdens het lanceren zullen
weggebruikers wel zien dat de fly-over zich
verplaatst, maar de gebruiker zal het niet als
werkzaamheden boven zijn hoofd er varen.
6 Buitenkist
7
S talen draagconstructie met pulling sticks (blauwe stalen HE A-balken), waarop de bekisting rust. In de
sparingen van de betonnen wand zijn de vijzels zichtbaar.
8
De binnen
zijde van de bekisting met uitzicht op de lanceerneus. Op de bodem van de bekisting, vlak langs het
wandgedeelte zijn twee zwarte stroken zichtbaar. Dit is de glijplaat waarop het betonnen segment blijft liggen.
De bekisting zakt met de vijzels naar beneden.
18 VAKBL AD 4 2021
BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 18BV4-2021-3 Groene Boog ILM.indd 18 21-12-21 08:3321-12-21 08:33
KUNSTWERK VERBINDINGSBOOG A13/A16 MET
ONDERSTEUNINGSCONSTRUCTIE OP NIET-DR A AGKR ACHTIGE ONDERGROND
Onderdeel van het project A16 Rotterdam (De Groene Boog) is de
aansluiting met de A13, met onder meer een ongelijkvloerse, gekromde
kruising van de nieuwe hoofdrijbanen van de A16 Rotterdam met de A13
rijbaan richting Den Haag, het kunstwerk K10. Voor de tijdelijke
ondersteuningsconstructie van dit kunstwerk moest rekening worden
gehouden met een korte bouwtijd en een niet-draagkrachtige
ondergrond.
Ondersteuningsconstructie
ONDERSTEUND
ARTIKELENSERIE
Dit is het vierde in een serie van vier artikelen
over bekistings- en ondersteuningsconstruc-
ties in het project A16 Rotterdam. Het eerste
artikel is een algemene inleiding, het tweede
gaat over de bekisting van de Rottemerentun-
nel, het derde over de bekisting in de y-over
bij de aansluiting met het Terbregseplein en
het vierde over de ondersteuningsconstructie
in de verbindingsboog met de A13.
1 Kunstwerk K10 in aanbouw. Tussen landhoofd en
tussensteunpunt de tijdelijke
fundering voor de
ondersteuningsconstructie,
Sjaak Boot Fotografi e
19 VAKBL AD 4 2021
Auteur Ronald van Gils, Safe
BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 19BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 19 20-12-21 15:1020-12-21 15:10
A
an de westzijde, bij Rotterdam The
Hague Airport sluit de nieuwe A16 aan
op de A13 richting Delft, met een hoog
gelegen verbindingsboog. Een van de kunst-
werken in deze boog is K10. Dit betreft een van
de 6 kunstwerken in deelgebied 1 waar voor
Safe de opdracht heeft gekregen voor de
ondersteuning van het betonwerk. De opdracht
omvatte de engineering, de leverantie en de
arbeid van alle benodigde ondersteuningscon-
structies inclusief dekbekisting. Daarnaast
verzorgt Safe ook alle benodigde vlechtstei-
gers en trappentorens in dit deelgebied.
K10
Van de 6 genoemde kunstwerken is K10 met
afstand de meest uitdagende. Het kunstwerk is
verdeeld in twee afzonderlijke dekken, in twee
overspanningen (een tussensteunpunt). De
totale lengte is circa 103 m. De dekken zijn
gekromd en lopen in diagonale richting op. De te
ondersteunen dekdikte bedraagt maximaal
1550 mm en het betonopper vlak is 3600 m
2
groot. In het ontwerp van deze ondersteuning
moest rekening worden gehouden met een niet
voldoende draagkrachtige ondergrond. Van-
wege deze kenmerken, de korte montage- en
demontagetijden en de gewenste veiligheid,
was een goede voorbereiding essentieel voor
het succes van dit project. ONDERGROND
Waar het merendeel van de ondersteunings-
constructies in Nederland wordt gebouwd op
een betonnen onder vloer of verdichte grond
met stelconplaten, was dit bij K10 niet moge-
lijk. Dit stuk grond ten noorden van Rotterdam
en parallel aan de A13 richting Den Haag was
niet draagkrachtig genoeg om het gewicht van
het te storten brugdek te dragen.
Na verschillende studies door De Groene Boog
is besloten om de ondersteuning te funderen op
stalen balken, die vanaf de poeren van beide
landhoofden worden geplaatst richting het mid-
densteunpunt (fi g. 4). Vanwege de grote
afstand tussen landhoofd en middensteunpunt
zijn er tussen deze punten tijdelijke funderings-
balken in het werk gestort om de stalen balken
op te leggen (foto 5, 6). Deze funderingsbalen
zijn weer gefundeerd op hulppalen. Dankzij
deze tussensteunpunten konden de afmetingen
van de stalen balken beperkt worden gehou-
den. Alleen al om de ondersteuningsconstructie
te funderen, zijn 320 heipalen, 1000 m
1 funde-
ringsbalk en 450 ton stalen balken toegepast.
Bij de poeren zijn de stalen balken opgelegd op
moerbalken. Het raster van de stalen balken is
afgestemd op het raster van de ondersteu-
ningsconstructie, die bovenop de stalen bal-
ken is geplaatst. Een vroegtijdige samenwer-
kring hierbij tussen De Groene Boog en Safe was essentieel voor het succes.
De stalen balken die over de poeren en funde-
ringsbalken heen liggen, zijn berekend als lig-
ger over meerdere steunpunten. Gekozen is
hoofdzakelijk voor balken HE300B en HE400B
met een lengte van circa 10 m. Door te kiezen
voor een constante vakverdeling was de belas-
ting op de stalen balken in de regel gelijk, net
als de bijhorende doorbuiging.
Het stalen balkenraster is horizontaal
gefi xeerd door middel van omkransingen aan
de middenpijlers. Dit om eventuele horizon-
taalkrachten op te nemen.
Omdat het niveau van de poer ter plaatse van
het middensteunpunt bijna 2 m lager lag dan de
poeren van de landhoofden, moest deze
geconcentreerde lijnlast uit de moerbalk onder
de stalen balken door middel van een extra
ondersteuningsconstructie worden opgevan-
gen (foto 5, fi g. 7).
ONDERSTEUNING
Doordat de ondergrond door de heipalen en
funderingsbalken voldoende draagkrachtig is
gemaakt, kon hierop de ondersteuningscon-
structie voor het dek worden gerealiseerd
(foto 8, 9). Hier voor is het Poly ondersteu-
ningssysteem van Safe ingezet. Dit systeem is
toepasbaar tot stempelbelastingen van ruim
BETROKKEN PARTIJEN
De specifi ek bij dit projectonderdeel betrokken partijen:
project
A16 Rotterdam
projectonderdeel Kunstwerk K10 bij aansluiting A13
opdrachtgever Rijkswaterstaat
opdrachtnemer De Groene Boog, bestaande uit BESIX, Dura Vermeer, Van Oord, TBI-bedrijven
Croonwolter&dros en Mobilis, John Laing en Rebel
ondersteuningsconstructie: Safe
3 Kunstwerk K10 met twee dekken
in aanbouw (foto: Topview)
2 Toekomstbeeld aansluiting A13 ? A16
20 VAKBL AD 4 2021
BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 20BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 20 20-12-21 15:1020-12-21 15:10
100 kN. De verticale opbouw van de stempel
bestaat uit een binnenbuis, middenstuk en een
spindel van 1400 mm. De stempels zijn door
middel van systeemliggers en -diagonalen aan
elkaar gekoppeld. Door gebruik te maken van
systeemliggers en -diagonalen kan het sys-
teem snel en stabiel worden opgebouwd.
Omdat de ondersteuningshoogtes oplopen tot
ongeveer 5000 mm, wordt er slag voor slag
omhoog gebouwd. Op de slagen worden stei-
gerdelen als montagevloer geplaatst, om een
veilige verticale opbouw te garanderen. Het
hoogteverschil tussen de laagste stempelposi-
tie en hoogste stempelpositie bedroeg tijdens
het opbouwen 3000 mm. Het gehanteerde ras-
ter is in hoofdzaak gemiddeld 1500 mm
(1800 mm/1200 mm) x 1200 mm met een stem-
pellast van ongeveer 80 kN.
DEKBEKISTING
Vanaf de eerder genoemde montagevloer kun-
nen op een veilige manier aluminium onderslag-
balken en H20-dragers worden gemonteerd.
Met deze dragers wordt een eerste aanzet gege-
ven tot het ver vaardigen van de dekbekisting
(foto 10). Grootste uitdaging is hier de vormge-
ving van de onderzijde van het betondek, die
dubbel gekromd is en diagonaal schuin in hoogte
verloopt. Door toepassing van de spindel die in
twee richtingen kantelbaar is, was het mogelijk
4 Stalen balken op poer landhoofd, met daarop de ondersteuningsconstructie
21 VAKBL AD 4 2021
BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 21BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 21 20-12-21 15:1020-12-21 15:10
om de contouren gesegmenteerd te volgen. Ver-
volgens is de 18 mm betonplex in een halfsteens
v
erband vernageld op de H20-kinderbinten, die
vanwege de aanzienlijke betondikte hart-op-
hart 300 mm zijn gemonteerd.
In de voorbereiding is veel aandacht besteed
aan de maatvoering van de verschillende spin-
dels. Het betondek had immers op iedere posi-
tie een andere hoogte. De doorbuiging van de
ondersteunende stalen balken en de gewenste
toog moest in het betondek worden verrekend
in de spindeluitdraai.
Gelijktijdig met het aanbrengen van het beton-
plex is ook de randbeveiliging aangebracht.
Hier zijn fijnmazige EPS-hekken met geïnte -
greerde schoprand toegepast. Dit om te voor -
komen dat er voorwerpen vanaf de dekbekis -
ting naar beneden kunnen vallen.
UIT VOERING
Ook de uitvoering kende een aantal uitdagin-
gen. Een daar van was de maatvoering, zowel in
het verticale vlak als in het horizontale vlak. Om
te waarborgen dat de stalen balken op de juiste
positie liggen, is gebruikgemaakt van een speci-
ale mal. Vanaf het moment dat balken op hun
positie lagen, moest het raster beloopbaar wor -
den gemaakt. Het hoogteverschil tussen boven-
kant stalen balk en maaiveld bedroeg bijna 1 m.
Door met steigerdelen looppaden over de stalen
balken te creëren werd ook de toegankelijkheid
gewaarborgd. De verticale maatvoering werd
tijdens de bouw continu gemonitord en gewaar -
borgd door een maatvoerder met total station,
zodat elke stempelpositie op de juiste hoogte
kon worden ingesteld.
Zoals gebruikelijk werd de constructie na gereed -
komen met een overdrachtsformulier overgedra-
gen aan de hoofdaannemer, die daarna kon star -
ten met zijn ver volgwerkzaamheden. Daags voor
de s
tort is de constructie nogmaals gekeurd door
Safe (projectmanager en constructeur). Na onze
stortvrijgave wist de hoofdaannemer dat zij het
dek met een gerust hart konden storten.
Er is een gezamenlijk werkplan gemaakt voor
het spannen van het dek en het demonteren
van de ondersteuningsconstructie. De voor -
spanning is conform het spanprotocol in ver -
schillende fases aangebracht, waardoor ook
de ondersteuning in verschillende fases is
gedemonteerd. Eerste het laten zakken van de
ondersteuning bij de opleggingen, daarna het
laten zakken van de overige ondersteuning en
de complete demontage van de constructie.
6 Tijdelijke funderingsbalken in de maak 5
T
ijdelijke funderingsbalken als ondersteuning voor stalen
balken. Rechts de extra ondersteuningsconstructie ter
overbrugging van het hoogteverschil bij het
middensteunpunt
22 VAKBL AD 4 2021
BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 22BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 22 20-12-21 15:1020-12-21 15:10
Niet alleen het op een veilige manier plaatsen en
verwijderen van de ondersteuningsconstructie,
ook de gevraagde snelheid was een uitdaging.
Afspraak was immers dat de constructie inclu-
sief getimmerd dek binnen 5 weken gereed zou
zijn. Dit is uiteindelijk behaald, zonder veilig-
heidsissues. Door een prima samenwerking tus-
sen het uitvoeringsteam van de hoofdaannemer
en het uitvoeringsteam van Safe is de klus geza-
menlijk geklaard.
WERKPL AN
De manier van monteren en demonteren stond
uitvoerig beschreven in het werkplan. Dit werk-
plan, onderdeel van het VGWM-plan (veiligheid,
gezondheid, welzijn en milieu) is vooraf bespro-
ken met het uitvoeringsteam van de hoofdaan-
nemer. Door vroegtijdig in te zoomen op risico's
konden deze tijdig worden besproken en
weggenomen. Iedere monteur van Safe is vooraf
op de hoogte gebracht van de inhoud van het
plan en moest zich hieraan conformeren.
7 Extra ondersteuningsconstructie stalen balken t.p.v. het middensteunpunt
8 Montage ondersteuning op stalen balken 9 Montage ondersteuning op stalen balken
11 Dek gestort, ondersteuning gedemonteerd, funderingsbalken
deels verwijderd
10
Ondersteuning en dekbekisting
23 VAKBL AD 4 2021
BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 23BV 4 2021-4 Groene boog - K10a.indd 23 20-12-21 15:1020-12-21 15:10
INDRUK WEKKENDE ONDERSTEUNINGSCONSTRUCTIE
VOOR GROTE UITKR AGINGEN IN HET SLUISHUIS IN AMSTERDAM
Cantilever-wanden
ONDERSTEUND
T
ussen de dichte bebouwing van de bin-
nenstad en het weidse landschap wordt
aan de rand van de Amsterdamse wijk
IJburg het Sluishuis gerealiseerd. Een opmer-
kelijk 'landmark' van het bekende Deense
architectenbureau BIG in samenwerking met
BARCODE Architects uit Rotterdam. Sluishuis,
met een omvang van 46.000 m
2, omvat 442
appartementen en geeft een compleet nieuwe
betekenis aan het begrip wonen aan het water.
Een echte eyecatcher, zo mag je het Sluishuis in Amsterdam wel
noemen. Dit nieuwe appartementencomplex is door zijn vorm en
locatie boven het water een behoorlijke bouwkundige uitdaging.
Opvallend onderdeel zijn de twee schuin oplopende cantilever-
wanden. Voor de bekisting en ondersteuning vroeg dit om een niet-
alledaagse oplossing.
1 Sluishuis in de steigers. De ondersteuningsconstructie volgt de cantilever-wanden
PROJECTGEGEVENS
project Sluishuis Amsterdam
opdrachtgever Gemeente Amsterdam
ontwikkeling Ontwikkelcombinatie VORM
Ontwikkeling/BESIX Real Estate
Development (RED)
uitvoering Bouwcombinatie VORM Bouw/
BESIX Nederland
Leverancier ondersteuningsconstructies
Matemco
Leverancier bekistingen vloer en
cantileverwanden Doka
Leverancier wandbekisting appartementen
Klink
Fundering, grondwerk en bemaling HeSto
v.o.f. uitvoeringsteam (Gebr. van 't Hek B.V.
en aannemings- en transportbedrijf Roel van
der Stoel B.V.)
Wapeningsstaal Balvert Betonstaal
Architect Bjarke Ingels Group (BIG) en
BARCODE Architects
Constructeur Van Rossum Raadgevende
Ingenieurs
24
VAKBL AD 4 2021
Auteurs Wim Robbertsen, Matemco ? Harr y van Rijswijk, Doka Nederland
BV 4-2021-5 sluishuis.indd 24BV 4-2021-5 sluishuis.indd 24 20-12-21 15:1520-12-21 15:15
BIJZONDERE VORM
Naast de 442 appartementen omvat het com-
plex een ondergrondse parkeergarage van twee
verdiepingen onder het waterniveau, aanleg-
plaatsen voor boten en commerciële ruimten.
Het gebouw bestaat in de basis uit vier delen die
gezamenlijk een vierkant, open blok vormen dat
op het water lijkt te drijven ( g. 2). Van de vier
zijden, lopen er twee van boven schuin naar
beneden af; de andere twee zijden lopen van
onder schuin naar boven, waardoor het gebouw
voor het oog uit het water lijkt te worden opge-
tild. Hierdoor ontstaat een transparant gebouw
dat vanuit ieder gezichtspunt anders lijkt te zijn.
De enorme uitkragingen brengen niet alleen
constructief maar ook uitvoeringstechnisch
forse uitdagingen met zich mee. Een van de
grootste uitdagingen is de ondersteuning van
de zogenoemde cantilever-wanden.
ONDERSTEUNING CANTILEVERS
Het gebeurt niet vaak dat in de woning- of utili-
teitsbouw cantilever-wanden van dit formaat
worden toegepast. De wanden steken straks
uit boven het IJmeer, maar zijn gebouwd boven
een tijdelijke zanderige ondergrond. Deze tij-
delijke inpoldering was nodig onder meer ten
behoeve van de opvang van de tijdelijke onder-
steuning. Om de belastingen uit de ondersteu-
ningssteigers op te vangen was het zelfs nodig
een tijdelijk betonnen balkrooster aan te bren-
gen (balken 1000 x 500 mm
2).
De complexiteit in het werk zat hem in het
samenspel van zettingen in de ondersteuning,
zettingen van de 'groeiende' uitkraging en
kruip van het beton. Dit was vooral voor de
hoofdconstructeur een uitdaging (zie kader
'Krachtswerking').
De ondersteuning van de cantilevers moest
grote krachten op kunnen nemen. Hij is terras-
vorming opgebouwd met het 75 kN Kwikstei-
gersysteem van Matemco ( g. 3). Dit is een
variant van het Kwiksteigersysteem dat wordt
toegepast voor onder meer breedplaatonder-
steuningen, dekondersteuningen en gevelstei-
gers. De variant is toepasbaar voor zware
belastingen tot 75 kN per staander. Om dat
mogelijk te maken is een hogere staalkwaliteit
(S355) en een grotere wanddikte toegepast.
De uiteindelijke oplossing ziet er met 300 ton
aan materieel weliswaar indrukwekkend uit,
maar er is toch ook sprake van repetitie en
'lucht' in de constructie, dankzij de hoge draag-
kracht (foto 4).
Nadat de kist onder de cantilevers is verwijderd,
is de ondersteuningsconstructie hergebruikt als
werkvlonder voor de afwerking van de onder-
zijde van de cantilevers (foto 5). Deze afwerking bestaat onder meer uit stalen pro elen, isolatie
en aluminium beplating. Boven de derde verdie-
ping moeten zelfs zware ramen door de onder-
steuningssteiger heen omhoog worden gebracht.
Om de belastingen uit de ondersteuningssteigers op te vangen was
het nodig een tijdelijk betonnen balkrooster aan te brengen
2 Impressie Sluishuis
3 Bekisting met jukken op ondersteuningsconstructie
25 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-5 sluishuis.indd 25BV 4-2021-5 sluishuis.indd 25 20-12-21 15:1520-12-21 15:15
BEKISTING
Op de ondersteuningsconstructie zijn jukken
aangebracht die de uiteindelijke wandbekis-
ting dragen (foto 6). Het zijn jukken van Doka
die zijn opgebouwd uit tilbare onderdelen
zoals gordingen, lasplaten en spindels. Op
deze jukken zijn bekistingsschotten bevestigd
(Top50) (foto 6).
De cantilever-wanden zijn per verdiepings-
hoogte gestort. Zodra het beton voldoende
was uitgehard, werd er ontkist door de spindel
van de jukken in te draaien. Met een lier wer-
den de bekistingschotten omhoog getrokken naar de volgende verdiepingshoogte. Daar
werd alles weer met de jukken op de juiste
hoogte gesteld. Hiermee is een soort samen-
gestelde klimbekisting gerealiseerd.
De jukken zijn verankerd naar de reeds
gestorte cantilever-wand om de horizontaal-
krachten van de volgende stort op te vangen
(foto 7). Door deze koppeling zijn de zettingen
in de ondersteuningen tot een minimum
beperkt. Hierdoor was de constructie behoor-
lijk maatvast en ontstond er geen momentwer-
king in de ondersteuning, waardoor piekbelas-
tingen en zettingen werden gereduceerd.
BEKISTING APPARTEMENTEN
In een appartementengebouw wordt vaak terug-
gevallen op tunnelbekistingen of breedplaat-
vloeren. In plaats daar van is voor de vloeren van
de appartementen in dit project gebruikgemaakt
van een tafelbekisting, het Dokamatic bekis-
tingssysteem, gecombineerd met inklapbare
stempels. Deze tafel bleek een goedkope oplos-
sing en was steeds snel op de volgende verdie-
ping te plaatsen. Het uitgangspunt was daarbij
om één tafel per appartement te gebruiken.
De toegepaste bekisting had een lengte van
11 m en een breedte van 5 m. De tafels zijn
voorzien van twee stalen gordingen over de
lengte van de tafel. Hieronder zijn stempels
met speciale zwenkkoppen bevestigd. Met dit
systeem kunnen de stempels worden inge-
klapt.
Ter plaatse van de balkons stak de tafelbekis-
ting verder uit dan de gevel (foto 8), om op een
veilige manier de balkonplaten aan te kunnen
brengen. Bevestiging van de balkonplaten is
gerealiseerd met isokor ven aan de achterlig-
gende vloer.
De balkons rustten op separate ondersteu-
ningsconsoles, tussen de tafelbekisting en de
wand ( g. 9). Deze consoles stonden op de
reeds gestorte vloer en zijn tegen de betonnen
wanden ge xeerd. De ruimte naast de tafels
Met een lier werden de bekistingschotten omhoog getrokken
naar de volgende verdiepingshoogte
De balkons rustten op separate
ondersteuningsconsoles, tussen
de tafelbekisting en de wand
5 Ondersteuningsconstructie gebruikt als werk-vlonders voor de afwerking van de wanden 6 De samengestelde bekisting voor de cantilever-wanden wordt ondersteund door
jukken. Voor iedere verdieping werd deze apart berekend en getekend.
4 Ondanks de complexiteit is er veel repetitie in de ondersteuningsconstructie
26 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-5 sluishuis.indd 26BV 4-2021-5 sluishuis.indd 26 20-12-21 15:1520-12-21 15:15
(boven de consoles), is in het werk uitgekist.
De consoles bleven langer staan dan de tafel-
bekisting, zodat de verbinding tussen de bal-
kons en de vloeren iets langer kon uitharden.
Dit was mogelijk doordat de consoles naast
tafelbekisting staan, waardoor het de tafelbe-
kisting erlangs kon worden verplaatst ( g. 9).
VEILIG VERPL A ATSEN TAFELBEKISTING
Voor het verwijderen van de tafelbekisting
ontwikkelde Doka in samenwerking met
BKRS een speciale tafelhaak (vakwerk-vork-
constructie) (foto 10). Met behulp van de
kraan werd het onderste deel van de vork in
het zojuist gerealiseerde appartement 'gesto-
ken'. Het bovenste deel van de vork, dat via
een haak was verbonden met de kraan,
590
1330
590150 2025
250
2950
254
2970
1100 2750 1100
250
2950
2750 1100
790 3860 300 4950 125 125
Doka vloerstempel Eurex 20 top 400
Doka vloerstempel Eurex 30 top 400
onder tafels plaatsen en binnenbuis op vloer plaatsen!!!
Plex stroken opvullen door aannemer
Draaikop H20 DF
Doka drager H20 eco N
Balkonjuk
90 4280 49090
Balkonjukken centerennaar wand
115
ZP
80 1360960
2063
13020777 2361
Steigerbuis tbv afstandhouder:
lg 0,53m voor Tafel Ca & Cb
lg 0,26m voor Tafel E & G
75kN
25kN
9 Dwarsdoorsnede (links) en langsdoorsnede (rechts) balkonjuk
bevond zich daarbij aan de bovenzijde van de
pas gestorte vloer. Door het inklappen van de
stempels met zwenkkop komt de tafelkist los
en rust hij op het onderste deel van de vork-
constructie. Met de kraan en vork kon de
tafelkist ver volgens naar het volgende
appartement worden verplaatst.
SAMENWERKING
De bekistingsoplossingen zijn in nauwe
samenwerking tussen bouwcombinatie, con-
structeur en bekistingsleverancier ontwik-
keld. Daarbij kwam de kwaliteit van informatie,
tekenwerk en berekeningen bij elkaar. Juist
door die samenwerking kon de bijzondere con-
structie op een veilige en snelle manier worden
gebouwd.
7 Verankering jukken naar de reeds gestorte
cantilever-wand 10 Voor verplaatsing
van de tafelkist is
gebruikgemaakt van
tafelhaak waarmee
de tafel in één gang
naar het volgende
appartement wordt
gebracht (foto: Mike
van Arragon) 8 Tafelbekisting bij de prefab balkonplaten steken
verder uit. De consoles staan tegen de wanden aan
KR ACHTSWERKING
De vorm van het gebouw leidt tot een bijzon-
dere en complexe krachtswerking. Niet alleen
in het uiteindelijke gebouw, maar zeker ook tij-
dens de bouwfase. Ook de fundering onder de
cantilevers moest een zeer grote belasting op
kunnen nemen, waarbij zettingen moesten
worden beperkt. Meer over de krachtwerking
en andere constructieve aspecten staat in een
artikel van constructeur Van Rossum, dat in
het voorjaar van 2022 verschijnt in
Cement .
27 VAKBL AD 4 2021
BV 4-2021-5 sluishuis.indd 27BV 4-2021-5 sluishuis.indd 27 20-12-21 15:1620-12-21 15:16
VSB WERK T A AN BIM-PROTOCOL VOOR TIJDELIJKE CONSTRUCTIES
BIM wordt in de bouw op brede schaal gebruikt. Voor een
succesvolle toepassing bij tijdelijke voorzieningen ligt er
echter nog wel een uitdaging. De eerste stappen worden
momenteel gezet.
BIM voor tijdelijke
voorzieningen
tot tijd, fasering en veiligheid.
Voor deze onderdelen is er een relatie met de
uiteindelijke constructie, bijvoorbeeld waar een
ondersteuning op een bestaande constructie
staat. Voor een brug of normale verdiepings-
vloer is het misschien nog niet eens zo span-
nend, maar wanneer bijvoorbeeld een vide over
meerdere verdiepingen wordt dichtgezet of lijn-
lasten moeten worden opgevangen, dan kan
deze informatie van grote waarde zijn. Ook
belangrijk zijn afspraken over de opdeling in
verschillende slagen bij steigers, de onder ver-
deling tussen stelkist en sluitkist bij wandbekis-
tingen of de mogelijke status waarin een
vloerondersteuning zich bevindt. Zo staat een
vloerondersteuning als deze wordt gebouwd
eerst in de 'systeemfase', maar na het schrikken
(het spanningsloos losdraaien en daarna weer
vast zetten van de onderstempeling, t.b.v. het
op spanning brengen van de vloer) volgt de
'door- en/of herstempelingsfase'. Dit leidt tot
twee IFC-modellen voor dezelfde ondersteu-
ning, omdat IFC-modellen niet tijdgebonden
kunnen veranderen en elk IFC-model zijn eigen
tijdsfasering heeft. Het kan zijn dat er nog een
derde IFC-model nodig is voor onderdelen zoals
ankers, center voorzieningen, sparingen. Hierbij
speelt clashdetectie (opsporen van con icten
en ontwerpfouten in het model) een extra grote
rol.
Ook het tijdsaspect is voor de ruwbouw zeer
belangrijk. Invloedfactoren daarbij zijn inzet-
grootte, uitvoeringskeuze, betonsamenstel-
ling etc. Het type wandkist in combinatie met
de betonsamenstelling is bijvoorbeeld bepa-
lend voor stortsnelheid, verhardingstijd en
tijdstip van ontkisten.
I
n de bouw
wordt volop ingezet
op digitalisering en het gros van de bouwers
in Nederland heeft BIM (Building Information
Modelling) inmiddels omarmd. Daarbij is
dataoverdracht met IFC-bestanden gemeen-
goed (IFC is een neutraal en open bestandsfor-
maat voor het uitwisselen van BIM-speci eke
informatie). Bijna alle betrokken partijen leve-
ren hun gegevens aan en de aannemer maakt
daar een samenhangend model van en levert dit
uiteindelijk op aan de opdrachtgever.
TIJDELIJKE VOORZIENINGEN
Lang niet altijd maakt alles wat in een bouw-
werk wordt toegepast deel uit van het model.
Dat geldt vooral voor producten en diensten
die niet in bouwwerken blijven zitten, zoals
ondersteuningsconstructies en bekistingen.
Dat terwijl deze gegevens wel bepalend zijn
voor een succesvolle ruwbouw, mede in relatie
28 VAKBL AD 4 2021
Auteur John van A sten, Safe
BV 4 2021-6 BIM.indd 28BV 4 2021-6 BIM.indd 28 20-12-21 14:1020-12-21 14:10
Het uitwerken van projecten 'in de tijd'
gebeurt al zo lang er digitaal wordt getekend,
maar met de komst van 3D-modelleren is dit
nog mooier zichtbaar te maken, het zoge-
noemde 4D. Maar deze 4D-informatie meene-
men in de IFC-modellen staat nog in de kin-
derschoenen.
JUISTE DATA
Als deze puzzels met BIM moeten worden
gemanaged, moeten de juiste data in het model
worden verwerkt, zodat alles door diverse par-
tijen te controleren is. Pas als ook de tijdelijke
elementen worden meegenomen, kan met BIM
de juiste planning worden bepaald en gesimu-
leerd. Om dat mogelijk te maken moeten er de
nodige afstemmingen plaatsvinden. De wil en de behoefte zijn er, ook vanuit de aannemerij.
Maar we staan duidelijk aan het begin.
WERKGROEP
Vanuit de VSB-sectie Betonbekistingbedrijven
is er een BIM-werkgroep samengesteld die
duidelijkheid wil verscha en en uniformiteit
wil creëren over de aan te leveren informatie in
BIM-modellen met betrekking tot tijdelijke
voorzieningen. De werkgroep werkt aan een
document waarin een protocol is opgenomen
dat rekening houdt met het eenmalige en tijde-
lijke karakter van tijdelijke constructies tijdens
het bouwproces. Met het protocol wil de ver-
eniging een transparante en eenduidige over-
dracht van informatie over tijdelijke construc-
ties tot stand brengen, die aansluit op de in de bouw veel toegepaste BIM Basis IL S (informa-
tieleveringsspeci catie), die zich vooral richt
op permanente constructies. Hierbij kan onder
meer worden gedacht aan informatie over de te
gebruiken NL-SfB code, de hoeveelheid infor-
matie die een model moet hebben en hoe het
model van de tijdelijke constructies moet wor-
den gepositioneerd.
De Bimwerkgroep werkt aan een
protocol dat rekening houdt met
het eenmalige karakter van
tijdelijke constructies
Na enkele pilotprojecten hopen we in de nabije
toekomst te kunnen BIM'men zoals BIM'men is
bedoeld. Dan kunnen we niet alleen de gebouw-
gebonden objecten controleren, maar ook de
objecten die het bouwen mogelijk maken.
Pas als ook de tijdelijke elementen worden meegenomen, kan met
BIM de juiste planning worden bepaald en gesimuleerd
29 VAKBL AD 4 2021
BV 4 2021-6 BIM.indd 29BV 4 2021-6 BIM.indd 29 20-12-21 14:1020-12-21 14:10
GER ARD WESTENBROEK OVER BEL ANG
VAN BR ANCHEVERENIGING STEIGER- EN
BETONBEKISTINGSBEDRIJVEN
Kerntaak van VSB, Vereniging van Steiger-, Hoogwerk- en
Betonbekistingbedrijven, is het waarborgen van veiligheid. Daar is
inmiddels een omvangrijke structuur voor op poten gezet, met
richtlijnen, een waarborgregeling, een stichting en enkele erkende
opleiders. "Veilig werken op hoogte, dat is waar onze leden dag in dag
uit mee bezig zijn," aldus branchemanager Gerard Westenbroek.
Veiligheid het
bestaansrecht
van VSB
V
SB behartigt de belangen van zowel
steiger-, hoogwerk- als betonbekis -
tingbedrijven in Nederland. Zoals een
branchevereniging betaamt, houdt VSB zich
bezig met een veelheid aan uiteenlopende
onderwerpen. Dat onder het motto: wat geza-
menlijk kan, ook gezamenlijk doen. Daarbij is
veiligheid in de breedste zin van het woord het
belangrijkste aandachtpunt.
HOE WORDT VEILIGHEID IN JULLIE BR ANCHE
GEWA ARBORGD?
"Het is wettelijk bepaald dat je je als bedrijf
moet inspannen om ongelukken op de bouw -
plaats te vermijden. Gaat er toch iets mis, dan
moet je aantonen dat je er alles aan hebt
gedaan om dat te voorkomen. Hoe je dat doet,
daar gaat de wetgever niet over, dat is aan de
markt. In onze industrie hebben we daar het
nodige voor georganiseerd. Het is een onder -
werp dat zijn kracht ontleent aan de collectivi-
teit. Belangrijk zijn een aantal richtlijnen, onder meer de Richtlijn Steigers en de Richtlijn
Betonbekistingen en Ondersteuningscon-
structies. In deze richtlijnen, beide opgesteld
in een samenwerking tussen VSB en Bouwend
Nederland, zijn alle bestaande wet- en regel-
geving, normen, veiligheidsbladen, opleidin-
gen en veiligheidsprocedures beschreven. Er
staat onder meer in hoe de klanten (bouwbe
-
drijven, red.) van onze steigerbouwleden moe -
ten inspecteren vanaf het moment dat een stei-
gerconstructie aan hen is overgedragen. Het
zijn documenten die een belangrijke plek in de
bouwwereld hebben ingenomen. De Richtlijn
Steigers is zelfs opgenomen in Arbocatalogus
Bouw en Infra en heeft daarmee ook wettelijke
status. Deze richtlijnen zijn levende documen-
ten. De Richtlijn Steigers wordt op dit moment
geactualiseerd. Als dat achter de rug is, gaan
we ook de Richtlijn Betonbekistingen en
Ondersteuningsconstructies aanpakken.
Onder meer met de invulling van de functie
monteur ondersteuningsconstructies." HOE WEET JE DAT BEDRIJVEN OOK
DA ADWERKELIJK VOLGENS DIE
RICHTLIJNEN WERKEN?
"De richtlijnen zijn opgenomen in onze eigen
waarborgregeling. Om VSB-lid te worden én te
blijven moet je aan die regeling voldoen. Hier
-
mee toon je aan dat je voldoet aan objectief
vastgestelde criteria. Een van de criteria is dat
je moet kunnen aantonen dat je personeel vol-
doende deskundig is. Dat kan bijvoorbeeld aan
30 VAKBL AD 4 2021
Auteur Jacques Linssen
BV 4-2021-7 interview gerard.indd 30BV 4-2021-7 interview gerard.indd 30 20-12-21 14:0720-12-21 14:07
de hand van een certifi caat. Om zo'n certifi caat
te halen word je getoetst op basis van vastge-
stelde eind- en toetstermen."
WIE LEGT DIE EIND- EN TOETSTERMEN VAST?
"Dat gebeurt door de SVWOH, de Stichting Vei-
lig Werken Op Hoogte. Dat is een stichting die
een jaar of acht geleden is opgericht door
diverse stakeholders, die allemaal te maken
hebben met werken op hoogte. Niet alleen vanuit de bouw, maar ook de chemische indus-
trie en de metaalindustrie. En dus ook door de
VSB. SVWOH bepaalt niet alleen de eind- en
toetstermen, maar beheert ook examenvra-
gen. De stichting kent diverse zogenoemde
werkkamers, met elk zijn eigen specialisme.
Een daar van, die voor stalen steigers, is nu vol-
ledig ingericht. Voor de werkkamer voor
betonbekistingen en ondersteuningsconstruc-
ties zijn we daar nog mee bezig."OPLEIDINGEN SPELEN DA ARBIJ NEEM IK A AN
OOK EEN BEL ANGRIJKE ROL?
"Zeker. Maar VSB is geen opleider. Er zijn
diverse instanties die zich hebben gespeciali-
seerd in onderwijs en die ook opleidingen aan-
bieden waarmee mensen de nodige kennis
wordt bijgebracht. Met enkele opleiders wer-
ken we als VSB nauw samen, dat zijn de VSB-
erkende opleiders. Het zijn instanties waar van
wij de docenten, de faciliteiten, het cursusma-
GER ARD WESTENBROEK EN VSB
Gerard Westenbroek (56), opgeleid als
werktuigbouwkundige, is sinds 2019
branchemanager van VSB. In deze
Reacties