VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD
3 2022
Bouwlogistiek
naar zero emissie
GEOPOLYMEERBETON ? INTERVIEW JA AP VAN ELDIK
? KRIMPREDUCTIE IN DE PR AK TIJK ? STUDIE SCHEURVORMING
BV 3-2022 Cover.indd 1BV 3-2022 Cover.indd 1 07-10-22 08:1207-10-22 08:12
M
et meer dan twintig zelfstandige werk-
maatschappijen combineren we een
sterke regionale verankering met de
kennis, kracht en middelen van een landelijk
opererend bedrijf. Als familiebedrijf staat veilig-
heid bij ons op de eerste plaats en richten wij ons
Partner uitgelicht
Dura Vermeer, opgericht in 1855, is een onafhankelijk familiebedrijf dat zich
richt op de Nederlandse markt met activiteiten op het gebied van woningbouw,
utiliteitsbouw en infrastructuur. Met ? 1,5 miljard omzet en ruim 2.800 mede-
werkers staat Dura Vermeer in de top 10 van bedrijven in de Nederlandse
bouwbranche, waarbij we de ambitie hebben om tot de top drie vernieuwers
in de bouw te behoren.
Dura Vermeer is één van de
topvernieuwers in de bouw
op de lange termijn door het onderhouden van
goede relaties met opdrachtgevers en bouw-
partners. Deze houding trekken wij ook door naar
eindgebruikers van onze producten, de mensen
in de omgeving van onze projecten en de maat-
schappij als geheel.
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met Coen Smets, 06-10705780 of via e-mail c.smets@aeneas.nl.
Ook partner van Betoniek worden?
Met het delen van kennis draagt Betoniek al sinds 1970 bij aan een goede kwaliteit van de bouw in
Nederland. Dit doen we met hulp van onze partners, die net als wij het belang van kennis inzien.
Tegenover deze ondersteuning staan een aantal privileges, zoals een hoge korting op licenties, aandacht in het vakblad en online en gratis gebruik van de vacaturebank.
Windpark Spuisluis in IJmuiden
2 VAKBL AD 3 2022
BV 3-2022 Partners + Partners uitgelicht.indd 2BV 3-2022 Partners + Partners uitgelicht.indd 2 10-10-22 11:0910-10-22 11:09
Eindstation Beton
Het zal jullie ? trouwe lezers van ons vakblad ?
ongetwijfeld zijn opgevallen hoe vaak ons grijze lie-
velingsproduct wordt genoemd als het gaat over de
voetafdruk die het bouwen heeft op Moeder Aarde.
Tegelijkertijd is er geen materiaal dat zo vaak wordt
aangehaald als het over kansen voor hergebruik,
recycling en zelfs upcycling gaat. Je zou bijna kun-
nen zeggen dat alles (ja zelfs iedereen) waar je
graag van af wil eigenlijk wel 'in beton kan worden
gegooid'. Eindstation Beton dus.
Ik maak deze opening om jullie aandacht te vragen
voor de dialoog die we nu voeren over alternatieve
toeslagmaterialen en bindmiddelen. Wat vandaag
een overschot aan afval is, wordt morgen een
grondstof en is daardoor overmorgen al weer
schaars.
Dat lijkt misschien wat hopeloos; het is echter wel
een belangrijke stap om anders te gaan denken over
materialen. Niet meer denken in verminderen van
verbruik of compenseren van schade (het spreek-
woordelijke 'pleisters plakken') maar werken met
een vooraf gegarandeerde negatieve footprint.
In deze a evering van ons vakblad verdiepen we ons
? niet voor het eerst ? in een materiaal dat zeer actu-
ele vragen en antwoorden oproept bij deze uitda-
ging: geopolymeerbeton.
Graag nodig ik jullie uit om meningen en inzichten
over deze innovaties te delen en een constructieve
dialoog te omarmen. Daartegenover wil ik jullie ook
uitnodigen om juist zaken los te laten; ook gewa-
pend beton was ooit nieuw. De grote uitdaging lijkt
nu om beton niet meer als eindstation te zien. Het
wordt gewoon een tussenstop op een rondreisje
voor materialen.
Ik ben benieuwd naar jullie ideeën.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nlBOUWLOGISTIEK OP WEG NA AR ZERO
EMISSIE
In 2021 werd er meer dan 250 miljoen ton
bouwmaterialen ver voerd in Nederland.
De vraag doet zich voor: hoe kan de bouw-
logistiek beter worden geregeld?
De Topsector Logistiek onderzocht het.
4
GEOPOLYMEERBETON: HOE ZIT HET NU?
Een overzicht van de verschillende aspecten
rond de realisatie van constructies in geopoly-
meerbeton, onder meer gebaseerd op de
toepassing in een etsbrug in de N69. 10
INTERVIEW MET JA AP VAN ELDIK
'Betontechnoloog des Vaderlands' werd
hij genoemd bij zijn afscheid. In 38 jaar als
betontechnoloog, eerst bij Mebin en de
laatste twee jaar bij Nebest, zag Van Eldik
het vak behoorlijk veranderen. 18
KRIMPREDUCTIE IN DE PR AK TIJK
In sommige gevallen levert het optimaliseren
van de mengselsamenstelling onvoldoende
resultaat op. Het is mogelijk om aanvullend
daarop krimpreducerende hulpsto en
(SR A) toe te passen. 24
ALTERNATIEF KOELING MET A ANGEPASTE
BETONSAMENSTELLING
In de poer onder de boog van de spoorbrug
Van Starkenborghkanaal is koeling toegepast
om scheur vorming te beperken. In een
adviesrapport zijn de mogelijke alternatieven
verkend. 30
OK TOBER 2022
JA ARGANG 10
EN VERDER
Partners 2 Examen Betontechnoloog BV 28 Colofon 35
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON
VAKBL AD 3 2022
Bouwlogistiek
naar zero emissie
GEOPOLYMEERBETON ? INTERVIEW JA AP VAN ELDIK
? KRIMPREDUCTIE IN DE PR AK TIJK ? STUDIE SCHEURVORMING
BV 3-2022 Cover.indd 1BV 3-2022 Cover.indd 1 07-10-22 08:1207-10-22 08:12
Foto voorpagina:
Bouwhubs zorgen voor minder transport-bewegingen voor bouwplaatsen in
een bepaalde regio. Foto: VolkerWessels
3 VAKBL AD 3 2022
INHOUD
BV 3-2022 Inhoud_Redactioneel.indd 3BV 3-2022 Inhoud_Redactioneel.indd 3 10-10-22 13:0210-10-22 13:02
INZET VAN BOUWHUBS LEIDT TOT A ANZIENLIJKE
BESPARING IN RIT TEN EN CO
2-UITSTOOT
Nederlandse gemeenten hebben te maken
met een grote bouwopgave. Dit zorgt voor
veel voertuigbewegingen van en naar
bouwprojecten. In 2021 werd er meer dan
250 miljoen ton bouwmaterialen vervoerd in
Nederland. Daarmee is de bouw de grootste
vervoerende sector in tonnen. Op de snelwegen
transporteert één op de vijf vrachtwagens
bouwmaterialen, in steden is dat één op de vier. Ook
nancieel gezien is de impact groot: de logistieke kosten
in de bouwsector bedragen ruim ? 6 miljard per jaar.
Uiteraard is ook de CO
2-uitstoot een belangrijk agendapunt:
het aandeel van transport in de totale CO
2-uitstoot van de
bouwsector bedraagt maar liefst 35%. De vraag doet zich
daarom voor: hoe kan de bouwlogistiek beter worden geregeld?
De Topsector Logistiek onderzocht het.
Bouwlogistiek
op weg naar
ZERO EMISSIE
1 Bouwhubs zorgen voor minder transportbewegingen voor bouwplaatsen in een bepaalde regio, foto: VolkerWessels
4 VAKBL AD 3 2022
Auteur Walther Ploos van Amstel, lector City Logistiek, Hogeschool van Amsterdam
4. Bouwlogistiek.indd 44. Bouwlogistiek.indd 4 10-10-22 13:0510-10-22 13:05
STEEDS MEER BOUW VERKEER
Bewegingen naar en vanaf bouwplaatsen zijn
nodig voor het ver voer van vele soorten en
typen materialen, materieel en personeel voor
een grote diversiteit aan bouwprojecten. Het
wordt echter steeds moeizamer en duurder om
de bouwplaats te bevoorraden. De Outlook
Bouwlogistiek van de Topsector Logistiek [2],
die in 2021 verscheen, gaat in op de logistiek
naar de bouwplaats en de implicaties die dat
voor de ruimte in en rond steden gaat hebben.
De bouwsector heeft een substantieel aandeel
in de CO
2-uitstoot en bouwgerelateerd verkeer
heeft een grote impact op de schaars beschik-
bare ruimte in steden ( g. 2). Ook ligt de
bouwsector onder een vergrootglas door de
stikstofcrisis, die een grote impact heeft op het
aantal vergunningen voor nieuwbouw. Het
moet allemaal veel duurzamer. Gelukkig kijken
aannemers al langere tijd naar het beter orga-
niseren van het bouwverkeer.
De afspraken uit het Klimaatakkoord vragen
om het reduceren van aan stadslogistiek gere-
lateerde CO
2-emissies in 30 tot 40 Neder-
landse steden met in totaal 1 Mton. De Outlook
City Logistics 2017 van de Topsector Logistiek
[3] heeft voor zes stedelijk logistieke markt-
segmenten laten zien dat het mogelijk is de
CO
2-emissies te verminderen met een factor 6
ten opzichte van 1990 (zoals volgens de kli-
maatafspraken uit Parijs nodig is) ( g. 3). Dit
lukt niet met de geijkte maatregelen. Trans-
porteurs moeten samen met hun verladers
snel en veel harder aan de slag met schone
transporttechnologie, slimmere logistieke
concepten om aan de vraag van klanten te vol-
doen, het delen van transport- en verkeers-
data en stimulerend overheidsbeleid.
INZET BOUWHUBS
De Outlook Bouwlogistiek bestudeerde aan de
hand van scenario's hoe de logistiek rond
bouwprojecten er in 2030 uit kan zien en op
welke manier de CO
2-uitstoot en andere nega-
tieve e ecten van bouwlogistiek kunnen wor-
den gereduceerd. De analyse laat zien dat de
inzet van een bouwhub tot een aanzienlijke
besparing in ritten en CO
2-uitstoot leidt ( g.
4). Wanneer een bouwhub verplicht wordt
gesteld voor individuele bouwprojecten in ste-
delijke centra, levert dit een besparing op bij
zowel binnenstedelijke (traject bouwhub-
bouwplaats: 24% minder ritten) als buitenste-
5 VAKBL AD 3 2022
4. Bouwlogistiek.indd 54. Bouwlogistiek.indd 5 10-10-22 13:0610-10-22 13:06
delijke ritten (traject leverancier-bouwhub:
14% minder ritten).
Een bouwhub zorgt ? als deze goed wordt
gepland en geëxploiteerd ? in essentie voor
minder transportbewegingen voor alle bouw-
plaatsen in een bepaalde regio én minder bewe-
gingen naar een speci eke bouwplaats. Het kan
gaan om projectspeci eke bouwhubs en tijde-
lijke hubs voor een speci ek bouwproject met
weinig depositieruimte. Vanaf de tijdelijke hub
kunnen de laatste kilometers worden afgelegd
met elektrisch ver voer. Ook kan een groothan-
del of een logistiek dienstverlener de 'hubrol' op
zich nemen. Er zijn ook bouwhubs aan het water.
Hierbij vindt de bouwlogistiek plaats over water
waarbij gebruik wordt gemaakt van emissieloze
sleep- en duwboten. Deze maatregel kan inte-
ressant zijn in binnenstedelijk gebied, maar ook
regionaal.
Voorbeelden
Er zijn veel voorbeelden van de inzet van
bouwhubs in Nederland. In Amsterdam is de
afbouw van de Noord/Zuidlijn door logistieke
dienstverlener Saan geregeld via een hub.
Aan de zuid- en noordzijde van de lijn zijn de
afbouwmaterialen vanuit de hub over het
metrospoor ondergronds ver voerd naar de
metrostations. Blom Dekschuiten heeft een hub in de Amsterdamse havens die over water
het ver voer regelt naar bouwplaatsen in
Amsterdam voor werken aan infrastructuur en
kademuren.
Dura Vermeer heeft voor de bouw van het
Noordgebouw in Utrecht ook een hub gebruikt.
Het gebouw is gelegen naast het Utrechtse
Centraal Station en dicht bij het centrum van de stad. Op deze plek is er vanwege de omlig-
gende bouwprojecten veel bouwverkeer en
zeer beperkte ruimte. Door het gebied lopen
veel verkeersstromen van openbaar ver voer,
voetgangers, etsers, nood- en hulpdiensten
en toeleveranciers.
Daarnaast is gebruikgemaakt van de zoge-
noemde BouwHub van VolkerWessels Mate-
rieel & Logistiek, een speciaal plannings-
systeem en een bouwticketsysteem voor de
vooraanmelding van transport. Er is een logis-
tiek uitvoerder aangesteld voor de coördinatie
van de logistieke stromen van, naar en op de
bouwplaats. Werkpakketten zijn op transport-
karren (in werkvolgorde gevuld) geplaatst en
op de juiste werkvloer afgeleverd, zodat
bouwers 's ochtend direct aan de slag konden.
Boele & van Eesteren bouwde met het Voor-
zetgebouw de nieuwe hoofdentree van het
winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht en
een tweelaags complex voor winkels en horeca
en heeft hierbij ook de bouwhub van Volker-
Wessels Materieel & Logistiek gebruikt. Boele
& van Eesteren bespaarde hiermee 40% CO
2.
De bouwhub in Utrecht is al vijf jaar open. Ook
in Eindhoven en in het Westelijk Havengebied
in Amsterdam opent VolkerWessels Materieel
& Logistiek er binnenkort een (zie kader
'BouwHub Eindhoven')
VERDERE REDUCTIE
De reductie in ritten, kilometers en CO
2-uit-
stoot kan op verschillende manieren verder
VERSCHILLENDE GOEDERENSTROMEN MET VERSCHILLENDE EISEN
Er zijn vier bouwlogistieke structuren die tot verschillende vraagstukken leiden:
1. Punt-puntleveringen: een volle lading (full truck load ; FTL) in een vrachtwagen gaat
direct naar een speci? eke locatie (of een beperkt aantal locaties). De logistiek is
geoptimaliseerd en de locaties staan vast. Het gaat hier bijvoorbeeld om het leveren
van bouwmaterialen op een bouwplaats in de stad of het leveren of afvoeren van
volumineuze grondstoffen/producten (zoals zand en puin) binnen de stad.
2. Onregelmatige leveringen op verschillende locaties: een volle vrachtwagen doet
meerdere locaties in de stad aan, waarbij meerdere deelladingen worden geleverd
(less than truckload ; LTL). De logistiek is hierbij niet altijd geoptimaliseerd, omdat er
sprake is van tijdvensters en beperkte ruimte op en rond de bouwplaats. Hierdoor
worden er in enkele gevallen 'onnodige' kilometers gereden met hal? ege
vrachtwagens.
3. Diverse kleine leveringen: kleine tot zeer kleine leveringen die divers van aard en fre-
quent zijn. Deze kunnen op afroep op alle mogelijke locaties worden geleverd. Het
gaat hierbij vaak niet om logistieke optimalisatie maar om snelheid en service.
4. Diensten waarvoor een bestelwagen wordt gebruikt om werkzaamheden bij particu-
lieren of bedrijven uit te voeren (bijv. schilders, loodgieters, monteurs).
2 Visualisatie van de
interactie tussen
bouwplaats en
omgeving (Hogeschool
van Amsterdam, 2018)
[2]
Er moet regelgeving komen die het toepassen van
bouwhubs verplicht stelt
6 VAKBL AD 3 2022
4. Bouwlogistiek.indd 64. Bouwlogistiek.indd 6 10-10-22 13:0610-10-22 13:06
worden verhoogd door de volgende mogelijk-
heden:
? Het inzetten van een multimodale bouwhub
met ver voer over water. Dit kan leiden tot
een extra besparing in ritten (binnenstede-
lijk 1% en buitenstedelijk 4%), en kilometers
en CO
2-uitstoot (binnenstedelijk 2% en
buitenstedelijk 4%).
? Het toepassen van bouwhubs in combinatie
met een gebiedsgerichte aanpak. Hierbij
vindt de ketenregie plaats over verschil-
lende ? in tijd gelijklopende ? projecten in
een gebied. Er moet dan wel afstemming en
samenwerking plaatsvinden tussen diverse
bouwplaatsen in een bepaald gebied. De
verwachte CO
2-reductie is in dat geval 17%
binnenstedelijk en 13% buitenstedelijk.
? De inzet van zero-emissie-voertuigen. Dit kan
er voor zorgen dat de CO
2-uitstoot op het tra-
ject van hub naar de bouwplaats nihil wordt.
? Het inzetten van een bouwhub voor de ver-
werking en opwaardering van herbruikbaar
bouw- en sloopafval naar circulaire bouw-
materialen.
Deze besparingen zijn alleen te realiseren als
er locaties aan de rand van steden, in de nabij-
heid van gebieden waar veel bouwwerkzaam-
heden plaatsvinden, voor bouwhubs beschik-
baar zijn. Ze moeten ook met de binnenvaart
bereikbaar zijn (voor aan- en afvoer), ruimte
hebben voor op- en overslag, zowel binnen als
buiten, stevige laadvoorzieningen hebben voor
elektrische voertuigen, voldoende parkeer-
ruimte bieden en veilig zijn. In de bouwhubs,
waar ook activiteiten voor ruwbouw en afbouw
bij elkaar komen, staat waardetoevoeging cen-
traal om e ciënter en sneller bouwen mogelijk
te maken; pre-installeren, 3D-printen, kitting,
uitpakken en verwerking van circulaire stro-
men. Bouwhubs moeten voldoende groot zijn:
ze moeten meerdere projecten van meerdere
aannemers in een regio kunnen bevoorraden.
Dat kan niet vanuit een schuurtje. Een goede
bouwhub is tussen 15.000 en 25.000 m
2 groot.
De beschikbare ruimte is echter schaars.
Gemeenten kunnen in de rol van opdrachtge-
ver hierbij al sterk sturen bij de aanbesteding
van nieuwe bouwprojecten. Dat kan ook bij
vergunningverlening. Hiermee wordt de druk
op de schaars beschikbare ruimte verminderd.
Voor de inpassing van stadslogistiek is een
verbinding met ruimtelijke ordening, omge-
vingsvisie en bedrijvenstrategie onontbeerlijk.
BOUWHUB EINDHOVEN
De komende twintig jaar wordt er volop gebouwd in Eindhoven. Dit zorgt voor meer bouwverkeer, met
gevolgen voor de bereikbaarheid, leefbaarheid, verkeersveiligheid en CO
2-uitstoot in de stad.
Daarom gaat de gemeente Eindhoven bouwgerelateerd verkeer beperken. VolkerWessels Materieel &
Logistiek opent daarom BouwHub Eindhoven. De hub zorgt voor minder ritten naar de bouwplaatsen,
vollere vrachtwagens, meer arbeidsproductiviteit en minder CO
2-uitstoot. De bouwhub is white label.
Dit betekent dat ook andere bedrijven dan VolkerWessels er gebruik van kunnen maken; aannemers,
groothandels, producenten en transporteurs. Bouwen aan duurzaamheid doe je immers samen.
Samen met vastgesteld beleid voor slimme en duurzame bouwlogistiek zet de gemeente Eindhoven
hiermee een grote stap richting haar duurzaamheidsambities.
De bouwhub is een locatie aan de rand van de stad waar bouwmaterialen voor binnenstedelijke bouw-
projecten worden verzameld, gebundeld en emissievrij in klein transport de stad in worden vervoerd en
op de werkplek worden klaargezet. Vanuit hier wordt het totale logistieke proces van leverancier tot
bouwplaats gemonitord en gecoördineerd. Buiten het samenstellen van zogenoemde dagproductiepak-
ketten faciliteert de bouwhub parkeren van bouwpersoneel aan de rand van de stad en hergebruik van
reststromen. Ook werken ze op de bouwhub met personen met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Om als gemeente goed te kunnen sturen op het bouwverkeer in de stad is informatie over het aantal
bouwlogistieke ritten van belang. In samenwerking met partners SmartwayZ.NL en Brainport Bereikbaar
is met lokale bouwers en BouwHub Eindhoven een living lab gestart om daar meer inzicht in te krijgen.
19902015
2050
CO2 productivity freight
(amount transported
per kg CO
2)
100
200
300 400
500 600
700
100 2030
Factor 6
More transport,
emitting much less CO
2
Factor 3
3 Het goederenver voer moet een factor 6 aan 'CO 2-productiviteit' winnen in 2050 [3]
BOUWHUBBOUWPLAATS
4 Transport in het scenario met bouwhubs [2]
7 VAKBL AD 3 2022
4. Bouwlogistiek.indd 74. Bouwlogistiek.indd 7 10-10-22 13:0610-10-22 13:06
ANDERE BOUWLOGISTIEKE PROCESSEN
Naast het toepassen van bouwhubs heeft de
inzet van andere bouw(logistieke) processen
impact op de bouwlogistiek, zoals bij prefab-
en houtbouw ( g. 5). Hierbij zijn er minder
handelingen op de bouwplaats nodig. De
verwachting is dat dit leidt tot minder bestel-
wagenritten, zowel in personeelsritten als in
spoedritten die nodig zijn om falen op de
bouwplaats te herstellen. Daarentegen zijn
hier ook andere, vaak grotere voertuigen nodig
alsook extra inzet van hijskranen. Het is van
belang dat de levering van voertuigen met der-
gelijk groot materieel goed wordt afgestemd
op het bouwproces, waarbij het juiste perso-
neel en materiaal op het juiste moment aanwe-
zig is. De complexiteit van de keten en diversi-
teit aan betrokken ketenpartners vereist een
gezamenlijke aanpak en herontwerp van het
logistieke proces in een vroeg stadium van het
bouwproces.
Om meer afstemming en coördinatie (keten-
regie) te realiseren binnen de verschillende
partijen in de bouwketen, is een zogenoemde
control tower een essentiële schakel. De
essentie van een control tower is het inzichte-
lijk maken van de logistieke keten naar meer-
dere projecten toe. Het hart van de control
tower is een 'informatiehub' die wordt onder-
steund door een set planningsregels voor het
nemen van beslissingen en een team planners.
Het voordeel van een centrale informatiehub is
dat hij informatie ? afkomstig vanuit meerdere
partijen en bronnen ? verzamelt en samen-brengt en deze ver volgens distribueert in één
consistente vorm. Met dit overzicht kunnen de
betrokken planners in een vroeg stadium
risico's of kansen signaleren.
Bij gebiedsgerichte aanpak met afstemming
en/of optimalisatie van bouwstromen over
meerdere bouwprojecten in een stadsgebied,
is de behoefte aan een geavanceerd IT-
instrument om ketenregie over deze bouw-
stromen te faciliteren des te noodzakelijker.
De huidige beschikbare IT-tools op dit vlak zijn
beperkt.
De Topsector Logistiek heeft daarom
subsidie gegeven voor het ontwerpen van
Construction Logistics Control Towers.
Een belangrijke ICT-gedreven innovatie is het
gebruik van Bouw Informatie Modellen (BIM).
Bij bouwlogistiek is het gebruik van BIM om
plannings- en besturingstoepassingen te
ondersteunen veelbelovend, maar in de
huidige praktijk nog te weinig toegepast. Een
oorzaak hier van is dat er op bouwprojecten
samenwerking plaatsvindt tussen partijen die
bij BIM ofwel een niet voldoende volwassen-
heidsniveau hebben, ofwel een volwassen-
heidsniveau hebben dat te ver uiteenloopt.
Gevolg is dat de informatie in de BIM-
omgeving ontoereikend is om bouwlogistieke
planning en besturing te ondersteunen. Maar
optimale planning en sturing door een project-
organisatie zijn wel afhankelijk van de bijdra-
gen die alle partijen leveren aan de BIM-
omgeving, die fungeert als integraal project-
informatiesysteem. Hier ligt een uitdaging voor
de bouwsector. NIKS DOEN IS GEEN OPTIE
De bouwsector is de grootste wegver voerder
in Nederland en het transport heeft een
belangrijk aandeel in de CO
2-uitstoot in de
bouw. De inzet van zero-emissie-voertuigen
helpt bij het bereiken van de klimaatdoelen.
Maar het is niet voldoende. De sector moet
inzetten op veel minder, maar vollere, voertui-
gen, bundeling van lading en de inzet van
andere modaliteiten zoals de binnenvaart.
Bouwhubs bieden hier voor kansen, ook juist
voor producenten en toeleveranciers. Opval-
lend genoeg zitten die producenten en toe-
leveranciers meestal niet aan tafel. Zij zijn in
de beste positie om strategisch, voor langere
termijn, te zorgen voor de juiste organisatie
van de regionale bouwhubs. Om de impact van
transport naar de bouwplaats in de greep te
krijgen en in te spelen op de leveringseisen, is
ontkoppeling nodig in regionale bouwhubs.
PREFA B ELEMEN TEN
BOUWPLAATS
5 Transport in het scenario waar prefab bouwelementen worden toegepast [2]
Naast het toepassen van bouwhubs heeft de inzet van andere
bouw(logistieke) processen impact op de bouwlogistiek,
zoals bij prefab-bouw
6 In veel binnenstedelijke bouwprojecten is de
ruimte op de bouwplaats beperkt, zoals bij
Grotius in Den Haag, foto: Bert Rietberg voor
bouwcombinatie J.P. van Eesteren/Besix
8 VAKBL AD 3 2022
4. Bouwlogistiek.indd 84. Bouwlogistiek.indd 8 10-10-22 13:0610-10-22 13:06
WAT DR AGEN BOUWHUBS BIJ A AN STIKSTOFVRIJ BOUWEN?
Provincies publiceerden vorig jaar handreikingen voor stikstofvrij bouwen waarin ook aandacht is
voor een slimme bouwlogistiek. Bouwlogistiek veroorzaakt uitstoot van stikstofoxiden door verbran-
ding van fossiele brandsto en. In een vergunningaanvraag moet een deel van de bouwlogistiek wor-
den meegenomen in de berekening van de stikstofdepositie in de omliggende gebieden. Reductie van
logistiek levert daarmee een reductie van stikstofoxiden op. Het meest recente rapport van de Top-
sector Logistiek [5] stelt dat bij nieuwbouw het scenario bouwhub in combinatie met een gebieds-
gerichte aanpak (samenwerking tussen aannemers) als beste uit de bus komt op zowel NO
x-reductie
(10%) als CO
2-reductie (14%) ten opzichte van de huidige bouwlogistiek. Ondanks dat vervoer over
water zorgt voor CO
2-reductie (11%), zorgt het ook voor een toename in NO x-emissies (+22%), omdat
in de binnenvaart nog nauwelijks met schone motoren wordt gevaren.
Bij renovatiebouw is zelfs nog meer te halen. Een combinatie van logistieke maatregelen komt als
beste uit de bus op zowel NO
x-reductie (73%) als CO 2-reductie (92%) ten opzichte van de huidige
bouwlogistiek. Bundelen via bouwhubs levert zelfs meer stikstofwinst op dan de stedelijke bevoor-
rading met elektrische voertuigen.
Het transport van de producenten naar de hubs
gaat met slow mobility; rust, reinheid en regel-
maat. Op basis van een regionale tactische
planning, en op basis van meerdere
projecten in een gebied, bundelt de producent
(of bundelen producenten samen) hun aan-
voer. Dat levert uiteindelijk de grootste milieu-
winst op.
Literatuur1 Duurzame bouwlogistiek voor binnenstedelijke
woning- en utiliteitsbouw. TNO, 2018.
2 Outlook Bouwlogistiek. Topsector Logistiek, 2021.
3 Outlook City Logistics 2017. Topsector Logistiek, 2017.
4 Quickscan aard en omvang bouwlogistiek. Topsector
Logistiek, 2020.
5 Uitstoot stikstofoxiden bouwprocessen. Topsector Logistiek, 2022.
De inzet van zero-emissie-voertuigen helpt bij het bereiken van de klimaatdoelen,
maar het is niet voldoende
9 VAKBL AD 3 2022
4. Bouwlogistiek.indd 94. Bouwlogistiek.indd 9 10-10-22 13:0610-10-22 13:06
MILIEUASPECTEN EN TECHNISCHE EIGENSCHAPPEN GEOPOLYMEERBETON
Er wordt wereldwijd enorm veel onderzoek gedaan naar
geopolymeerbeton. Alle mogelijke combinaties van precursors,
activatoren, beproevingen en analyses zijn te vinden op internet.
Praktisch bruikbare informatie is wat zeldzamer en informatie uit de
praktijk nog meer. Dit artikel geeft een overzicht van de verschillende
aspecten rond de realisatie van constructies in geopolymeerbeton,
onder meer gebaseerd op de toepassing in een ? etsbrug in de N69.
Geopolymeerbeton:
HOE ZIT HET NU?
GRONDSTOFFEN GEOPOLYMEERBETON
Geopolymeerbeton bestaat in de basis uit
dezelfde grondstoff en als traditioneel beton,
namelijk een bindmiddel, toeslagmateriaal
(zand en grind), water en eventuele hulp- en
vulstoff en. Voor het bindmiddel wordt echter
geen traditioneel cement gebruikt maar alka-
lisch te activeren grondstoff en (de zoge-
noemde precursor). Voor het activeren van de
reactie wordt een activator toegevoegd.
Er is een brede keuze aan precursors en activa-
10 VAKBL AD 3 2022
Auteur Martin Verweij, Innovation Manager, Sqape BV ? Han Heijsters, CSR Manager, A. Jansen B.V.
2. Geopolymeerbeton.indd 102. Geopolymeerbeton.indd 10 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
1 De fi etsbrug van voorgespannen geopolymeerbeton in de N69, foto: Martin Verweij
toren beschikbaar. Een aantal primaire en
secundaire mineralen op basis van aluminium-
silicaten kan worden geactiveerd met verschil-
lende zouten of logen. In de praktijk wordt
veelal gewerkt met geschikte en betaalbare
grondstoff en van constante kwaliteit. Vandaar
dat in Noordwest-Europa vaak hoogovenslak
en poederkoolvliegas worden toegepast. Dat
de vraag naar en beschikbaarheid van deze en
andere grondstoff en dynamisch is, hebben we
de afgelopen jaren gemerkt. Zo verdween vliegas door de energietransitie, maar is weer
terug door de aardgascrisis. In Frankrijk wordt
ook gewerkt met een gebrande, zuivere klei:
metakaolien.
Wanneer de beschikbaarheid van een grond-
stof in de toekomst afneemt, moet worden
gekeken naar alternatieven, zoals tras en
andere vulkanische materialen. Het voordeel
van alkalische activering is dat minder
reactieve mineralen ook kunnen worden
benut. Bijvoorbeeld zink- en loodslakken en bauxiet residu van aluminiumproductie. Uiter-
aard moet hierbij extra zorgvuldig worden
gekeken naar milieuhygiënische aspecten en
naar de recyclebaarheid (tweede leven).
HOOGOVENSL AK
Zoals gezegd is hoogovenslak een veel toege-
paste precursor in geopolymeerbeton. In
Europa wordt al een groot deel van de gepro-
duceerde hoogovenslak hoogwaardig als bind-
middel-bestanddeel in cement toegepast.
11 VAKBL AD 3 2022
2. Geopolymeerbeton.indd 112. Geopolymeerbeton.indd 11 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
Uit cijfers van Euroslag blijkt dat dit in Europa
80% is (fig. 2). Een kleine 4,3 miljoen ton hoog-
ovenslak wordt laagwaardig toegepast (als
zandfractie in wegfunderingen met eventueel
een lichte bindmiddelfunctie) of gedumpt. In
de rest van de wereld zal dit naar verhouding
meer zijn.
Een toenemende vraag is een stimulans voor de
hoogwaardige opwerking van slakken; investe-
ring in granulatie-installaties en dergelijke. Ook
im
port van (overtollige) slakken uit andere
werelddelen wordt economisch aantrekkelijker.
Dat dit transport-energie kost is logisch, maar
dat wordt in de LCA-berekening meegenomen.
Het ijzererts en de steenkool die voor de produc -
tie van Europees staal worden gebruikt, komen
o
verigens ook van over de oceanen (maar dat
transport zit verrekend in de staalproductie).
De samenstelling van hoogovenslakken gaat
veranderen ten gevolge van innovatieve pro-
cessen voor de ruwijzerproductie. Cement- en
geopolymeerproducenten onderzoeken de
geschiktheid van deze nieuwe slaksoorten.
POEDERKOOLVLIEGAS
Naast hoogovenslak is poederkoolvliegas een
veel toegepaste precursor. Het toepassings-
percentage voor poederkoolvliegas in Europa is
momenteel hoog (90%), maar in het verleden
was dit veel lager. In de Verenigde Staten is dit
percentage 60% en in Zuid-Afrika slechts 10%.
Hierdoor zijn er wereldwijd enorme reser ves en
komt er nog elk jaar materiaal bij. Dat dit niet de
beste kwaliteit is moge duidelijk zijn, al was het
alleen maar vanwege het gehalte water.
Sinds kort worden deze reser ves in verschil-
lende landen ontgonnen voor bijvoorbeeld de
terugwinning van aardmetalen. Er ontstaan nieuwe technologieën en verdien-
modellen. Ook het microniseren (fijn malen)
van grove depot-vliegas om de reactiviteit van
de vliegas te verhogen, is mogelijk. Ten slotte
zien we dat na- of mee-verbranden van vlieg-
assen met veel koolstof rendabel wordt,
geholpen door de stijgende prijzen voor ener
-
gie en materialen. In Denemarken wordt deze
technologie al op grotere schaal toegepast
waarbij vliegas wordt geproduceerd die
geschikt is voor beton.
NATUURLIJKE PUZZOL ANEN
Andere mogelijke precursors voor geopoly -
meer-beton vormen natuurlijke puzzolanen. Dit is een verzamelnaam voor een aantal
gesteenten:
gesinterde vulkaanas ofwel tufsteen, snel
afgekoelde lava, verglaasd obsidiaan, (geo-
thermisch) verhitte leisteen en diatomeeën-
aarde. (Wanneer lava langzaam afkoelt ont
-
staan inerte gesteenten als basalt.)
Natuurlijke puzzolanen worden gevonden in
bijna alle vulkanische gebieden, vaak ge-legen
aan de rand van tektonische platen (fig. 3). Dit
betekent dat deze grondstof meestal goed ver -
scheepbaar is en ook economisch interessant
is als precursor (en ook voor puzzolaan- en
composietcementen).
Tras is gemalen tufsteen afkomstig uit de Eifel
2 Cijfers over hoogovenslak (Blast Furnace Slag, BFS) in Europa, bron: Euroslag, vertaling Martin Verweij
3 De wereld van vulkanische materialen, bron: Smithsonian Institute
Momenteel wordt een nog breder scala aan mineralen onderzocht
op geschiktheid als precursor voor geopolymeerbeton
12 VAKBL AD 3 2022
2. Geopolymeerbeton.indd 122. Geopolymeerbeton.indd 12 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
en is dus 'om de hoek' verkrijgbaar. Ook daar
zijn kwaliteiten bekend die beter kunnen wor-
den geactiveerd in een geopolymeer dan in
c
ement. Ook vanuit het middellandse zee
-
g
ebied worden vulkanische puzzolanen aan -
geboden. De kwaliteit varieert per locatie.
S
oms is het gehalte amorf silica en daarmee
de reactiviteit hoog, maar ook het natrium-
equivalent. Dan is het vanwege ASR-risico
minder geschikt voor cementbeton maar wel
voor geopolymeren (zie verder onder het
kopje Levensduur).
GEBR ANDE KLEI
Er wordt veel gesproken over metakaolien als
supplementary cementitious material (SCM)
van de toekomst. Metakaolien is een zeer
zuivere kleisoort die wordt gebrand ofwel
g
ecalcineerd en daardoor reactief wordt. Het
is bekend dat ook andere kleisoorten reactief
kunnen worden gemaakt, zij het in mindere
mate. Voor klei geldt dat de jaarlijkse 'produc -
tie' door de verwering van gesteenten groter
is d
an de behoefte aan cement. Welk deel
daar van winbaar en geschikt is, is een
tweede. Ook hier geldt dat de minder reac -
tieve soorten mogelijk beter geschikt zijn voor
g
eopolymeer-toepassingen dan cement.
Natuurlijk moet worden gekeken hoe de klei
met duurzame energie kan worden gecalci -
neerd.
OVERIGE PRECURSORS
Momenteel wordt een nog breder scala aan
mineralen onderzocht op geschiktheid als pre -
cursor voor geopolymeerbeton. Hierbij gaat
het om grondstoffen die ook voor cement
interessant zijn, zoals gemalen AEC-bodemas, fijne fracties uit thermische processen voor
verontreinigde grond (TAG/TGRI), de zeer fijne
fractie betongranulaat (fRCA), slibverbran-
dings-residu (SVI) en dergelijke. Ook minder
reactieve materialen of kwaliteiten zijn moge
-
lijk geschikt voor geopolymeerbeton.
In Vlaanderen, dat naast staalbedrijven een
brede metallurgische industrie heeft (Nyrstar,
Umicore, Metallo), kan de geopolymeerbeton-
technologie een oplossing zijn voor diverse
non-ferro-slakken (koper, zink, lood) en zoge -
naamde rode modder van de aluminium-
productie. Ten slotte zijn veel glasachtige en
keramische afvalstromen potentieel geschikt
als grondstof voor geopolymeerbeton.
ACTIVATOREN
Er is een brede verzameling activatoren
bekend: natriumhydroxiden (natronloog),
kalium-hydroxiden, silicaten, carbonaten,
sulfaten.
Afhankelijk van de reactiviteit van de precur -
sors enerzijds en de technische eisen aan geo-
polymeerbeton anderzijds, kan één activator
of een combinatie van activatoren worden
gekozen.
Vanwege onder andere grondstofkosten, uit -
bloei en veiligheid is de optimalisatie van het
alkali-gehalte een belangrijk aandachtspunt
bij de ontwikkeling van geopolymeerbeton-
mengsels.
De beschikbaarheid van activatoren is goed en
de productie van natronloog uit zeezout kan
worden opgeschaald. Een van de uitdagingen
daarbij is het vrijkomen van het bijproduct
chloor. Dat kan nuttig worden gebruikt in tal
van chemische processen, waaronder de
|productie van desinfectiemiddel voor drink -water en de kunststof pvc. Naar chloor
-
g
ebaseerde producten is wereldwijd ook
een toenemende vraag.
Er is een zeer breed scala aan
geopolymeerbetonmengsels
met grote onderlinge verschillen
MILIEUPROFIEL
Van de 26 handelingsperspectieven in het
Betonakkoord wordt geopolymeerbeton
gezien als het meest belovende handelings -
perspectief op de korte termijn. Andere maat -
regelen leiden tot minder CO
2-besparing of
kunnen pas op langere termijn worden inge -
voerd.[8]
Het is duidelijk dat er een zeer breed scala is
aan geopolymeerbetonmengsels met grote
onderlinge verschillen - meer nog dan bij
cementbeton. Die verschillen komen tot uiting
in onder andere de technische prestaties,
de kostprijs en het milieuprofiel. Omdat pre-
cursors meestal een klein aandeel hebben in
de milieuprofielen (MKI) van geopolymeerbe -
ton ? oorsprong secundair of groeve materiaal
met beperkte milieu-footprint ? hebben
activa
t
oren een relatief groot aandeel. Ofwel:
hoe lager de dosering activatoren, hoe groter
het verschil met cementbeton. In het meest
ongunstige geval is de besparing 15%. De LCA-
berekening houdt overigens geen rekening
met schaarste van grondstoffen.
CONSTRUCTIEF
Constructief gedraagt geopolymeerbeton zich
iets anders dan cementbeton. Sommige eigen-
schappen zijn gunstiger, andere minder gun-
stig, en bij sommige eigenschappen hangt het
van de specifieke samenstelling af [1]. Daarbij
kan worden opgemerkt dat een op voorhand
minder gunstige eigenschap ook een voordeel
kan zijn in een bepaalde constructie. De lagere
E-modulus en de hogere kruipcoëfficiënt kun-
nen bijvoorbeeld zorgen voor een wat hogere
doorbuiging, maar tegelijk spelen ze een
belangrijke rol bij het verlagen van interne
spanningen ten gevolge van verhinderde ver -
vorming. Dat is weer gunstig voor het scheur -
gedrag ten gevolge van krimp of ongelijk-
matige zetting. In de praktijk kunnen daardoor
bijvoorbeeld zaagsnedes in wegen, fietspaden
4 De wereld van klei (geschikte klei-rijke bodems zijn geel, roze en lichtgroen), bron: LC3
13 VAKBL AD 3 2022
2. Geopolymeerbeton.indd 132. Geopolymeerbeton.indd 13 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
en vloeren van geopolymeerbeton op een veel
grotere onderlinge afstand worden aange-
bracht of zelfs worden weggelaten.
Onlangs is in samenwerking met TU Delft in
een NWO-project onderzocht hoe onder
andere kruipgedrag kan worden verbeterd.
In
het algemeen geldt: als de eigenschappen
bekend zijn en het ontwerp niet in detail dicht -
getimmerd is, kan goed met geopolymeerbe -
ton worden geconstrueerd. In de praktijk
v
raagt dit meer inzicht van de constructeur.
LEVENSDUUR
De samenstelling van geopolymeerbeton kan
zo worden gekozen dat het materiaal bestand
is tegen alle bekende invloeden van weer en
wind; chloride-indringing, vorst-dooizout
-
be
standheid, carbonatatie, sulfaat/zeewater.
Hierbij draait het meestal om de keuze voor de
juiste precursor en de poeder/vloeistof-ver -
houding. Daarnaast is de bestandheid tegen
agressieve milieus en hoge tempe
r
aturen
(brand) in het algemeen beter dan cement
-
bet
on. Geopolymeerbeton kent echter (nog)
geen milieuklassen op basis van cementdose -
ring, cementtype en water-cementfactor.
Alleen carbonatatie verloopt bij geopolymeer -
beton anders dan bij cementbeton en in de
praktijk anders dan in het laboratorium:
?
In c
ementbeton ontstaat door carbonatatie
calciet (CaCO
3) een vaste stof die onoplos -
baar is en kristalliseert. Hierdoor kan de
reactie relatief snel verlopen.
?
In g
eopolymeerbeton ontstaat door carbo-
natatie in de praktijk vooral soda, dat oplos -
baar is en zorgt voor een blijvend hoge pH-
graad [2]. Hierdoor is er hoogst
waarschijnlijk geen risico op corrosie door
carbonatatie. Dit wordt door monitoring van
veldproeven geverifieerd om zekerheid te
geven.
?
Bi
j versnelde carbonatatietesten in het labo-
ratorium treedt een afwijkende reactie op
tussen natronloog en koolzuur, en ontstaat
vooral natriumbicarbonaat in oplossing [3].
Dit heeft een lagere pH-waarde dan soda.
Men is het er over eens dat voor geopoly -
meerbeton een geschikte test ontwikkeld
zou moeten worden [4].
De porositeit van geopolymeerbeton kan bij
natuurlijke carbonatatie enigszins toenemen,
vergelijkbaar met slakcement, maar het tegen- gestelde komt ook voor. In de meeste gevallen
is de initiële porositeit van geopolymeerbeton
lager dan cementbeton ? en dus ook de indrin-
ging van vloeistoffen en gassen. Een ander
verschil is het risico op schadelijke alkali-
silica
r
eactie (ASR). Omdat toeslagmaterialen
in geo-polymeerbeton in een vroeg stadium
worden blootgesteld aan hoge concentraties
alkaliën en pH treedt direct ASR op. Omdat de
druksterkte dan nog relatief laag is en de poro-
siteit hoog, kunnen geen spanningen worden
opgebouwd.
In de loop van de tijd daalt de alkaliconcentra-
tie en neemt de reactiviteit af. Onderzoek wijst
uit dat alleen met hoge doseringen van zeer
gevoelig toeslagmateriaal (chalcedoon) in
geopolymeerbeton schadelijke expansie kan
optreden [5].
Tot slot kunnen geopolymeren een paar gene -
rieke voordelen hebben ten opzichte van
cementbeton, zoals een lagere hydratatie -
warmte, goede zuur-, zeewater- en chemische
bestandheid en betere weerstand tegen brand
(behoud van sterkte).
Dat in het verleden enkele uitzonderingen zijn
opgetreden waarbij de kwaliteit niet helemaal volgens de verwachtingen was, heeft te maken
met extreme weersomstandigheden tijdens de
uitvoering (hitte en stortregen, vorst en regen).
In die situaties was het ook met cementbeton
niet goed gegaan. Wel is geopolymeerbeton in
de eerste uren van de verharding gevoeliger
voor (regen)water.
CIRCUL ARITEIT
Bij recycling kan geopolymeerbeton net als
cementbeton worden verwerkt tot beton-
granulaat. Hiermee kan zowel geopolymeer
-
beton als cementbeton van goede kwaliteit
worden geproduceerd (verwerkbaarheid en
sterkte), heeft SGS INTRON aangetoond.
Een aandachtspunt bij granulaat van geopoly -
meerbeton is het hogere natriumgehalte. In het
kader van ASR moet echter niet worden geke -
ken naar het aanwezige natrium, maar naar
beschikbaar natrium. Dit is natrium dat oplos -
baar is en via het poriewater ASR-gevoelig toe -
slag-materiaal kan bereiken. In geopolymeer -
beton is het overgrote deel van het natrium
echter gebonden in de matrix en niet oplosbaar.
Van het oplosbare deel is het overgrote deel
opgesloten in de betongranulaatkorrels. Uit
onderzoek is gebleken dat van grof toeslagma-
teriaal slechts een fractie van het totale natrium
uit kan treden; uit zand met 1,8% Na
2O loogt
daar van 3% uit na 1 jaar verharden bij 60°C [6].
Momenteel wordt alleen gekeken naar het
totaal natrium in toeslagmateriaal, omdat dat
eenvoudig te meten is en omdat het in regulier
betongranulaat vooral gaat om ingedrongen ?
en dus oplosbaar natrium.
Voor de goede orde:
Om een bredere introductie van
geopolymeerbeton te faciliteren
is regelgeving nodig
5 Schematische weergave van een korrel betongranulaat (links) met ingedrongen natrium (zee- of dooizout), een korrel natrium-houdend toeslagmateriaal (midden) en een korrel geopolymeerbetongranulaat (rechts)
14 VAKBL AD 3 2022
2. Geopolymeerbeton.indd 142. Geopolymeerbeton.indd 14 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
net als gewoon betongranulaat wordt geopoly-
meerbeton-granulaat als ASR-gevoelig geclas -
sificeerd, omdat in de praktijk moeilijk te achter -
halen is wat voor toeslagmateriaal
oor
spronkelijk is toegepast in het beton.
REGELGEVING
De Eurocode zegt dat alternatieve betonsoor -
ten mogen worden toegepast wanneer
equivalent performance is aangetoond.
Wat dat precies in houdt, kan per toepassing
verschillen. Daarom is een goede samenwer -
king tussen producent en constructeur essenti-
eel. Hierbij hoeft niet op materiaalniveau te
worden gekeken, maar op constructieniveau.
Dit is veel werk, vooral voor nieuwe mengsels,
maar bij volgende projecten wordt het steeds
eenvoudiger.
Om een bredere introductie van geopolymeer -
beton (maar ook andere alternatieven) te faci-
literen, is regelgeving nodig. Er lopen verschil-
lende initiatieven, zoals een Stufib/Stutech-
studiecel 'Innovatief beton', een NEN-werk -groep 'Construeren met alternatieve beton-
soorten' en overleg tussen producenten. Ook
de werkgroep 'Beton op Prestatie' onder het
Betonakkoord geeft flankerende steun. In Bel-
gië is ook een werkgroep vanuit NBN (Belgisch
normalisatie-instituut) opgestart.
VEILIGHEID EN VERWERKING
Geopolymeerbeton is meer alkalisch dan
traditioneel beton. Sqape organiseert toolbox
meetings met alle verwerkers op de beton-
centrale en op het werk om een veilige verwer
-
king te faciliteren. Uiteraard worden de beton-
mixer- en betonpompchauffeurs hierin mee-
genomen. Er wordt onder andere gewezen op
het juiste gebruik van de persoonlijke bescher -
mingsmiddelen.
Voor de fietsbrug moesten de geopolymeer-
betonmengsels ook aan de eisen voldoen wat
betreft de verpompbaarheid, de verwerkbaar -
heid op het werk (consistentie, samenhang),
de benodigde verdichtingsenergie, de afwer -
kingsmogelijkheden (vlinderen) en de na- behandeling. In het vooronderzoek zijn ook
deze eisen geïnventariseerd en is het mengsel
hierop geoptimaliseerd. Met een simulatie,
waarbij de betonmixer met het te leveren
mengsel de werkelijke transporttijd rondreed,
werd gecontroleerd of de open tijd werd
gehaald. Ver volgens is een proefstort op de
stortlocatie uitgevoerd om ook de verdere ver
-
werking te controleren. Door deze grondige
voorbereiding is de stort zelf zonder proble -
men uitgevoerd en waren alle resultaten posi-
tief. De brug is niet alleen een verbinding voor
duurzaam fietsverkeer, hij dient ook als onder -
zoeksobject om een paar duurzaamheidspara-
meters te monitoren. Zo hebben alle partijen
bijgedragen aan meer inzicht in deze geopoly -
meertechnologie die de basis vormt voor
grotere of complexere projecten.
EEN PR AK TIJK VOORBEELD: FIETSBRUG N69
De provincie Noord-Brabant wilde in de N69 van
Valkenswaard naar Veldhoven een aantal duur -
zame innovaties toepassen. Koploper Boskalis
6 De plaatsing van de
voorgespannen fietsbrug, foto: Martin Verweij
15 VAKBL AD 3 2022
2. Geopolymeerbeton.indd 152. Geopolymeerbeton.indd 15 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
en ontwerper Nobleo besloten om de haalbaar-
heid te onderzoeken van een voorgespannen
fiet
sbrug in geopolymeerbeton. De vraag was
om de equivalent performance aan te tonen. Bij -
zonderheid daarbij is dat de MKI minimaal moest
z
ijn, maar de ontwerplevensduur wel 100 jaar.
De reden voor deze lange levensduur was de eis
dat de brug demontabel moest zijn, om aan het
eind van de toepassing op de locatie in zijn
geheel hergebruikt te kunnen worden.
Betonproducent A. Jansen Beton had uitgere -
kend dat met thermisch gereinigd asfaltgranu-
laat de laagste MKI mogelijk was. Dat bete -
kende wel dat met een niet-optimale
korrelgradering en korrelvorm een goed ver -
werkbaar mengsel moest worden ontwikkeld.
Van dit mengsel moesten meer dan 40 parame -
ters worden bepaald; van de verwerkbaarheid,
via hydratatiewarmte tot krimp, kruip, afschuif -sterkte en scheurgedrag. Ook de effectiviteit
van een hydrofobeermiddel, een anti-graffiti-
coating en de hechtsterkte van een chemisch
anker zijn bepaald. Omdat de fietsbrug in een
Natura 2000 gebied ligt, was de uitloging meer
dan gewoonlijk van belang.
Witteveen & Bos heeft het gehele onderzoek
beoordeeld namens de provincie, die de rol van
opdrachtgever en bevoegde instantie had. Als
onafhankelijk partij heeft Sustcon zowel de
onderzoeksresultaten als de gegevens van de
storten getoetst en geverifieerd
.
Een extra uitdaging vormde het strakke tijd-
schema tussen de start en de termijn voor de
g
oedkeuring door Bouw- en Woningtoezicht
(circa negen maanden). In deze tijd moest een
mengsel worden ontwikkeld met nieuwe toe -
slagmaterialen en volledig worden getest,
w
aarbij sommige testen een aantal maanden moesten lopen. Omdat al veel bekend was over
de Sqape-geopolymeertechnologie en omdat
er bij alle betrokken partijen (inclusief TU Delft
en Concrefy) veel deskundigheid aanwezig
was, is dit met een positief resultaat afgesloten.
MKI-FIETSBRUGMENGSELS
Naast het toepassen van geopolymeer als
bindmiddel werden voor de brug 100% secun-
daire toeslagmaterialen ingezet. Voor dit pro-
ject is gekozen voor teerhoudend asfaltgranu-
laat (TAG). De recycling van asfalt tot
granulaat voor beton vindt bij Jansen Recycling
in Son plaats. Hier voor is in 2018 een thermi-
sche reinigingsinstallatie (TRI) gebouwd.
De betonmengsels zijn gebaseerd op een
mengsel van een eerder project, waar van een
LCA was uitgevoerd en een MKI-waarde
bekend was conform de Europese norm EN
15804. Deze MKI-waarden zijn bepaald voor de
fases A1 t/m A3, cradle to gate. De LCA-
berekeningen zijn door het erkende bureau
Constructief gedraagt geopolymeerbeton zich iets anders
dan cementbeton
7 Afwerken van de brug van
geopolymeerbeton, foto: Martin Verweij
16 VAKBL AD 3 2022
2. Geopolymeerbeton.indd 162. Geopolymeerbeton.indd 16 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
PRODUCT IN ONTWIKKELING ? NASCHRIFT REDACTIE
Geopolymeerbeton is een product in ontwikkeling, waarover nog lang niet alles bekend is. Duidelijk is
in ieder geval dat het een ander materiaal is dan cementbeton, met andere eigenschappen.
Er is niet één geopolymeerbeton; er is een breed scala aan geopolymeerbetonmengsels met grote
onderlinge verschillen. Die presteren lang niet allemaal even goed, zo blijkt ook wel uit een aantal
schades met fietspaden die in het land zijn opgetreden. Als je met het materiaal aan de slag gaat,
moet je goed op de hoogte zijn van de (on)mogelijkheden. Ook moet je daarbij kritisch zijn op wat de
daadwerkelijke milieuwinst is. Zo levert geopolymeerbeton op basis van reguliere slak en vliegas wel
een lage MKI op maar welbeschouwd geen werkelijke milieuwinst. Omdat slak en vliegas momenteel
al in cement worden toegepast, gaat het alleen om een verschuiving.
Geopolymeerbeton zal in de ogen van de redactie op klinker gebaseerd beton niet grootschalig
vervangen, maar er zijn voor bepaalde toepassingen zeker kansen. Daarbij gaat het vooral om toepas-
singen waarbij de eigenschappen het beste tot hun recht komen.
De redactie van Betoniek volgt de ontwikkeling omtrent geopolymeerbeton met belangstelling. Zoals
uit dit artikel en het eerder verschenen artikel in Betoniek 'Geopolymeerbeton: een hype of de toe -
komst?' blijkt, wordt er verschillend gedacht over de kansen en mogelijkheden van het materiaal.
Daarom nodigen we ? zoals hoofdredacteur Hans Kooijman in zijn voorwoord ook al aangeeft ? lezers
uit om meningen en inzichten over het materiaal te delen. Daarmee willen we een bijdrage leveren aan
de verdere ontwikkeling van duurzaam en kwalitatief hoogwaardig beton.
De redactie van Betoniek
8 MKI-scores per levensduurfase A1 ? A3 van verschillende betonmengsels RaMaC = alkali activated Ready Mix Concrete met Sqape-bindmiddel
Ecochain geverifieerd. De mengsels zijn
C30/37 met primair toeslagmateriaal en CEM I
of CEM III/B en met secundair toeslagmateriaal
(TRI) met CEM III/B of Sqape-geopolymeer
(beton merknaam R AMAC) (fig. 8) [7].
Het verschil in milieuprestatie tussen CEM I en
CEM III/B is algemeen bekend. De MKI-
verlaging met 4,32 ?/m
3 bij toepassing van
secundair toeslagmateriaal wordt voor een
groot deel veroorzaakt door het wegvallen van
transport van toeslagmaterialen (die uit de TRI
naast de centrale vrijkomen). De MKI-verla-
ging met Sqape-geopolymeer als bindmiddel
is nog eens 3,57 ?/m
3.
De MKI-waarden voor de aangepaste mengsels
voor fietsbrug bedroegen 6,42 ?/m
3 voor een
C28/35 voor de landhoofden en 9,10 ?/m
3 voor
een C33/43 voor het nagespannen brugdek en
de stootplaten (geverifieerd door Ecochain).
Vergelijken we beide waardes met die van refe -
rentie betonmengsel met CEM III/B en primaire
t
oeslagmaterialen uit de Nationale Milieudata -
base, dan liggen de ontwikkelde mengsels
respectievelijk 51 en 52% lager.
NU EN DE TOEKOMST
Geopolymeerbeton is met alle plussen en
minnen een veelbelovende optie voor duur -
zaam beton. Hoe de ontwikkelingen de
komende 10 tot 15 jaar verlopen is niet een-
voudig te zeggen. Wel is duidelijk dat we aan
het begin staan van een ontwikkeling, waarbij een groot aantal nieuwe ? al dan niet secun-
daire ? precursors toegepast gaat worden. En
waarbij de productie van activatoren op een
duurzame manier zal worden opgeschaald.
Maar niemand verwacht dat geopolymeren alle
cement gaan ver vangen, daar voor is de
behoefte aan beton en cement gewoonweg te
groot. De ontwikkeling van geopolymeerbeton
in de toekomst zal voor een groot deel afhangen
van de verduurzaming van de cementproductie.
Voor beide ontwikkelingen, zowel in geopoly-
meren als in duurzaam cement, zijn grote
investeringen nodig voor verder onderzoek,
het bouwen van productiecapaciteit, het
opzetten van regelgeving en meer. Een consis
-
tent beleid voor de inkoop van duurzaam beton
door private en publieke opdrachtgevers zal
hier voor de motor zijn en bepalen hoe snel
deze ontwikkelingen kunnen gaan.
Literatuur
1. Kennispaper: geopolymeerbeton, voorgespannen
kanaalplaten, preadvies SBRCURnet, 2017
2.
A
ccelerated carbonation testing of alkali-activated
binders significantly underestimates ser vice life: The
role of pore solution chemistr y, Bernal et al., 2012.
3.
C
arbonation resistance of alkali-activated slag under
natural and accelerated conditions, Nedeljkovic et al.
2017.
4.
Alk
alinity and its consequences for the performance of
steel-reinforced geopolymer materials, Koenig et al.,
2020.
5.
R
esistance to alkali-aggregate reaction (A AR) of
alkali-activated cement based binders, Cyr et al., 2015.
6.
Effec
t of alkali release by aggregates on alkali silica
reaction, Drolet et al., 2017.
7.
L
CA Achtergrondrapport RaMaC C28/35 en RaMaC
C33/43 Verificatie Ecochain 2021.
8.
R
oad Map CO
2 versie 1.2, 2021, www.betonakkoord.nl
17 VAKBL AD 3 2022
2. Geopolymeerbeton.indd 172. Geopolymeerbeton.indd 17 10-10-22 13:0810-10-22 13:08
JA AR
BETONTECHNOLOGIE 38
INTERVIEW
MET JA AP
VAN ELDIK
1 Jaap van Eldik. Foto Mariska Korver
18 VAKBL AD 3 2022
Auteur Jacques Linssen, Aeneas Media / Redactie Betoniek
1. Interview Jaap van Eldik.indd 181. Interview Jaap van Eldik.indd 18 10-10-22 13:0910-10-22 13:09
'Betontechnoloog des Vaderlands' werd hij genoemd bij zijn afscheid
op het Beton Event in juni van dit jaar. Het is tekenend voor wat Jaap
van Eldik heeft betekend voor de sector. In de 38 jaar dat hij actief was
als betontechnoloog, eerst bij Mebin en de laatste twee jaar bij
Nebest, heeft hij het vak behoorlijk zien veranderen. Het afscheid,
op een moment dat veranderingen misschien wel noodzakelijker zijn
dan ooit, geeft hem een dubbel gevoel.
JA AR
BETONTECHNOLOGIE
HOE WORD JE BETONTECHNOLOOG?
"Er is niet één vast pad. Voor mij begon het met
een sollicitatie bij Mebin. Ik kende het bedrijf
vanuit de organisaties waar ik had gewerkt.
Ik weet nog dat er iemand van Mebin langskwam
om een toelichting te geven over de toepassing
van schuimbeton. Arie van Kooten was dat. Hij
had zo'n bevlogen verhaal! Later nam hij een
collega mee en die was even enthousiast. Dat
enthousiasme is blijven hangen. Een paar weken
later zag ik per toeval een vacature in Het Vrije
Volk (een regionaal Rotterdams dagblad, later
opgegaan in het Algemeen Dagblad, red.) en zo
is het balletje gaan rollen. Als ik die er varing een
paar weken eerder niet had gehad, was die vaca-
ture waarschijnlijk aan mijn aandacht ontsnapt."
MA AR TOEN WAS JE NOG NIET DIRECT
BETONTECHNOLOOG?
"Ik ben direct diverse opleidingen gaan volgen
bij de Betonvereniging. Uiteraard als eerste de
opleiding tot betontechnoloog. Eerder al,
tijdens mijn studie MTS, was ik in aanraking
gekomen met beton. Een van mijn docenten,
Van Mechelen, was echt betongek. We hadden
een heus laboratorium met mengers, een
drukpers en zelfs opslag voor toeslagmateria-
len. Toen al vond ik het leuk om met het materi-
aal te klooien.
Het meeste heb ik geleerd van Ab Wentholt,
toenmalig hoofd van het centraal laboratorium
van Mebin Rotterdam. Overigens is Ab in mijn
optiek wat ondergewaardeerd geweest. Hij
was echt een man met visie die al vroeg nut en
noodzaak zag van een professioneel kwali-
teitszorgsysteem."
HOE ZIET HET WERK VAN EEN BETON-
TECHNOLOOG BIJ EEN BETONLEVERANCIER
ERUIT?
"Dat is divers. In mijn geval bestond het uit veel
klantcontact, vooral voor de grotere,
complexere werken. Ook intern deed ik veel:
zorgen dat de kwaliteitszorg draaiende bleef
bij de centrales, de bezetting in het lab op orde
was en in gesprek gaan met laboranten. Een
goed resultaat was altijd een teamprestatie,
vooral bij bijzondere storten. De betrokkenheid
van kraanmachinist, mengmeester,
betonlaborant, betonmixerchauff eur. Vaak bij
nacht en ontij.
Uiteindelijk is het de taak van een betontech-
noloog om de wensen van de klant in te vullen
tegen zo laag mogelijke grondstofkosten. Dat
laatste was wel eens lastig. Voor mij waren
kwaliteit en klanttevredenheid de belangrijk-
ste verantwoordelijkheden. Ik paste daarom
het mengsel wel eens aan als ik vond dat dat
nodig was. Dat strookte niet altijd met het
beleid: 'De klant krijgt niet waar voor hij niet
betaalt.' Daar heb ik me wel zo veel mogelijk
aan gehouden maar er is een ondergrens wat
kwaliteit betreft. Zodra je daar doorheen dreigt
te zakken, hoe groot de druk ook is, moet je aan
de bel trekken.
Er is hierin wel het nodige veranderd. Steeds
vaker moesten de betonmengsels onder
invloed van hevige concurrentie scherper op
de kostprijs worden ontworpen. Soms nam ik
wat meer vrijheid in de overtuiging dat je met
een dubbeltje extra investeren in een mengsel
Steeds vaker moesten de
betonmengsels onder invloed
van hevige concurrentie
scherper op kostprijs worden
ontworpen
CV
JA AP VAN ELDIK
65 jaar
WERK
1978 ? 1978 Bouwkundig tekenaar bij Architectenbureau Snijders
1979 ? 1980 Werkvoorbereider / Bouwkundig uitvoerder bij Aannemingsbedrijf ESHA
1981 ? 1983 Werkvoorbereider bij MAB Bouwbedrijf
1983 ? 1983 Bouwkundig opzichter bij Architectenbureau Schutter
1984 ? 1984 Werkvoorbereider bij Aannemingsbedrijf van Hoorn
1984 ? 2020 Mebin
? Assistent hoofd centraal laboratorium
? Hoofd centraal laboratorium
? Districtsbetontechnoloog
? Senior betontechnologisch adviseur
? Senior betontechnoloog
2020 ? 2022 Senior specialist betontechnologie bij Nebest
2022 ? heden Zelfstandig adviseur / Senior specialist betontechnologie
NEVENACTIVITEITEN
1998 ? heden Docent Betontechnologie Betonvereniging
2008 ? 2020 Redactie Betoniek Standaard
19 VAKBL AD 3 2022
1. Interview Jaap van Eldik.indd 191. Interview Jaap van Eldik.indd 19 10-10-22 13:0910-10-22 13:09
later soms vele kwartjes kunt uitsparen. Dat
werd niet door iedereen goed begrepen. Ook
zie je een spanning tussen de snelheid van pro-
duceren en de continuïteit in kwaliteit van de
betonspecie. Dat is een gezonde spanning,
maar we hebben wel eens een streep in het
zand moeten trekken. Ik heb dit spel nooit als
ver velend er varen.
Mijn werk is in de loop der jaren natuurlijk wel
veranderd door verschillende functies en re-
organisaties binnen Mebin. Zo is de regio-
indeling diverse malen gewijzigd: van vijf, naar
vier, naar twee, naar drie en weer naar vier
regio's. Met name de tijd dat we twee regio's
hadden was zwaar. Ik moest al het werk bene-
den de lijn Nijmegen ? Rotterdam bedienen,
met de nodige reistijd tot gevolg. En er kwa-
men in die tijd veel centrales bij door overna-
mes. Later, toen ik weer Noord- en Zuid-Hol-
land onder mijn hoede had, werd me dat te
veel. Toen heb ik het een tijdje rustiger aan
moeten doen."
WAT SPREEKT JE A AN IN HET VAK?
"De complexe eenvoud. De basis is nog steeds
1:2:3, maar daarachter gaat zo veel schuil.
Beton is zo veelzijdig, je kunt er werkelijk alles
mee maken. Ik ben betrokken geweest bij de
meest indrukwekkende projecten. Zo stond ik
daar ineens in de basculekelder onder de grote
pyloon van de Erasmusbrug, een ruimte zo
groot als een kathedraal. Schitterend!"
ALS BETONTECHNOLOOG KRIJG JE VA AK TE
MAKEN MET KLACHTEN. HOE ERVA AR JE DAT?
"Aannemers zijn snel ontevreden over het
beton, meestal uit onwetendheid. Soms over
de meest onbenullige dingen. Vaak was de
oorzaak duidelijk en lag die niet bij het product.
Een aannemer die klaagde over de kwaliteit
van het bovenste deel van een wand bijvoor -
beeld. Eén blik op de ver vuilde bekisting
maakte dan al voldoende duidelijk. Natuurlijk
lag het ook wel eens wel aan het beton. Waar
mensen werken, worden fouten gemaakt ? ook
bij betoncentrales. Voor de automatisering die
we nu kennen, werden betonsamenstellingen
veelal mondeling doorgegeven. Door spraak -
verwarring werden dan wel eens de verkeerde
hoeveelheden afgewogen. Heel soms gaf dat
serieuze problemen. In overleg en in volledige
transparantie met de opdrachtgever moet je in
zo'n geval onderzoeken hoe je dat oplost. Als
bijvoorbeeld de druksterkte in het gedrang komt, gaat het erom welke sterkte er minimaal
nodig is om de integriteit van de constructie te
waarborgen. Dat was wel eens spannend en de
zorgen achter volgden je wel eens tot op je
vakantieadres.
Een ander veelvoorkomend voorbeeld gaat
over problemen met de verwerkbaarheid of
de verpompbaarheid van beton. De zand/
grind-verhouding in een betonmengsel is
afhankelijk van de gradering van het beton
-
zand 0/4 mm. Het komt wel eens voor dat de
z
eefkromme van het betonzand waarop de
mengselberekening is gebaseerd niet over -
eenkomt met de gradering van het betonzand
in de d
agbunker waaruit werd geproduceerd.
Dit kan leiden tot discontinuïteit in korrelop -
bouw en dus tot problemen met verwerkbaar -
heid en/of verpompbaarheid. In dat geval
biedt een sne
lle herberekening de oplossing.
Met een aanpassing van 1% of 2% in de zand/
grind-verhouding zijn de problemen meestal
verholpen. Zo blijkt: een marginaal verschil
kan heel veel uitmaken."
WAT WAREN VOOR JOU BELANGRIJKE
WA ARDEN IN JE WERK?
" Wat voor mij altijd heel belangrijk was, is per
levering goed vastleggen wat er in het beton zit
en wat de gemeten eigenschappen zijn. Op die
informatie kun je altijd teruggrijpen op het
moment dat er vragen zijn. Je vind er vaak de
oorzaak van eventuele problemen. Ik heb het
eerder gezegd: beton is niet behekst. Als er iets
niet goed is, komt dat ergens door. We staan
echt wel eens met de handen in het haar. Je
kunt soms niet direct de vinger op de zere plek
leggen, maar uiteindelijk lukt het (bijna) altijd
om een oorzaak te vinden waarom iets anders
loopt dan je had bedacht.
Ik vind het verder belangrijk om integer te zijn
en transparant naar de klant. Als je open bent,
haal je vaak de angel eruit. Het kan goed bete -
kenen dat je er zo uiteindelijk als leverancier
beter uitkomt en de relatie met de klant
2 Handmatige rapportage uit 1984 over waterbehoefte van blanco beton in consistentiegebied 3 en op basis van
Hoogoven A cement (nu CEM III/B 42,5 N LH SR) en D
max 31,5 mm (incl. absorptiewater)
3
H
andmatige rapportage uit 1984 over specietemperatuur. Deze is in de loop der jaren toegenomen
Beton is niet behekst
20 VAKBL AD 3 2022
1. Interview Jaap van Eldik.indd 201. Interview Jaap van Eldik.indd 20 10-10-22 13:0910-10-22 13:09
bestendigt. De cultuur is veranderd, zakelijker
geworden. Door druk van bovenaf kunnen we
soms minder open zijn.
Wel heb ik er altijd plezier in gehouden om
aannemers dingen uit te leggen. Niet alleen
vertellen wat de oorzaak is en hoe het is op te
lossen, maar hen meenemen in de achter-
grond. Om op die manier problemen in de toe -
komst te helpen voorkomen. Vele Betoniekjes
zijn daarbij van pas gekomen. Die gaf ik dan
mee om alles nog eens na te lezen." DIE KENNISDELING IS VECHTEN TEGEN
DE BIERK A AI. HET KENNISNIVEAU HOLT
HARD ACHTERUIT HOOR JE VA AK ZEGGEN.
"Die er varing deel ik. Op de bouwplaats weten
ze soms nauwelijks nog hoe beton zich
gedraagt, waarom je bijvoorbeeld zou moeten
nabehandelen. Dit probleem begint in het
onderwijs. Vroeger waren er nog labs op
school. En lange tijd heb ik studenten van de
MTS en HTS mogen ontvangen bij ons op de
centrale om ze bezig te laten zijn met het mate
-riaal en er zo gevoel mee te krijgen. Die stu-
denten werden daar altijd erg enthousiast van.
Dan liet ik ze een mengselberekening maken
en ver volgens dat mengsel zelf maken. Prach-
tig vonden ze het als het resultaat overeen-
kwam. Dit soort bezoeken gebeurt volgens mij
minder tegenwoordig. In Rotterdam hebben
we dit in ieder geval lang niet meer gedaan.
Daar zou het Betonhuis misschien iets meer
bovenop mogen zitten. Ook Betoniek kan hier
-
bij een rol spelen, vooral in de aansluiting tus -
sen theorie en praktijk. Ik denk dat het op de
bouwplaats nog te weinig wordt gelezen."
WELKE WERKEN OF ONTWIKKELINGEN UIT
JOUW MEBIN-TIJD ZIJN JE HET MEEST
BIJGEBLEVEN?
"Ik bewaar goede herinneringen aan het Ocea-
nium, een van de eerste toepassingen van zelf -
verdichtend beton op grote schaal in Neder -
land. Die technologie vond zijn oorsprong in
Japan. We hadden er enige er varing mee opge -
daan met een proef bij een regiokantoor van
REDACTIE BETONIEK
Jaap van Eldik zat van 2008 tot begin 2020 in de redactie van Betoniek Standaard en is geestelijk vader
van een aantal bekende afleveringen, onder meer over ultra-hogesterktebeton, lichtbeton en
betongranulaat. Van Eldik over zijn tijd bij de redactie: "Ik heb het redactiewerk met heel veel plezier
gedaan. Het is een fijne club mensen met heel veel kennis. Daar heb ik altijd veel van opgestoken.
Alleen al dat laatste was het meer dan waard!"
Op de bouwplaats weten ze soms nauwelijks nog hoe
beton zich gedraagt
4 Mebin Heavycrete 4500 kgm 3
21 VAKBL AD 3 2022
1. Interview Jaap van Eldik.indd 211. Interview Jaap van Eldik.indd 21 10-10-22 13:0910-10-22 13:09
Rijkswaterstaat in Numansdorp. Dit was het
serieuze werk: een gekromde constructie met
voorspanning in twee richtingen, daar moest
haast wel zelfverdichtend beton in. Ik heb best
getwijfeld of we daar wel al klaar voor waren,
maar ik had er op enig moment voldoende ver-
trouwen in. Het werk is uiteindelijk zonder
grote problemen verlopen. Daar ben ik trots
op. Ook op mijn bijdrage aan de ontwikkeling
van hogesterktebeton. SPOB (Stichting Pro-
ductontwikkeling Betonmortel, red.) speelde
bij dit soort ontwikkelingen een belangrijke
rol. De bedrijven werkten samen om producten
te ontwikkelen. Iedereen bracht zijn kennis in.
Vanaf een bepaald moment kon dat niet meer.
Het werd bemoeilijkt vanwege mededinging,
maar ook uit concurrentieoverwegingen. SPOB
is daarna opgehouden te bestaan. Ik heb dat
altijd spijtig gevonden.
De meer kleinschalige ontwikkelingen waren
net zo goed mooi. Bijvoorbeeld de ontwikke -
ling van een bet
Reacties