VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON VAK BL AD
2 2024
Van maatschappelijke
waarde
NIEUWE SLUIS TERNEUZEN ? BESTR ALINGSBUNKERS ISAL A
? VEILIGHEID BEPALEND IN ONTWERP ? ECSN-WEBINAR
01-BV 2-2024_cover.indd 1 27-05-2024 09:12
Partner uitgelicht
Voorbij Prefab is al meer dan 85 jaar een toonaangevende en
innovatieve producent van duurzame prefab-betonproducten,
met focus op woningbouw en industrie.
Voorbij
Prefab
Heb je ook interesse om partner te worden, neem dan contact op met
Coen Smets, 06-10705780 of via e-mail c.smets@aeneas.nl.
Ook partner van Betoniek worden?
Met het delen van kennis draagt Betoniek al sinds 1970 bij aan een goede kwaliteit van de bouw in
Nederland. Dit doen we met hulp van onze partners, die net als wij het belang van kennis inzien.
Tegenover deze ondersteuning staan een aantal privileges, zoals een hoge korting op licenties,
aandacht in het vakblad en online en gratis gebruik van de vacaturebank.
robots aangestuurd. Deze kennis wordt actief
gedeeld met partners. Naast casco's voor
woningbouw maakt Voorbij Prefab hoogwaar-
dige en innovatieve producten voor de indus-
trie, zoals trafokasten, contragewichten en
buitenmeubilair.
Voorbij Prefab werkt hard aan duurzame
betoninnovaties en zoekt daarbij samen-
werkingen met partners in de branche om zo
kennis te delen en samen verder te komen.
V
anuit hun hypermoderne, gerobotiseerde
fabriek aan het Noordzeekanaal in
Amsterdam maakt het bedrijf prefab cas-
co's voor grondgebonden woningbouw met een opvallend hoog kwaliteitsniveau, tot op de milli-
meter nauwkeurig en met een strakke afwerking.
De productie is volledig gedigitaliseerd vanuit
BIM (Revit). Vanuit het model worden de
2 VAKBL AD 2 2024
02-BV 2-2024_Partnerpagina-uitgelicht.indd 2 27-05-2024 10:55
Schuttingtaal
Onder het motto 'reduce, reuse and recycle' was ik
laatst bezig met het repareren van de motor van
mijn zonnescherm. Geheel buiten mijn comfortzone
als betonbouwer was ik druk met faseschakelingen,
afstandsbedieningen en motorsteunen. Hoog op de
ladder hoorde ik ineens de buurman roepen ? ik
noem hem even Sjon: "Hee buurman, is je zonne-
scherrem kapot?" De woordenwisseling werd wat
bemoeilijkt door het geluid van nog meer doe-het-
zelvers, dus ik daalde van mijn alles-overziende
positie af en liep naar zijn tuin.
Ook Sjons scherm was aan de beurt geweest en
voordat we het wisten ging het gesprek over nog
zo'n wereldverbeterend project: zijn nieuwe schut-
ting. Wat bleek? Onlangs had een tweetal hoveniers
aangebeld bij zijn vrouw met de mededeling: "Dag
mevrouw, weet u dat uw schutting scheef staat en
hoognodig aan ver vanging toe is? Ja dat hout van
die palen hè, dat staat in de grond en dat gaat rotten
en dan is het gebeurd!" Het duo had, à la Jacobse en
Van Es, de ideale oplossing: een nieuwe houten
schutting met plinten en palen van? beton.
Daar stond ik, in een mentale spagaat. Ga ik Sjon
braaf vertellen dat ik vorig jaar twee verrotte houten
palen van mijn eigen schutting heb ver vangen door
nieuwe toekomstig verrotte palen? Of complimen-
teer ik hem met zijn deugdelijke keuze voor een
onverwoestbaar materiaal? Kiezen tussen sustai-
nability of durability. Ik heb het antwoord even
uitgesteld door me verder te verdiepen in de
AI-functionaliteit van mijn nieuwe zonnescherm?
In dit voorwoord wil ik namens redactie en uitgever
een groot woord van dank en waardering uitpreken
aan onze vertrekkende redactieleden Gert van der
Wegen, Jan Remmits en Eelco van der Weij. Dat
combineer ik graag met het voorstellen en verwel-
komen van onze nieuwe redactieleden Marique
Ruijs en Peter Kraaijeveld.
Ik wens jullie veel leesplezier.
Hans Kooijman
Hoofdredacteur Betoniek Vakblad
Voor reacties: hanskooijman@betoniek.nl
NIEUWE SLUIS TERNEUZEN
De Nieuwe Sluis Terneuzen is na de Nieuwe
Zeesluis IJmuiden de grootste sluis van
Nederland. De sluis zorgt voor een betere
toegang naar het Kanaal Gent-Terneuzen en
vormt een cruciale schakel in de Seine-
Scheldeverbinding. Dit artikel gaat over de
belangrijkste uitvoeringstechnische onder-
werpen van het project.
4
BESTR ALINGSBUNKERS ISAL A
Het radiotherapiecentrum van het Isala zieken-
huis in Zwolle wordt uitgebreid met twee
nieuwe bestralingsbunkers. Grotendeels zijn
deze wanden toegepast in een standaard con-
structiebeton. Op enkele plekken zijn modulaire
elementen in zwaarbeton, met een volumieke
massa van 3900 kg/m
3 of meer, geplaatst. 14
BOUWEN A AN EEN VEILIGE
ONDERSTEUNING
Om de veiligheid van steigers en ondersteu-
ningsconstructies op de bouwplaats te
kunnen waarborgen, moet daar de juiste aan-
dacht aan worden besteed. Zowel in het
ontwerp als tijdens de montage. De redactie
van Betoniek vroeg aan Dennis Beijer van
MADEMA wat daar allemaal bij komt kijken.
20
ECSN-WEBINAR CONCRETE AND
SUSTAINABILIT Y
De ECSN organiseert jaarlijks een voor
iedereen gratis toegankelijk webinar. Behalve
bijdragen over nieuwe bindmiddelen en
secundaire toeslagmaterialen, waren er
presentaties rond het belang van integraal
construeren en het hergebruik van materialen.
Dit artikel beschrijft de belangrijkste
gedeelde inzichten.
24 JUNI 2024
JA ARGANG 11
EN VERDER
Partner uitgelicht/partners 2 Colofon 31
VOOR TECHNOLOGIE EN UIT VOERING VAN BETON VAK BL AD 2 2024
Van maatschappelijke
waarde
NIEUWE SLUIS TERNEUZEN ? BESTR ALINGSBUNKERS ISAL A ? VEILIGHEID BEPALEND IN ONTWERP ? ECSN-WEBINAR
01-BV 2-2024_cover.indd 1 27-05-2024 09:12
Foto voorpagina:
Bouw betonconstructies
buitenhoofd, november 2021
(foto: Nieuwe Sluis Terneuzen)
3 VAKBL AD 2 2024
INHOUD
03-BV 2-2024_inhoud_redactioneel.indd 3 27-05-2024 09:17
UIT VOERING VAN DE OP EEN NA
GROOTSTE SLUIS VAN NEDERL AND
Nieuwe Sluis
TERNEUZEN
1 Natte ontgraving bouwkuip van het buitenhoofd en droge
ontgraving bouwkuip van het binnenhoofd, juni 2020.
Foto: Mario Vermeirssen / Droneteam Rijkswaterstaat
ARTIKELENSERIE IN CEMENT
Dit artikel is een samenvatting van een vier-
delige artikelenserie en een aanvullend los-
staand artikel over de Nieuwe Sluis Terneuzen
die tussen 2021 en 2023 in Cement zijn ver-
schenen. Deze Cement-artikelen gaan met
name in op het constructief ontwerp.
Lees de vijf artikelen over de Nieuwe Sluis
Terneuzen nu tijdelijk gratis in Cement:
De Nieuwe Sluis Terneuzen (1) ? Ontwerp,
fasering en bouwmethode van de een na
grootste sluis in Nederland (31 maart 2021),
door Emile van Doorn, Paul Wernsen,
Marc Bool (Sassevaart / BAM Infraconsult)
en Tommy Erdsieck (Sassevaart / Royal
HaskoningDHV)
De Nieuwe Sluis Terneuzen (2) ? Ontwerp van
de sluiskolk (14 juni 2023), door Martin de
Graaf, John Snepvangers (Sassevaart / DEME
Infra), Paul Wernsen en Marc Bool (Sasse-
vaart / BAM Infraconsult)
De Nieuwe Sluis Terneuzen (3) ? Ontwerp van
de sluishoofden (15 augustus 2023), door
Emile van Doorn (Sassevaart / BAM Infra-
consult), Ronnie de Rooij (Sassevaart / De
Rooij Engineering (tijdens het project BAM
Infraconsult)) en Edwin Swarttouw (Sasse-
vaart / Blackrope)
De Nieuwe Sluis Terneuzen (4) ? Ontwerp van
de brugkelders (5 oktober 2023), door Floren-
tijn de Beukelaer (Sassevaart / Boskalis (tij-
dens het project BAM Infraconsult)), Arjan van
der Giessen (Sassevaart / Iv-Infra), Ronnie de
Rooij (Sassevaart / De Rooij Engineering (tij-
dens het project BAM Infraconsult)) en Emile
van Doorn (Sassevaart / Royal HaskoningDHV
(tijdens het project BAM Infraconsult))
Ontwerp en afzinken bodemroosters ?
Bodemroosters in sluiskolk van Nieuwe Sluis
Terneuzen onderdeel van nivelleersysteem
(20 oktober 2022), door Koen van Doremaele
(BAM Infraconsult) en Sander van Dalen (door
CI Engineers gedetacheerd
bij BAM Infraconsult)
Auteurs Marc Bool, Sassevaart / BAM Infraconsult met diverse medeauteurs (zie kader 'Artikelenserie in Cement')
VAKBL AD 2 2024 4
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 4 27-05-2024 10:30
De Nieuwe Sluis Terneuzen is na de Nieuwe Zeesluis
IJmuiden de grootste sluis van Nederland. De sluis zorgt
voor een betere toegang naar het Kanaal Gent-Terneuzen
en vormt een cruciale schakel in de Seine-Schelde-
verbinding. Dit artikel gaat over de belangrijkste
uitvoeringstechnische onderwerpen van het project. PROJECTGEGEVENS
Project Nieuwe Sluis Terneuzen
Opdrachtgever Vlaams-Nederlandse Scheldecommissie
(VNSC, een samenwerkingsverband tussen het Nederlandse
Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en het Vlaamse
Departement van Mobiliteit en Openbare Werken)
Opdrachtnemer Consortium Sassevaart (een samenwerking
van BAM, DEME, Stadsbader Contractors, Van Laere en Equans)
Integraal ontwerp BAM Infraconsult, DIMCO, Equans, Van
Laere en Dredging International, ondersteund door onder
andere Arcadis, Iv-Infra, Fugro en Royal HaskoningDHV
Contractvorm Design & Construct (UAV-GC)
5 VAK BL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 5 27-05-2024 10:30
H
et sluizencomplex Terneuzen bestond
tot voor kort uit drie sluizen: de Midden-
sluis, de Oostsluis en de Westsluis.
Alleen de Westsluis (lengte × breedte × drem-
peldiepte = 290 m × 40 m × NAP ?13,5 m) is
geschikt voor de grotere zeescheepvaart. Sinds
2017 bouwt het consortium Sassevaart aan een nieuwe zeesluis met afmetingen van 427 m × 55 m
× NAP ?16,44 m (foto 2 en 3) De Nieuwe Sluis is
geschikt voor zeeschepen met afmetingen van
366 m lang, 49 m breed en een diepgang van
14,5 m en is volgens planning operatief in 2024.
Het consortium ontwerpt, bouwt en onderhoudt
de sluis tot twee jaar na oplevering.Het project Nieuwe Sluis Terneuzen omvat de
bouw van een sluiskolk, twee sluishoofden, de
realisatie van diverse kades, geleidewerken,
wacht- en opstelplaatsen, het verdiepen van
de voorhavens, een nieuwe dienstenhaven,
drie gebouwen en de sloop van de Middensluis,
alsmede de aangepaste weginfrastructuur en
de landschappelijke inpassing. Het ver volg van
dit artikel gaat in op de realisatie van de sluis-
kolk en de sluishoofden (zie kader 'Onderdelen
van een sluis').
4 Overzicht van de sluisonderdelen. Bron: nieuwesluisterneuzen.eu
2 Voormalige sluizencomplex Terneuzen3 Impressie van de toekomstige situatie
Meer dan vijftig bodemperforaties garanderen dat de opwaartse
druk onder de onderwaterbetonvloer van de sluiskolk nooit te hoog
kan oplopen
6 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 6 27-05-2024 10:30
SLUISKOLK
De sluiskolk verbindt de twee sluishoofden met
elkaar en biedt ruimte aan schepen tijdens het
schutproces (?g. 5). De sluiskolk bestaat grof-
weg uit de volgende onderdelen: een oostelijk
gelegen kolkwand en parallel hieraan een wes-
telijke kolkwand, met hierin geïntegreerd een
nivelleerkanaal, en een kolkbodem.
Het nivelleersysteem bestaat uit een inlaat bij
elk van de sluishoofden, die in verbinding staan
met het nivelleerkanaal dat langs de volledige
lengte van de kolk loopt. Het nivelleerkanaal
sluit aan op een betonnen caisson dat op twee
symmetrische locaties in de kolk is gepositio-
neerd en openingen in het dak bevat ten
behoeve van de nivelleerfunctie. Vanwege
deze geometrie worden deze caissons bodem-
roosters genoemd.
Bouwkuip
De sluiskolk wordt in den natte gemaakt (laag-
ste waterstand in de kolk gedurende realisatie
NAP ?5,0 m). De kolkwanden worden uitge-
voerd als combiwand, een combinatie van
damwandpro?elen en stalen buispalen. Het
nivelleerkanaal is gemaakt door achter de
westelijke kolkwand een 1,5 m dikke betonnen
grondkerende diepwand te realiseren (?g.6).
De combiwand van de westelijke kolkwand
keert alleen waterstandsverschillen en kon
daarom lichter worden uitgevoerd dan de
grondkerende wand. Deze werd geplaatst op
het moment dat de kolk was ontgraven en kon
daardoor vrijstaand vanaf het water en zeer
nauwkeurig worden geplaatst.
Conform contract moest het nivelleerkanaal in
beton worden uitgevoerd. Tegen de combi-
5 Bovenaanzicht sluis met in het midden de sluiskolk met twee bodemroosters
6 Isometrisch aanzicht bodemrooster (over de breedte van de kolk)
ONDERDELEN VAN EEN SLUIS
Er zijn twee typen sluizen, sluizen met een
scheepvaartfunctie en sluizen voor de water
-
huishouding. Het eerste type wordt ook wel
schutsluis genoemd. Het is een kunstwerk dat
het mogelijk maakt om schepen van het ene naar
het andere peilgebied te brengen. Een schip kan
ermee worden opgeschut of afgeschut, respec
-
tievelijk omhoog- of omlaaggebracht.
De Nieuwe Sluis Terneuzen is een combinatie
van de twee typen. De sluis is bedoeld voor
grote scheepvaart, tussen de Oosterschelde
en het Kanaal Gent-Terneuzen, maar heeft ook
een waterhuishoudkundige functie. Bij een
extreem hoog of laag kanaalpeil kan de sluis
water spuien respectievelijk innemen, ten
behoeve van de waterhuishouding rond het
Kanaal Gent-Terneuzen.
De schutsluis bestaat uit een sluiskolk met aan
beide zijden een sluisdeur. Deze deuren vormen
de beweegbare waterkering en bevinden zich
in de sluishoofden. Daarbij ligt het zoge-
noemde binnenhoofd aan de kanaalzijde en
het buitenhoofd aan het buitenwater.
De Nieuwe Sluis Terneuzen heeft een
nivelleer kanaal, ook wel het omloopriool
genoemd. Het nivelleerkanaal dient ervoor om
de waterstand in de sluiskolk aan te passen.
Door ofwel water aan te voeren of juist weg te
laten stromen, afhankelijk van de waterstand
aan de kant waar het schip naartoe moet. Dit
heet nivelleren.
diepwand
nivelleerkanaal
westelijke kolkwand(combiwand)
bodemrooster
holle ruimte
7 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 7 27-05-2024 10:30
wanden zijn prefab-betonschorten afgehangen.
De ruimte tussen schort en combiwand werd na
afhangen, stellen en ?xeren opgevuld met
beton, zodat er één geheel voor het nivelleer-
kanaal ontstond. Aan de bovenzijde zijn combi-
wand en diepwand met elkaar verbonden door
middel van een betonnen kokerconstructie. Kolkbodem
De bodem van de sluiskolk bestaat uit een
ongewapende en niet-verankerde onder-
waterbetonvloer (owb-vloer) van 1 m dik.
De vloer is maar beperkt in staat opwaartse
belastingen als waterdruk op te nemen. Om te
garanderen dat de opwaartse druk onder de vloer nooit te hoog kan oplopen, zijn meer dan
vijftig bodemperforaties, verdeeld over het
vloeropper vlak, in de owb-vloer opgenomen.
Elke bodemperforatie bestaat uit een prefab-
betonblok van 2 m × 2 m × 1 m met vier sparin
-
gen, die zijn afgedekt met een ?lterconstructie
van kunststofroosters en geotextiel. Dit om
dichtslibben van het grindbed onder de
owb-vloer te voorkomen (?g. 7a en 7b). De
toestroom van water door de perforaties is
dusdanig klein dat dit een verwaarloosbare
invloed heeft op het schutproces.
Bodemroosters
De bodemroosters, de constructies in de
kolkbodem met een nivelleerfunctie,
bestaan uit grote rechthoekige betonnen
'dozen', lengte 57,25 m, breedte 17,0 m en
hoogte 4,90 m (?g. 8), met daar bovenop een
betonnen dak voorzien van doorstroom-
openingen. Er worden twee bodemroosters
toegepast: één op circa ¼ van de kolklengte
en één op ¾ (conform het door opdracht-
gever aangeleverde ontwerp van het nivel
-
leersysteem).
7 Isometrisch aanzicht (links) en doorsnede (rechts) bodemperforatie
8 Isometrische aanzicht met diverse onderdelen bodemrooster
8 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 8 27-05-2024 10:30
De zone in het nivelleerkanaal (links in ?g. 8)
heeft vijf waterinlaten van 4,8 × 2,8 m
2 met een
gekromde ramp. Er zijn vier binnenwanden om
de dakbalk met daarop de prefab panelen van
het nivelleerkanaal te ondersteunen. In het
gedeelte onder de kolk zijn 2 × 8 wandkolom-
men geplaatst om het dak met de doorstroom-
openingen te ondersteunen. Die zone is ook
voorzien van een hellingbaan om te voldoen
aan de hydraulische randvoorwaarden. In het
dak zijn 43 × 16 = 688 ronde (Ø300 mm) door-
stroomopeningen voorzien.
Afzinken
De bodemroosters zijn gemaakt in een tijdelijk
bouwdok en ver volgens afgezonken op de
gewenste positie. Ze zijn gebouwd in een
bouwkuip in de (destijds) nog niet ontgraven
sluiskolk (foto 9.) In eerste instantie was de
gedachte om de hellingbaan en ramp onder
water te storten als de bodemroosters op hun
de?nitieve locaties zouden liggen. Bij nader
inzien bleek dit vanwege de grote diepte en
de beperkte toegang een lastige (zo niet
onmogelijke) operatie te worden met de
nodige risico's. Om deze reden is er voor geko-
zen de hellingbaan en ramp al in de bouwkuip
aan te brengen.Na ontgraven van het zuidelijk deel van de
kolk, is het waterpeil in de kolk verhoogd en is
de bouwkuip van de bodemroosters onder
water gezet. Om de bodemroosters te kunnen
laten opdrijven, is alleen de bovenste 300 mm
van de hellingbaan uitgevoerd in beton. Er is
een iets lichter betonmengsel dan normaal
toegepast. De zone eronder is voorzien van
geëxtrudeerd polystyreen (XPS). Ook zijn de
688 doorstroomopeningen, vijf waterinlaten en één toegangsluik van 1,5 × 1,5 m
2 volledig
waterdicht gemaakt. Hier voor zijn afdichtings-
platen toegepast, bestaande uit een staalplaat
met daaronder een houten uitvulling en langs
de randen een samendrukbaar rubberpro?el.
Omdat het eigen gewicht van de platen onvol-
doende was om waterdichtheid direct onder de
waterlijn te garanderen, is het rubber voor-
gespannen door middel van draadeinden ver-
bonden met in het dak ingestorte ankers.
9 Betonwerk van het bodemrooster is gereed
10 Afzinken bodemrooster
9 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 9 27-05-2024 10:30
Daarna zijn de bodemroosters met behulp van
afzinkpontons één voor één afgezonken op hun
de?nitieve positie (foto 10). Voor het afzinken
is gekozen voor uitwendige ballast (395 ton) in
de vorm van massief stalen blokken boven op
het dak. Afzinken met ballastwater was van-
wege de aanwezigheid van de hellingbaan niet
mogelijk, omdat er slechts beperkt ruimte was
en het water daardoor excentrisch zou zijn
gepositioneerd en instabiliteit kon veroorzaken.
Tijdens de operatie werd het betonelement
gestabiliseerd door vier individuele lieren.
Door de belasting op de hijspunten van de
lieren constant op circa 10 ton te houden, kon
het geheel stabiel en gecontroleerd worden
afgelaten. Na het bereiken van de gewenste
positie zijn de lieren afgelaten en is het bodem-
rooster op een grindbed geplaatst en gevuld
met water. Het totale afzinkproces, inclusief
het positioneren, heeft bij beide bodemroos-
ters circa zeven uur geduurd en is daarmee
voorspoedig en succesvol verlopen.
SLUISHOOFDEN
De sluishoofden zijn de constructies aan het
begin en het einde van de schutsluis. In deze
sluishoofden bevinden zich de beweegbare
afsluitmiddelen. Aan de zijde van de Wester-
schelde (noordzijde) bevindt zich het buiten-
hoofd en aan de zijde van het Kanaal Gent-
Terneuzen (zuidzijde) het binnenhoofd. De
constructies van het buiten- en binnenhoofd
zijn vrijwel spiegelsymmetrisch. De sluishoof-
den bestaan uit de deurkassen, drempel, inlaatconstructie en brugkelders met geïnte-
greerde stalen basculebrug. De betonnen
constructieonderdelen zijn monoliet met
elkaar verbonden en gefundeerd op staal. De
constructies van de sluishoofden worden
gebouwd in een bouwkuip met diepwanden,
combiwanden en een owb-vloer.
Deurkassen
Beide sluishoofden hebben niet één maar twee
naast elkaar gelegen, identieke roldeuren.
Hierdoor kan de sluis blijven functioneren bij
onderhoud van een van de deuren, zodat de
beschikbaarheid voor de scheepvaart zo hoog
mogelijk is. Elke roldeur is gesitueerd in een
deurkas. Bij onderhoud aan een deur wordt deze deurkas drooggezet en ingericht als
droogdok. De dubbele deurkassen per sluis-
hoofd zijn twee U-vormige bakken die tegen de
diepwanden van de bouwkuip worden gestort
(foto 11). De diepwanden hebben een tijdelijke
grondkerende functie en worden los gehouden
van de dubbele U-vormige constructie. Ze zijn
verankerd met legankers, die worden door-
gekoppeld in de buitenwanden van de deur-
kassen (?g. 12). Voor de doorkoppeling is een
omhullingskoker/-buis toegepast om verticale
verplaatsingsverschillen te kunnen opvangen.
Sponningwand en drempel
Tegenover de deurkassen, aan de andere zijde
van het water, bevindt zich de sponningswand.
Tussen de beide deurkassen aan de ene kant
en de sponningswand aan de andere kant
bevindt zich op de bodem van de sluis een
drempelconstructie. De drempel is ter plaatse
van de roldeuren voorzien van horizontaal en
verticaal geplaatste rails. De onderrolwagens
waarop de deuren rusten, worden bij het ope-
nen en sluiten met deze rails horizontaal en
verticaal geleid. Deze functies vereisen een
grote mate van maatvastheid van de drempel.
Daarom is de drempel uitgevoerd als een 4,0 m
dikke betonplaat.
Inlaatconstructie
Aan het uiteinde van het nivelleerkanaal (dat
parallel aan de westelijke kolkwand loopt)
bevindt zich bij beide sluishoofden de mond
van de inlaatconstructie (?g. 13). Via deze con-
structie wordt het water het nivelleerkanaal
in- of uitgeleid. De inlaatconstructie bevat ook
11 Bouw deurkassen en brugkelder
(bron: Nieuwe Sluis Terneuzen)
12 Principe deurkas
ïUñ ïUñ
]?? v
oPvl?
vl??Z?u ( ]v] ?]??}v}v? ????]
}v?? ???}v
}}?l}??o ] vP vl?
v?(]v]?]?
}v?????]?v ??? ? vo P
~?]vPu?
10 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 10 27-05-2024 10:30
een schuivenhuis. Door middel van de schuiven
in het schuivenhuis kan het waterniveau in de
kolk worden geregeld.
Brugkelder
In beide sluishoofden is aan de oostzijde vlak
naast de deurkassen een brugkelder gesitu-eerd met daar bovenop een geïntegreerde sta-
len basculebrug die de mogelijkheid biedt om
wegverkeer over de sluis te laten passeren. De
brugkelder biedt ruimte aan het contragewicht
en het bewegingswerk, en fungeert tevens als
fundering. Aan de westzijde bevindt zich het
landhoofd, dat is geïntegreerd in de mond van de inlaatconstructie. De brugkelder van het
buitenhoofd ligt buiten de buitenste sluis-
deuren en maakt deel uit van de primaire
waterkering. Deze brugkelder is dan ook 2,0 m
hoger (niveau primaire kering is NAP +9,5 m)
dan de brugkelder van het binnenhoofd.
Bouwkuipen
De sluishoofden worden in den droge gereali-
seerd in twee grote open bouwkuipen van circa
100 × 150 m
2 (roze lijn in ?g. 14). Tijdens de
tender is als alternatief een waterkerende
cement-bentonietwand in combinatie met een
open ontgraving met getrapt talud overwogen.
Omdat de kosten van beide varianten elkaar
niet veel ontliepen en het ontwerp van de
bouwkuipvariant de minste onzekerheden had,
is toch voor een volledig omringde bouwkuip
gekozen.
Andere tijdens de tender onderzochte alterna-
tieven voor de bouw van de sluishoofden
waren het pneumatisch afzinken, zoals toe-
gepast bij Zeesluis IJmuiden, en het invaren en
13 Mond van de inlaatconstructie en landhoofd basculebrug
14 Overzicht van het buitenhoofd met contour van de bouwkuip (de kant van de Westerschelde)
PNMPPQSJPPM CPEFNSPPTUFS
TMVJ
TLPM
L
GSPOUNVVSOPPSEPPTU
JOMBBUFOVJUMBBU ESFNQFM
CBTDVMFLFMEFS
EFVSLBT
DPOUPVSCPVXLVJQ
DPNQBSUJNFOUFSJOHTXBOE
DPNQBSUJNFOUFSJOHTXBOE
11 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 11 27-05-2024 10:31
afzinken. Vanwege de technische haalbaarheid
en de risico's zijn deze beide varianten afgeval-
len en is dus gekozen voor de bouw in een
bouwkuip in den droge.
Bouwkuipwanden
De bouwkuipwanden die na de bouw van de
sluishoofden volledig in de grond achterblij-
ven, zijn uitgevoerd als diepwanden van 1,5 m
dikte. De wanden die op de plaats van de
toekomstige kolk tot de kolkbodem moeten
worden verwijderd, de zogenoemde comparti-
menteringswanden, zijn uitgevoerd in
combiwanden. Deze bestaan uit buispalen met
een diameter van Ø1,4 m, gecombineerd met
tussenplanken A Z26-700N. Voor dit deel is niet
voor diepwanden gekozen, omdat het onder
water slopen te veel tijd in beslag zou nemen.
De combiwanden zijn afgehangen in een
cement-bentonietsleuf van 1,5 m dikte. Zowel
de cement-bentonietsleuf als de diepwanden
reiken tot een diepte van NAP ?45,0 m. De
buispalen en de wapeningskor ven in de diep-
wanden reiken tot circa NAP ?35,0 m. De com-
biwanden kunnen na de bouw van de
sluishoofden niet in zijn geheel worden verwij-
derd en worden daarom onder water afge-brand. De buispalen van de compartimente-
ringswanden moeten daar voor vrij van
cement-bentoniet zijn. Hier voor zijn deksels in
de buispalen aangebracht onder het afbrand-
niveau (ca. NAP ?18,0 m en 1,0 m onder de
kolkbodem). In het deel boven de deksels komt
wel water in de buispalen, maar dat heeft geen
invloed op het afbranden van de palen. Op het
niveau van de owb-vloer zijn de buispalen
gevuld met cement-bentoniet.
Met de verankerde wandconstructies kon binnen
de bouwkuip met behulp van een spannings-
bemaling droog worden ontgraven tot NAP
?11,0 m (foto 15). Deze diepte is dusdanig geko
-
zen dat die niet maatgevend werd voor de wan-
den. Na deze droge ontgraving werd het water in
de bouwkuip opgezet tot NAP +0,0 m. Hiermee
werd de resulterende waterdruk van de wanden
gehaald en kon in den natte tot de benodigde
diepte van NAP ?22,0 m worden ontgraven, om
ver volgens het onderwaterbeton aan te kunnen
brengen. Na uitharden van de owb-vloer kon de
bouwkuip worden drooggezet.
Onderwaterbetonvloer
Om de diep- en combiwanden bij het droogzet-
ten van de bouwkuip te steunen, is op het ont-gravingsniveau van NAP ?22,0 m een 0,4 m
dikke grindlaag met daarop een 1,0 m dikke
owb-vloer aangebracht. Deze owb-vloer heeft
geen waterkerende functie, maar fungeert
enkel als stempel voor de wanden. Zonder
extra maatregelen zou deze vloer opbarsten.
Er is daarom gekozen voor de toepassing van
een spanningsbemaling in het tweede water-
voerende pakket (?g. 16 W VP 2) onder de
Boomse Klei. Net als bij de kolkbodem is de
owb-vloer van de sluishoofden voorzien van
een aantal perforaties dan wel noodoverlaten,
om onvoorziene waterdrukopbouw tegen de
owb-vloer te voorkomen. Water dat uit de
perforaties stroomt, wordt opgevangen en
weggepompt.
Raakvlak met de bouwkuip
Om te voorkomen dat de op staal gefundeerde
constructies van het sluishoofd ? de deurkas-
sen, de inlaatconstructie en de brugkelder ?
(deels) op de diepgefundeerde diepwanden
gaan dragen en er mogelijk onvoorziene
krachtswerking zou ontstaan, is hiertussen
bewust een open 'voeg' gecreëerd. Dat is
gedaan door middel van een onthechtingsmid-
del tegen de diepwanden, namelijk Enkadrain
CK20 met een dikte van 22 mm. Het Enkadrain
heeft een dubbele functie. Het voorkomt dat
holle ruimten van de (one?en) diepwand zich
vullen met betonspecie/cementmelk en borgt
tegelijkertijd dat de diepwand los blijft van de
constructie. Het materiaal is echter elastisch
en wordt door de speciedruk tijdens het storten
ordegrootte 15 mm ingedrukt. Tegen de com-
biwanden is Airex toegepast (foto 17).
15 Droge ontgraving bouwkuip binnenhoofd
(foto: Mario Vermeirssen / Droneteam Rijkswaterstaat)
16 Schematische weergave spanningsbemaling in
tweede water voerende pakket onderwater -
betonvloer
Mogelijk onvoorziene krachtswerking tussen de op staal
gefundeerde constructies en de diepgefundeerde diepwanden
wordt voorkomen door een open 'voeg' in Enkadrain
Freatisch
WVP1
Boomse
Klei
WVP2
12 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 12 27-05-2024 10:31
ANIMATIEVIDEO
Bekijk de animatievideo van 1 minuut van de
bouw van de Nieuwe Sluis Terneuzen.
De bouwkuipwanden zijn met inachtneming
van plaatsingstoleranties, scheefstanden en
ver vormingen zo geplaatst dat deze buiten het
minimale pro?el van de betonnen brugkelder
worden gerealiseerd. Dit resulteert uiteindelijk
in een ruimte tussen de bouwkuipwand en de
de?nitieve betonconstructie die, met de
verschillende betonstorten mee, met ongewa-
pend beton is opgevuld tegen het onthech-tingsmiddel aan. Aan de waterzijde is niet over
de volledige hoogte tegen de bouwkuipwand
aan gestort, maar is vanaf een bepaald niveau
bekisting toegepast. Op deze wijze wordt
er voor gezorgd dat de frontmuur, die in het
zicht komt, een vlak uiterlijk heeft.
ONTKOPPELING FA SERING SLUISHOOFD EN
SLUISKOLK
De fasering tussen de in den droge uitgevoerde
sluishoofden en in den natte uitgevoerde kolk
verschilde sterk, waardoor de bouw van beide
onderdelen van elkaar afhankelijk was. Om de
bouwtijd en de afhankelijkheden tussen kolk
en sluishoofden te beperken, is bij de compar-
timenteringswanden tussen de kolk en de
bouwkuipen van de sluishoofden een schoor-
constructie toegepast in de bouwkuipen (?g.
18). Deze schoorconstructie was in staat de
functie van de legankers over te nemen, waar-
door de kolk kon worden gebaggerd. Op deze
manier konden beide onderdelen grotendeels
gelijktijdig worden uitgevoerd.
De schoorconstructie bestaat uit een gording
die tegen de compartimenteringswand wordt
aangebracht (NAP ?5,4 m). De stempels wor-
den na het droogzetten van de bouwkuip afge-
steund tegen een drempel die met ingeboorde
stekken met de owb-vloer is verbonden.
17 Airex tegen de combiwanden en Enkadrain
tegen de diepwanden
TDIPSFO?IPI
N
DPNQBSUJNFOUFSJOHTXBOE
LPMLCPEFN
ESFNQFM
SAMENWERKING TUSSEN ONTWERP EN
REALISATIE
Het ontwerpen en ver volgens bouwen van
constructies zoals de Nieuwe Sluis Terneuzen
vraagt om een nauwe samenwerking tussen
de teams Ontwerp en Realisatie. Hierin is dan
ook nadrukkelijk geïnvesteerd; Ontwerp en
Realisatie zaten letterlijk naast elkaar. Zonder
het meenemen van de maakbaarheid en
inkoopaspecten kan een ontwerp rekentech-
nisch voldoen maar toch de plank misslaan,
met faalkosten in de uitvoering tot gevolg. De
afstemming in de ontwerpfase bleek bijzonder
waardevol, aangezien het ontwerp gerealiseerd
is zonder noemenswaardige aanpassingen
tijdens de uitvoering.
18 Schoorstempels nemen de functie over van de reguliere trekankers bij de compartimenteringswand
13 VAKBL AD 2 2024
04-BV 02_2024_Nieuwe Sluis Terneuzen.indd 13 27-05-2024 10:31
SCHILD VAN DIKKE BETONWANDEN EN ELEMENTEN IN ZWA ARBETON TOEGEPA ST IN
NIEUW R ADIOTHER APIECENTRUM ISAL A ZIEKENHUIS ZWOLLE
Bestralingsbunkers
PROJECTGEGEVENS
Project Uitbreiding radiotherapiecentrum
Isala ziekenhuis Zwolle
Opdrachtgever Isala
Constructief ontwerp Royal HaskoningDHV
Uitvoering BAM Bouw en Techniek i.s.m.
BAM Advies & Engineering
Betonbouw bunkers en modulaire
betonblokken Rook Bouw (Vollenhove)
Leverancier beton Heidelberg Materials
Beton (voorheen Mebin)
1 Overzicht van de bouw van de bunker
Auteurs Stephan Kin, BAM Bouw en Techniek ? Eddy Holla, Royal HaskoningDHV ? Jacko Rook, Rook Bouw
Isala
14 VAKBL AD 2 2024
14-BV 02_2024_Bestralingsbunkers Isala.indd 14 27-05-2024 09:24
D
e afdeling Radiotherapie van het Isala
ziekenhuis in Zwolle groeide van 1800
patiënten in 2008 naar 2800 patiënten in
2018. Ook de bestralingstechniek stond in die
tijd niet stil. De gewenste nieuwe bestralings-
toestellen pasten niet meer in de bestaande
bestralingsruimte. Daardoor ontstond de
behoefte aan een uitbreiding met twee nieuwe
bestralingsruimten, die geschikt zijn voor
geavanceerde medische technologieën.
VOORBEREID OP DE TOEKOMST
Bij aanvang van de bouwactiviteiten van de
uitbreiding van het Zwolse Isala ziekenhuis
was nog niet exact bekend welk type bestra-
lingsapparatuur (zie kader 'Gamma Knife en MR-Linac') in de bunkers zou komen te staan.
Het ontwerp van de bunkers is daarom zodanig
gemaakt, dat het mogelijk is om alle, op dit
moment beschikbare, bestralingstoestellen te
plaatsen.
DICHTHEID BETON
De omgeving moet in alle gevallen beschermd
worden tegen de hoogenergetische straling
die de bestralingsapparatuur genereert (zie
kader ' Tegenhouden straling'). Dit gebeurt
door de constructie rondom het apparaat uit te
voeren in beton. Daarbij worden onder meer
eisen gesteld aan de minimale dichtheid van
het beton. Ofwel de dikte van de wanden in
relatie tot de volumieke massa van het beton.
GAMMA KNIFE EN MR-LINAC
In 2021 werd Isala het derde ziekenhuis in
Nederland met een Gamma Knife, een innovatief
bestralingstoestel voor precisiebestraling van
onder andere hersentumoren en uitzaaiingen in
de hersenen. Bij deze techniek komen een groot
aantal bundels met een zwakke straling bijeen in
één punt, waardoor één zwaartepunt ontstaat,
die precies op een te behandelen gebied kan
worden gericht. Niet de stralingsbundels, maar
de patiënt wordt bij deze techniek in de juiste
positie gebracht. Bij andere, zogenoemde dyna-
mische bestralingstechnieken bewegen juist de
bundels en niet de patiënt.Door de nieuwe, grote bunkers is de afdeling ook
voorbereid op de eventuele komst van een MR-
Linac (Magnetic Resonance Linear Accelerator).
Dit is een combinatie van een MRI-scanner en
een bestralingsapparaat (lineaire versneller).
Een MRI-scanner maakt gedetailleerde beelden
waarop het bij de patiënt te behandelen gebied
goed zichtbaar is, ook gedurende de bestralings-
behandeling. De samenvoeging van beide func-
ties maakt het mogelijk de bestraling gerichter te
laten plaatsvinden, zodat gezond weefsel minder
belast wordt en er minder bijwerkingen
optreden.
TEGENHOUDEN STR ALING
De bestralingstoestellen (lineaire versnel-
lers) die in de radiotherapie voor de behande-
ling van kankerpatiënten worden gebruikt,
produceren hoge dosissen ioniserende stra-
ling. In de Kernenergiewet zijn normen opge-
nomen waaraan stralingsniveaus buiten de
bestralingsbunker moeten voldoen. Binnen
het ziekenhuis mag de dosis die iemand kan
oplopen in één jaar niet hoger zijn dan 1 mSv
(millisievert). Op de terreingrens geldt een
nog veel strengere limiet. Om dit te realiseren,
is een verzwakking van de straling tot een fac-
tor van circa 10.000.000 nodig. De constructie
waarin de bestralingstoestellen staan, moet
voor deze verzwakking zorgen.
In grote lijn is de verzwakking voor röntgen-
straling met deze energie evenredig met de
dichtheid van het constructiemateriaal, uitge-
drukt in volumieke massa (kg/m
3). Hoe hoger
de dichtheid, hoe beter de bescherming.
Vanuit kostenoverweging wordt vaak gekozen
voor standaard constructiebeton (ca. 2350 kg/
m
3). Als hiervoor de ruimte ontbreekt, kan
worden gewerkt met zwaarbeton. Regelmatig
wordt barietbeton gebruikt. Bariet, met een
dichtheid van 4480 kg/m
3, is een van de
zwaarste, verkrijgbare steenachtige minera-
len. Barietbeton heeft een dichtheid tot 3500
kg/m
3. De dichtheid van magnetietbeton is nog
iets hoger (ca. 3800 kg/m
3). Grofweg kunnen
de wanden door de toepassing van deze soort
zwaarbeton circa 1,7 keer zo dun worden
gehouden dan met normaal beton mogelijk
zou zijn geweest.
In Betoniek Vakblad 2016/1 verscheen al
eerder een artikel over de toepassing van
magnetietbeton in de
bestralingsbunkers van het
radiotherapiecentrum van
HMC Antoniushove in
Leidschendam.
Het radiotherapiecentrum van het Isala ziekenhuis in Zwolle wordt
uitgebreid met twee nieuwe bestralingsbunkers voor de behandeling
van patiënten met tumoren. Bij de behandeling genereert de
bestralingsapparatuur hoogenergetische straling. Om de omgeving
tegen deze straling te beschermen, worden de apparaten in bunkers
met dikke betonwanden geplaatst. Grotendeels zijn deze wanden
toegepast in een standaard constructiebeton. Op enkele plekken zijn
modulaire elementen in zwaarbeton, met een volumieke massa van
3900 kg/m
3 of meer, geplaatst. Deze kunnen ook weer worden
verwijderd, zodat de bunker kan worden aangepast op de speci?eke
(toekomstige) bestralingsapparatuur.
De tot 1,5 m dikke vloer en het
tot 1,6 m dikke dak bestaan uit
een 500 mm dikke basislaag
beton met staalwapening, met
daarbovenop drie lagen
praktisch gewapend beton
15 VAKBL AD 2 2024
14-BV 02_2024_Bestralingsbunkers Isala.indd 15 27-05-2024 09:24
SCHEURWIJDTE BEPERKEN
Een ander belangrijk aandachtspunt is het
voorkomen van stralingslekkages. Dat resul-
teert in strenge eisen aan onder meer het
beperken van scheurwijdte in het beton ten
gevolge van krimp. Dit betekent niet dat het
beton nergens mag scheuren. De scheurwijdte
moet wel worden beperkt en doorgaande
scheuren moeten, evenals doorgaande naden,
worden voorkomen.
VARIANTEN
Voor de uitvoering van de bunkerwanden zijn
verschillende varianten overwogen, zoals
gestort zwaarbeton, modulaire prefab blokken
van zwaarbeton en standaard (en daardoor
dikker) gestort constructiebeton. Uiteindelijk
is er voor gekozen om de wanden in het werk te
storten met een standaard constructiebeton,
aangevuld met prefab elementen in zwaar-
beton op enkele locaties (?g. 2, rood gear-
ceerde delen).
OPBOUW VLOER
De vloer van de bunkers is 1,5 m dik. De vloer is
in vier lagen gestort. Dit is gedaan vanwege de
speci?eke vorm van de vloer, de gewenste
maatvastheid van de sparingen en omdat de
))/
))/%
KUVS? ??
?
[VWHNNHQ? [VWHNNHQ? [VWHNNHQ?
?
KUVS??? ZDSHQLQJYROJHQV
SULQFLSHGHWDLO5%
? ?
KUVS?
]RQHQRQIHUURZDSHQLQJ ]RQHQRQIHUURZDSHQLQJ
KUVS?
[?[?
KUVS?
[?[?
KUVS? DOOHZDQGVWHNNHQOHQJWHPPYDQDISHLO
2 In rood de posities van de modulaire elementen in zwaarbeton
vloerdelen onder de bestralingsapparatuur
(?g. 2, in de linkerbovenhoek van beide ruim-
ten) zonder staalwapening zijn uitgevoerd.
De onderste 500 mm dikke basislaag is in één
laag gestort en constructief gewapend met
staalwapening voor een goede belasting-
afdracht naar de funderingspalen onder de
bunkers (foto 3 en ?g. 4). Daarbovenop (met
uitzondering van de gang en de sparingen)
is 1000 mm aan beton gestort in drie lagen
(300 mm, 300 mm en 400 mm). Dit deel is
praktisch gewapend. NON-FERROGEBIEDEN
De vloerdelen zonder staalwapening, de zoge-
noemde non-ferrogebieden, voorkomen dat er
storingen kunnen optreden bij de bestralings-
apparatuur. In plaats van staalwapening is hier
kunststofvezelwapening toegepast, om scheur-
tjes ten gevolge van verhardingskrimp beter te
verdelen. Afgezien van deze vezels, is het beton-
mengsel gelijk aan dat van de overige vloerdelen.
De toegepaste vezels zijn hoogwaardige
mo-novezels voor constructieve toepassing.
Deze zijn bij de betoncentrale in het mengsel
3 Constructievloer van de bunker
4
A: Horizontale
doorsnede vloer met
in oranje gearceerd
de non-ferro
gebieden
B: Plattegrond vloer
met in oranje
gearceerd de
non-ferrogebieden
AB
Stralingslekkages moeten worden voorkomen. Daarom zijn strenge
eisen gesteld aan beperken van scheurwijdte in het beton ten
gevolge van krimp
16 VAKBL AD 2 2024
14-BV 02_2024_Bestralingsbunkers Isala.indd 16 27-05-2024 10:32
verwerkt. Doordat de vloer is opgebouwd uit
meerdere lagen, konden de lokale posities met
vezelbeton worden gewaarborgd. Bij het stor-
ten is per laag dusdanig veel vezelbeton aan-
gebracht, dat de non-ferrogebieden sowieso
vezels bevatten. Gedeeltelijk is het vezelbeton
daarbij doorgelopen in het reguliere beton voor
de met staalwapening gewapende vloerdelen.
HYDR ATATIEWARMTE
Vanwege de uitvoerbaarheid zijn de tot 2,0 m
dikke betonwanden in één laag gestort. De
volumieke massa van het beton mocht niet
minder zijn dan 2350 kg/m
3. Bij deze uitgangs-
punten was het de uitdaging om de hydratatie-
warmte van het beton zo laag mogelijk te hou-
den. Bij hoge temperatuurontwikkeling is de
kans op scheur vorming ten gevolge van uithar-
dingskrimp namelijk groter. Bij het ontwerpen
van het betonmengsel is daarbij nauw samen-
gewerkt met de betontechnoloog van Heidel-
berg Materials Beton (voorheen Mebin).
TEMPER ATUUR MONITOREN
Voorafgaand aan de stort van de wanden is een
temperatuursimulatie van het mengselontwerp
uitgevoerd. Daarbij is rekening gehouden met
de weersverwachting op de dag van de stort en
de dagen erna. Ook is rekening gehouden met
de afkoelingsperiode en het afkoelingsverloop
van de wanden. Als criteria is aangehouden
dat het verschil in temperatuur (?T) van de
kern en de kistzijde van de wand, wanneer
deze nog in de bekisting staat, niet groter mag
zijn dan 15 °C. De simulatie gaf daarbij een
maximale kerntemperatuur van 54 °C bij de
dikste wanddelen.
De temperatuurontwikkeling is tijdens de uit-
hardingsperiode gemonitord. Daaruit is geble-
ken dat deze binnen de gestelde criteria is
gebleven. De maximale temperatuur in de kern
bleef net onder de 50 °C, aan de kistzijde was
deze 41 °C en de ?T is nooit groter geweest dan
11,4 °C (?g. 5). Als tijdens het monitoren was
gebleken dat de buitenzijde van de wand te
snel afkoelde, had dit kunnen worden ver-
traagd door de bekisting te isoleren. Dat bleek
echter niet nodig.
Voor het bepalen van het moment van ontkis-
ten speelt de omgevingstemperatuur een
belangrijke rol. Dat moment is per wanddikte
bepaald zodra het verschil in temperatuur (?T) tussen de omgeving (dag en nacht) en de kern
van de wand kleiner was dan 10 °C (?g. 6).
Deze strengere ?T (10 °C in plaats van 15 °C) is
gekozen om een marge in te bouwen in verband
met mogelijk grote verschillen tussen dag- en
nachttemperaturen. In juli kan het namelijk
vaak overdag warm en 's nachts fris zijn.
De nabehandeling is tijdens het uitharden van
het beton aangepast aan de hand van de waar-
genomen uithardingstemperatuur.
WAPENING WANDEN
Hoewel de wanden van de bunkers vanwege
hun dikte (tot 2,0 m) ook zonder wapening
constructief sterk genoeg zouden zijn
geweest, is toch staalwapening toegepast. Om de scheurwijdte ten gevolge van krimp te
beperken, is zogezegd de hydratatiewarmte zo
laag mogelijk gehouden. Maar ook de wape-
ning ver vult deze functie vanaf het moment dat
het beton aan de wapening hecht.
Op basis van eerdere er varing met deze wand-
constructies heeft de constructeur bepaald dat
een horizontale wapening met een diameter
van 16 mm met een hart-op-hart-afstand van
150 mm voldoet. Vertaald naar een (?ctieve)
schil van 200 mm is dat een wapeningspercen-
tage van ? = (1340 mm
2)/(1000 ? 200) × 100% =
0,67%.
De wapening wordt aan beide zijden van de
wand toegepast. Bij de aansluiting van de vloer
5 Simulatie temperatuurontwikkeling bekiste toestand
6 Meten temperatuurontwikkeling voor het bepalen van het moment van ontkisten
17 VAKBL AD 2 2024
14-BV 02_2024_Bestralingsbunkers Isala.indd 17 27-05-2024 09:25
is sprake van verhinderde krimp door de aan-
wezigheid van de vloer. Daar wordt horizontale
wapening met een kleinere hart-op-hart-
afstand van 100 mm toegepast. Dit is, vertaald
naar een (?ctieve) schil van 200 mm, een wape-
ningspercentage van 1,0%. In het midden van de
wand is eveneens wapening toegepast, hoewel
dit voor het voorkomen van doorgaande scheu-
ren theoretisch gezien niet nodig was (?g. 7).
Aan de hand van deze gegevens heeft BAM
Advies en Engineering scheurwijdtebereke-
ningen gemaakt, waarna de de?nitief toe te
passen wapening is vastgesteld.
WANDSPARINGEN
Een belangrijke eis van de opdrachtgever was
een bunker te ontwerpen waarin diverse soor-
ten bestralingsapparatuur kunnen worden
geplaatst. Ook met het oog op vernieuwing van
de apparatuur in de toekomst. Om die reden is
bij beide bunkers één wand te openen, waar-
door transport van de apparatuur mogelijk is.
In deze wanden zijn trapsgewijze en taps toe-
lopende sparingen van circa 3,1 × 2,6 m
1 aan-
gebracht, die gevuld worden met elementen.
Door deze vorm zijn er geen recht doorlopende
naden tussen de bunkerwanden en de vullingen
in de sparingen. Dit om stralingslekkages te
voorkomen. De hoek waaronder de zijkanten
en bovenkant van de sparingen zijn gemaakt, wijkt af van de hoek waaronder straling uit de
bestralingsapparatuur komt.
MODUL AIRE BLOKKEN
In de wandsparingen zijn vullingen aange-
bracht (?g. 8 en foto 9). Als eis gold dat de
vullingen qua dichtheid minimaal gelijkwaar-
dig moeten zijn aan de in het werk gestorte
betonwand. Bovendien moesten ze modulair te
plaatsen en in de toekomst weer te verwijde-
ren zijn. Vanwege de beperkte ruimte en
bouwlogistiek op de bouwplaats, zijn de
blokken vooraf ver vaardigd bij Rook Bouw en
later naar de bouwplaats getransporteerd en
geplaatst. De prefab-betonblokken zijn
gemaakt van hetzelfde beton als de in het werk
gestorte wanden.
Ter plaatse van de sparingen is de bunkerwand
1,6 m dik. Om modulaire plaatsing mogelijk te
maken, zijn de vullingen opgedeeld in drie
lagen, van elk vier betonblokken. Bepalend
voor de opdeling was het plaatsingsgewicht en
daarmee de hanteerbaarheid van de blokken.
De blokken volgen de vorm van de sparing met
een maximale speling van 10 mm. Per laag grij-pen ze in elkaar met liplassen, die zo zijn ont-
worpen dat er geen recht doorgaande naden
ontstaan. Ter plaatse van de liplassen zijn
mechanische verbindingen ontworpen, zodat
de blokken aan elkaar gekoppeld kunnen wor-
den en in de toekomst eenvoudig van elkaar los
zijn te maken. Voor het plaatsen van de blokken
zijn speciale hijsvoorzieningen ontworpen en
een bijbehorend hijsmiddel.
DAK
Het dak van de bunker is in grote lijnen het-
zelfde opgebouwd als de vloer. De totale dikte
van het dak is 1,4 tot 1,6 m dik. Ook hier is
gekozen voor een 500 mm dikke constructieve
basislaag in met staalwapening gewapend
beton, met daarbovenop drie lagen praktisch
gewapend beton, maar zonder kunststofvezels.
Bij de stort van de constructieve basislaag
(foto 10) is een rijpheidsmeting uitgevoerd om
de sterkteontwikkeling van het beton te moni-
toren ten behoeve van de toegepaste onder-
stempeling. De onderstempeling was zodanig
berekend, dat deze de belasting van de basis-
laag en 50% van de overige lagen kon dragen.
De basislaag moest minimaal 28 N/mm
2 aan
druksterkte hebben om de belasting van de
overige 50% te kunnen dragen. Naast de rijp-
heidsmeting is ook een kubus gedrukt om deze
sterkte aan te tonen.
ELEMENTEN IN ZWA ARBETON
Vanwege de speci?eke stralingsafgifte per
type apparaat, zijn op vier posities in de bun-
[?[
[?[
[?H[WUD
KUVS?S
YORHUZDS
YORHUZDS
7 Verticale doorsnede wand met positie wapening
8 A: Horizontale doorsnede wandsparing met
modulaire prefab-betonblokken
B: Verticale doorsnede wandsparing met
modulaire prefab-betonblokken A
B
9 De modulaire prefab-betonblokken die de
wandsparing vullen kunnen worden verwijderd,
zodat de bestralingsapparatuur uit de bunker kan
worden getransporteerd
18 VAKBL AD 2 2024
14-BV 02_2024_Bestralingsbunkers Isala.indd 18 27-05-2024 09:25
MEER OVER ZWA ARBETON IN BETONIEK
In februari 2023 verscheen
Betoniek Standaard17/13 ?
Zwaargewicht over
zwaarbeton.
kers modulaire elementen in zwaarbeton toe-
gepast (?g. 2, rode onderdelen) als aanvulling
op de dikke wanden en vloeren in standaard
constructiebeton. Het modulair kunnen plaat-
sen en verwijderen van deze elementen was
een eis vanuit de opdrachtgever.
De zwaarbetonelementen zijn, net als de blok-
ken in de wandsparingen, prefab gemaakt en
opgebouwd uit meerdere blokken met spon- ningen en liplassen om doorgaande naden te
voorkomen. De massa van de blokken in
zwaarbeton is vergelijkbaar met die van de
(dikkere) blokken in het standaard construc-
tiebeton. Hierdoor kon worden volstaan met
eenzelfde mechanische bevestiging tussen de
elementen onderling en was er maar één hijs-
middel nodig voor alle prefab-betonelementen
in de bunkers (foto 11 en 12).
Het zwaarbeton heeft een volumieke massa
met als ondergrens 3900 kg/m
3. Dit is bereikt
door het toepassen van MagnaDense (magne-
tiet) als toeslagmateriaal. De uitdaging bij het
zwaarbetonmengsel zat in het garanderen van
de ondergrens van de geëiste volumieke
massa. Vanwege de zware toeslagmaterialen
vergde het verkrijgen van een samenhangend,
niet-ontmengd betonmengsel bijzondere
aandacht. De prefab elementen zijn liggend
gemaakt. Alleen de bodem van de mal is
daarom zwaarder uitgevoerd dan normaal.
TOT SLOT
Bij een project als de bestralingsbunkers in het
nieuwe radiotherapiecentrum Isala ziekenhuis
Zwolle is het belangrijk dat de opdrachtgever
exacte kaders stelt waaraan de uitvoering moet
voldoen. Als deze voor iedereen helder zijn, kan
er geen discussie optreden en is er geen ruimte
voor meerdere interpretaties. In dit project gold
dat voor onder andere de eisen aan de naden en
de ondergrenzen van de volumieke massa van
het toe te passen beton. Deze exacte kaders
hebben bijgedragen aan de goede samenhang
binnen het hele uitvoeringsteam.
10 Het 1,4 tot 1,6 m dikke dak van de bunker wordt gestort in meerdere lagen
Vanwege de speci?eke stralingsafgifte per type apparaat, zijn
op enkele posities modulaire elementen in zwaarbeton toegepast,
als aanvulling op de dikke wanden en vloeren in standaard
constructiebeton
11 Zwaarbetonelementen worden als voorzetwand tegen de bunkerwand geplaatst
12 Doorgaande naden en mogelijke stralingslekken worden voorkomen door
sponningen en liplassen in de blokken
19 VAKBL AD 2 2024
14-BV 02_2024_Bestralingsbunkers Isala.indd 19 27-05-2024 09:25
Om de veiligheid van steigers en ondersteuningsconstructies op de
bouwplaats te kunnen waarborgen, moet daar de juiste aandacht aan
worden besteed. Zowel in het ontwerp als tijdens de montage. De
redactie van Betoniek vroeg aan Dennis Beijer van MADEMA wat daar
allemaal bij komt kijken. En wat de Veiligheidsladder en de Richtlijn
Ondersteuningsconstructies aan veiligheid kunnen bijdragen.
S
teiger- en ondersteuningsconstructies
zijn een belangrijk onderdeel in de uit-
voering van betonwerken. Er zijn veel
verschillende systemen en leveranciers op de
markt en de montage wordt op diverse manie-
ren georganiseerd. Bouwbedrijven besteden
de montage meestal uit, of ze het materieel nu
in eigendom hebben of hebben gehuurd. Soms
wordt er een gespecialiseerd montagebedrijf
ingeschakeld die de arbeid levert. MADEMA is
VEILIGHEID BEPALEND IN ONTWERPVEILI GHEID BEPALEND IN ONTWERP
Bouwen aan een veilige
ondersteuning
20 VAKBL AD 2 2024
Auteur Jacques Linssen, Aeneas Media / Betoniek
20-BV 02_2024_Bouwen aan een veilige ondersteuning.indd 20 27-05-2024 09:26
ook al zijn we daardoor duurder dan een ander
en lopen we het werk mis. Wil de klant er niet in
mee, dan nemen we het werk niet aan. Aan ons
de taak alles goed te onderbouwen."
VEILIGHEIDSL ADDER
Gelukkig is er tegenwoordig een Veiligheids-
ladder, een beoordelingsmethode waarmee
het veiligheidsbewustzijn van bedrijven kan
worden gemeten. (zie artikel 'Op de veilig-
heidsladder ' uit Betoniek 2019/4). Steeds
vaker wordt vanuit aanbestedingen trede 3
(van de 5) geëist. Ook leveranciers moeten
hierin mee. "Het is zeker een vooruitgang, je
ziet dat ook bij de engineering het bewustzijn is
toegenomen. Maar het kan en moet nog altijd
beter. En met alleen die veiligheidsladder ben
je er niet. Ook al ben je als bedrijf zelf gecerti?-
ceerd, je moet erop toezien dat iedereen die
voor je werkt ook hetzelfde denkt over veilig-
heid. In de praktijk is dat lang niet altijd zo, ook
niet bij gerenommeerde bedrijven."
" Veilig werken betekent meestal
ook e?ciënt werken"
Certi?cering conform de Veiligheidsladder is
volgens Beijer geen sinecure. "Het kost een
hoop tijd en energie. Niet alleen in het begin.
Regelmatig, gemiddeld een keer paar jaar,
vindt een audit plaats. Medewerkers worden
geobser veerd tijdens hun werk en er worden
inter views afgenomen. Wat daarbij opvalt, is
dat er nog wel eens verschil zit tussen wat
medewerkers zeggen en wat ze doen. Beide
kanten op. Bijvoorbeeld dat ze er in een
gesprek niet goed uitkomen, maar dat ze hun
werk wel prima uitvoeren. Of andersom, dat ze
zeggen dat ze iets hebben begrepen, maar dat
niet in de praktijk brengen. En of dat onwil is of
onwetendheid, ik weet het niet. Gelukkig komt
dat uiteindelijk altijd wel aan het licht."
RICHTLIJNEN
Naast de Veiligheidsladder zijn er de Richtlijn
Steigers en de Richtlijn Betonbekistingen en
Ondersteuningsconstructies (zie kader 'Richt-
lijnen'). Die zijn nog veel concreter waar het
gaat om veiligheid. "Ik ben heel blij met deze
richtlijnen. Ze geven aan wat het gewenste
kennisniveau is van mensen die met steigers
en ondersteuningen te maken hebben. Ik ben
ook enthousiast over de demarcatielijst die
duidelijk maakt wie waar voor verantwoordelijk een van die montagebedrijven die in Neder-
land actief zijn.
Aan de montagefase wordt in het ontwerp niet
altijd voldoende aandacht besteed, volgens
Dennis Beijer, directeur van het bedrijf: " Wij
moeten e?ciënt kunnen monteren. Behalve
naar sterkte en stijfheid moet dus ook goed
worden gekeken naar hoe het materieel aan en
af te voeren is, in welke volgorde dat gebeurt,
of er voldoende ruimte is. Ook veiligheid is een niet te onderschatten aandachtspunt. Die moet
op elk moment en voor iedereen voldoende zijn
gewaarborgd."
ENGINEERING
Een montagebedrijf is zelf niet verantwoorde-
lijk voor de engineering, maar genoemde
aspecten als logistiek en veiligheid zijn voor
hen allesbepalend. Beijer: "Dat is niet alleen
voor mijn mensen belangrijk, maar voor ieder-
een tijdens de bouw. Tot aan de inspecteurs
aan toe. Overigens betekent veilig werken
meestal ook e?ciënt werken. Als je moet
balanceren op een smal pijpje, gaat het werk
een stuk langzamer dan op een degelijke
werkvloer."
Het komt geregeld voor dat het bedrijf in de
voorbereiding in overleg gaat met de betref-
fende leverancier van de steigers of onder-
steuningen om het ontwerp aan te passen. Bij-
voorbeeld als er voor de veiligheid een extra
werkvloer of leuning nodig is. Ook moet je
vooraf goed nadenken over toegang. Elk wer-
kniveau moet veilig kunnen worden bereikt.
Denk dus ook aan veilige trappen en ladders.
De veiligheid tijdens de montagefase mag niet
worden onderbelicht. Ook vóórdat collectieve
veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht,
moet veiligheid zijn gewaarborgd. Dan is het
vaak nodig dat mensen worden aangelijnd. Ook
daarover moeten goede afspraken worden
gemaakt.
TR ANSPAR ANT
Het klinkt allemaal vanzelfsprekend, maar dat
is het niet altijd. "Het is nu eenmaal zo dat vei-
ligheid een prijs heeft. En te vaak wint geld het
van veiligheid. Dat geldt gelukkig lang niet
voor iedereen. Bij de meeste aannemers,
vooral de wat grotere, is het besef voldoende
doorgedrongen. Maar er zijn nog altijd partijen
die het niet zo nauw nemen met bepaalde
regels. Zo kom ik op werken waar er niet eens
helmen worden gedragen! Dat is een kwalijke
zaak. Het heeft bovendien zijn weerslag op
onze mensen. Als die zien dat andere partijen
minder belang hechten aan veiligheid, doet dat
ook iets met hun veiligheidsbesef. Bovendien
leidt het tot oneerlijke concurrentie. Er zijn
partijen die bewust minder aanbieden om maar
aan tafel te komen en dat dan later rechtzetten
via meerwerk. Het is een spel dat lang niet
altijd transparant is. Daar willen we niet in
mee. Wij gaan niet bezuinigen op veiligheid,
21 VAKBL AD 2 2024
20-BV 02_2024_Bouwen aan een veilige ondersteuning.indd 21 27-05-2024 09:27
. %
GDPZDQG
GDPZDQG
PRQWDJH[NRNHUVZHHN
is. Het leidt tot een heldere rolverdeling tussen
aannemer, constructeur, bekistingsleverancier
en ons als montagebedrijf voorkomt een hoop
discussies. In aanbiedingen aan onze
opdrachtgevers schept de richtlijn duidelijk-
heid. Wij kunnen makkelijker onderbouwen
waarom we bepaalde dingen willen. Ook al
kost dat soms wat meer."
Er wordt nu gewerkt aan een herziening van
het deel over ondersteuningen uit de Richtlijn
Betonbekistingen en Ondersteuningscon-
structies. Het nieuwe deel wordt ofwel als
aparte Richtlijn Ondersteuningsconstructies
uitgebracht, ofwel als module toegevoegd aan de bestaande Richtlijn Steigers. Het is in elk
geval de bedoeling dat het dezelfde erkende
status krijgt als de Richtlijn Steigers, die
onderdeel is van de Arbocatalogus.
Het is volgens Beijer goed dat er meer aan-
dacht uitgaat naar een aparte richtlijn over
ondersteuningen. "Hoewel steigers en onder-
steuningen veel op elkaar lijken, zijn er ook
wezenlijke verschillen. Onder meer in het
krachtenspel. Daarom is het belangrijk onder-
scheid te maken."
Bij de herziening worden de laatste inzichten
meegenomen en de juiste verwijzingen opge-
nomen naar de NEN-normen. Beijer draagt zelf
Taal is bij de communicatie op de bouwplaats een grote uitdaging
ook bij aan de herziening, met name aan het
deel over de montage. "Ik vind het belangrijk
kennis te delen in de branche, zodat we de
veiligheid over een breed front kunnen verbe-
teren."
WERKPL AN
Het is belangrijk dat alles omtrent een steiger
of ondersteuning vooraf goed wordt vastge-
legd. Voor ieder werk wordt dan ook een werk-
plan gemaakt, dat wordt getoetst door de aan-
nemer. "Maar een goed plan wil niet zeggen dat
de veiligheid ook altijd goed is geregeld. Het
komt voor dat er, bijvoorbeeld op verzoek van
de aannemer, wordt afgeweken van de routing.
In een uitzonderlijk geval kan dat consequen-
ties hebben voor de veiligheid. Natuurlijk kan
iets in de praktijk wel eens anders lopen dan je
had verwacht, maar communiceer daar in zo'n
geval over."
COMMUNICATIE
Communicatie op de bouwplaats, nog zo'n
aandachtpunt. Taal is daarbij een grote uitda-
ging. Beijer: " We hebben op de bouwplaats te
maken met veel verschillende nationaliteiten.
Pools, Russisch, Oekraïens, Turks, Grieks.
Lang niet iedereen spreekt Engels. Ik maak het
mee dat met Google Translate wordt gecom-
municeerd. Dat moeten we natuurlijk zien te
voorkomen. De voorman heeft daarbij een
belangrijke rol. Ik zorg er voor dat hij voldoende
RICHTLIJNEN
De Richtlijn Steigers, opgenomen in de Arbocatalogus Bouw & Infra, heeft betrekking op alle stalen
steigers, opgebouwd uit losse onderdelen. Alle relevante aspecten voor het veilig
werken op hoogte komen aan de orde: ontwerp, teken- en rekenregels, bouw door
steigermonteurs, gebruik en demontage. De richtlijn is voor iedereen te raadplegen op
www.richtlijnsteigers.nl.
De Richtlijn Betonbekistingen en Ondersteuningsconstructies is een digitaal naslagwerk voor
iedereen die te maken heeft met verticale, horizontale en bijzondere betonbekistingen en ondersteu-
ningsconstructies. In de richtlijn zijn alle teksten van wet- en regelgeving, normen,
veiligheidsbladen, materiaalinformatie en aan montage gerelateerde activiteiten als
opleidingen, toelevering en veiligheidsprocedures beschreven. De richtlijn is beschik-
baar op www.richtlijnbekistingenenondersteuningen.nl.
22 VAKBL AD 2 2024
20-BV 02_2024_Bouwen aan een veilige ondersteuning.indd 22 27-05-2024 09:27
MADEMA is lid van VSB, Vereniging van Steiger-,
Hoogwerk- en Betonbekistingbedrijven. Dit
artikel is tot stand gekomen in samenwerking
met VSB, partner van Betoniek.
kennis heeft en hij draagt die dan weer over
aan mensen in zijn team. Soms moet je op zoek
naar een tolk, meestal iemand in de ploeg die
zowel Engels spreekt als de taal van de ande-
ren. Maar dat is wel een risico. Ik kan nooit con-
troleren of mijn boodschap op de juiste manier
wordt overgebracht."
MADEMA is samen met andere leveranciers een
systeem aan het ontwikkelen met visuele bood-
schappen, zonder tekst, op basis van cartoons.
"Matemco heeft sowieso een 3D-?lm waarin
alles duidelijk wordt uitgelegd. Maar ik vind het
belangrijk ook goede voorlichting op papier te
hebben. Het idee is nu geplasti?ceerde A4'tjes
te maken waarin heel duidelijk wordt aangege-
ven wat de bedoeling is. We zijn dit idee nu aan
het uitwerken. Dat kost helaas iets meer tijd dan
gehoopt."
OVERDR ACHT
Als een steiger of ondersteuning veilig op zijn
plek staat, zit het werk er voor het montage-
bedrijf in principe op. Uiteraard vindt een
oplevering plaats, waarmee de opdrachtgever
zekerheid krijgt. De tekening is daarbij leidend.
In principe geldt dat als het uitgevoerd is zoals
op tekening staat, alles goed en veilig is.
Hoe uitgebreid de oplevering is, is afhankelijk
van de complexiteit van het werk en de relatie
met de klant. "Bij complexe werken sta je er
langer bij stil, loop je alles langs. Soms is ook
de constructeur erbij betrokken. Is het een kleiner werk en kennen we de klant goed, dan
gaat het wat makkelijker."
Later in het proces vindt nog een stortcontrole
plaats, zodat je zeker weet dat het beton veilig
kan worden aangebracht. Staat alles nog goed,
zijn er geen dingen beschadigd? "Dat is in
principe geen onderdeel van onze werkzaam-
heden, maar het moet wel gebeuren. Soms doet
de aannemer het, soms de bekistingsleveran-
cier. Maar wij bieden het ook nog wel eens aan."Als er moet worden gedemonteerd melden de
monteurs zich weer. Ook op dat moment is
controle belangrijk. Daarbij speelt onder meer
de betonsterkte een rol: is die voldoende om te
kunnen demonteren, schrikken of doorstem-
pelen? " Wij willen daar bewijs van hebben,
bijvoorbeeld op basis van gewogen rijpheid.
Niet alle partijen hebben dat even goed op de
rit. Wij dringen daar nog altijd sterk op aan."
SAMENWERKEN
Veiligheid vraagt in de praktijk nogal wat aan-
dacht, in meerdere fasen van het project. En
hoe meer partijen erbij betrokken zijn, hoe
belangrijker werkplannen, communicatie en
controles zijn. Hoewel er nog veel te winnen is,
gaat het gelukkig de goede kant op.
23 VAKBL AD 2 2024
20-BV 02_2024_Bouwen aan een veilige ondersteuning.indd 23 27-05-2024 09:27
1 Bij de hoogbouw voor EDGE
Technologies in Berlijn is grootschalig
gebruikgemaakt van een cement met
een hoog ver vangingspercentage
kalksteenmeel (foto: DOK A)
24 VAK BL AD 2 2024
Auteur Henk Wapperom, Betonvereniging
24-BV 02_2024_ECSN-webinar Concrete and Sustainability.indd 24 27-05-2024 09:20
BETON EN DUURZA AMHEID OVER DE GRENS
Op 28 februari 2024 hield het European Concrete Societies Network
(ECSN) voor een kleine zevenhonderd deelnemers uit heel Europa haar
tweede webinar rond het thema 'beton en duurzaamheid'. In een vijf uur
durend lezingenprogramma verzorgden wetenschappers en mensen
uit de beroepspraktijk twaalf presentaties die de volle breedte van het
duurzaamheidsspectrum voor het voetlicht brachten. Klimaatsceptici
die nu nog durven te beweren dat wij in Nederland (te) ver voorop
zouden lopen in het nemen van duurzaamheidsmaatregelen, doen er
goed aan het volledige programma te bekijken via de website van de
ECSN: www.ecsn.eu.
ECSN-webinar Concrete
and Sustainability
D
e ECSN organiseert jaarlijks een voor
iedereen gratis toegankelijk webinar.
Hierin worden er varingen en kennis
gedeeld over goede betontoepassingen. Aan
dit webinar kunnen alle vijftien lidverenigingen
(zie kader ' Wie zijn er lid van ECSN?') hun er va-
ringen bijdragen. Dit jaar werd het webinar aan
elkaar gepraat door gastvrouw Cecilie Hagby
van de Norsk Betonforening en gastheer Børge
Johannes Wigum van Steinsteypufélag Islands.
Behalve bijdragen over nieuwe bindmiddelen
en secundaire toeslagmaterialen, waren er
presentaties rond het belang van integraal
construeren en het hergebruik van materialen,
elementen en constructies. Dit artikel
beschrijft de belangrijkste gedeelde inzichten.
KLINKERVERVANGENDE GRONDSTOFFEN
Zoals bekend komt de milieubelasting van
beton voornamelijk door de hoeveelheid CO
2
die vrijkomt bij de productie van portland-
cementklinker, het hoofdbestanddeel van de
meest voorkomende cementtypen. Een aantal sprekers ging in op manieren om de hoeveel-
heid klinker in cement te reduceren. Christoph
Müller (Verein Deutscher Zementwerke/ VDZ)
benoemde alvast een aantal van de samenge-
stelde bindmiddelen die deze exercitie tot nu
toe heeft opgeleverd. Daarbij baseerde hij zich
op de 2050 Roadmap for Net Zero Concrete van
de Global Cem
Reacties